Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
adaptive channeling
Het zorgen voor flexibiliteit ten aanzien van de distributie om te kunnen inspelen op de dynamiek van de markt.
adres
Identificatie van een geheugenplaats door middel van een naam, een label of een nummer.
adviseursrol
In de literatuur over 'De rol van de adviseur' kunt u meerder indelingen vinden. Ed Schein onderscheidt drie rollen richting een lijnmanager.De Expert die als een soort stafmedewerker het probleem van de manager oplost. De manager speelt een inactieve rol en houdt de adviseur verantwoordelijk. Grootste valkuilen zijn dat het probleem vaak groter is dan zuiver 'van inhoudelijke aard' en gering commitment van betrokkenen om tot voorgestelde actie over te gaan.De Handlanger die de manager ondersteunt door het systeem effectiever te maken. De adviseur heeft een passieve rol, de manager is verantwoordelijk. Hier is de grootste valkuil dat de manager een verkeerde diagnose gesteld kan hebben en de adviseur uiteindelijk de 'zondebok' wordt omdat de resultaten tegenvallen.In tegenstelling tot bovenstaande twee rollen waar de samenwerking gering is, zal in geval van Partnerschap gezamenlijk gewerkt worden aan het oplossen van het probleem. De besluitvorming is bilateraal en het doel van de adviseur is het probleem blijvend op te lossen. Problemen ontstaan als de manager z'n voorkeur eigenlijk uitgaat naar een van de andere rollen en partnership als 'vlees noch vis' wordt gezien.
ad hoc onderzoek
Incidenteel onderzoek waarbij voor een opkomend marketingprobleem een onderzoek wordt bedacht en opgezet
adoptiecategorie
Indeling van klanten in groepen op basis van de snelheid waarmee een volledig nieuw produkt aanvaard wordt. Roger onderscheidt 5 categorieen: innovators, early adopters, early majority en laggards.
administratiekantoor
Instelling die aandelen beheert tegen uitgifte van aandeelcertificaten.
advocaat
Juridisch adviseur en belangenbehartiger in juridische aangelegenheden die lid is van de Nederlandse Orde van Advocaten.
administratief beheer
Klassieke opvatting over management, waarbij er van wordt uitgegaan dat er voor elke managementtaak 'een beste manier' is om ze aan te pakken. De gedachte van deze traditionele managementschool is dan ook dat managers deze algemeen geldende 'managementprincipes' onverkort zouden moeten toepassen.
adware
Kleine programmaatjes waarmee een computer ongemerkt wordt geïnfecteerd en die er voor zorgen dat er ongevraagd advertenties worden getoond.
ad infinitum
Latijn voor: tot in het oneindige. Iets dat voortdurend wordt herhaald, bijvoorbeeld het toepassen van de verbetercyclus.
ad hoc
Latijnse term ('voor hier') waarmee wordt aangegeven dat iets voor een bepaalde situatie of omstandigheid bedoeld is.
adaptief leiderschap
Leiderschap dat in staat is een bestaande organisatie - met behoud van de identiteit - mee te laten ontwikkelen met de omstandigheden in een steeds veranderende omgeving.
adressenbureau
Leverancier van adresbestanden van particulieren en/of ondernemers.
advocaat van de klant
Lid van het ontwikkelteam die speciaal let op de belangen en interesses van de toekomstige klanten
administrative management theory
Managementtheorieen waarbij in navolging van Fayol de nadruk werd gelegd op de formele structuur van organisaties.
adviesgroep
Medewerkers die regelmatig bij elkaar komen om bepaalde onderwerpen te bespreken en daarover vrijblijvend advies uitbrengen of suggesties doen aan de organisatie.
adress munging
Methoden waarmee het eigen e-mailadres wordt gecamoufleerd, met de bedoeling te voorkomen dat men er spam naartoe stuurt, danwel te voorkomen dat men als spammer opgespoord kan worden
advance/decline
Meting van het aantal aandelen dat over een bepaalde periode in prijs is gedaald of gestegen. Deze ratio van de een ten opzichte van de ander laat ook de richting van de markt in het algemeen zien (naar boven of naar beneden).
ad valorem
Naar waarde; berekend over de waarde.
administratieve lasten
Om haar publieke belangen te kunnen waarborgen, legt de overheid aan het bedrijfsleven en aan burgers verplichtingen op tot het doen of nalaten van handelingen of gedragingen (inhoudelijke verplichtingen), en daarnaast verplichtingen tot het verschaffen van informatie over die handelingen en gedragingen (informatieverplichtingen). Aan bovengenoemde verplichtingen kunnen kosten verbonden zijn. Alleen de kosten die voortvloeien uit informatieverplichtingen kunnen leiden tot AL. De AL-definitie voor bedrijven luidt dan ook: Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid.
adaptiviteit
Onder aanpassingsvermogen of adaptiviteit wordt in het algemeen het vermogen van individuele organismen en samenlevingen om te veranderen dan wel hun vermogen tot zelforganisatie verstaan. Iets anders geformuleerd heeft dit betrekking op de mate waarin zij kunnen reageren op veranderde omstandigheden van buitenaf die de wisselwerking beïnvloeden, ofwel het zich kunnen instellen op gewijzigde eisen en omstandigheden in het milieu.
adjusted futures price
Onder de adjusted future price verstaan we het equivalent van een future in baar geld.
administratieve controle
Onderzoek naar de volledigheid en correctheid van de gevoerde administratie en de daaruit verstrekte informatie.
adaptieve robot
Robot die niet vastomlijnde (vooraf geprogrammeerde) handelingen verricht, maar op basis van onder andere sensoren en vision technieken zich flexibel aanpast aan de situatie.
adversely classified asset
Schuldenaren die in de ogen van de bank niet kredietwaardig zijn.
adoptiesnelheid
Snelheid waarmee de adoptie van een nieuw product door een koper verloopt. De snelheid hangt af van: (1) het relatieve voordeel van de innovatie, (2) de complexheid van de innovatie, (3) de deelbaarheid van de innovatie, (4) de rol van persoonlijke beïnvloeding en (5) de aansluiting bij bestaande produkten.
ad on yield
Standaard yield berekening voor vele geldmarkten: Het rentepercentage, teruggerekend op jaarbasis, gedeeld door de oorspronkelijke hoofdsom, uitgedrukt als een percentage.
adaptive structuration theory
Structuratiemodellen pogen inzicht te geven in de wisselwerking tussen technologie en organisaties. De basis voor de structuratiemodellen over de relatie tussen ICT en organisatie is te vinden in de structuratietheorie van Giddens (1979, 1984). Deze sociologische theorie probeert op metaniveau - op het niveau van maatschappelijke processen en structuren - theorieën die het menselijk handelen centraal stellen en theorieën die de structuur van sociale systemen vooropstellen, te combineren. In Giddens structuratietheorie staat de dualiteit van structuur centraal: dit betekent dat de structuur of de institutionele eigenschappen van een sociaal systeem zijn gecreëerd door menselijk handelen, en dat deze institutionele eigenschappen op hun beurt toekomstig handelen vormen (Orlikowski en Robey, 1991). Omdat mensen niet buiten een sociaal systeem om kunnen handelen wordt hun handelen in zekere mate gedetermineerd door de institutionele eigenschappen van het systeem. Wanneer ze gebruik maken van ICT wordt hun handelen dus ook gedetermineerd door de eigenschappen van de technologie. Er bestaat echter een zekere flexibiliteit in het interpreteren van deze eigenschappen. DeSanctis en Poole (1994) hebben een uitgebreid analyse-instrument gemaakt door de uitwerking van hun Adaptive Structuration Theory (AST). Met dit instrument (zie Figuur 2.2) zijn de verschillen te bestuderen die optreden als organisaties of units 'advanced technologies' (met name decision support systemen) gaan gebruiken. De dualiteit in deze theorie bestaat uit twee soorten structuren. Aan de ene kant zijn er de kenmerken die eigen zijn aan geavanceer...
advance-decline theory
Theorie die er van uit gaat dat de gezondheid van de effectenmarkt kan worden afgemeten aan het aantal aandelen dat stijgt en het aantal dat daalt gedurende een handelsdag.
adviesvaardigheden
Vaardigheden waarover een adviseur - naast zijn specifieke bekwaamheden verband houdend met zijn vakgebied - moet kunnen beschikken om een adviesopdracht effectief en efficient te kunnen uitvoeren.
adviesinflatie
Veel beleggingsadviseurs kunnen hun mening niet naar buiten bregen zonder in conclift te komen met de belangen van hun werkgever. Dat is bijvoorbeeld een reden voor het feit dat veel analisen zelden of nooit het woord -verkopen- in de mond nemen. Dit advies is namelijk waarschijnlijk strijdig met een eerder aan de klant gegeven koopadvies, het geeft het bedrijf waar de bank graag zaken mee doet een negatief imago, en de analist hoeft in de toekomst ook niet meer aan te kloppen bij dat bedrijf voor informatie. Daarom houdt men het liever op het neutrale -hold-. Nog een aspect daarbij is, dat een -sell- advies alleen houders van het betreffende aandeel tot actie (en dus transacties en verdiensten) aan zal zetten, maar een koop advies kan iedereen tot kopen verleiden. De potentiele winst van een -buy- advies is dus veel groter dan van een -sell-. Omdat dit verschijnsel inmiddels wel overal is doorgedrongen ontstaat er een nieuw verschijnsel, en dat is het mijden van het woord -hold- dat overal als eufemisme van -sell- wordt gezien. Bijvoorbeeld door het gebruiken van -marktperformer- of -equalweight-. Omdat beleggers (en hun advocaten!) nog wel eens opstandig willen worden als ze een verkeerd advies gekregen hebben worden ook harde termen als kopen en verkopen steeds meer vervangen. In plaats van kopen wordt de inhoudsloze term -accumulate- of -overweight- gebruikt of het indirecte -outperformer-. En wie zou nu niet iets gaan kopen dat het beter gaat doen dan de markt als geheel. En dan is -underperformer- of -underweight- natuurlijk een ideaal eufemisme voor -sell-....
administratieve valutapositie
Verandering van de waarde van tegoeden in vreemde valuta als gevolg van koerswijzigingen.
administratieve lastenverlichting
Verminderen van de lasten voor burgers en organisaties om aan de door de overheid opgelegde informatie-verplichtingen te kunnen voldoen.
adaptieve verwachtingen
Verwachtingen op basis van informatie en ervaringen uit het verleden.
adoptieverlof
Vier weken betaald verlof voor werknemers die een kind adopteren; geregeld in de wet arbeid en zorg (wazo)
adverse excursion
We spreken van een adverse excursion als we een bepaalde richting van de beurs voorspellen en deze gaat dan toch een andere richting op dan we hadden verwacht. Soms wordt het daadwerkelijk direct in geld omgerekend en we gebruiken het begrip dan voor de mate van verlies bij een nog lopende, openstaande trade. Want in het algemeen zal een koersrichting tegengesteld aan wat we verwacht hadden wel een verlies opleveren in onze positie. Een toepassing is de Maximum Advanced Excursion, een techniek die ontwikkeld is door John Sweeneya
administratief personeel
Werknemers van een organisatie, die in hoofdzaak belast zijn met administratieve werkzaamheden.
adjustment of terms
Wijziging van een uitoefenprijs en/of de unit of trading als gevolg van een split-up, stockdividenden en dergelijke.
AEX Access 2000
AEX Access 2000 is een elektronisch voorportaal tot de beurs. Dit door Amsterdam Exchanges ontwikkelde systeem bestaat uit AEX Access Stock (voor de handel in aandelen) en AEX Access Derivatives (voor de handel in opties, futures en agrarische termijncontracten). Uitsluitend toegelaten instellingen kunnen gebruik maken van AEX ACCESS 2000.
AEX weekopties
AEX Weekopties hebben een looptijd van 1 week (van vrijdag tot vrijdag). AEX Weekopties zijn uitermate geschikt voor korte termijn handelsstrategieën en bieden beleggers een nieuwe manier om te beleggen in de huidige nieuwsgedreven markten.
AEX Midcap Index
De AEX Midkap-index is een mandje aan aandelen met een hoge omzet. De samenstelling van de Midkap-index word berekend en jaarlijks begin maart herzien. Bepalend voor die samenstelling is de effectieve aandelenomzet. Dat is, grofweg gezegd, gemiddelde beurswaarde maal gemiddelde dagomzet over het voorbije kalenderjaar. De 25 fondsen met de hoogste omzet komen in principe in de AEX-index, fondsen op plaats 26 t/m 50 in de Midkap-index en fondsen op plaats 51 t/m 75 in de AscX-index.
AEX-index
De Amsterdam Exchanges Index staat voor het prijspeil van aandelen van een aantal grote Nederlandse bedrijven. De Index is een indicatie van de prijsontwikkelingen op de beurs.
AEX covered call index
De Covered Call wordt ook wel buy / write genoemd. Beide namen verwijzen naar de optiestrategie die aan deze strategische index ten grondslag ligt.
AEX-indexreservelijst
Een lijst met vijf fondsen die kunnen worden opgenomen in de AEX-index als een van de 25 hoofdfondsen tijdens een jaar onverwacht uit de index valt.
AEX optie
Een optie met de AEX-index als onderliggende waarde. Bestaat in zowel een normale als een light versie.
AEX protective put index
Een protective put index is een index die de resultaten volgt vaneen beschermende put strategie inrelatie tot een aandelenindex, waarbij de belegger een long positie in de index combineert met de koop van een put-optie op dezelfde index.
AEX agrarische termijnmarkt
In het marktsegment AEX-Agrarische Termijn markt worden agrarische termijncontracten en opties verhandeld.
AEX dagopties
Na het succes van de AEX-index weekopties, zijn er nu ook dagopties ook wel ' dailies' genoemd op de AEX-index in notering. De dagopties hebben een looptijd van 1 dag. Dagopties hebben dezelfde contractspecificaties als standaard AEX-index opties. De enige verschillen zijn de looptijd en het serie-introductiebeleid.
AEX Clearing en Depository
Werkmaatschappij van Amsterdam Exchanges waar de afwikkeling en garantie plaatsvinden van transacties die gedaan zijn op de beurzen van Amsterdam Exchanges. Ook bewaarneming van effecten is een taak van AEX-Clearing & Depository. Dit wordt gedaan door de bedrijfsonderdelen Necigef en NIEC.
AEX-optiebeurs
Werkmaatschappij van Amsterdam Exchanges waar opties op aandelen, indices, obligaties, dollars, goud en futures worden verhandeld. De handel op de optiebeursvloer vindt plaats in open outcry.
afkoopwaarde
Uit te keren bedrag bij voortijdige stopzetting van een (levens-)verzekering.
aflooppatroon
Het verloop in de tijd van de verkopen of de productie gedurende de afloopperiode.
afroepovereenkomst
Overeenkomst met een vaste leverancier op grond waarvan men gedurende de looptijd van de overeenkomst zonder veel rompslomp materialen en diensten geleverd krijgt tegen in de overeenkomst geleverde condities.
affectieve component van de houding
De affectieve component wordt beschouwd als het centrale element van attitude omdat dit een negatieve of positieve beoordeling weergeeft. Het zijn de gevoelens en emoties die in relatie staan tot een attitude-object.
afdelingsbegroting
Een overzicht vooraf van te verwachten inkomsten en uitgaven van een afdeling.
aflevernota
Factuur behorend bij het afleveren van goederen en/of diensten.
afbouwfase
(1) De fase waarin iets wordt afgemaakt, bijvoorbeeld een gebouw; (2) De fase waarin iets wordt beeindigd, bijvoorbeeld een carriere, een bedrijf, een samenwerking, e.d.
afstemming
(1) De mate van overeenstemming, consistentie en draagvlak ten aanzien van de doelstellingen, visie en waarden, de structuren, systemen en processen en de individuele kwaliteiten en gedragingen binnen een organisatie. (2) De mate waarin de persoonlijke doelstellingen van medewerkers overeenkomen met de bedrijfsdoelstellingen.
afname
(1) De door afnemers van een leverancier betrokken goederen. (2) De kwantitatief of financieel uitgedrukte hoeveelheid goederen die in een bepaalde periode door afnemers van een leverancier wordt betrokken.
afloopeffect
(1) Dat gedeelte van de hoeveelheid te verkopen producten of de productie dat voor rekening komt van de afloop van een product. (2) De verschijnselen die zich bij de verkoop of de productie voordoen ten gevolge van de afloop van een product.
afschrijvingsaftrek
(1) belastingverlaging op grond van economische waardevermindering van investeringen; (2) correctie die bij de berekening van bepaalde investeringssubsidies geldt om te voorkomen dat men dubbel voordeel geniet (te weten: zowel subsidie alsook een fiscale aftrekpost).
afsluiting
(1) het afwerken van een rekening (in de boekhouding); (2) het beëindigen van een project: (3) het voltooien van een procedure.
afschrijven
(1) Het in de boekhouding opnemen van de op geld gewaardeerde kapitaalvermindering van vaste kapitaalgoederen. (2) Het boekhoudkundig verminderen van de waarde van kapitaalgoederen. De waardevermindering treedt op als gevolg van slijtage, verstrijken van de tijd en/of technische veroudering als gevolg van het in de handel komen van alternatieve kapitaalgoederen, waarmee sneller, goedkoper of beter kan worden geproduceerd.
after action review cycle
A cycle that encompasses planning, preparation, execution and review. From its origin three decades ago at its National Training Center, the U.S. Army honed it as a principal method for leaders at any level to bring their teams to high levels of effectiveness in the face of extremely challenging environments.
afstand
Abandon / abondonneren zijn termen waarmee wordt aangegeven dat we op de uitoefendatum verder niets met een optie willen doen, we willen hem niet uitoefenen, en er is geen sprake meer van tijdswaarde. We doen er gewoon niets mee en de optie loopt waardeloos af. In het algemeen: Afstand doen of het niet uitoefenen van een (eigendoms)recht.
after marketing
Activiteiten die zijn gericht op het verbeteren van de relaties met bestaande klanten.
affectief gedrag
Affectief gedrag is gericht op het creëren en onderhouden van een goede relatie met een persoon. Het gedrag uit zich verbaal of non-verbaal bijvoorbeeld in de vorm van goedkeuring, empathie, openheid, eerlijkheid, vriendelijkheid, respect en dergelijke.
afwikkeling
Afhandeling, afdoening de afwikkeling van de schade neemt 2/3 van de tijd in beslag.
afbrekende terugkoppeling
Afkeurende terugkoppeling zonder behulpzaam, stimulerend of bemoedigend te zijn.
afkoop
Afkoop is het ineens uitbetalen van een bedrag ter vervanging van een verplichting om in de toekomst een serie betalingen te doen (afkoop). In geval van afkoop wordt de verzekering op verzoek van de verzekeringnemer voortijdig beëindigd, waarbij de verzekeraar de afkoopwaarde uitbetaalt.
afschrijvingskosten
Afschrijvingskosten zijn de kosten die de economische waardevermindering weergeven van een goed gedurende de economische levensduur. De termen economische levensduur, technische levensduur en restwaarde zijn hier van belang.
afsluitprovisie
Afsluitprovisie is het bedrag dat een bank in rekening brengt voor het afsluiten van een hypothecaire lening (hypotheek).
afwijkingsmarge
Afwijking tussen het onderzoeksresultaat en de feitelijke toestand als gevolg van steekproefomvang.
afnemersgedrag
Al het gedrag van de afnemer dat te maken heeft met het kopen, gebruiken en afdanken van een product of dienst. (zie verder: consumentengedrag)
afweermechanisme
Algemeen: afweermechanismen psychologie methode door middel waarvan het `ik` zich verdedigt tegen uit het driftleven stammende impulsen. Specifiek: Methoden van mensen om zich te beschermen tegen het aangaan van verplichtingen waarvan men later spijt kan krijgen, bijvoorbeeld een impulsaankoop..
after sales
Alle activiteiten die worden verricht in de fase na het afsluiten van een verkoopovereenkomst, zoals service, naverkoop en relatieopbouw. Doel van de activiteiten is de relatie met de klant te bestendigen en nieuwe verkoopmogelijkheden te creeren bij de klant of zijn relaties.
afschrijvingspolitiek
Ander woord voor afschrijvingsbeleid. De manier waarop bedrijven afschrijven, kan en mag verschillen. Bedrijven worden wel geacht als zij eenmaal een beleid hebben vastgesteld, dit een aantal jaren te hanteren. Het is niet de bedoeling dat de methode van afschrijven elk jaar verandert, al naar gelang het een bedrijf uitkomt.
affiliatiebehoefte
Behoefte aan sociaal contact en aan verbondenheid met anderen.
afroeporder
Bestelling van een bepaalde hoeveelheid goederen binnen het kader van een eerder overeengekomen raamcontract.
affaire
Beursterm voor een effectentransactie.
afbrokkelend
Beursterm voor gestaag dalende koersen.
afnemer georienteerde prijszetting
Bij de 'klantgeoriënteerde prijsstelling' gaat het bedrijf uit van wat de afnemer is bereid te betalen.
afwijkingenanalyse
Bij deze analayse wordt vastgesteld welke afwijkingen er zijn tussen twee vergelijkbare grootheden (b.v. verwachte kosten vs. werkelijke kosten; b.v. winst vorig jaar vs. winst dit jaar) en wordt gezocht naar de achterliggende oorzaken voor de optredende afwijking, zodat maatregelen kunnen worden getroffen mocht dat nodig zijn.
affect referral
Bij dit type consumentengedrag maakt de consument de keuze voor een product op basis van al eens eerder gemaakte afwegingen.
aflosbaarstelling
Bij het bereiken van de aflossingsdatum stelt men een obligatie aflosbaar of betaalbaar. De belegger ontvangt dan de nominale waarde van de obligatie terug.
affectieve culturen
Culturen waarin het gewoon is dat mensen emoties en gevoelens tonen tijdens het communicatieproces.
afnemersrelatie
De (machts-)verhouding tussen jouw organisatie en de afnemer.
afzetmarkt
De `afzetmarkt` is de markt waarop goederen van een bedrijf worden verkocht. Dit kan zowel in het thuisland van het bedrijf zijn, als in het buitenland. De keuze van een afzetmarkt kan een belangrijke factor zijn van het succes van een onderneming.
aflossingsperiode
De aflossingsperiode is de periode waarin een obligatie wordt uitgeloot.
afnemersanalyse
De afnemersanalyse is een onderdeel van de SWOt-analyse waarbij aan afnemers (afnemende producenten, handelaren en eindgebruikers) vragen worden gesteld omtrent marktsegementatie, koopmotieven, onvervulde behoeften, e.d..
afhandeling uitgaand
De behandeling die uitgaande goederen zowel administratief als fysiek moeten ondergaan vanaf het moment dat de verzendopdrachten kunnen worden uitgevoerd tot aan het moment van het werkelijke vervoer van de goederen.
affiliation need
De behoefte die iemand heeft zich om aan te sluiten bij anderen en een loyale medewerker, collega, teamlid of vriend te zijn.
afgiftedatum van de verkooporder
De datum waarop de verkoopopdracht is afgesloten. Deze datum dient op de verkooporder te zijn vermeld.
afloopdatum
De datum waarop een optie of een future ophoudt te bestaan ofwel expireert. De afloopdatum heet ook wel expiratiedatum. Bij opties genoteerd op Euronext.liffe Amsterdam is de afloopdatum altijd de derde vrijdag van de afloopmaand, tenzij dat geen handelsdag is.
after-hours trading
De handel buiten de normale handelsuren.
aftermarket
De handel in een aandeel na de beursintroductie.
afhandeling inkomend
De handelingen die inkomende goederen zowel administratief als fysiek moeten ondergaan totdat de goederen in de geplande locatie (de ontvangst-verzendomgeving of de voorraadplaats) zijn geplaatst.
afroepserie
De hoeveelheid goederen die volgens een afroep wordt geleverd of afgenomen.
afzet
De hoeveelheid producten die is verkocht.
afsluitbereidheid
De innerlijke bereidheid van een consument om over te gaan tot een transactie.