Dierenwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > Dieren
Datum & Land: Pl/an/ten , NL
Woorden: 3446
Exsudaat
Ontstekingsvocht, dat uit de bloedvaten treedt, troebel is, veel eiwit bevat en stolt (z.o. transsudaat)..
Exploreren
Onderzoeken, b.v. rectaal exploreren bij rund-paard..
Expiratie
Uitademing (i.t.t. inspiratie)..
Exotisch
Uitheems (i.t.t. inheems)..
Exostose
Benige uitwas; plaatselijke woekering van been- en-of kraakbeencellen aan de buitenzijde van een bot (z.o. enostoseis)..
Exophthalmus
Uitpuilen van het oog..
Exocriene klier
Klier waarvan het product naar buiten of naar de darm afgevoerd wordt, b.v. zweetklier of deel van de alvleesklier (z.o. endocriene klier)..
Exo-
Buiten..
Excretie
Uitscheiding (z.o. eliminatie)..
Excisie
Zie biopt.
Extremiteit
Het buitenste einde, ledemaat, b.v. een poot..
Extrapolatie
Op grond van een bekende reeks gegevens conclusies trekken buiten het meetgebied..
Extractie
Uittrekken, b.v. met trekkracht de geboorte bespoedigen, trekken van een kies of tand..
Extra-
Buiten-..
Fauna
Dierenwereld; vaak gebruikt als verzamelnaam voor diersoorten, die in een bepaald gebied voorkomen (vgl. flora)..
Fascia, Fascie
Peesblad; peesvlies dat spieren bedekt..
Farynx
Pharynx, keel, keelholte; bovenste gedeelte van het spijsverteringskanaal, gelegen tussen mondholte en slokdarm..
Farmacotherapie
Behandeling met geneesmiddelen..
Farmacologie
Leer der geneesmiddelen en hun werking..
Farmacokinetiek
De werking, verdeling en uitscheiding van geneesmiddelen door het lichaam..
Farmacie
De leer van geneesmiddelen..
Farmaceut
Fabrikant van geneesmiddelen..
Fallus masculinus
Phallus masculinus, penis..
Falanx
Phalanx, vinger- of teenkootje..
Fagocytose
Het opnemen van deeltjes door een cel m.b.v. uitstulpingen van de celmembraan..
Fagocyt
Witte bloedcel die uit de omgeving kleine deeltjes, b.v. bacteriën, kan opnemen..
Faeces
Uitwerpselen, mest, ontlasting..
Faecaliën
Zie fecaliën en faeces..
Fabella
Sesambeentje dat bij sommige diersoorten aanwezig is in de spieren rond de knie..
Fertiliteit
Vruchtbaarheid; het vermogen om (levende) nakomelingen te produceren..
Fertilisatie
Bevruchting (z.o. in vitro fertilisatie)..
Fertiel
Vruchtbaar (z.o. fertiliteit)..
Feromonen
Geurstoffen die het (seksuele) gedrag van soortgenoten stimuleren..
Fenotype
Uiterlijke verschijningsvorm van een dier of mens. Komt tot stand door omgevingsinvloeden in interactie met de erfelijke aanleg (vgl. genotype)..
Femur
Dijbeen, bovenbeen..
Femininus
Vrouwelijk (i.t.t. masculinus)..
Feminisatie
Vervrouwelijking van een mannelijk individu (i.t.t. virilisatie, masculinisatie)..
Feline
Met betrekking tot de kat(-achtigen)..
Feces
Faeces, uitwerpselen, mest, ontlasting (z.o. faeces, drijfmest, potstal)..
Fecaliën
Uitwerpselen, mest, ontlasting. (z.o faecaliën)..
Fetus
Foetus; vrucht, in het tweede deel van de dracht (z.o. embryo)..
Fetor, foeter
Stank, onwelriekende geur..
Fetor ex ore
Stank uit de mond..
FIP
Feline Infectieuze Peritonitis; virusziekte bij de kat(achtigen). Geeft vaak draden trekkend vocht in de buikholte, kan tegen geënt worden..
Fimbria
Franjeachtig aanhangsel of uitloper aan een orgaandeel..
Filariosis
Draadwormziekte..
FIDIN
Vereniging van Fabrikanten en Importeurs van Diergeneesmiddelen In Nederland..
Fibula
Kuitbeen, dunste bot in het onderbeen..
Fibrose, fibrosis
Woekering van bindweefsel..
Fibroom
Goedaardig bindweefselgezwel..
Fibrine
Eiwit, maakt het netwerk om een bloedstolsel te vormen en wordt bij buikvliesontsteking op het buikvlies afgezet (z.o. exsudaat)..
Fibril
Vezel, spiervezel, zenuwvezel..
Fixeren
Bevestigen, vasthechten, vasthouden..
FIV
Feline Immunodeficiëntie Virus, ook wel "kattenaids" genoemd. Virusziekte bij de kat, niet gevaarlijk voor mensen..
Fistel
Abces met een buisvormige verbinding naar de buitenwereld of darm..
Fissuur
Spleet, barst, b.v. in een bot..
Flora
Determinatieboek voor plantensoorten..
Flexor
Buigspier; spier die het gewricht buigt (i.t.t. extensor)..
Flexie
Buigen (i.t.t. extensie)..
Flegmoon
Ontsteking van losmazig bindweefsel, die zich snel en diffuus door het weefsel verspreidt..
Flebitis
Phlebitis, aderontsteking (z.o. arteriïtis)..
Flatulentie
Winderigheid; uitzetting van de maag en darmen door ophoping van gas (z.o. meteorismus)..
Fossa
Groeve..
Fobie
Bijzonder grote angst (z.o. arachnofobie)..
Forceps
Tang, verlostang..
Foramen
Gat, opening; natuurlijk venster omgeven door b.v. één of meer botelementen..
Fontanel
Door een membraan gesloten opening in het schedeldak tussen de schedelbeenderen, aanwezig bij de geboorte, die zich later sluit. Daardoor kan de schedel zich enigszins vervormen tijdens de geboorte..
Fonendoscoop
Zie stethoscoop.
Follikel
Zakje of blaasje, b.v. haarfollikel of eiblaasje in de eierstok..
Foliumzuur
Deel van het vitamine B-complex (z.o. vitamine B11)..
Fokken
Onder niet-natuurlijke omstandigheden (m.a.w. zonder vrije partnerkeus) doen-laten voortplanten van vogels, zoogdieren en vissen (z.o. kweken)..
Foetus
Ouder embryo, vrucht (z.o. fetus, embryo, zygote).
Frontalis
Op het voorhoofd betrekking hebbend..
Frigide
Onvermogen tot seksuele opwinding-genot, onwil van het vrouwelijk dier tot paren (z.o. impotentie)..
Frequentie, pols-/adem-
Aantal hartslagen-ademhalingen per minuut..
Frenulum
Toompje, riempje, b.v. frenulum linguae (= tongriem)..
Franse stand
Te nauwe stand van de voorpoten..
Fragment
Brok, stuk..
Fructose
Fruitsuiker, veel in vruchten voorkomend (z.o. druivensuiker)..
Fructivoor
Hoofdzakelijk vruchten etend dier..
FSH
Follikel Stimulerend Hormoon; gonadotroop hormoon, gevormd in de hypofyse, dat bij het vrouwelijke individu de groei van eicellen veroorzaakt en bij het mannelijke individu de rijping van de zaadcellen beïnvloedt..
Fusiformis
Spoelvormig, b.v. van bacteriën of cellen..
Fungus, fungi
Schimmel, schimmels, zwammen (z.o. hyfen)..
Funiculus spermaticus
Zie zaadstreng.
Fungiformis
Paddestoelvormig..
Fungicide
Schimmeldodend middel..
Fundus
Bodem, b.v. van de maag..
Functio laesa
Gestoorde functie; één der vijf kenmerken van ontsteking (z.o. ruber, dolor, calor, tumor)..
Functio
Verrichting, functie..
Fytobezoar
Zie bezoar.
Fyto
Phyto-, plant-..
Fysiologie
Wetenschap die de functies van een normaal levend organisme en organen bestudeert (vgl. pathologie)..
Fysiologisch
Met betrekking tot de fysiologie, normaal werkend..
Fysiek
Lichamelijk..
Fytotherapie
Kruidengeneeskunde..
Gastro-enteritis
Ontsteking aan de maag en darmen. Geeft vaak braken en-of diarree (z.o. enteritis)..
Gastro-
Op de maag-buik betrekking hebbend..
Gastritis
Ontsteking van de maag-maagwand..
Gastrine
Hormoon dat de maagsapsecretie bevordert, geproduceerd in de maag en de twaalfvingerige darm..
Gaster
Buik, maag..