Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


apicaal
bij of betreffende het uiteinde van een orgaan. Alternatieven: apicale

apicaal
Vooraan of bovenop gesitueerd.

Aplidium glabrum
Aplidium glabrum (Verrill, 1871) -Beschrijving:- Deze soort is in 1977 voor het eerst in Nederland aangetroffen, in de Oosterschelde bij Yerseke. De kolonie bestaat uit één of meer afgeplatte lobben. De bovenkant van de lobben is kaal, de zijkanten en basis veelal met sediment bedekt. De afzonderlijke dieren (zoïden) zitten dicht...

Apollovlinder
(Parnassius apollo) apollovlinder Spanwijdte vleugels 65-75 mm, juni-september -Kenmerken- Vleugels wit, voorvleugels met doorzichtige rand. Eén rode oogvlek op bovenkant achtervleugels, meerdere op de onderkant. Voelsprieten vagelijk licht-donker geringd. -Voorkomen- Langs stenige graslanden met schaarse begroeiing, vooral in berglandschappen (in Midden-Europa...

Apollovlinder
(Parnassius apollo) (Linnaeus, 1758) Apollovlinder -Beschrijving: - De apollovlinder komt voor in bergachtige streken, waar hij voorkomt langs stijle zonnige hellingen met een schrale begroeiing. Er komen in Europa veel verschillende ondersoorten, vormen en abberaties voor. Dit komt door het sterk verdeelde verspreidingsgebied: in ieder gebied ontwikkelen de populatie...

apomictisch
Voortplantingswijze door middel van zaden waarbij de zaadkern in het stuifmeel niet met de eicel versmelt, zodat de kiem alleen de eigenschappen van de moederplant bevat.

Appel
(Genus Malus) -Appel- Volledige wetenschappelijke naam: Malus Mill.

Appel
(Malus sylvestris) -Appel - RH. 1934 Volledige wetenschappelijke naam: Malus sylvestris Mill. Diagnostische kenmerken t.o.v. Pyrus communis: Steunblaadjes (van de korte loten; zie opm.) priemvormig, 1,5-3,5 mm lang, of enkele ervan tot 5 mm lang, vaak spoedig kaler wordend

Appelbes
(Genus Aronia) -Appelbes- Volledige wetenschappelijke naam: Aronia Medik.

Appelrotkelkje
(Sclerotinia fructigena) -Nederlandse naam:- Appelrotkelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam napvormig, langgesteeld, Ø 3-6 mm. Binnenzijde glad, grijs- tot geelbruin. Buitenzijde grijs- tot geelbruin. Steel geelbruin. Meestal zijn alleen de conidiëndragers (Monilia fruct

Appelrussula
(Russula paludosa) -Nederlandse naam:- Appelrussula -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 8-10 cm, appelroze of -rood tot oranjebruin of bleek oranje. Lamellen dicht opeen, gedeeltelijk gevorkt, wittig tot botergeel of oker, met een rode lamelsnede. Steel 7-9 x 1,5-2,5 cm

Appelvink
(Coccothraustes coccothraustes) -Wetenschappelijke naam: - Coccothraustes coccothraustes (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Appelvink -Vogelgroep:- Vinken -Veldkenmerken.- 18 cm. Een forse vogel met zeer zware snavel, grote kop en korte staart. Kop geelachtig bruin, zwarte keel en te

appendix
-aanhangsel-anale aanhangsels, meestal in deze vorm gebruikt bij Anisoptera, alwaar zij tesamen de anaalpyramide vormen Alternatieven: appendices

apteer
ongevleugeld.

Apterona helcoidella
Spanwijdte vleugels vrouwtje 4-5 mm, mei-september -Kenmerken- Mannetjes komen in Midden-Europa niet voor. De vrouwtjes zijn madevormig zonder duidelijk kop en verblijven steeds verborgen in hun zakje. -Voorkomen- Vooral in warme gebieden op rotsige en stenige locaties. In 1997 nieuw voor Nederland, een aantal gevonden te Susteren. In België 1...

Apterygida media
Lengte 6-10 mm, januari-december -Kenmerken- Voorvleugels heel kort als bij Forficula achtervleugels ontbreken. Tangen van het mannetje gebogen met in het midden aan de binnenkant een tand, die van het vrouwtje (064 3 g) lopen recht en zijn ongetand. -Voorkomen- In bossen en langs bosranden in het bladstrooisel, aldaar niet zo zeldzaam.

apterygoot
ieder primitief vleugelloos insect. Alternatieven: apterigote

aquatisch
in het water levend. Alternatieven: aquatische

aquatisch
In of bij water levend.

Arabis hirsuta
BB. 2333 Volledige wetenschappelijke naam: Arabis hirsuta (L.) Scop. De volgende ondersoorten worden gevonden: Arabis hirsuta hirsuta Arabis hirsuta sagittata arabish2.jpg arabish4.jpg Diagnostische kenmerken t.o.v. Arabis glabra: Plant tot de bloeiwijze behaard, stengel en bladen donkergroen, zonder waslaagje. Rozetbladen ondiep en verwijderd geza...

Aradius cinnamomeus
Lengte 3,5-4 mm, januari-december -Kenmerken- Een schorswants van de familie Aradidae. Sterk afgeplat vleugels van het mannetje lang en smal (106 5 g), bij het vrouwtje verkort. -Voorkomen- Vooral op jonge dennen onder schorsschubben. Algemeen. -Levenswijze- Voedt zich met sap van dennenbomen en heeft zeer lange stiletten om te zuigen. Ontwikkeling...

Arctia flavia
Spanwijdte vleugels 40-55 mm, juli-september -Kenmerken- Voelsprieten mannetje kort gekamd, die van het vrouwtje gezaagd, naar de top toe geleidelijk dunner, zwartbruin. Kop en borststuk fluweelachtig zwart. Halskraag geelrood gezoomd. Achterlijf vermiljoen met zwarte rugstreep en zijstrepen of korte dwarsbanden. Voorvleugels zwart met crème...

Arctica
Het gebied ten noorden van de poolcirkel (67°30’ noorderbreedte). Het Noordpoolgebied vertegenwoordigd geen duidelijke zoögeografisch gebied, in tegenstelling tot het Zuidpoolgebied. Het kan beschouwd worden als het meest noordelijke gedeelte van de Palearctis en Nearctis (samen Holarctische). Alternatieven: Arctis Noordpoolgebied

Arctische parelmoervlinder
(Boloria chariclea) (Schneider, 1794) Arctische parelmoervlinder -Beschrijving: - De arctische parelmoervlinder komt voor in een extreem milieu: de winderige, droge, rotsachtige toendra in het uiterste noorden van Europa, met een begroeiing van grazige vegetatie en dwergstruikjes. De waardplant is niet bekend, mogelijk worden Cassiope tetragona of viooltjes-soorten ge...

Arcyria denudata
-Beschrijving- < 1cm: loep Sporangia rechtop, dicht naast elkaar in groepen, gesteeld, eivormig tot kort cylindrisch, Ø 0,5 mm, 1-3 mm hoog, scharlaken, wijn- of karmijnrood tot roodbruin. Steel roodbruin. Plasmodium wit. -Voorkomen- Op dood (bemost) hout

Arendbuizerd
(Buteo rufinus) -Wetenschappelijke naam: - Buteo rufinus (Cretzschmar, 1829) -Nederlandse naam: - Arendbuizerd -Vogelgroep:- Buizerden -Veldkenmerken.- 50-65 cm, 126-155 cm. Moeilijk te onderscheiden van Buizerd, maar wat groter en zwaarder. Verenkleed even gevariëerd al

arenden
Naam van de soortgroep van de subfamilie Accipitrinae (haviken, buizerds en arenden), Milvinae (wouwen en visarenden) en Circaetinae (slangenarenden) van de familie Accipitridae of ’havikachtigen’ (Falconiformes, onderorde Falcones). De Visarend Pandion haliaetus is de enige vertegenwoordiger van de familie Pandionidae. Zie ’havik...

Arge ustulata
Lengte 7-10 mm, juli-augustus. -Kenmerken- Voornamelijk zwarte kortsprietbladwesp met geel getinte vleugels en geel pterostigma. Voelsprieten maar 3-ledig. -Voorkomen- Algemeen op vochtige plaatsen met struikgewas. Langzame vlieger. -Levenswijze- De larven leven op berken, wilgen en meidoorn.

Argentijnse amarant
(Amaranthus standleyanus) -Argentijnse amarant- BB. 5015 Volledige wetenschappelijke naam: Amaranthus standleyanus Covas Diagnostische kenmerken t.o.v. Amaranthus blitoides: Vrucht niet regelmatig overdwars openspringend, in het onderste deel rimpelig, alleen bovenaan glad, zonder

Argogorytes mystaceus
Lengte 8-14 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Weinig opvallende, vrij slanke, zwarte graafwesp met gele banden op het achterlijf, vrouwtje met vierde segment zonder gele band. Schenen deels geel. Mannetje met voelsprieten die even lang zijn als het lichaam. -Voorkomen- Op zandige, droge tot iets vochtige schraalgraslanden. In Nederland en België a...

Argusvlinder
(Lasiommata megera) argusvlinder Spanwijdte vleugels 35-45 mm, april-oktober -Kenmerken- Bovenzijde oranjebruin getekend met een enkel, opvallend zwart omrand, wit argusoog. Mannetje (392 2 g) met een brede zwarte streep geurschubben op de voorvleugel. -Voorkomen- Algemeen, maar zelden talrijk, in velerlei biotopen: (half)natuurlijke graslanden, heiden, grensvegetatie...

Argusvlinder
(Lasiommata megera) (Linnaeus, 1767) Argusvlinder -Beschrijving: - De argusvlinder komt voor in veel verschillende soorten graslanden, zowel natuurlijke graslanden als ook niet al te intensief gebruikte landbouwgronden. De vlinders zijn meestal zeer actief en vallen daardoor op. De mannetjes hebben brede geurstrepen op de voorvleugels. Het vrouwtje plakt de eitjes aan...

Arhopalus rusticus
Lengte 10-30 mm, juni-september. -Kenmerken- Zeer variabel van kleur: lichtbruin tot bijna zwart. Zachte dekschilden met 2 tot 3 zwakke lengteribben. -Voorkomen- In naaldbossen. Algemeen in Oost-Europa. Vrij algemeen in Nederland en België. -Levenswijze- Larve ontwikkelt zich in dennenstobben of onder de schors en de wortels van afgestorven de...

arista
een borstelvormige zijtak van de antenne bij bepaalde vliegen.

aristaat
met een arista.

Armbloemig look
(Allium paradoxum) -Armbloemig look - RH. 1546 Volledige wetenschappelijke naam: Allium paradoxum (Bieb.) G.Don Diagnostische kenmerken t.o.v. Allium triquetrum: Plant met slechts 1 blad. Bloeiwijze meestal 1-bloemig, meestal met bolletjes. Bloemdekbladen 10-14 mm lang, wit

Armbloemige waterbies
(Eleocharis quinqueflora) -Armbloemige waterbies - RH. 0438 -Rode Lijst 2- Volledige wetenschappelijke naam: Eleocharis quinqueflora (Hartman) Schwarz Diagnostische kenmerken: Aren 3-7-bloemig, 5-7 mm lang. Stijl aan de voet niet ingesnoerd. Stempels 3. Nootje in doorsnede stomp d

arolium
een kussentje tussen de klauwtjes van een insectenpoot. Gewoonlijk zeer klein, maar bij sprinkhanen en enkele andere insecten goed ontwikkeld.

Aronskelk
(Genus Arum) -Aronskelk- Volledige wetenschappelijke naam: Arum L. Opm. Bessen oranjerood.

Aronskelkfamilie
(Familie Araceae) -Aronskelkfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Araceae Meestal kruiden met een lange of knolvormige wortelstok. Bladen verspreid, enkelvoudig of soms samengesteld. Bloemen zeer klein, een- of tweeslachtig, in een kolf, deze aan de voet meestal ten d

arrhenotokie
meestal obligate vorm van parthenogenese waarbij onbevruchte eieren zich tot haploïde zonen ontwikkelen en bevruchte eieren diploïde dochters opleveren. Dit genetisch systeem is kenmerkend voor de orde Hymenoptera, het komt ook zeldzaam voor in een paar andere groepen insecten (zie haplodiploïdie). Alternatieven: arrhenotoke soort ar...

Artemisia campestris
BB. 2392 Volledige wetenschappelijke naam: Artemisia campestris L. De volgende ondersoorten worden gevonden: Artemisia campestris campestris Artemisia campestris maritima artem_a2.jpg Diagnostische kenmerken: Bladslippen op doorsnede rondachtig, hoogstens ca. 1-2 mm breed. Randstandige bloemen vrouwelijk, de overige functioneel mannelijk. Stengel e...

Arthropoda
Superfylum Arthropoda: geleedpotigen bestaande uit drie fyla: Mandibulata, Chelicerata en Crustacea.

Arthropoda
Dieren uit het zeer grote fylum der Arthropoda (met meer dan de helft van alle diersoorten), met onder andere insecten, spinnen, teken, mijten en schaaldieren. Alternatieven: geleedpotige geleedpotigen

Ascomyceten
of Zakjeszwammen, die fungi die, wanneer ze zich geslachtelijk voortplanten, hun (asco)sporen (12.jpg) , (13.jpg) , (17B.jpg) meestal met acht tegelijk in zakjes of asci (15.jpg) vormen en ze door een opening aan de top (14.jpg) van de ascus wegschieten.

Ascomyceten
(Subfylum Ascomycotina) -Nederlandse naam:- Ascomyceten of Zakjeszwammen -Opgenomen taxa:- Orde Lecanorales, Korstmossen of Lichenen Orde Teloschistales, Korstmossen of Lichenen Orde Plectascales Orde Erysiphales Orde Taphrinales Orde Gymnoascales Orde Pezizales Orde Tuberales O

Ascus
knots-, worm- of ballonvormige cellen (15.jpg) , (14.jpg) in het zich meestal aan de boven-, casu quo binnenzijde bevindende kiemvlies van Ascomyceten, waarin de (asco)sporen zich ontwikkelen en rijpen, totdat ze door een opening aan de top worden weggeschoten (14.jpg) . Alternatieven: asci

Asgrauwe kaaszwam
(Oligoporus tephroleucus) -Nederlandse naam:- Asgrauwe kaaszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, knol- tot consolevormig. Hoed 4-10 x 2-5 cm, 2-4 cm dik. Bovenzijde fijnviltig tot glad, wittig tot grijsgeel of grijsbruin, met een scherpe rand. Buisjes 6-10 mm lang, wittig. P

Asgrauwe keverslak
(Lepidochitona cinerea) Lepidochitona cinerea (Linnaeus, 1767) -Nederlandse naam:- Asgrauwe keverslak -Beschrijving:- Deze slak heeft een tamelijk exclusieve manier gevonden om zijn rug te beschermen: een rijtje van 8 gebogen rugplaten. Daaromheen is de rand van de mantel zichtbaar (de gordel). Het dier is ovaal van vorm, grijsbruin, groenig, roodachtig of geel. Eigenlijk...

Asgrauwe koraalzwam
(Clavulina cinerea) -Nederlandse naam:- Asgrauwe koraalzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam vanuit een korte stam meervoudig vertakt, koraalvormig, 3-10 cm hoog. Vertakkingen 4-8 mm breed, rond tot afgevlakt, gevorkt vertakkend, met een ronde tot getande top van 1-2 mm breed, o

Asilus crabroniformis
Lengte 20-25 mm, juli-oktober -Kenmerken- Deze roofvlieg vertoont op het eerste gezicht gelijkenis met een hoornaar of een andere grote plooivleugelwesp (familie Vespidae). Kop met korte, krachtige, naar voren uitstekende, zwarte steeksnuit (228 6b g). Kop en borststuk met gele bestuiving. Eerste twee antennenleden licht gekleurd. Op de rug van het...

Asparagus officinalis
BB. 1904 Volledige wetenschappelijke naam: Asparagus officinalis L. De volgende ondersoorten worden gevonden: Asparagus officinalis officinalis Asparagus officinalis prostratus aspar_f2.jpg Diagnostische kenmerken: Naaldvormige takjes niet in één vlak gerangschikt, tot ca. 2,5 cm lang, dun. Bloemen functioneel eenslachtig, klein, tens...

Asperge
(Genus Asparagus) -Asperge- Volledige wetenschappelijke naam: Asparagus L. Opm. De naaldvormige 'blaadjes' zijn eigenlijk homoloog met takjes; de eigenlijke bladen zijn schubvormig, niet-groen, en dragen aan de rugzijde een korte, stevige stekel.

associatie
Soms gebruikt als algemene term voor een grote verzameling van organismen in een bepaald gebied met één of twee dominerende soorten. In vogelcontext gebruikt voor een karakteristieke groep van twee of meer soorten (vogels maar ook andere organismen) die vaak samen voorkomen. Een bekend voorbeeld is de associatie van de Afrikaanse osse...

Aster
(Genus Aster) -Aster- Volledige wetenschappelijke naam: Aster L. Opm. Bloemhoofdjesbodem vlak, met honingraatstructuur, zonder stroschubben. Pappus uit haren bestaand, deze wit, later rood verkleurend. Stijltakken aan de top driehoekig. Opm. -Aster- x -salignus- Willd.

Asterfijnstraal
(Genus Conyza) -Asterfijnstraal- Volledige wetenschappelijke naam: Conyza Less.

Asturische erebia
(Erebia palarica) Chapman, 1905 Asturische erebia -Beschrijving: - Deze grote erebia-soort is te vinden bij grazige vegetaties waar verspreid struiken groeien, zoals brem en boomheide. De soort komt op zure bodems voor. De rupsen voeden zich met verschillende Poa -soorten (beemdgras) en Festuca -soorten (zwenkgras). -Leefgebied: - Sub-alpien grasland Matig voedselri...

Atalanta
(Vanessa atalanta) atalanta Spanwijdte vleugels 50-60 mm, januari-december -Kenmerken- Bovenkant vleugels zwartbruin met over de voorvleugel een opvallende rode band als een sjerp van een admiraal (400 2b g). -Voorkomen- Algemeen in allerlei biotopen, vooral in open bossen, maar ook veel in bloemrijke tuinen waar te nemen. -Levenswijze- De meest gebezigde uit het Gri...

Atalanta
(Vanessa atalanta) (Linnaeus, 1758) Atalanta -Beschrijving: - De atalanta is een trekvlinder die in ons klimaat alleen in uitzonderlijk zachte winters kan overwinteren. Vanuit Zuid-Europa trekken de vlinders ieder jaar gedurende enkele generaties richting noorden. In goede trekjaren kan deze vlinder vrijwel overal worden gezien. Ook in bloemrijke tuinen en parken wor...

Athecaten
(Onderorde Athecata) Hydroïdpoliepen waarvan de poliepen niet door het periderm omgeven zijn. Voor de Athecata, ga naar: pagina 315.

Aubrietia
(Aubrieta deltoidea) -Aubrietia- BB. 5026 Volledige wetenschappelijke naam: Aubrieta deltoidea (L.) DC. Diagnostische kenmerken: Plant laag, zodevormend, met korte stengels. Bladen lancetvormig tot lijn-spatelvormig, gaafrandig of aan weerszijden met 1-3 tanden. Kroonbladen 1

Audouins Meeuw
(Larus audouinii) -Wetenschappelijke naam: - Larus audouinii Payraudeau, 1826 -Nederlandse naam: - Audouins Meeuw -Vogelgroep:- Meeuwen -Veldkenmerken.- 50 cm. Bijna zo groot als Zilvermeeuw, maar slanker en met smallere vleugels. Adult lijkt in alle jaargetijden op Zilver

Auerhoen
(Tetrao urogallus) -Wetenschappelijke naam: - Tetrao urogallus Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Auerhoen -Vogelgroep:- Hoenders -Veldkenmerken.- 60-87 cm. Een reusachtige hoender met brede vleugels en ronde staart. Mannetje donker leigrijs met warm bruine mantel en vleug

Aurelia's
(Familie Nymphalidae) aurelia's -Kenmerken- Kenmerkend voor de familie zijn de sterk gereduceerde voorpoten, ook wel poetspoten genoemd, die niet geschikt zijn om mee te lopen. Ze worden meestal stil tegen de borst gehouden en zo lijkt het of de vlinders maar 4 poten hebben i.p.v. 6. Zandoogjes (onderfamilie Satyrinae) hebben vaak een of meer oogvlekken op de voor- en a...

Australische kakkerlak
(Periplaneta australasiae) Australische kakkerlak Lengte 23-30 mm, januari-december -Kenmerken- Vleugels donker roodbruin. Halsschild met een scherp afgetekende, bijna geheel rond lopende, gele rand, die aan de achterkant het breedst is. Nimf bont gekleurd met gele tekening. -Voorkomen- Deze tropische exoot komt in het gematigde klimaat uitsluitend voor in verwarmde plantenk...

avicularia
Gespecialiseerde zoïden die verspreid aan de voor- en zijkant van de zoïden bij mosdiertjes kunnen voorkomen. Zij zijn bolrond en hebben een klepje; zij lijken op vogelkopjes (vandaar de naam). Alternatieven: avicularium

Avondkoekoeksbloem
(Silene latifolia subsp. alba) -Avondkoekoeksbloem - RH. 0805 Volledige wetenschappelijke naam: Silene latifolia Poiret subsp. alba (Mill.) Greuter & Burdet Zie soort: Silene latifolia Diagnostische kenmerken t.o.v. Silene dioica : Kroonbladen wit, soms roze (zie opmerking). Tanden van

Aziatische Steenpatrijs
(Alectoris chukar) -Wetenschappelijke naam: - Alectoris chukar (Gray, 1830) -Nederlandse naam: - Aziatische Steenpatrijs -Vogelgroep:- Hoenders -Veldkenmerken.- 33 cm. Lijkt op Europese Steenpatrijs maar verschilt door bruinere bovendelen, bredere flankstreping en spikkels

Azijnboom
(Rhus hirta) -Azijnboom- BB. 5272 Volledige wetenschappelijke naam: Rhus hirta (L.) Sudw. Diagnostische kenmerken t.o.v. Rhus radicans: Bladen oneven geveerd. Blaadjes talrijk (7-21), zittend, langwerpig-lancetvormig, toegespitst, gezaagd, van onderen behaard. Bladste

Azijnvlieg
(Drosophila funebris) azijnvlieg Lengte 3-4 mm, januari-december. -Kenmerken- Bruin "fruitvliegje´ met lichtrode ogen en een fraai geveerde arista (antenne-veertje). -Voorkomen- Zeer algemeen het hele jaar door, ook binnenshuis in keukens, restaurants en wijnkelders. -Levenswijze- De azijnvlieg vindt men vaak ook op gistend fruit en op composthopen waarin zic...

Azuurblauwtje
(Plebeius loewii) (Zeller, 1847) Azuurblauwtje -Beschrijving: - Het azuurblauwtje vliegt op droge, rotsachtige plekken begroeid met lage struiken en grazige vegetatie. Als waardplant worden in Griekenland waarschijnlijk Fabaceae (vlinderbloemigen) gebruikt, welke soorten is niet bekend. In Saoedi-Arabië komen de rupsen op Astragalus -soorten voor (hokjespeul). ...

Azuurmees
(Parus cyanus) -Wetenschappelijke naam: - Parus cyanus Pallas 1770 -Nederlandse naam: - Azuurmees -Vogelgroep:- Mezen -Veldkenmerken.- 13 cm. Groter dan Pimpelmees en zonder geel. Is geheel blauw, grijs en wit. Kop wit, zwarte oogstreep loopt door tot in nek en rondom o

Azuurwaterjuffer
(Coenagrion puella) azuurwaterjuffer Spanwijdte vleugels 40-50 mm, mei-september -Kenmerken- Mannetje helderblauw met U-vormige tekening op het tweede segment. Vrouwtje groenig met donkere rugzijde (048 1a g). Nimf meestal bleek gelig, zonder duidelijke tekening (048 1b g). -Voorkomen- Overwegend bij kleinere, stilstaande plasjes en sloten. Algemeen op zandgronden zel...

Azuurwaterjuffer
(Coenagrion puella) Coenagrion puella (Linnaeus, 1758) Azuurwaterjuffer -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Cpuellal.tif)] [(fig. Cpuellat.tif), jonge larve] (naar Gardner, 1977; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Lucas, 1930; Ris, 1909) Lange slanke groene larven. Lengte 22-25,75 mm (exuviae 12-13 mm), waarvan 5-6 mm voor de caudale lamellen. -Kop:- Trapez...

baard
Een anders gekleurde, contrasterende, meestal donkere streep onder het oog, zoals bij Baardgrasmus of Grote Bonte Specht. Alternatieven: baardstreep

Baardgentiaan
(Genus Gentianella) -Baardgentiaan- Volledige wetenschappelijke naam: Gentianella Moench

Baardgras
(Polypogon monspeliensis) -Baardgras- BB. 1725 Volledige wetenschappelijke naam: Polypogon monspeliensis (L.) Desf. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand of geknikt opstijgend. Bladschede glad of bovenaan iets ruw. Bloeiwijze cilindrisch, 1,5-16 cm lang, dicht en soms iet

Baardgrasmus
(Sylvia cantillans) -Wetenschappelijke naam: - Sylvia cantillans (Pallas, 1764) -Nederlandse naam: - Baardgrasmus -Vogelgroep:- Grasmussen -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Mannetje heeft blauwgrijze bovendelen, lange grijze staart met witte buitenste staartpennen en grijze vleugels

Baardige melkzwam
(Lactarius torminosus) -Nederlandse naam:- Baardige melkzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak trechtervormig, Ø 4-12 cm, bleek zalmkleurig geel tot bleek roze-oranje, met donkere vlekken en een ingerolde, harig-vezelige rand. Lamellen iets aflopend, bleek vlees- tot zalmkle

Baardman
(Panurus biarmicus) -Wetenschappelijke naam: - Panurus biarmicus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Baardman -Vogelgroep:- Mezen -Veldkenmerken.- 14 cm. Een opvallend gekleurde meesachtige vogel met lange staart en rond lichaam. Beide sexen warmbruin en roestkleurig aan b

Baardzwenkgras
(Genus Festulpia(x)) -Baardzwenkgras- Volledige wetenschappelijke naam: Festulpia(x) Stace & Cotton

Badhamia utricularis
-Beschrijving- < 1cm: loep Sporangia in grote groepen, vaak met meerdere sporangia op onderling vergroeide stelen als "druiventrosjes" aan of onder het substraat hangend, peer- of kegelvormig, Ø 0,5-0,8 mm, inclusief steel 5 tot 18 mm lang, blauwgrijs met

Baetis soort
Spanwijdte vleugels 10-20 mm, mei-november -Kenmerken- Imago's en subimago's slechts met 2 staartdraden (034 2a g). Achtervleugel zeer klein (circa 1-7 keer zo lang als de voorvleugel) met maar weinig aders (familie Baetidae). De ogen van de mannetjes hebben de vorm van een tulband: het bovenste deel naar boven toe verbreed, aan de zijkanten glad e...

Balkan bruin blauwtje
(Aricia anteros) (Freyer, 1838) Balkan bruin blauwtje -Beschrijving: - Het Balkan bruin blauwtje is een soort van bloemrijke graslanden en van rotsachtige hellingen begroeid met grazige vegetatie. De vlinders komen vaak op plekken met een kalkrijke bodem voor. Ze worden soms ook bij struweel en op open plekken in bossen waargenomen. Als waardplant worden verschille...

Balkan geaderd witje
(Pieris balcana) Lorkovic, 1970 Balkan geaderd witje -Beschrijving: - Het Balkan geaderd witje lijkt zeer sterk op het klein geaderd witje (P. napi) en ook de biotoopkeuze komt grotendeels overeen. De vlinders vliegen vaak bij kruidenrijke vegetaties langs bosranden en heggen en op open plekken in bossen. De vrouwtjes leggen de eieren op verschillende kruisbloemige...

Balkanboswachter
(Hipparchia syriaca) (Staudinger, 1871) Balkanboswachter -Beschrijving: - De balkanboswachter lijkt zeer sterk op de grote boswachter (H. fagi) en op sommige plekken komen beide soorten voor. De balkanboswachter is een soort van droge, open bossen en van struweel. Zowel in naaldbossen, gemengde bossen als loofbossen zijn de vlinders aan te treffen. Op het heetst van de...

Balkanbremvlinder
(Colias caucasica) Staudinger, 1871 Balkanbremvlinder -Beschrijving: - De Balkanbremvlinder komt boven de 1700m voor op open, rotsachtige hellingen met een lage vegetatie; op geringe hoogte vliegen de vlinders ook op open plekken in bossen. De rupsen voeden zich met de bladeren van Chamaecytisus hirsutus en C. eriocarpus (bremachtige planten). In de leefgebieden kome...

Balkanheivlinder
(Hipparchia volgensis) (Mazochin-Porshnjakov, 1952) Balkanheivlinder -Beschrijving: - De Balkanheivlinder is een soort van warme en droge plekken. De vlinders zijn vooral te vinden op rotsachtige hellingen, in droge graslanden en in open bossen. De soort vliegt in één generatie per jaar. -Leefgebied: - Droge zure graslanden Gemengd bos Steile rotsen - binne...

Balkanhooibeestje
(Coenonympha rhodopensis) Elwes, 1900 Balkanhooibeestje -Beschrijving: - Het Balkanhooibeestje is meestal boven de boomgrens in graslanden te vinden, maar kan soms ook op op open plekken in vochtige bossen worden aangetroffen. De rupsen voeden zich met grasachtige planten, zoals Festuca -soorten (zwenkgras), Sesleria varia , Eriophorum -soorten (wollegras), Rhynchospora alb...

Balkanparelmoervlinder
(Boloria graeca) (Staudinger, 1870) Balkanparelmoervlinder -Beschrijving: - De Balkanparelmoervlinder komt in de bergen voor in kruidenrijke graslanden, in graslanden met verspreide struikjes en op open plekken in bossen. De vlinders vliegen meestal dicht bij de grond. Als waardplant worden verschillende viooltjes-soorten gebruikt. Het vrouwtje legt de eieren op de...

Balkansperwer
(Accipiter brevipes) -Wetenschappelijke naam: - Accipiter brevipes (Severtzov, 1850) -Nederlandse naam: - Balkansperwer -Vogelgroep:- Havik-achtigen -Veldkenmerken.- 32-38 cm, spanwijdte 64-80 cm. Beide sexen hebben roodbruine ogen en langere puntige vleugels dan Sperwer. Sta

Balkanvliegenvanger
(Ficedula semitorquata) -Wetenschappelijke naam: - Ficedula semitorquata (Homeyer, 1885) -Nederlandse naam: - Balkanvliegenvanger -Vogelgroep:- Vliegenvangers -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Lijkt op Bonte Vliegenvanger. Mannetje van Bonte te onderscheiden door vage witte halsband, gr

Balkanvuurvlinder
(Lycaena candens) (Herrich-Schäffer, 1844) Balkanvuurvlinder -Beschrijving: - De Balkanvuurvlinder vliegt in vochtige graslanden, (sub)alpiene graslanden en op open, kruidenrijke plekken in bossen. Als waardplant worden verschillende zuring-soorten gebruikt, o.a. Rumex acetosa (veldzuring). De soort heeft één generatie per jaar. De Balkanvuurvlind...

Balkanzijde-erebia
(Erebia rhodopensis) Nicholl, 1900 Balkanzijde-erebia -Beschrijving: - De Balkanzijde-erebia is vooral in (sub)alpiene, open graslanden te vinden, waar de vlinders laag boven de vegetatie vliegen. Soms worden ze ook in de buurt van bossen gezien. De soort heeft één generatie per jaar. -Leefgebied: - Sub-alpien grasland Matig voedselrijk grasland Naaldbos ...

Ballota nigra
Van deze soort wordt de volgende ondersoort gevonden: Ballota nigra foetida

Ballote
(Genus Ballota) -Ballote- Volledige wetenschappelijke naam: Ballota L.

Balsemienfamilie
(Familie Balsaminaceae) -Balsemienfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Balsaminaceae Kruiden. Bladen verspreid, tegenoverstaand of in kransen, enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemen tweezijdig symmetrisch, tweeslachtig. Kelkbladen meestal 3, zeer ongelijk, de onderste

Baltische toendravlinder
(Oeneis jutta) (Hübner, 1806) Baltische toendravlinder -Beschrijving: - De Baltische toendravlinder komt in het laagland en in de bergen voor in veen- en moerasgebieden. De vlinders zijn het talrijkst in moerassen met een vegetatie van grassen en zeggen, met in het midden vaak open water en met naaldbos rondom het moeras. De moerasvegetatie is arm aan nectar...

balts
Soortspecifiek gedrag dat bij onderlinge communicatie een signaalfunctie heeft. Zowel zichtbare als vocale (en gemengde) balts komt voor, maar doorgaans wordt ’balts’ gebruikt voor de zichtbare vormen van dit gedrag, terwijl de vocale balts ’zang’ genoemd worden (zie aldaar). Het zichtbare gedrag bestaat uit een reeks houdin...

band
Een streeppatroon dat dwars op de veren georiënteerd staat. Alternatieven: banden gebandeerd bandering