Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


Bloemplanten
(Klasse Magnoliopsida) -Bloemplanten- De volgende onderklassen behoren tot Dit taxon: onderklasse Magnoliidae onderklasse Liliidae

Blonde egelskop
(Sparganium erectum subsp. neglectum) -Blonde egelskop - RH. 1535 Volledige wetenschappelijke naam: Sparganium erectum subsp. neglectum (Beeby) Schinz & Thell. Zie soort: Sparganium erectum Diagnostische kenmerken: Het bovenste, koepelvormige deel van de vrucht van dezelfde kleur als het onde

Blonde Tapuit
(Oenanthe hispanica) -Wetenschappelijke naam: - Oenanthe hispanica (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Blonde Tapuit -Vogelgroep:- Tapuiten -Veldkenmerken- . Mannetje ofwel met zwart masker dat alleen op oorstreek doorloopt (westelijke vorm hispanica), of met zwart uitgebre

Blonde zegge
(Carex hostiana) -Blonde zegge - RH. 0236 -Rode Lijst 2- Volledige wetenschappelijke naam: Carex hostiana DC. Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex distans: Snaveltanden aan de binnenzijde glad (loep!). Urntjes geelgroen, niet gespikkeld, 3-4(-5) mm lang. Plant met korte w

Bochtig look
(Allium zebdanense) -Bochtig look- BB. 5010 Volledige wetenschappelijke naam: Allium zebdanense Boiss. & Noë Diagnostische kenmerken: Schede der bloeiwijze uit 1 zeer kort toegespitst blad bestaand, (veel) korter dan de bloemstelen. Bloeiwijze zonder bolletjes. Bloemdekblade

Bochtige klaver
(Trifolium medium) -Bochtige klaver- RH. 1302 Volledige wetenschappelijke naam: Trifolium medium L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Trifolium pratense: Steunblaadjes der middelste en bovenste bladen smal, naar de top geleidelijk toegespitst. Kelkbuis van buiten (althans in d

Bochtige smele
(Deschampsia flexuosa) -Bochtige smele- RH. 0398 Volledige wetenschappelijke naam: Deschampsia flexuosa (L.) Trin. Diagnostische kenmerken t.o.v. Deschampsia setacea: Tongetje 0,5-3 mm lang, stomp, afgeknot of uitgerand. Ingerolde bladen 0,3-0,8(-1,0) mm breed. Spil van het aar

Bodemtermiet
(Reticulitermes lucifugus) bodemtermiet Lengte 2-9 mm, januari-december -Kenmerken- Werkers--sters witachtig, 2-3 mm. groot soldaten iets groter en eveneens witachtig, maar met grotere, gelige kop en schaarvormige, donkere kaken (068 1a g). Volwassen, seksuele exemplaren donkerbruin van kleur en met lange vleugels, 6-9 mm (068 1b g). -Voorkomen- Komt wijd verspreid voor in h...

Boekweit
(Fagopyrum esculentum) -Boekweit - BB. 1807 Volledige wetenschappelijke naam: Fagopyrum esculentum Moench Diagnostische kenmerken t.o.v. Fagopyrum tataricum: Nootje met rechte, scherpe ribben, ca. 2 maal zo lang als het bloemdek. Bloemdek wit of rozeachtig. Bladen driehoekig-pi

Boekweit
(Genus Fagopyrum) -Boekweit- Volledige wetenschappelijke naam: Fagopyrum Mill.

Boerenjasmijn
(Genus Philadelphus) -Boerenjasmijn- Volledige wetenschappelijke naam: Philadelphus L.

Boerenkers
(Genus Thlaspi) -Boerenkers- Volledige wetenschappelijke naam: Thlaspi L. Opm. Kroonbladen wit, soms roodachtig verkleurend. Van Lepidium verschillend in de 2- of meerzadige hokjes der vruchten.

Boerenkrokus
(Crocus tommasinianus) -Boerenkrokus- RH. 1622 Volledige wetenschappelijke naam: Crocus tommasinianus Herb. Diagnostische kenmerken t.o.v. Crocus vernus: Bloemen van binnen lila of lavendelblauw met witte of donkerder keel, van buiten grijsachtig. Bladen 2-4 mm breed. Bloemdekb

Boerenwormkruid
(Tanacetum vulgare) -Boerenwormkruid- RH. 1260 Volledige wetenschappelijke naam: Tanacetum vulgare L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Tanacetum parthenium: Hoofdjes 0,7-1,3 cm breed, geel; lintbloemen ontbrekend (of de buitenste vrouwelijke bloemen met zeer korte 3-tandige li

Boerenwormkruidgalmug
(Rhopalomyia tanaceticola) boerenwormkruidgalmug -Kenmerken- Groene, tot 10 mm hoge, ronde en kegelvormige gallen in de samengestelde bloeiwijze van boerenwormkruid (Tanacetum vulgare L.). -Voorkomen- Niet zeldzaam in Nederland en België op ruderale plaatsen, langs paden en wegen en tegen dijken.

Boerenzwaluw
(Hirundo rustica) -Wetenschappelijke naam: - Hirundo rustica Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Boerenzwaluw -Vogelgroep:- Zwaluwen -Veldkenmerken.- 17-19 cm. Meest algemene zwaluw. Zwarte bovendelen met sterke, blauwe metaalglans, voorhoofd en keel donker steenrood, blau

Bokaalkluifzwam
(Helvella acetabulum) -Nederlandse naam:- Bokaalkluifzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam 4-8 cm. Hoed Ø 2-8 cm, diep komvormig. Binnenzijde olijfkleurig geelbruin tot donkerbruin. Onderzijde tot ongeveer halverwege met vanaf de steel doorlopende ribben, donzig, gelig tot olijfbr

Bokje
(Lymnocryptes minimus) -Wetenschappelijke naam: - Lymnocryptes minimus (Brunnich, 1764) -Nederlandse naam: - Bokje -Vogelgroep:- Snippen -Veldkenmerken.- 18 cm. Kleinste snip; relatief korte snavel en poten en grote kop. Bovendelen zwart met groene en paarse glans, met goud- of

Bokjessteenbreek
(Saxifraga hirculus) -Bokjessteenbreek- RH. 1145 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Saxifraga hirculus L. Diagnostische kenmerken: Alle bladen gaafrandig, lancetvormig. Kroonbladen 12-15 mm lang, goudgeel, aan de voet soms met rode puntjes, ongeveer 3 maal zo la

Bokkenorchis
(Himantoglossum hircinum) -Bokkenorchis- RH. 0627 -Rode Lijst 4. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Himantoglossum hircinum (L.) Koch Diagnostische kenmerken: Bladen elliptisch tot lancetvormig. Aar rolrond. Bloemen groenachtig, met bruin en violet, onaangenaam riekend

Boksdoorn
(Lycium barbarum) -Boksdoorn- RH. 0773 Volledige wetenschappelijke naam: Lycium barbarum L. Diagnostische kenmerken: Takken slank, eerst rechtopstaand, later overhangend, meestal gedoornd. Bladen elliptisch tot lancetvormig, geleidelijk in de steel versmald, grijsgroen. Bl

Boksnuitkevers
(Familie Anthribidae) boksnuitkevers -Kenmerken- Boksnuitkevers zijn verwant aan de snuitkevers (familie Curculionidae), maar verschillen hiervan doordat ze normale liptasters hebben en een duidelijk afgescheiden bovenlip. De voelsprieten zijn niet geknikt. -Voorkomen- Er zijn ca. 2400 soorten bekend, waarvan ongeveer 15 in Nederland en België. -Behandelde taxa- An...

Boktorren
(Familie Cerambycidae) boktorren -Kenmerken- Boktorren vormen een grote familie van langgerekte, stevige en fraai getekende kevers met meestal lange voelsprieten en 5-ledige tarsen. Het voorlaatste tarslid is echter sterk verkleind, zodat het lijkt of er maar 4 tarsen zijn. -Voorkomen- Er zijn niet minder dan 15.000 soorten bekend, waarvan 200 in Europa en ca. 90 soorten...

Bolderik
(Agrostemma githago) -Bolderik - RH. 0015 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Agrostemma githago L. Diagnostische kenmerken: Plant zwak behaard tot viltig. Bladen lijnvormig, spits. Bloemen lang gesteeld, alleenstaand. Kelk leerachtig, ruw behaard, meestal langer

Boleten
(Familie Boletaceae) (Familie Boletaceae) -Nederlandse naam:- Boleten Een omvangrijke groep van vlezige Basidiomyceten met aan de onderzijde van de hoed gemakkelijk van de hoed te scheiden buisjes en een centrale, soms excentrische steel. Op twee uitzonderingen na ectomycorrhizavormend. In Nederl

Bolletjeskers
(Cardamine bulbifera) -Bolletjeskers- BB. 2440 Volledige wetenschappelijke naam: Cardamine bulbifera (L.) Crantz Diagnostische kenmerken: Planten met een vlezige, geschubde, 2-3 mm dikke wortelstok. Grootste bladslippen van de wortelbladen 3-10 cm lang. Bovenste bladen in de o

Bolletjeskool
(Genus Crambe) -Bolletjeskool- Volledige wetenschappelijke naam: Crambe L. Opm. Kroonbladen wit. Kelkbladen schuin afstaand, wit gerand. Vrucht 2-ledig, het onderste deel veel korter en smaller dan het bovenste deel, dit bijna bolvormig, 1-zadig; stijl ontbrekend.

Bolletjesraket
(Rapistrum rugosum) -Bolletjesraket- RH. 1764 Volledige wetenschappelijke naam: Rapistrum rugosum (L.) All. Diagnostische kenmerken: Vrucht 2-ledig, rechtopstaand, 0,5-1 cm lang, het onderste deel smaller dan het bolvormige bovenste deel, dit plotseling in de lange stijl ver

Bombardeerkever
(Brachinus crepitans) bombardeerkever Lengte 6-10 mm, januari-december. -Kenmerken- Dekschilden groen en blauw reflecterend. Kop, halsschild en poten koperrood. Gevleugeld. Antennepoetser aanwezig. Gevleugeld. -Voorkomen- In droge en warme gebieden, onder andere kalkgraslanden. In Nederland bijna verdwenen, zeer zeldzaam in Zuid-Limburg. -Levenswijze- Bij verontrusting ...

Bonenkruid
(Satureja hortensis) -Bonenkruid- BB. 5140 Volledige wetenschappelijke naam: Satureja hortensis L. Diagnostische kenmerken: Bladen minstens 5 maal zo lang als breed, lijn- tot lijnlancetvormig, gaafrandig, zonder duidelijke zijnerven, gewimperd, dof. Stengel rechtopstaand, st

Bont dikkopje
(Carterocephalus palaemon) bont dikkopje Spanwijdte vleugels 22-28 mm, april-juli -Kenmerken- Bovenzijde vleugels donkerbruin met bontgele vlektekening. -Voorkomen- In Nederland en België plaatselijk nog tamelijk talrijk in beekdalen, moerassen van hoogvenen en droge kalkgraslanden langs struweelranden. -Levenswijze- De groene rups voedt zich met verschillende soorten g...

Bont dikkopje
(Carterocephalus palaemon) (Pallas, 1771) Bont dikkopje -Beschrijving: - Het bont dikkopje vliegt meestal dichtbij of in de buurt van bossen op vochtige graslanden, wegbermen of droge delen en randen van hoogvenen. Er zijn echter ook hooggelegen droge vliegterreinen bekend. Vaak zijn de populaties klein. De mannetjes zitten graag op hoge ruigtekruiden of takken van struwelen...

Bont kroonkruid
(Securigera varia) -Bont kroonkruid - RH. 0357 Volledige wetenschappelijke naam: Securigera varia (L.) Lassen Diagnostische kenmerken: Bladen oneven geveerd; blaadjes 7-12-paar, 6-16 mm lang. Steunblaadjes vrij. Schermen 5-20-bloemig. Bloemsteeltjes 1,5-3 maal zo lang als d

Bont schaapje
(Acronicta aceris) bont schaapje Spanwijdte vleugels 35-45 mm, mei-augustus -Kenmerken- Vlinder (niet afgebeeld) met grijze vleugels en onregelmatig donkere tekeningen. -Voorkomen- Algemeen langs bosranden, in bomenlanen, stadsparken en tuinen. -Levenswijze- Zeer opvallende rups, dicht behaard met gele toefjes haar en in het voorste gedeelte ook met rode haarborstels...

Bont zandoogje
(Pararge aegeria) bont zandoogje Spanwijdte vleugels 32-42 mm, april-september -Kenmerken- Bovenzijde vleugels donkerbruin met crèmewitte, goed begrensde vlekken en argusogen. -Voorkomen- Langs bosranden en andersoortige grensvegetaties met struwelen. Sterk verspreid in Nederland en België. -Levenswijze- Meestal 2, soms 3 generaties per jaar. Overwintert...

Bont zandoogje
(Pararge aegeria) (Linnaeus, 1758) Bont zandoogje -Beschrijving: - Het bont zandoogje is een typische bosbewoner. Hij komt voor op open plekken, paden en randen van loofbos, gemengd bos en naaldbos. In het noorden zit deze vlinder vooral in iets grotere boscomplexen, maar in het zuiden kan een rij bomen al voldoende voor een populatie zijn. De mannetjes bezetten ter...

Bontbekplevier
(Charadrius hiaticula) -Wetenschappelijke naam: - Charadrius hiaticula Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Bontbekplevier -Vogelgroep:- Plevieren -Veldkenmerken.- 19 cm. Kleine, stevig gebouwde plevier met brede zwarte borstband, doorlopend in smallere zwarte nekband, oranje po

Bonte beer
(Callimorpha dominula) bonte beer Spanwijdte vleugels 45-55 mm, juni-augustus -Kenmerken- Opvallende, grote beervlinder met tamelijk slank lichaam. Voorvleugels zwartblauw met gele en witte vlekken, achtervleugels rood met zwarte tekeningen. -Voorkomen- Vooral op vochtige, zonnige en halfbeschaduwde terreinen, b.v. bosweiden en beekoevers. In Nederland nog zeer schaars i...

Bonte bessenvlinder
(Abraxas grossulariata) bonte bessenvlinder Spanwijdte vleugels 35-40 mm, juli-augustus -Kenmerken- Gemakkelijk herkenbaar. Lichaam geel met zwarte stippen. Vleugels wit en variabel getekend met zwarte en grijze vlekken en een geelbruine basaal vlek en geelbruine vlekken die een lijn vormen. -Voorkomen- Nog vrij algemeen in bossen met struikgewas en houtwallen. Ook algeme...

Bonte gele dovenetel
() -Bonte gele dovenetel- RH. 1898 Volledige wetenschappelijke naam: Lamiastrum galeobdolon (L.) Ehrend. & Polatschek cv. 'Florentinum' Zie soort: Lamiastrum galeobdolon Diagnostische kenmerken: Bladen vooral in het topdeel met vele vrij grote witte of zilve

Bonte heremiet
(Chazara prieuri) (Pierret, 1837) Bonte heremiet -Beschrijving: - De bonte heremiet komt voor op open, droge terreinen, zoals kalkstenen plateaus, droge steppeachtige graslanden, grazige hellingen met struweel en soms ook op met bossen begroeide, steile hellingen. De vlinders komen zeer lokaal en in lage aantallen voor. Ze vliegen vaak samen met de heremiet (C. bris...

Bonte kevers
(Familie Cleridae) bonte kevers -Kenmerken- De bonte kevers worden gekenmerkt door bont gekleurde dekschilden met dwarsbanden en afstaande haren. De eerste tarsleedjes zijn hartvormig en hebben zachte zolen. -Voorkomen- Meest tropische soorten; in Midden-Europa 30, in Nederland en België ruim 15 soorten. -Behandelde taxa- Clerus mutillarius Thanasimus formicariu...

Bonte Kraai
(Corvus cornix) -Wetenschappelijke naam: - Corvus cornix Linnaeus 1758 -Nederlandse naam: - Bonte Kraai -Vogelgroep:- Kraaien -Veldkenmerken.- 46 cm. Bonte en Zwarte Kraai worden soms als aparte soorten beschouwd. Behalve door zilvergrijze achternek, mantel en onderdelen

Bonte krokus
(Crocus vernus) -Bonte krokus- RH. 1623 Volledige wetenschappelijke naam: Crocus vernus (L.) Hill Diagnostische kenmerken t.o.v. Crocus tommasinianus: Bloemen wit met paarse strepen of vlekken of geheel wit of paars. Bladen 4-9 mm breed. Bloemdekbladen eirond of langwerp

Bonte luzerne
(Medicago varia(x)) -Bonte luzerne- RH. 0802 Volledige wetenschappelijke naam: Medicago xvaria Martyn Medicago falcata x Medicago sativa. Diagnostische kenmerken: Bloemen paarsblauw, via allerlei groenachtige tinten overgaand in geel. De bastaard is gedeeltelijk vruchtbaar;

Bonte paardenstaart
(Equisetum variegatum) -Bonte paardenstaart - RH. 0471 -Rode Lijst 2- Volledige wetenschappelijke naam: Equisetum variegatum Schleich. Diagnostische kenmerken: Stengel alleen bij de voet met enkele zijtakken, of onvertakt, glad, tot 2(-3) mm dik, met 6-10 afgeplatte of gegroefd

Bonte Strandloper
(Calidris alpina) -Wetenschappelijke naam: - Calidris alpina (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Bonte Strandloper -Vogelgroep:- Strandlopers -Veldkenmerken.- 19 cm. Eén van de meest talrijke steltlopers. Kleine steltloper met lange zwarte gebogen snavel. Adult in zomerk

Bonte Tapuit
(Oenanthe pleschanka) -Wetenschappelijke naam: - Oenanthe pleschanka (Lepechin, 1770) -Nederlandse naam: - Bonte Tapuit -Vogelgroep:- Tapuiten -Veldkenmerken.- 14,5 cm. Nauw verwant aan Blonde Tapuit. Mannetje heeft zwart masker, keel, rug en vleugels. Kruin grijs of wit, onde

Bonte Vliegenvanger
(Ficedula hypoleuca) -Wetenschappelijke naam: - Ficedula hypoleuca (Pallas, 1764) -Nederlandse naam: - Bonte Vliegenvanger -Vogelgroep:- Vliegenvangers -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Mannetje ’s zomers met zwarte kop en bovendelen; voorhoofd, onderdelen, vleugelstreep en staartzij

Bonte wantsendoder
(Dinetus pictus) bonte wantsendoder Lengte 6-9 mm, juni-september. -Kenmerken- Beide seksen zeer verschillend in uiterlijk. Mannetje met groene ogen, gele poten en geel getekende kop, borststuk en achterlijf (288 1a g, bovenste dier). Vrouwtje met zwarte ogen en een overwegend rood achterlijf en met witte tekeningen op het lijf (288 1b g). -Voorkomen- Op open, warm...

Bonte wikke
(Vicia villosa) -Bonte wikke- RH. 2387 Volledige wetenschappelijke naam: Vicia villosa Roth Diagnostische kenmerken: Plaat van de vlag korter dan (meestal ongeveer half zo lang als) de nagel. Kroonbladen 1-2 cm lang, paars tot blauwpaars, al dan niet met lichter gekleurd

Bontoogerebia
(Erebia oeme) (Hübner, 1804) Bontoogerebia -Beschrijving: - De bontoogerebia is vaak in vochtige tot natte graslanden te vinden (soms met veel zeggen in de vegetatie), maar komt ook in droge graslanden voor, bij rotsachtige hellingen en op open plekken in bossen. De graslandvegetatie kan op de vliegplaatsen vrij hoog zijn. Er zijn veel verschillende soorten...

boognervig
De voornaamste nerven ontspringen in het onderste deel van het blad, lopen evenwijdig met de bladrand, en reiken tot over de helft van de bladlengte.

Boomblauwtje
(Celastrina argiolus) boomblauwtje Spanwijdte vleugels 23-30 mm, april-augustus -Kenmerken- Beide seksen lichtblauw van kleur; mannetjes met smalle, vrouwtjes met zeer brede, zwarte zoom. Onderzijde effen lichtblauw met zwarte vlekjes; in de vlucht zilverkleurig. -Voorkomen- In Nederland en België sterk verspreid; in bossen, heiden, grensvegetaties met struwelen et...

Boomblauwtje
(Celastrina argiolus) (Linnaeus, 1758) Boomblauwtje -Beschrijving: - Het boomblauwtje is een algemeen voorkomende vlinder. Niet alleen langs bosranden en bij struweel, maar ook in tuinen en parken wordt deze kleine vlinder veel gezien. De aantallen blijven echter altijd laag. De eitjes worden op kelk of steel van bloemknoppen of rijpe zaden van diverse plantensoorten ge...

Boomkikker
(Hyla arborea) Boomkikker -Uiterlijke kenmerken- Lengte tot 4,5 cm, meestal 3-4 cm. Hechtschijfjes aan top tenen en vingers. Pupil horizontaal elliptisch. Trommelvlies zichtbaar, geen parotoïden. Huid glad en glanzend, op buik korrelig. Rug meestal egaal lichtgroen, soms gelig of bruinig. Buik wit, beige of lichtgrijs en ongevlekt. Op de grens van de rug en ...

Boomklever
(Sitta europaea) -Wetenschappelijke naam: - Sitta europaea Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Boomklever -Vogelgroep:- Boomklevers -Veldkenmerken.- 14 cm. Een gedrongen, plompe, actieve vogel met een stevige, puntige snavel. Blauwgrijze kruin en bovendelen, isabelkleurig

Boomkruiper
(Certhia brachydactyla) -Wetenschappelijke naam: - Certhia brachydactyla Brehm, 1820 -Nederlandse naam: - Boomkruiper -Vogelgroep:- Boomkruipers -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Kleine rossige vogel, die als een muis langs boomstammen omhoog klimt. Heeft lange gebogen snavel, bruine bo

Boomleeuwerik
(Lullula arborea) -Wetenschappelijke naam: - Lullula arborea (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Boomleeuwerik -Vogelgroep:- Leeuweriken -Veldkenmerken.- 15 cm. Kleiner dan Veldleeuwerik. Korte kuif en staart, zwartwittekening op voorvleugel, kenmerkende lange, witte wen

Boompieper
(Anthus trivialis) -Wetenschappelijke naam: - Anthus trivialis (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Boompieper -Vogelgroep:- Piepers -Veldkenmerken.- 15 cm. Lijkt sterk op Graspieper. Bovendelen bruin, donker gevlekt en gestreept, borst geel, borst en flanken met zwarte vl

Boompjeshydroïd
(Eudendrium ramosum) Eudendrium ramosum (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Boompjeshydroïd -Beschrijving:- De struikjes van deze soort worden tussen de 5 en 20 cm hoog en zijn onregelmatig vertakt. De stelen en takken zijn buisvormig, vaak in bundels met elkaar vergroeid. Onder een redelijke vergroting kun je zien, dat bij het begin van iedere tak een aantal rin...

Boompjesslak
(Dendronotus frondosus) Dendronotus frondosus (Ascanius, 1774) -Nederlandse naam:- Boompjesslak -Beschrijving:- Deze soort is eigenlijk niet te verwarren met een andere in ons gebied. Hij is maximaal 10 cm lang, en meestal roodachtig bruin van kleur; ook wel gemarmerd met gele en witte stippen, of soms zelfs bijna kleurloos - vooral de kleine exemplaren (d_frono4.tif). De...

Boompjeswier
(Callithamnion roseum) Callithamnion roseum (Roth) Lyngbye -Nederlandse naam:- Boompjeswier -Beschrijving:- Het geslacht Callithamnion omvat in Nederland een klein aantal (6 of 7) soorten. Het zijn kleine, fijn vertakte roodwiertjes. Oudere delen van de planten hebben vaak een stevige buitenlaag (cortex). Deze soort doet zijn naam eer aan: het onderste deel van de 'stam'...

Boompuist
(Enteridium lycoperdon) -Beschrijving- Aethalium meestal alleenstaand, kussenvormig, Ø 2-10 cm, eerst zacht en wit, dan zilverachtig glanzend, door het sporenstof bruin wordend. Plasmodium wit. -Voorkomen- Op staand of liggend dood hout, vaak al in het voorjaar. -Status- Algemee

Boompuist
(Oligoporus ptychogaster) -Nederlandse naam:- Boompuist -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, half kogel- tot kussenvormig, Ø 3-6 cm, of met tot 2 cm dikke hoeden van 1-4 x 1 cm. Boven- of buitenzijde harig-viltig, wit tot bleekbruin, na beschadiging bruin vlekkend. De imperfecte

Boomsprinkhaan
(Meconema thalassinum) boomsprinkhaan Lengte 12-15 mm, juli-november -Kenmerken- Zeer tere, lichtgroene soort. Vrouwtje heeft slanke, sabelvormige legboor (070 2 g). -Voorkomen- Algemeen in bossen, parken en tuinen, vaak in bomen en hoge struiken. -Levenswijze- De soort voedt zich met allerlei weke insecten, zoals bladluizen en toont zich dus nuttig voor de tuinliefhebbe...

Boomvalk
(Falco subbuteo) -Wetenschappelijke naam: - Falco subbuteo Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Boomvalk -Vogelgroep:- Valken -Veldkenmerken.- 30-35 cm, spanwijdte 70-84 cm. Lijkt op een miniatuur Slechtvalk met smalle vleugels, maar adult herkenbaar aan roestrode broek en

Boon
(Genus Phaseolus) -Boon- Volledige wetenschappelijke naam: Phaseolus L.

Boon
(Phaseolus vulgaris) -Boon- BB. 1822 Volledige wetenschappelijke naam: Phaseolus vulgaris L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Phaseolus coccineus: Plant windend. Blaadjes eirond, 5 -10 cm lang, lang toegespitst. Tros armbloemig, korter dan het blad. Vrucht glad. Kroonbladen 10-

Boorspons
(Cliona celata) Cliona celata Grant, 1826 -Nederlandse naam:- Boorspons -Beschrijving:- Behoort tot de groep der kiezelsponzen. Deze bijzondere soort leeft in feite binnen in zachte steen (zoals de vroeger op de Oosterscheldedijken wel toegepaste Vilvoordse kalksteen) of bijvoorbeeld oesterschelpen. In sommige andere streken leeft hij ook in koraal. Met behulp van...

Borbodikkopje
(Borbo borbonica) (Boisduval, 1833) Borbodikkopje -Beschrijving: - Borbodikkopjes zijn vooral vlak bij de kust te vinden op warme, droge plekken begroeid met struiken. Het zijn goede vliegers, die soms trekgedrag vertonen. De rupsen voeden zich met verschillende soorten grassen. Uit N-Afrika zijn Leersia hexandra en Sorghum alepense als waardplant bekend. Het is ond...

boreaal
Klimaatzone ten zuiden van het poolgebied en ten noorden van de subtropen. De meeste vogels in Vogels van Europa zijn boreale soorten.

borst
Het (ventrale) lichaamsoppervlak dat de borstkas of thorax bedekt.

Borstelbies
(Isolepis setacea) -Borstelbies- RH. 1159 Volledige wetenschappelijke naam: Isolepis setacea (L.) R.Br. Diagnostische kenmerken: Bloeiwijze uit 1-3 aren bestaand, deze 2-4 mm lang. Planten tenger, zelden meer dan 20 cm hoog. Kafjes elliptisch, zeer stomp, meestal met een st

Borstelgras
(Nardus stricta) -Borstelgras- RH. 0857 Volledige wetenschappelijke naam: Nardus stricta L. Diagnostische kenmerken: Plant in dichte pollen groeiend. Stengels rechtopstaand, bij de voet met 1 knoop. Bladen borstelvormig, grijsgroen, stijf, schuin afstaand. Bloeiwijze aarv

borstelharen
Haren die stijf en lang zijn.

Borstelkrans
(Clinopodium vulgare) -Borstelkrans- RH. 1143 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Clinopodium vulgare L. Diagnostische kenmerken: Bloemen in dichte, rijkbloemige schijnkransen, omgeven door vele priemvormige, lang behaarde schutblaadjes. Bladen eirond tot langwerp

borstels
Stijve, lange, ronde, meestal van weerhaakjes voorziene uitsteeksels. Alternatieven: borstel

Borstelstreepzaad
(Crepis setosa) -Borstelstreepzaad - BB. 1680 Volledige wetenschappelijke naam: Crepis setosa Hall.f. Diagnostische kenmerken t.o.v. Crepis vesicaria: Omwindsel en hoofdjessteel met lange gele borstelharen bezet. Pappus bij rijpheid der nootjes weinig buiten het omwindse

borstelvormig
Lang en smal, en op zodanige wijze overlangs samengevouwen, dat het blad op doorsnee min of meer rond is. Alternatieven: borstelvormige

Borstelwier
(Chaetomorpha aerea) Chaetomorpha aerea (Gooden ex. Dillw.) Kützing -Nederlandse naam:- Borstelwier Chaetomorpha's of borstelwieren zijn draadvormige groene wieren, de draden zijn 1 cel dik. Sommige soorten zitten vast op een harde ondergrond, andere, zoals C. linum , vinden we vooral op droogvallende zand- of slikplaten of tussen andere wieren (chaetoo2.tif). De ...

Borstelwier
(Chaetomorpha melagonium) Chaetomorpha melagonium (Web. et Mohr) Kützing -Nederlandse naam:- Borstelwier -Beschrijving:- De draden van deze soort zijn enkele tientallen centimeters lang en staan alleen of in kleine bosjes. Niet soepel. Nogal dik: tot 0,8 mm in doorsnede. Kleur blauwgroen tot gifgroen, soms iriserend. Cellen zijn in het midden het breedst, dit in tegens...

Borstelwormen
(Klasse Polychaeta) Klasse binnen de ringwormen (Annelida). Bijna alle soorten binnen deze klasse leven in zee. Kenmerkend voor de groep is dat ieder lichaamssegment aan beide zijde een aanhangsel (parapodium) heeft. Deze aanhangsels dragen bundels chitineuze borstels (chaetae). Deze borstels hoeven echter niet op alle segmenten aanwezig te zijn. De kop is prominent a...

Borstelzwammen
(Familie Hymenochaetaceae) -Nederlandse naam:- Borstelzwammen De vormenrijke groep van Basidiomyceten van de Borstelzwammen, met korstvormige vruchtlichamen en schijnhoedjes zonder buisjes, de Tolzwammen, met gesteelde, tolvormige vruchtlichamen met buisjes aan de onderzijde van de

bos
Een algemene term waarmee alle typen en gradaties van boombedekking mee wordt aangeduid die hoger is dan in parklandschap gebied en savanne. Alternatieven: bossen

Bosaardbei
(Fragaria vesca) -Bosaardbei- RH. 0529 Volledige wetenschappelijke naam: Fragaria vesca L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Fragaria moschata: Haren aan de zijdelingse of aan alle bloemstelen naar voren gericht, schuin afstaand of aangedrukt. Schijnvrucht aan de voet omgeve

Bosandoorn
(Stachys sylvatica) -Bosandoorn - RH. 1246 Volledige wetenschappelijke naam: Stachys sylvatica L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Stachys palustris: Bladen eirond tot langwerpig, met diep hartvormige voet, toegespitst, grof gekarteld-gezaagd, behalve de bovenste lang gesteeld

Bosanemoon
(Anemone nemorosa) -Bosanemoon - RH. 0056 Volledige wetenschappelijke naam: Anemone nemorosa L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Anemone ranunculoides: Bloemdekbladen meestal 6, van buiten vaak roodachtig of soms paarsrood, kaal. Bloemen alleenstaand, soms gevuld. Stengelblad

Bosbeekjuffer
(Calopteryx virgo) bosbeekjuffer Spanwijdte vleugels 60-70 mm, mei-augustus -Kenmerken- Mannetjes met geheel donkerblauwe vleugels en groene tot blauwe glans bij de vrouwtjes (042 1b g) doorschijnend bruinig. De 3 kieuwbladen van de nimf (042 1c g) zijn even breed en in het midden vaak met een lichte band getekend. -Voorkomen- Overwegend langs kleine, snel stromende,...

Bosbeekjuffer
(Calopteryx virgo) Calopteryx virgo (Linnaeus, 1758) Bosbeekjuffer -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Cvirgol.tif) (fig. Cvirgot.tif)] (naar Gardner, 1977; Heidemann & Seidenbusch, 1993) Lang staafvormig zoals Calopteryx splendens. Lengte 29-35 mm (exuviae 17-23 mm), waarvan 7-10 mm voor de caudale lamellen. -Kop:- Tweede antennelid langer ongeveer ha...

Bosbes
(Genus Vaccinium) -Bosbes- Volledige wetenschappelijke naam: Vaccinium L.

Bosbies
(Scirpus sylvaticus) -Bosbies- RH. 1160 Volledige wetenschappelijke naam: Scirpus sylvaticus L. Diagnostische kenmerken: Stengel stomp driekantig. Bloeiwijze meestal langer dan het schutblad, veelvoudig samengesteld. Aren klein, 2,5-4 mm lang, grijs- of groenachtig, meestal 3

Bosbingelkruid
(Mercurialis perennis) -Bosbingelkruid - RH. 0823 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Mercurialis perennis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Mercurialis annua: Stengel onvertakt, met uitlopers in de grond. Bladen donkergroen. Vrouwelijke bloemen 1(-3), aan een lang

Bosboterbloem
(Ranunculus polyanthemos subsp. nemorosus) -Bosboterbloem- RH. 2404 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus polyanthemos subsp. nemorosus (DC.) Korsh. Zie soort: Ranunculus polyanthemos Diagnostische kenmerken: Snavel der vruchtjes naar binnen omgekruld. Bladslippen tamelijk br

Bosbrandvlamhoed
(Gymnopilus odini) -Nederlandse naam:- Bosbrandvlamhoed -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid met een wat ingedeukt centrum, Ø 1-2 cm, korrelig tot fijn viltig, mat, roodachtig tot oranjebruin, met een lichtere scherpe, lang omgebogen rand. Lamellen breed aangehecht,

Bosdravik
(Bromopsis ramosa subsp. benekenii) -Bosdravik- RH. 0155 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Bromopsis ramosa subsp. benekenii (Lange) Tsvelev Zie soort: Bromopsis ramosa Diagnostische kenmerken: Bovenste bladschede kaal of dicht bezet met korte haren, daarnaast soms met enkele

Bosdroogbloem
(Gnaphalium sylvaticum) -Bosdroogbloem - RH. 0588 Volledige wetenschappelijke naam: Gnaphalium sylvaticum L. Diagnostische kenmerken: Overblijvende planten, aan de voet met niet-bloeiende scheuten. Hoofdjes tot een lange eindelingse aar of trosvormige bloeiwijze verenigd. Bladen

Boserebia
(Erebia ligea) boserebia Spanwijdte vleugels 37-45 mm, juli-augustus -Kenmerken- Bovenzijde vleugel zwartbruin met een rij zwarte oogvlekken, deels met witte kern in brede rode band. Vleugels zwart-wit gerand. Onderkant achtervleugel met witte streep langs oogvlekkenrij. -Voorkomen- In bossen en grensvegetaties langs struwelen. In Nederland niet meer waargenomen ...

Boserebia
(Erebia ligea) (Linnaeus, 1758) Boserebia -Beschrijving: - De boserebia komt voor op beschutte, grazige en bloemrijke plekken in het bos. Meestal zijn de vliegterreinen vrij vochtig en is er veel schaduw aanwezig. Het vrouwtje plakt de eitjes tegen dorre sprieten van veel verschillende grassoorten, onder andere Dactylis (kropaar), Danthonia (tandjesgras), Descham...

Bosereprijs
(Veronica montana) -Bosereprijs- RH. 1354 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Veronica montana L. Diagnostische kenmerken: Bladsteel (5-) 7-15 mm lang. Trossen ijl, armbloemig. Doosvrucht elliptisch tot niervormig, breder dan lang, opvallend sterk samengedrukt.