Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
Bosgeelster
(Gagea lutea) -Bosgeelster- RH. 0534 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Gagea lutea (L.) Ker Gawl. Diagnostische kenmerken t.o.v. Gagea pratensis: Slechts 1 bol. Grondstandig blad 5-10(-12) mm breed. Schutbladen van de bloeiwijze 2, lancetvormig, zelden m
Bosgerst
(Hordelymus europaeus) -Bosgerst- BB. 5164 Volledige wetenschappelijke naam: Hordelymus europaeus (L.) Jessen Diagnostische kenmerken: Plant in losse pollen groeiend. Onderste bladscheden met lange afstaande of iets teruggeslagen haren, bovenste ongeveer kaal. Onderste knopen b
Bosgierstgras
(Milium effusum) -Bosgierstgras- RH. 0826 Volledige wetenschappelijke naam: Milium effusum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Milium vernale: Bloeiwijze 10-30 cm lang, de takken recht afstaand en later meer of minder teruggeslagen, de as glad. Bladen (tenminste de onderste
Bosgors
(Emberiza rustica) -Wetenschappelijke naam: - Emberiza rustica Pallas, 1776 -Nederlandse naam: - Bosgors -Vogelgroep:- Gorzen -Veldkenmerken.- 15 cm. Mannetje met zwarte kruin en wangen, brede witte wenkbrauwstreep, witte keel en onderdelen en kastanjebruine nek, borstband
Boshavikskruid
(Hieracium sabaudum) -Boshavikskruid - RH. 0624 Volledige wetenschappelijke naam: Hieracium sabaudum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Hieracium laevigatum: Bladen omstreeks het midden van de stengel vaak zeer dicht opeenstaand, nabij de voet het breedst; altijd getand. Omwin
Boshommel
(Bombus sylvarum) boshommel Lengte 10-18 mm, januari-december. -Kenmerken- Grondkleur bruin- tot grijsgeel. Borststuk in het midden met zwarte band. Op tergiet 1 en 2 zwarte haarrijen, tergiet 3 grotendeels zwart en de tergieten 4-6 met roestrode beharing. Tong vrij lang. -Voorkomen- Vooral in graslanden en ruderale terreinen en langs bosranden, niet in het bos! Vro...
Boskakkerlak
(Ectobius sylvestris) boskakkerlak Lengte 9-11 mm, mei-november -Kenmerken- Bij het mannetje reiken de donkerbruine vleugels tot over het achterlijf. Het vrouwtje heeft lancetvormige, korte voorvleugels die het achterlijf voor 1-3 onbedekt laten. De donkere vlek op het halsschild is in beide seksen scherp begrensd. -Voorkomen- Inheems in Noordwest- en Midden-Europa. Op ...
Bosklit
(Arctium nemorosum) -Bosklit - BB. 0085 Volledige wetenschappelijke naam: Arctium nemorosum Lej. Diagnostische kenmerken t.o.v. Arctium minus: Basale deel van de middelste omwindselbladen (1,6-) 1,7-2,5 mm breed. Hoofdjes van het eindstandige deel van de bloeiwijze 2,5-4 cm
Boskortsteel
(Brachypodium sylvaticum) -Boskortsteel- RH. 0151 Volledige wetenschappelijke naam: Brachypodium sylvaticum (Huds.) P.Beauv. Diagnostische kenmerken t.o.v. Brachypodium pinnatum: Plant in pollen groeiend, met zeer korte wortelstokken. Blad met zeer zwakke ribben, vaak overhangend,
Boskrekel
(Nemobius sylvestris) boskrekel Lengte 7-10 mm, juni-november -Kenmerken- Donkerbruine, kleine krekel met sterk verkorte vleugels. -Voorkomen- Vooral in de bladstrooisellaag langs bosranden en in open, relatief droge plekken in het bos. Algemeen in Europa. In Nederland lokaal algemeen op de hogere zandgronden en in kalkarme duinen bij Schoorl. Ook in België op vele...
Boskruiskruid
(Senecio sylvaticus) -Boskruiskruid- RH. 1190 Volledige wetenschappelijke naam: Senecio sylvaticus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Senecio viscosus: Plant niet kleverig, in de bloeiwijze met verspreide zeer korte klierharen (tot 0,1 mm lang) en daartussen met meestal vrij t
Boslathyrus
(Lathyrus sylvestris) -Boslathyrus- RH. 0716 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Lathyrus sylvestris L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lathyrus latifolius: Blaadjes lancet- tot lijnlancetvormig, 0,5-2 cm breed. Vleugels der bladsteel 0,5-1,5(-1,8) mm breed. Steunb
Bosliefjesfamilie
(Familie Hydrophyllaceae) -Bosliefjesfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Hydrophyllaceae Kruiden. Bladen verspreid of tegenoverstaand, enkelvoudig tot geveerd of handvormig gelobd, zonder steunblaadjes. Bloemen regelmatig, meestal tweeslachtig. Kelk 5-10-slippig. Bloemkroon
Bosmestkever
(Geotrupes stercorosus) bosmestkever Lengte 12-19 mm, april-juni. -Kenmerken- Bovenzijde zwart met blauwe weerschijn. Halsschild glad. Dekschilden met fijne lengtestrepen. -Voorkomen- Overwegend in open, zandig en bosachtig biotoop; vooral in koeienmest algemeen. -Levenswijze- Onder de mest graven zij een 30 cm lange gang die met mest wordt gevuld, alwaar de larve zich in...
Bosmuur
(Stellaria nemorum) -Bosmuur - RH. 1253 -Rode Lijst 2- Volledige wetenschappelijke naam: Stellaria nemorum L. Diagnostische kenmerken: Stengel rondom behaard tot bijna kaal, bovenaan met enkele klierharen. Kroonbladen dubbel zo lang als de kelkbladen. Stengelbladen met zwak
Bosnetje
(Ceriporia reticulata) -Nederlandse naam:- Bosnetje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam éénjarig, wasachtig korstvormig, Ø tot enkele cm, tot 1 mm dik, met een wittige, draderig uitlopende rand. Poriën rond tot veelhoekig, netvormig, wittig of crème tot bleekgrijs. Sporeek
Bospaardenstaart
(Equisetum sylvaticum) -Bospaardenstaart - RH. 0469 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Equisetum sylvaticum L. Diagnostische kenmerken: Stengelscheden en tanden naar boven toe helder roodbruin; tanden in groepjes van 2-6 kapvormig samenhangend. Stengels 3-5 mm dik
Bosparasolzwam
(Lepiota clypeolaria) -Nederlandse naam:- Bosparasolzwam -Beschrijving- Hoed klokvormig, dan kegelvormig uitgespreid met een bultje, Ø 4-8 cm, het centrum glad, okerbruin, met concentrisch geplaatste, opstaande, bleek okerbruine schubjes op een crème ondergrond, met een vlokki
Bosparelmoervlinder
(Melitaea athalia) bosparelmoervlinder Spanwijdte vleugels 25-38 mm, mei-augustus -Kenmerken- Variabel getekend. Bovenzijde vleugels geelrood met dicht, zwart traliepatroon. Onderzijde achtervleugels gelijk aan die van de tweekleurige parelmoervlinder, maar de geelrode en zwarte patroonelementen zijn minder contrastrijk. -Voorkomen- Vooral in open, niet te droge en t...
Bosparelmoervlinder
(Melitaea athalia) (Rottemburg, 1775) Bosparelmoervlinder -Beschrijving: - De bosparelmoervlinder is een soort die in diverse biotooptypen gevonden kan worden. Hij komt voor op droge tot vochtige, grazige en bloemrijke plaatsen, die vaak bij struiken of bossen gelegen zijn. Ook op beschut gelegen open plekken en bermen in bossen wordt de soort aangetroffen. Als waard...
Bosrandparelmoervlinder
(Argynnis adippe) bosrandparelmoervlinder Spanwijdte vleugels 50-55 mm, juni-augustus -Kenmerken- Mannetje met 2 zwarte dwarsstrepen van geurschubben op voorvleugel. Onderzijde meestal met grote, heldere parelmoervlekken. Soort lijkt sterk op de duinparelmoervlinder (F. niobe). -Voorkomen- Open plekken in bossen en (kalk)graslanden. In Nederland dwaalgast, in Zuidoo...
Bosrank
(Clematis vitalba) -Bosrank - RH. 0339 Volledige wetenschappelijke naam: Clematis vitalba L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Clematis viticella: Bloemdekbladen van binnen witachtig, aan weerszijden viltig., ca. 1 cm lang. Bloemen in eindelingse en okselstandige pluimen. Blad
Bosrankvlinder
(Thyris fenestrella) bosrankvlinder Spanwijdte vleugels 12-16 mm, mei-augustus -Kenmerken- Lijkt in het eerste gezicht op een wespvlinder uit de familie Sesiidae. Voelsprieten bijna draadvormig. Vleugels roestbruin met een fijn patroon van zwarte en gele vlekjes. Op de voor- en achtervleugels loopt een band met grotere, doorzichtige vlekken, die in noordelijke populati...
Bosrietzanger
(Acrocephalus palustris) -Wetenschappelijke naam: - Acrocephalus palustris (Bechstein, 1798) -Nederlandse naam: - Bosrietzanger -Vogelgroep:- Karekieten en rietzangers -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Lijkt zeer veel op Struikkarekiet en Kleine Karekiet, vooral in het najaar. Minder ros
Bosroos
(Rosa arvensis) -Bosroos - RH. 1080 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Rosa arvensis Huds. Diagnostische kenmerken: Stijlen tot een slank zuiltje vergroeid, duidelijk boven de inplantingsplaats van de meeldraden uitstekend. Takken soepel, vaak liggend of wi
Bosruiter
(Tringa glareola) -Wetenschappelijke naam: - Tringa glareola Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Bosruiter -Vogelgroep:- Steltlopers -Veldkenmerken.- 20 cm. Lijkt op Witgatje, maar is kleiner en slanker, sierlijker en bruin in plaats van zwart. Bovendelen donkerbruin met g
Bostulp
(Tulipa sylvestris) -Bostulp - RH. 1314 Volledige wetenschappelijke naam: Tulipa sylvestris L. Diagnostische kenmerken: Meeldraden aan de voet behaard. Bloemen voor het opengaan knikkend. Bloemdekbladen geel, toegespitst, de binnenste aan de voet gewimperd. Stempels klein. S
Bosuil
(Strix aluco) -Wetenschappelijke naam: - Strix aluco Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Bosuil -Vogelgroep:- Uilen -Veldkenmerken.- 38 cm. Middelgrote uil met grote ronde kop zonder oorpluimen. Roodachtig bruin met zwarte strepen op bovendelen, enkele witte vlekken op
Bosveldkers
(Cardamine flexuosa) -Bosveldkers- RH. 0202 Volledige wetenschappelijke naam: Cardamine flexuosa With. Diagnostische kenmerken t.o.v. Cardamine hirsuta: Slippen der bovenste stengelbladen grof gekarteld. Stengels meestal met 5-9 bladen, aan de voet meestal dicht behaard. Meel
Bosvergeet-mij-nietje
(Myosotis sylvatica) -Bosvergeet-mij-nietje - RH. 0846 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Myosotis sylvatica Hoffm. Diagnostische kenmerken t.o.v. Myosotis arvensis: Zoom van de bloemkroon vlak, 5-8 mm in doorsnede, lichtblauw (bij cultuurplanten soms roze blijv
Bosvogeltje
(Genus Cephalanthera) -Bosvogeltje- Volledige wetenschappelijke naam: Cephalanthera Rich.
Boswalstro
(Galium sylvaticum) -Boswalstro- RH. 0554 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Galium sylvaticum L. Diagnostische kenmerken: Stengel hol, rond. Bladen van onderen blauwgroen, 2-3,5 (-5) cm lang. Jonge stengels blauwgroen. Stengel op de knopen steeds verdikt. Bloe
Boswederik
(Lysimachia nemorum) -Boswederik- RH. 0781 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Lysimachia nemorum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lysimachia nummularia: Bladen eirond, spits, zonder klierpuntjes. Bloemstelen draadvormig, even lang als of meestal langer dan de b
Boswilg
(Salix caprea) -Boswilg- RH. 1118 Volledige wetenschappelijke naam: Salix caprea L. Diagnostische kenmerken: Hout onder bast glad. Bladen (3-) 5-8 (-15) cm lang, elliptisch tot eirond, op appelbladen gelijkend, tenslotte van boven iets glanzig, van onderen grijsviltig.
Boswitje
(Leptidea sinapis) boswitje Spanwijdte vleugels 30-40 mm, april-september -Kenmerken- Lange, smalle vleugels met ronde, zwarte vlek voor de vleugeltip. -Voorkomen- In open bossen en zomen van bossen. Dwaalgast in Zuidoost-Nederland, recentelijk vastgesteld als inheems in Zuid-Limburg; in Zuidoost-België tamelijk verspreid. -Levenswijze- Groene rups met gele zijs...
Boswitje
(Leptidea sinapis) Leptidea sinapis complex (Linnaeus, 1758) Boswitje -Beschrijving: - Tegenwoordig wordt het boswitje opgesplitst in twee soorten, Leptidea sinapis (het boswitje) en Leptidea reali (het verborgen boswitje), die in het veld niet te onderscheiden zijn. De verspreiding van deze soorten is onduidelijk, hun levenswijze is overeenkomstig. Het boswitje is e...
Boszandloopkever
(Cicindela sylvatica) boszandloopkever Lengte 14-19 mm, maart-september. -Kenmerken- Lijkt op Cicindela hybrida maar is donkerder met purpertint en witte vlekken op de dekschilden en heeft een zwarte bovenlip. -Voorkomen- Plaatselijk niet zeldzaam op de heide en open vlakten in dennenbossen.
Boszandoog
(Lopinga achine) boszandoog Spanwijdte vleugels 50-55 mm, mei-juli -Kenmerken- Bovenzijde voor- en achtervleugels met vele zwarte, geel omrande oogvlekken, vaak met witte kern. -Voorkomen- Vooral in open, niet te droge, weinig verstoorde bossen. In Noordwest-Europa overal zeer bedreigd of reeds verdwenen. In 1866 eenmaal bij Breda aangetroffen, in Zuid-België ...
Boszandoog
(Lopinga achine) (Scopoli, 1763) Boszandoog -Beschrijving: - De boszandoog is een bewoner van vochtige loofbossen of gemengde bossen met uitbundige struik- en kruidlaag. Ze komen daarin voor op open warme plekken. In de winter kunnen de vliegterreinen onder water staan. De vlinders bezoeken zelden bloemen. Ze voeden zich met honingdauw, het vocht op knoppen en uits...
Boszegge
(Carex sylvatica) -Boszegge- RH. 0264 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Carex sylvatica Huds. Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex distans: Urntjes met 2 duidelijke nerven, overigens vrijwel ongenerfd, donkergroen, tenslotte bruin, 4,5-5 mm lang; tanden der
Bot
(Platichthys flesus) Platichthys flesus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Bot -Beschrijving:- Merkwaardig genoeg valt de bot onder de familie van de schollen (ogen op de rechterzijde), terwijl bijvoorbeeld de tarbot onder de botten (ogen op de linkerzijde) valt. De bot kan ongeveer 60 cm lang worden, maar meestal zien we ze onder water niet groter dan ca. 30 cm. Het...
Boterbloem
(Genus Ranunculus) -Boterbloem- Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus L.
Boterbloempje
(Pseudopanthera macularia) boterbloempje Spanwijdte vleugels 23-28 mm, april-juli -Kenmerken- Opvallend getekend. Voorvleugels geel met bruine vlekken, die deels in banden samenvloeien. -Voorkomen- Niet zeldzaam in het oosten en zuiden van Nederland en België langs bosranden, open plekken in heidebos en graslanden. -Levenswijze- De vlinder vliegt overdag en kan vooral b...
Botervis
(Pholis gunnellus) Pholis gunnellus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Botervis -Beschrijving:- Dit palingachtige visje wordt ca. 25 cm (in Amerika tot 30 cm) lang. Hij heeft, in vergelijking met zijn lijf, een klein kopje, met vlezige, kronkelachtige lippen. Opvallend is de over de hele lengte lopende rugvin, met daarop aan de basis en soms doorlopend op het lijf,...
Botrylloides
(Botrylloides leachi) Botrylloides leachi (Savigny, 1816) -Nederlandse naam:- Botrylloides -Beschrijving:- Een kolonievormende zakpijp. De kolonies zien eruit als platte, vrij slijmerige overtreksels op een stevige ondergrond. De kleur is grijs, oranje of rood. De aparte individuen, ook hier weer zoïden genoemd, zitten in twee min of meer duidelijk herkenbare evenw...
Bowerbankia imbricata
Bowerbankia imbricata (Adams, 1798) -Beschrijving:- Zoïden in groepjes op eenvoudig vertakte stelen (stolonen genaamd). De stolonen liggen soms op de grond, maar kunnen ook rechtop staan. Zoïden 0,8 - 1,5 mm lang, enigszins peervormig, met 10 tentakels. Embryo's zijn geel van kleur. -Leefgebied:- In het intergetijdengebied (op grote bruin...
bP20
Pioniervegetatie op brakke natte bodem
bP40
Pioniervegetatie op brakke vochtige bodem
bP60st
Pioniervegetatie op brakke droge stuivende bodem
bR20
Ruigte op brakke natte bodem
bR40
Ruigte op brakke vochtige bodem
Braakrussula
(Russula emetica) -Nederlandse naam:- Braakrussula Russula emetica f. longipes -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 3-10 cm, scharlaken- tot kers- of bloedrood. Lamellen vrij, crème tot bleek strogeel. Steel 5-12 x 1-2 cm, wit. Vlees wit. Smaak zeer scherp. Geur fruitig
Braam
(Genus Rubus) -Braam- Volledige wetenschappelijke naam: Rubus L. Opm.1 In Nederland worden zo'n 150 soorten onderscheiden in de taxa Rubus fruticosus s.l. en Rubus corylifolius s.l., waarvan de overgrote meerderheid alleen met meer specialistische literatuur determinee
Braamparelmoervlinder
(Brenthis daphne) (Denis and Schiffermüller, 1775) Braamparelmoervlinder -Beschrijving: - De braamparelmoervlinder komt voor langs loofbosranden en struweelranden met braam. Bij ruigten met distels haalt hij nectar. De eitjes worden een voor een afgezet op de bladeren en kelkbladeren van bramen (Rubus ssp.). Beschermd tussen de verdorrende bladeren overwintert ...
Braamsluiper
(Sylvia curruca) -Wetenschappelijke naam: - Sylvia curruca (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Braamsluiper -Vogelgroep:- Grasmussen -Veldkenmerken.- 13,5 cm. Lijkt sterk op Grasmus in bouw en afmetingen. Kop grijs met donkerder oorstreek dan Grasmus, bovendelen bruingr
Braamvlinder
(Thyatira batis) braamvlinder Spanwijdte vleugels 32-38 mm, mei-augustus -Kenmerken- Vlinder lijkt sprekend op een uiltje met zwartbruine voorvleugels met porseleinachtig lichtroze, ronde vlekken. -Voorkomen- Tamelijk verspreid in bosachtige omgeving, parken en tuinen. -Levenswijze- Jonge rups is groen, later bruin met schuine, witte strepen en verscheidene bulten ...
brachypteer
kortvleugelig.
Brachyptera seticornis
Lengte 7-16 mm, maart-juli -Kenmerken- Vleugels met donkere dwarsbanden, in rust opgevouwen en enigszins ingerold. Staartdraden bestaan uit 2 korte segmenten en aan de uiteinden zijn nog de rudimentaire resten van een derde segment te zien. -Voorkomen- Aan de bron van schone, turbulent stromende bergbeken. In middelgebergten en in de uitlopers van ...
Bramensprinkhaan
(Pholidoptera griseoaptera) bramensprinkhaan Lengte 13-18 mm, juli-oktober -Kenmerken- Grijsbruin tot roodbruin gekleurde, kortvleugelige soort. Vleugels mannetje (076 3a g) ongeveer even lang als halsschild, die van het vrouwtje (076 3b g) steken nauwelijks onder halsschild uit. -Voorkomen- Langs bosranden en paden tussen het struikgewas. In Nederland lokaal algemeen, langs ...
Branden
(Orde Ustilaginales) -Nederlandse naam:- Branden Branden worden verspreid door bloembezoekende insecten. Zij maken de plant steriel en ontwikkelen zich voornamelijk op de bloeiwijzen, dat wil zeggen op de voortplantingsorganen en vruchtbeginsels van planten. Zij zijn hierbij
Brandgans
(Branta leucopsis) -Wetenschappelijke naam: - Branta leucopsis (Bechstein, 1803) -Nederlandse naam: - Brandgans -Vogelgroep:- Ganzen -Veldkenmerken.- 58-70 cm. Middelgrote gans met kenmerkend zwart, wit en grijs verenkleed; gezicht en voorhoofd roomwit, met onregelmatige zw
Brandnetel
(Genus Urtica) -Brandnetel- Volledige wetenschappelijke naam: Urtica L.
Brandnetelbladluis
(Uroleucon jaceae) brandnetelbladluis Lengte 4-5 mm, mei-september -Kenmerken- Grote donkerbruine, metallisch glanzende bladluis (familie Aphididae) met zeer lange, dunne buisjes op het achterlijf de zogenaamde siphonen, die ongeveer 1-4 van de lichaamslengte zijn. -Voorkomen- Op distels en verwanten, overal zeer algemeen. -Levenswijze- De dieren bezetten distelsteng...
Brandnetelfamilie
(Familie Urticaceae) -Brandnetelfamilie - Volledige wetenschappelijke naam: Urticaceae Kruiden of lage heesters, een- of tweehuizig of veeltelig. Bladen verspreid of tegenoverstaand, enkelvoudig, meestal met steunblaadjes. Bloemdek 4(of 5)-bladig, groen. Meeldraden 4 of 5, vo
Brandnetelklokje
(Calyptella capula) -Nederlandse naam:- Brandnetelklokje -Beschrijving- < 1cm: loep Hoed hangend of staand, klokvormig tot trechter- of bekervormig, 2-7 x 2-4 mm. Buitenzijde glad, wit tot crème of gelig, met een gekerfde of geschulpte rand. Binnen- of onderzijde (hymenium)
Brandnetelmot
(Eurrhypara hortulata) brandnetelmot Spanwijdte vleugels 24-28 mm, juni-augustus -Kenmerken- Lichaam en basis voorvleugels geel beschubd. Rest van de vleugels wit met zwarte punten, die zich samenvoegen tot vlekkige dwarsbanden. -Voorkomen- Overal in open landschap, struwelen en braakliggend land. -Levenswijze- De vlinder is in de schemering en 's nachts actief en is ove...
Brandnetelschijfje
(Calloria neglecta) -Nederlandse naam:- Brandnetelschijfje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam schijf- tot lensvormig, Ø 0,5-1 mm. Binnen- en buitenzijde ruw, oranje. Zachtvlezig. -Voorkomen- In groepen op dode brandnetelstengels. Voorjaar. Saprofiet. -Status- Algemeen.
Brandplekbundelzwam
(Pholiota highlandensis) -Nederlandse naam:- Brandplekbundelzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 2-5 cm, glad, kleverig-glanzend, okerbruin tot roodbruin, met wittige vlokjes en een lichtere rand. Lamellen bleek beige tot kaneelbruin. Steel 2-5 cm x 3-7 mm, fijn wollig-ve
Brandplekinktzwam
(Coprinus angulatus) -Nederlandse naam:- Brandplekinktzwam -Beschrijving- Hoed kegel- tot klokvormig, Ø 5-30 mm, 5-20 mm hoog, glad, gestreept-gevoord, grijsbeige tot oker- of licht kastanjebruin. Lamellen crème tot zwart. Steel 15-50 x 1-3 mm, hol, breekbaar, mat, wittig vez
Brandplekribbelzwam
(Faerberia carbonarium) -Nederlandse naam:- Brandplekribbelzwam -Beschrijving- Hoed trechtervormig, gesteeld, Ø 1-4 cm, radiair vezelig, mat, grauwbruin, met een verdiept centrum en vaak met concentrische zones en met een lang omgeslagen, gekerfde tot ingescheurde rand. Lamellen
Brandplekspikkelschijfje
(Ascobolus carbonarius) -Nederlandse naam:- Brandplekspikkelschijfje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot vlak schotelvormig, Ø 2-7 mm. Binnenzijde olijfgeelgroen tot donker olijfbruin met zwarte punten. Buitenzijde zemelig, olijf- tot donkerbruin. -Voorkomen- Op
Brandplekvaalhoed
(Hebeloma anthracophilum) -Nederlandse naam:- Brandplekvaalhoed -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 4-8 cm, slijmerig-kleverig, bleek beigebruin met een donkerbruin centrum en een wittige rand. Lamellen beige-grijs. Steel 4-5 cm x 5-7 mm, taai, wittig gezoneerd op een
Brave hendrik
(Chenopodium bonus-henricus) -Brave hendrik - RH. 0307 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Chenopodium bonus-henricus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Chenopodium foliosum: Bloeiwijzedeel van de stengel vrij kort en sterk vertakt, alleen onderaan met pijl- of spiesvormi
Brede eikvaren
(Polypodium interjectum) -Brede eikvaren - RH. 1415 Volledige wetenschappelijke naam: Polypodium interjectum Shivas Diagnostische kenmerken: Als Polypodium vulgare, maar bladen vroeg in de zomer verschijnend. Bladsegmenten met de zijnerven 2-3(-4) maal gevorkt. Annulus met 7-12 v
Brede ereprijs
(Veronica austriaca subsp. teucrium) -Brede ereprijs - RH. 1364 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Veronica austriaca L. subsp. teucrium (L.) D.A.Webb Zie soort: Veronica austriaca Diagnostische kenmerken t.o.v. Veronica prostrata : Stengels rechtopstaand of opstijgend. Bladen
Brede lathyrus
(Lathyrus latifolius) -Brede lathyrus- BB. 1864 Volledige wetenschappelijke naam: Lathyrus latifolius L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lathyrus sylvestris: Blaadjes elliptisch tot lancetvormig, 1-4 cm breed. Vleugels der bladsteel (1,5-)1,8-4,0 mm breed. Steunblaadjes driehoe
Brede orchis
(Dactylorhiza majalis subsp. majalis) -Brede orchis - RH. 0886 -Rode Lijst 3. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Dactylorhiza majalis subsp. majalis Zie soort: Dactylorhiza majalis Diagnostische kenmerken: Bladen 3-4 maal zo lang als breed (de onderste en bovenste niet meegerekend)
Brede raai
(Galeopsis ladanum) -Brede raai - RH. 1692 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Galeopsis ladanum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Galeopsis angustifolia: Bladen eirond tot langwerpig, met 3-8 paar flinke tanden. Kelk bezet met afstaande klierharen. Standplaats:
Brede raket
(Sisymbrium irio) -Brede raket - BB. 1209 Volledige wetenschappelijke naam: Sisymbrium irio L. Diagnostische kenmerken: Kelkbladen 2-2,5 mm lang. Kroonbladen 3-4 mm lang, bleekgeel. Jonge vruchten boven de bloemen uitstekend; rijpe vruchten 4-5 cm lang, ca. 4-6 maal zo lan
Brede ringsprietslak
(Facelina bostoniensis) Facelina bostoniensis (Couthouy, 1838) -Nederlandse naam:- Brede ringsprietslak -Beschrijving:- Een mooie slak, tot 5 à 6 cm lang, maar meestal kleiner. F. bostoniensis heeft een groot aantal lange rugpapillen, die in vier tot acht losse groepen aan weerszijden van het lichaam zitten. De achterste papillen liggen vaak over de voorste heen. H...
Brede stekelvaren
(Dryopteris dilatata) -Brede stekelvaren- RH. 0419 Volledige wetenschappelijke naam: Dryopteris dilatata (Hoffm.) A.Gray Diagnostische kenmerken t.o.v. Dryopteris carthusiana: Schubben der bladsteel en -spil merendeels met een donkere middenstreep en lichtbruine, doorschijnend
Brede waterpest
(Elodea canadensis) -Brede waterpest - RH. 0441 Volledige wetenschappelijke naam: Elodea canadensis Michaux Diagnostische kenmerken t.o.v. Elodea nuttallii: Bladtop stomp of afgerond, met een topspitsje. Bladrand met 21-23 paar tandjes (sterke loep!). Blad vlak, meestal wein
Brede wespenorchis
(Epipactis helleborine) -Brede wespenorchis - RH. 0460 Beschermd! Volledige wetenschappelijke naam: Epipactis helleborine (L.) Crantz Diagnostische kenmerken t.o.v. Epipactis muelleri: Snaveltje tot een knopvormige lob ontwikkeld (zie opm.). Bloemknop spits. Bladen al of niet ge
Brede wolfsmelk
(Euphorbia platyphyllos) -Brede wolfsmelk- RH. 0499 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Euphorbia platyphyllos L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Euphorbia stricta: Kleppen van de vrucht langs de middennerf en langs de groeven met halfbolvormige wratten bezet; doosvru
Brede zannichellia
(Zannichellia palustris subsp. major) -Brede zannichellia- RH. 1542 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Zannichellia palustris subsp. major (Hartman) v.Ooststr. & Reichg. Zie soort: Zannichellia palustris Diagnostische kenmerken: Bladen ca. 1-2 mm breed. Vruchtjes zonder de snave
Breed darmwier
(Enteromorpha linza) Enteromorpha linza (Linnaeus) C. Agardh -Nederlandse naam:- Breed darmwier -Beschrijving:- Deze soort is wat kleiner dan het echt darmwier (Enteromorpha intestinalis ). Onvertakt. Hij wordt ca. 50 cm lang. De bleekgroene tot donkergroene bladen zitten aan het ene uiteinde vast aan de ondergrond. Onderaan zijn ze smal en rond – het lijkt soms ...
Breed fakkelgras
(Koeleria pyramidata) -Breed fakkelgras- RH. 0695 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Koeleria pyramidata (Lam.) P.Beauv. Diagnostische kenmerken t.o.v. Koeleria macrantha: Bladen langs de rand, en vaak ook van boven, met lange haren, daartussen zonder talrijke ko
Breed klokje
(Campanula latifolia) -Breed klokje- RH. 0192 Beschermd! Volledige wetenschappelijke naam: Campanula latifolia L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Campanula trachelium: Stengel stompkantig, grotendeels kaal of evenals de bladen zacht behaard. Onderste bladen eirond tot langwerpi
Breed vlieszaad
(Corispermum marschallii) -Breed vlieszaad - RH. 0354 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Corispermum marschallii Steven Diagnostische kenmerken: Als Corispermum intermedium maar zijnerven in de vruchtwand ook bovenaan de omtrek van het zaad volgend en met een scherpe
Breed wollegras
(Eriophorum latifolium) -Breed wollegras- RH. 0478 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Eriophorum latifolium Hoppe Diagnostische kenmerken t.o.v. Eriophorum gracile: Plant zonder wortelstokken, losse pollen vormend. Stengelbladen V-vormig met driekantige top, 2-6 mm
Breedbekstrandloper
(Limicola falcinellus) -Wetenschappelijke naam: - Limicola falcinellus (Pontoppidan, 1763) -Nederlandse naam: - Breedbekstrandloper -Vogelgroep:- Strandlopers -Veldkenmerken.- 16 cm. Bovendelen in zomerkleed zwart met geschubd patroon door crèmekleurige en roestbruine veerrandj
Breedborstloopkever
(Abax parallelepipedus) breedborstloopkever Lengte 16-21 mm, januari-december. -Kenmerken- Lijkt op Pterostichus niger, maar met een breder lichaam. Halsschild aan de voorrand smaller dan aan de achterrand. -Voorkomen- Overwegend in bossen. Overal algemeen.
Breedplaatstreephoed
(Megacollybia plathyphylla) -Nederlandse naam:- Breedplaatstreephoed -Beschrijving- Hoed halfbolvormig, dan vlak uitspreidend, Ø 4-12 cm, glad, radiair vezelig gestreept, schubbig, licht tot donker grijsbruin met een okerkleurige of bleek olijfgroenige tint en met een inscheurende,
Breedscheenjuffers
(Familie Platycnemidae) breedscheenjuffers -Kenmerken- De breedscheenjuffers zijn te herkennen aan de afgeplatte en verbrede schenen van de midden- en achterpoten, die aan beide zijden bezet zijn met regelmatig ingeplante rijen van stevige borstels. -Voorkomen- In Europa komen 4 soorten voor -Behandelde taxa- Platycnemis pennipes (blauwe breedscheenjuffer)
Breedscheenjuffers
(Familie Platycnemididae) Familie Platycnemididae -Omschrijving- Lichaam slank, kop breder dan abdomen [(fig. Platipel.tif), volgroeide larve]. Antenne met 7 segmenten, eerste segment korter dan pedicel, derde segment meestal het langst. Labium kort, breed en vlak. Prementum met 4 lange haren (2 x 2) in echte lijn, voorrand zonder insnijding. Labiale palpen langs rand met d...
Breedscheenjuffers
(Geslacht Platycnemis) Genus Platycnemis Burmeister, 1839 -Omschrijving- Lichaam slank, kop breder dan abdomen [(fig. Platipel.tif), volgroeide larve]. Antenne met eerste segment korter dan pedicel. Prementum met 4 lange haren (2 x 2) in echte lijn, voorrand zonder insnijding. Labiale palpen langs buitenrand met doornachtige haartjes [(fig. Ppenni02.tif), vangmasker]. Sc...
Breedsporig hangkommetje
(Merismodes anomala) -Nederlandse naam:- Breedsporig hangkommetje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot schotelvormig, Ø 0,2-0,5 mm. Binnenzijde glad, crème tot okergeel. Buitenzijde harig-viltig, licht bruin, met over de crème rand uitstekende, bruine haren. -V
Breeksteeltjes
(Genus Conocybe) -Nederlandse naam:- Breeksteeltjes Een groep van tere, vaak langgesteelde, isabelkleurige, bleek gele of crème, of geel- of rossig-bruine Plaatjeszwammen met klok- of kegelvormige tot gewelfd-uitgespreide hoedjes, sommige met een vliezige ring. Sporeekleu
Brem
(Cytisus scoparius) -Brem - RH. 1140 Volledige wetenschappelijke naam: Cytisus scoparius (L.) Link Diagnostische kenmerken: Bezemvormige struik. Twijgen kaal, groen, ongeveer 5-kantig. Onderste bladen 3-tallig, blaadjes langwerpig, 0,5-2 cm lang, meestal van onderen aangedru
Bremblauwtje
(Polyommatus eroides) (Frivaldszky, 1835) Bremblauwtje -Beschrijving: - Het bremblauwtje komt voor in droge graslanden (op zandgrond, kalkrijke grond en op rotsachtige ondergrond) en langs bosranden. De mannetjes zijn vaak talrijk op vochtige grond te vinden, waar ze vocht en opgeloste mineralen opzuigen. Als waardplant worden Oxytropis - en Astragalus -soorten (hokjesp...