Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
afrekenkoers
De koers van de onderliggende waarde waarop afrekening plaatsvindt van opties en futures op expiratiedag. Bij opties en futures op de AEX-index® bijvoorbeeld is deze koers het gemiddelde van de 31 noteringen die op de laatste handelsdag elke hele minuut van 15.30 tot en met 16.00 uur totstandkomen. Euronext.liffe Amsterdam stelt de afrekenkoers vast, die uitsluitend geldt voor cashsettlementproducten.
aflossingskoers
De koers waartegen de obligaties worden afgelost door de instelling die in het verleden de betrok ken obligaties heeft uitgegeven. Dit kan het oorspronkelijke bedrag zijn maar er kan ook een vorm van indexering, bijvoorbeeld voor inflatie plaatsvinden.
afnemer
De koper van een product of dienst.
afhandelingskosten
De kosten die verbonden zijn met het uitvoeren van een bepaalde aangelegenheid, zoals het verlenen van een vergunning, het wegslepen van een voertuig na een ongeval, het afwikkelen van een kredietaanvraag of een bestelling, enz..
afwikkelen
De laatste fase in het proces van groepsontwikkeling. Het is de fase waarin het team wordt afgebouwd.
afwikkelingsmaand
De laatste maand waarin men een agrarisch termijncontract kan verhandelen; vergelijkbaar met de afloopmaand (expiratiemaand) van opties.
afloopmaand
De maand waarin een optie of een future ophoudt te bestaan of wel expireert.
afdankgedrag
De manier waarop de consument stopt met het gebruiken van een eerder gekocht product.
afschrijvingsmethode
De manier waarop men de slijtage van duurzame productiemiddelen berekent en in de boekhouding verwerkt
aftrekbaarheid
De mate waarin een bepaalde uitgave in mindering mag worden gebracht op het bedrag waarover belasting moet worden betaald.
afzetverwantschap
De mate waarin produkten binnen het assortiment of de produktgroep verwant zijn in de wijze waarop ze worden afgezet, zoals hetzelfde afzetkanaal, verkooppersoneel en dergelijke.
afzender
De partij van wie een poststuk of een zending goederen afkomstig is.
afloopperiode
De periode die gelegen is tussen het begin en het einde van de afloop.
Aflossingstermijn
De periode waarin een lening middels een aantal periodieke betalingen wordt afgelost.
afschrijvingstermijn
De periode waarover bijvoorbeeld een aangekochte machine of computersoftware wordt afgeschreven.
afdelingsnacalculatie
De periodieke berekening van het verschil tussen de voorgecalculeerde en de werkelijke kosten van de productie van een afdeling.
afroepplanning
De planning door de afnemer van de afroeporders met betrekking tot de tijdstippen waarop en de hoeveelheden waarin de desbetreffende orders moeten worden geleverd.
afgiftekoers
De prijs waartegen onder andere niet-genoteerde beleggingsfondsen, banken en andere financiele instellingen bereid zijn hun producten te verkopen.
afsluitprocedure
De procedure die er voor moet zorgen dat de status van een fysieke telling en het daarmee overeenkomende aantal dat in een computer(bestand) is opgeslagen identiek zijn ongeacht het tijdsverloop.
afhankelijkheden
De relatie tussen producten of activiteiten. Bijvoorbeeld: de ontwikkeling van product C kan niet worden gestart totdat de producten A en B zijn afgerond. Afhankelijkheden kunnen intern of extern zijn. Interne afhankelijkheden zijn afhankelijkheden die vallen onder de controle van de Project Manager. Externe afhankelijkheden zijn afhankelijkheden die vallen buiten de controle van de Project Manager bijvoorbeeld: de oplevering van een voor dit project noodzakelijk product dat afkomstig is van een ander project.
afhankelijkheid
De relatie waarbij een proces of activiteit direct bepaald wordt door een ander proces of activiteit.
afnameplicht
De schrijver van put-opties heeft de plicht op zich genomen om als hij aangewezen wordt de onderliggende waarde af te nemen tegen de uitoefenkoers, ongeacht de werkelijke koers van dat moment.
after sales service
De service die aan klanten wordt verleend nadat het product of de dienst is verkocht en geleverd.
afhandelingsdienst
De service die de fysieke en/of administratieve behandeling van een zending omvat.
afsluittechniek
De techniek om de laatste fase van een verkoopgesprek te voeren.
afgeleide instrumenten
De term afgeleide financiele instrumenten staat voor het groot aantal instrumenten die zijn ontwikkeld om zich in te dekken tegen het wisselrisico, het intrestrisico en vooral de fluctuaties.
afbreektijd
De tijd die nodig is om een instelling van een machine of een voorziening te verwijderen. Afbreken is een element in de fabricagedoorlooptijd en is dikwijls opgenomen in een instel- of bewerkingstijd.
afnemerstrouw
De trouw van een afnemer aan een leverancier (leverancierstrouw) of merk (merkentrouw).
afzetspreiding
De verhouding tussen het aantal verkooppunten waar het product daadwerkelijk verkrijgbaar is en het totaal aantal in aanmerking komende verkooppunten.
afloopfase
De vierde en laatste fase van de levenscyclus van een product. Het product belandt in deze fase door technologische vernieuwingen, gewijzigde behoeften en voorkeuren van gebruikers, gewijzigde regelgeving of (milieu-)inzichten, e.d. waardoor het product achterhaald is geworden.
afgeleide vraag
De vraag naar industriële goederen en diensten. De vraag is afgeleid van de vraag naar de produkten die middels die industriële goederen en diensten worden vervaardigd. Zo is de vraag naar nieuwe vliegtuigen afgeleid van de vraag naar vliegreizen.
after sales mailing
Dit is een mailing die wordt verstuurd aan klanten naar aanleiding van het afsluiten van een koop. De bedoeling is een positief klimaat te scheppen voor eventuele vervolgaankopen.
afwijkingsplan
Dit is een plan dat vaak volgt op een Exception Report. Voor een afwijking op het niveau van het Stage Plan dekt het de periode vanaf heden tot het einde van de huidige fase. Als de afwijking zich op projectniveau zou voordoen, dan zou het Project Plan moeten worden vervangen.
afleverinstructie
Document uitgegeven door een klant en waarin instructies omtrent de bijzonderheden over de aflevering van de bestelde goederen worden gegeven.
afkeurende verklaring
Een accountantsverklaring die wordt afgegeven indien de accountant van mening is dat er sprake is van een misleidende of onvolledige jaarrekening.
afdelingsoverstijgend
Een activiteit, systeem of team, waarbij meer dan een functioneel gebied van een organisatie betrokken is. Het risico bestaat hierbij dat er conflicterende belangen en competentiekwesties ontstaan.
afschrijven op aandelen
Een ander woord voor afschrijven op aandelen is 'afstempelen'. Vermindering van de originele nominale waarde van een aandeel. Door afstempeling wordt de grootte van het geplaatste aandelenkapitaal gewijzigd. Afstempeling gebeurt meestal bij ondernemingen die langdurig forse verliezen hebben geleden. Door afstempeling wordt de nominale waarde van het aandelenkapitaal in overeenstemming gebracht met de werkelijke waarde van het bedrijf.
afgesloten archief
Een archief waarin geen nieuwe archiefstukken meer worden opgenomen.
afroepvrijgaven
Een autorisatie om te verzenden of te produceren op basis van een afroepovereenkomst of contract.
afdekken
Een belegger kan het mogelijke risico van een bepaalde positie in effecten verminderen door een tegengestelde positie aan te gaan; zo dekt hij de bestaande positie af. Een mogelijke koersdaling van een aandelenportefeuille kan men bijvoorbeeld opvangen door een putoptie te kopen. Het afdekken van een positierisico noemt men ook wel 'hedging'.
afroepsysteem
Een bestelsysteem waarbij afroeporders worden geplaatst en op latere tijdstippen worden afgeroepen.
afsprakenboek
Een boek waarin alle afspraken worden bijgehouden.
afstemmen van werkbezetting
Een concept voor het besturen van een fabricage-onderneming met als doel het verkrijgen van een constante doorlooptijd. De wijze van aanpak bestaat uit het analyseren van de fabricagebewerkingen en het opsporen van de productiemiddelen die wachttijden veroorzaken. Alle (zowel knelpunt als niet-knelpunt) productiemiddelen worden met behulp van bewerkings- en wachttijden in een normatieve doorlooptijd vastgelegd. Via de vrijgave van werkorders, een activiteit die wordt ondersteund door een computerprogramma, worden de voorwaarden gerealiseerd om de werkelijke doorlooptijd gelijk aan de norm te houden.
affectief conflict
Een conflict dat ligt op het persoonlijk vlak.
afnemende curve
Een curve met een afnemend stijgingsverloop.
afgelegd dossier
Een dossier dat gesloten is.
afdeling
Een duidelijk onderscheiden en vaak gespecialiseerd deel van een organisatie, regering of onderneming.
aflossingsfonds
Een fonds waarin regelmatig geld wordt gestort om op termijn te kunnen voldoen aan een verplichting, zoals het aflossen van een schuld.
afschrift
Een genummerd en gedateerd bericht van de bank over verrichte betalingen, ontvangen bedragen en saldo van de rekening
afbeelding
Een grafische weergave van iets.
afsluitsignaal
Een kenbare uiting, waarmee een klant in een koop-/verkoopgesprek aan geeft dat hij tot een beslissing is gekomen.
afwijzen
Een maatregel voor een risico (kans) waarbij een bewuste en weloverwogen beslissing wordt genomen om de kans niet te benutten of te vergroten, nadat is vastgesteld dat dat voordeliger is dan het nemen van een andere risicomaatregel. De kans moet wel doorlopend worden bewaakt.
afwijkingsrapport
Een managementrapportage waarbij (vooral visueel) de nadruk wordt gelegd op uitzonderlijke resultaten (zowel positief als negatief).
afdelingenstelsel
Een manier om een archief te ordenen door het in te delen overeenkomstig de de inrichting van de organisatie.
aflossingsindexering
Een manier om obligaties af te lossen waarbij de koers waartegen deze obligaties worden afgelost wordt aangepast aan de inflatie. In het algemeen zal er dus een hoger bedrag terugbetaald worden dan dat er oorspronkelijk is geleend.
afroeporders
Een manier van inkopen waarbij je materialen geleverd krijgt op het moment dat je ze nodig hebt.
afsplitsing
Een nieuw bedrijf dat ontstaat door afsplitsing van een bestaand bedrijf of als gevolg van verzelfstandiging van een onderdeel of een activiteit van een niet-commerciele organisatie.
aflosbare obligatie
Een obligatie die door de uitgever mag worden afgelost voor de geplande einddatum van de obligatielening.
afhankelijke onderneming
Een onderneming waarin een andere organisatie overwegende invloed uit kan oefenen.
afgeplatte organisatie
Een organisatie waarvan het aantal hiërarchische lagen is verminderd.
afnamecontract
Een overeenkomst tussen leverancier en afnemer waarbij zij zich wederzijds verbinden om binnen een bepaalde tijd en tegen een bepaalde prijs een bepaalde hoeveelheid goederen te leveren/af te nemen.
afroeplijst
Een overzicht van afroeporders.
afvalfactor
Een percentage dat in de productstructuur wordt gebruikt om de brutobehoeften te verhogen teneinde een verwacht verlies tijdens de fabricage van een bepaald product te compenseren.
afgesloten periode
Een periode die boekhoudkundig is afgesloten. De financiële gegevens over een dergelijke periode worden niet meer veranderd. Eventuele nieuwe gegevens met betrekking tot die periode worden in latere perioden verwerkt.
afwezige
Een persoon die met of zonder geldige redenen niet aanwezig is op het werk.
aftrekpost
Een post die u in mindering mag brengen op het bedrag waarover belasting betaald moet worden.
after-market product
Een product waarbij men na aanschaf voortdurend bepaalde verbruiksgoederen nodig heeft. Denk bijvoorbeeld aan een kopieerapparaat dat kopieerpapier verbruikt.
afgesloten project
Een project dat is afgelopen, hetzij omdat het voltooid is, hetzij omdat men er tussentijds mee gestopt is.
afgeleid recht
Een recht dat voortkomt uit (afgeleid is van) een ander recht.
affiche
Een reclame-uiting in de vorm van een biljet dat kan worden aangebracht op een plakbord, prikbord o.i.d..
afbetalingsregeling
Een regeling tussen een schuldeiser en een schuldenaar waardoor deze laatste een schuld in termijnen mag aflossen.
afhankelijkheidsrelatie
Een relatie waarin de ene partij zich in een ondergeschikte positie bevindt ten opzichte van de andere.
after action review
Een review gericht op het systematisch verzamelen van nieuwe kennis als gevolg van doorgevoerde activiteiten of processen. De vragen die daarbij telkens aan de orde komen zijn: Wat had er moeten gebeuren? Wat is er gebeurd? Welke lessen kunnen hieruit worden getrokken?
affidavit
Een schriftelijke verklaring, opgesteld door een beedigd persoon bestemd voor gerechtelijke doeleinden. Bijvoorbeeld voor de houder van een obligatie waarvan de houder geen onderdaan is van het land waar de obligatie is uitgegeven en daar niet woont, met als doel het verkrijgen van belastingfaciliteiten.
afnemersorientatie
Een situatie waarbij de organisatie haar beleid primair baseert op informatie met betrekking tot haar afnemers.
afwijking
Een situatie waarin wordt verwacht dat de tolerantiegrenzen zullen worden overschreden die zijn overeengekomen tussen de Project Manager en de Project Board (of tussen de Project Board en het bedrijfs- of programmamanagement).
afhankelijke steekproef
Een steekproef die is gerelateerd aan een andere steekproef, uit dezelfde populatie.
afhankelijke steekproeven
Een steekproef die via één of meer variabelen is gerelateerd aan een andere steekproef, uit dezelfde populatie. Staat tegenover onafhankelijke steekproef.
affiliatie
Een systeem waarbij een grootwinkelbedrijf optreedt al grossier voor detaillisten.
afdelingsoverstijgend team
Een team dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van verschillende afdelingen. Bij projecten met betrekking tot productontwikkeling bestaat het team gewoonlijk uit vertegenwoordigers van alle afdelingen die bij productontwikkeling betrokken zijn: marketing, R&D, productie, service, financien, inkoop en kwaliteit. Teamleden zijn gewoonlijk bevoegd hun afdeling te vertegenwoordiger en besluiten te nemen met betrekking tot het ontwikkelingstraject.
afboektelpunt
Een techniek van terugwaartse afboeking die gebruik maakt van meer dan één niveau van de stuklijst en die teruggaat tot voorgaande telpunten van de productie.
afgestemde productie
Een term die bij just-in-time toepassingen soms wordt gebruikt voor een repeterende productie.
affiliatief leiderschap
Een van de leiderschapsstijlen van Goleman, waarbij de leider het accent legt de moraal, de sfeer en het samenhorigheidsgevoel van de medewerkers.
afschrijvingsreserve
Een voorziening die wordt opgebouwd om vervangingsinvesteringen te kunnen financieren.
afscherming
Een voorziening ter bescherming tegen schadelijke invloeden van buitenaf.
affiliate marketing
Een vorm van internet-franchising, waarbij een onderneming via websites van anderen klanten werft. Partijen die dergelijke reclame (gewoonlijk banners of doorklikmogelijkheden) op hun website toestaan ontvangen een bepaald percentage van de omzet die vanaf hun site tot stand is gekomen. Amazon.com is een heel bekend voorbeeld hiervan.
afdingen
Een vorm van verdelingsonderhandeling waarbij wordt onderhandeld over prijzen en voorwaarden van een transactie.
afhankelijke vraag
Een vraag die rechtstreeks betrekking heeft op of is afgeleid van de vraag naar andere onderdelen of eindproducten. Afhankelijke vragen worden berekend en behoeven niet te worden voorspeld.
afnemerskrediet
Financiele ruimte die je krijgt als leverancier, doordat kopers de goederen al betalen en ze pas later geleverd krijgen. In de tussentijd heeft de koper de goederen die voor hem bestemd zijn 'gefinancierd'.
afwijkend gedrag
Gedrag dat naar algemeen geldende maatschappelijke opvatting afwijkt van de norm.
afzetaandeel
Gemiddeld aandeel van de afzet van een product of merk bij een bepaalde leverancier ten opzichte van de totale afzet van soortgelijke producten bij de distributeurs. BV: percentage Heineken van de bierverkoop van een slijter.
affectieve respons
Gevoelens die je ervaart als je met iets in aanraking komt, bijvoorbeeld met een reclame-uiting. Deze gevoelens zijn van invloed op het koopgedrag.
afdekken
Hedging is het afdekken van risico's door het aangaan van een andere positie. Sommige effectentransacties kunnen het risico elimineren dat door een reeds bestaande positie is gecreëerd. Zo kan een belegger die callopties schrijft, deze short-positie afdekken door het kopen van de onderliggende waarde.
afhandeling
Het aanpakken van een probleem, activiteit of kwestie totdat ze volledig is afgewerkt.
afwezigheidspercentage
Het aantal medewerkers dat gedurende de werktijd niet op het werk aanwezig is, uitgedrukt in een percentage van alle medewerkers. Of er sprake is van terechte of onterechte afwezigheid speelt bij de berekening geen rol.
afstemming van de bewerkingen
Het afstemmen van de werkelijke productiesnelheid van alle bewerkingen op de vraag naar onderdelen die nodig zijn voor de eindassemblage en eventueel voor leveringen aan de klanten bij een repeterende precies-op-tijd productie.
afkeur
Het afwijzen van geleverde goederen, als zijnde niet conform specificaties of kwaliteitsafspraken
aflossingscapaciteit
Het bedrag dat een organisatie vanuit haar nettowinst aan kan wenden voor het aflossen van schulden
afkapwaarde
Het bedrag dat men voor een investering/project kan krijgen als men er akuut mee zou stoppen
afloop
Het beëindigen van de verkoop of de productie van een product.