Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
econometrie
De tak van de economische wetenschap, die met behulp van rekenkundige modellen onderzoek doet naar economische verschijnselen.
ecologisch bouwen
De term 'ecologisch' heeft vaak de betekenis: 'met respect voor het natuurlijk evenwicht'. Bij ecologisch bouwen wordt met name gekeken naar de ecologie van het bouwen en het materiaalgebruik. Daarbij spelen factoren een rol als de voorraad van de grondstof, de (mogelijke) gevolgen van de winning voor het milieu en mogelijkheden voor het terugbrengen in de natuurlijke kringloop van dat materiaal. Deze benadering mondt uit in het zoveel mogelijk toepassen van technieken die voorzien in zelfvoorzienend wonen, leven en werken. Belangrijke aspecten zijn het gebruik van 'natuurlijke' of vernieuwbare grondstoffen, duurzame energie, gesloten watersystemen en dergelijke.
economische levensduur
De tijd dat een kapitaalgoed economisch rendabel kan functioneren.
economie
De wetenschap die zich bezig houdt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten.
economische orde
De wijze waarop economische handelen van overheden, consumenten, producten belangenbehartigers en intermediairs in onderlinge samenhang in zijn werk gaat
Economische Controle Dienst
Dienst binnen het Ministerie van Economische Zaken (EZ) die belast is met het opsporen en vervolgen van economische delicten.
ecodesign
Ecodesign houdt in dat milieu mede richting geeft bij het ontwerpen van een product. Het krijgt een gelijkwaardige plaats tussen andere eisen. Gekeken wordt naar alle mogelijke milieu-effecten in de gehele levensketen van het product, van het winnen van de grondstoffen, via de productie tot en met de afdanking. Andere veel gebruikte begrippen met dezelfde betekenis zijn: milieuvriendelijke productontwikkeling (MPO) en design for environment (DfE).
eco-indicator
Eco-indicatoren maken de complexe LCA-methode inzichtelijker door de milieubelasting van een product als één getal weer te geven. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de milieubelasting. Hierdoor is ook snel te zien in welke levensfase (productie, gebruik, afdanking) de grootste milieubelasting optreedt.
economisch delict
Economische misdrijven en overtredingen op grond van de Wet op de Economische Delicten.
economische analyse
Een analyse, waarbij twee of meer in aanmerking komende mogelijkheden om een bepaald doel te bereiken met elkaar worden vergeleken met betrekking tot hun kosten en baten. De analyse moet leiden tot de gunstigste keuze in economisch opzicht.
economy class
Een categorie vliegreizen, die qua prijs en comfort minder is dan first class en business class vliegreizen.
econoom
Een deskundige die zich bezig houdt met de bestudering of de toepassing van de economische wetenschap.
ecosysteem
Een ecosysteem bestaat uit alle organismen in een bepaald gebied en hun leefomgeving. Het begrip wordt veelal in de context van biologie geplaatst, maar kan vanuit economische invalshoek ook worden aangeduid als een verzameling van deelnemers binnen een economische krachtenveld.
economische kringloop
Een in schema weergegeven overzicht van de goederen- en geldstromen, zoals deze bestaan als gevolg van economisch handelen.
economic profit
Een opstelling die het verschil weergeeft tussen de winst die gemaakt wordt met een concrete investering en de theoretische winst op basis van een investering in het meest lucratieve alternatief.
ecologische intelligentie
Een product of proces waarvan het ontwerp gebaseerd is op de intelligentie van natuurlijke systemen (zoals voedselkringlopen, ketenafhankelijkheid, overvloed, diversiteit, zonne-energie en regeneratie).
economisch resultaat
Het resultaat na aftrek van een als redelijk beschouwde vergoeding voor het eigen vermogen.
eco-efficiëncy
Het streven naar een zo laag mogelijke belasting van het milieu als gevolg van de bedrijfsactiviteiten van de organisatie en van de follow up.
economische schaalgrootte
Het verschijnsel waarbij grote productiehoeveelheden de kosten per eenheid verminderen door de vaste kosten over een groter aantal productiehoeveelheden te spreiden.
economy of flow
Het voordeel dat wordt behaald door een waardevraag (de vraag van een klant om hem een bepaalde dienst te verlenen) zo adequaat mogelijk af te handelen, te weten: - voldoen aan de wens van de klant in de variëteit zoals ze zich aandient; - met een minimum aan foutvraag (vraag die optreedt omdat de dienstverlening niet meteen goed is; - met een minimum aan overdrachten binnen het systeem, waardoor fouten of vertragingen of extra werk zouden kunnen optreden;
economische vervanging
Het voortijdig vervangen van productiemiddelen door middelen, waarmee winstgevender kan worden geproduceerd.
economies of size
Hiervan is sprake als de gemiddelde indirecte kosten per eenheid product afnemen bij een toename van de productie.
economische machtspositie
Hiervan is sprake indien een der marktpartijen een meer dan evenredige invloed op de markt kan uitoefenen.
economisch eigendom
Hiervan is sprake indien iemand niet juridisch eigenaar is, maar wel de feitelijk beschikking heeft over een goed als ware hij eigenaar.
economische slijtage
Kapitaalgoederen slijten door het gebruik (technische slijtage) en doordat ze verouderen: er komen nieuwe machines op de markt waarmee beter, goedkoper of sneller kan worden geproduceerd (economische slijtage). De oude machine is dan technisch nog niet versleten, maar hij wordt toch buiten gebruik gesteld, omdat hij vergeleken met het nieuwe alternatief niet meer rendabel is
economische transactiekosten
Kosten die moeten worden gemaakt om een economische transactie (een ruil) tot stand te brengen. Denk hierbij aan kosten om zich te informeren, om te onderhandelen, te administreren, te effectueren, e.d.
economische nadelen van agglomeraties
Kosten en verliezen die verband houden met het feit dat de holding onvoldoende vertrouwd is met de kernactiviteiten van een dochtermaatschappij en de markt waarin deze actief is.
economies of density
Kostenbesparingen die optreden bij een grotere geografische dichtheid van klanten voor een product.
economies of integration
kostenbesparingen die optreden door samenwerking bijvoorbeeld op het vlak van inkoop, productie, reclame, e.d.
eco levenscyclusanalyse
LCA is een systematische set van methoden om een product over zijn totale levenscyclus (vanaf grondstoffenwinning tot afdanking) te analyseren m.b.t. de milieubelasting (input en output van energie en materialen) die in elk van deze fasen voorkomt. De milieubelasting die in kaart wordt gebracht heeft zowel betrekking op de producten zelf als op de gebruikte productieprocessen.
economische toegevoegde waarde
Netto winst minus de kosten voor het kapitaal.
ecologie
Onderdeel van de biologische wetenschap dat zich bezig houdt met dieren en planten in relatie tot hun omgeving.
economies of buyers focus
Strategie waarbij een onderneming zich op een kleine groep potentiële afnemers richt.
ecologisch systeem
Systeem bestaande uit levende organismen in wisselwerking met hun omgeving.
economies of scope
Voordelen die ontstaan doordat een organisatie een samenhangend pakket van producten maakt in plaats van zich te specialiseren in de productie van een enkel product.
EDI normen
Normen voor elektronische data uitwisseling. Door gebruik te maken van deze standaarden kunnen onderling gegevens met betrekking tot zakelijke transacties worden uitgewisseld tussen (keten-) partners.
edifact
Afkorting van 'Electronic Data Interchange for Administration, Commerce, and Transport', de EDI standaard van de Verenigde Naties.
education verification
Controleren of een sollicitant de door hem/haar opgegeven opleidingen daadwerkelijk geeft doorlopen.
eerste doorgangopbrengst
De verhouding van de nuttige uitvoer van een eerste bewerkingsgang ten opzichte van de bij die eerste fabricagegang behorende invoer.
eerlijke prijs
De prijs voor een product of dienst die de gemiddelde klant bereid is om te betalen.
eerste-orde effening
De term heeft betrekking op een enkelvoudig exponentieel uit te voeren effening. Een eerste-orde effening kan het beste worden toegepast bij voorspellingsproblemen indien de gegevens geen significante trend of seizoenpatronen te zien geven.
eenheidsprijs
De prijs per eenheid product (per liter, meter, kilo, enzovoort)
eenheid van beleid
De leiding binnen de organisatie wordt op een zodanige wijze gestalte gegeven, dat op alle niveaus binnen de organisatie gewerkt wordt vanuit een en hetzelfde gezichtspunt.
eer
De mate waarin en de wijze waarop men zich houdt aan normen en waarden. Dit moet voorbeeldig zijn om van eer te kunnen spreken.
eenheid van bevel
De medewerker heeft maar met één leidinggevende te maken van wie hij opdrachten ontvangt.
eenheid
(1) Een fysiek herkenbaar onderdeel van een groter ontwerp of product. Het kan één of meer functionele elementen bevatten. (2) Een product of een eenheid dat voorkomt in een opsomming.
eenheid
Een afzonderlijk te testen of anderszins als een afzonderlijke eenheid te beschouwen onderdeel van een computerprogramma. Syn: component, module
eenmansbesluit
Een besluit dat op grond van zijn bevoegdheden tot stand is gekomen door 1 persoon.
eerste partij inspectie
Een inspectie die wordt uitgevoerd door medewerkers van de organisatie zelf of door een externe partij die door de organisatie is ingehuurd.
een-op-een-marketing
Een manier van marketing bedrijven waarbij men zich richt op afzonderlijke individuen met het oogmerk daarmee langdurige klantrelaties opte bouwen. Een en ander gebeurt vaak op basis van vooraf verzamelde informatie
eenvoudige matrix
Een matrix-organisatie waarbinnen de diverse managers aangelegenheden als de verdeling van middelen en eventuele conflicten onderling uitonderhandelen.
eeuwigdurende lening
Een obligatielening die nooit aflost; de uitgevende instelling keert alleen rente uit. Op de effectenbeurs van Euronext Amsterdam staan nog enkele oude eeuwigdurende leningen genoteerd, zoals een Belgische staatslening uit 1842. Ook de Grootboekleningen van de Staat der Nederlanden (die dateren uit 1814!) zijn eeuwigdurende leningen.
eenmanszaak
Een ondernemingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, waarbij de eigendom in handen is van 1 persoon. Deze is hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de onderneming.
eenzijdige overeenkomst
Een overeenkomst waarbij slechts voor een van de contracterende partijen verplichtingen ontstaan.
een dag uit het leven van
Een techniek die kan worden ingezet bij de ontwikkeling van producten en diensten om te achterhalen wat de wensen en voorkeuren van toekomstige gebruikers zijn. Met behulp van de techniek wordt het mogelijk zich een levendige voorstelling te maken van het toekomstig gebruik van producten/diensten in alledaagse situaties en omstandigheden.
eenmalige uitkering
Een vooraf gefixeerd bedrag dat voor een prestatie wordt betaald onafhankelijk van de werkelijke inspanning die daarvoor wordt geleverd.
eerste klas waardepapier
Engelse term voor een topaandeel of hoofdfonds. Voorbeelden van Nederlandse blue chips zijn onder andere Koninklijke Shell, Philips en ABN AMRO.
eerste in de markt
Het eerste product in de markt van een geheel nieuwe productcategorie
eerlijke beloning
Loon dat qua hoogte in overeenstemming is met de prestatie die er tegenover staat.
eerste lijn manager
Manager die leiding geeft aan medewerkers die geen leidinggevende taken en bevoegdheden hebben.
eerstelijns management
Managers die direct sturing geven aan medewerkers van het uitvoerend niveau.
eeuwigdurende rente
Rente op een lening zonder aflossing.
eendimensionale taxonomie
Taxonomie waarbij een item slechts aan een concept kan worden gekoppeld.
eersterangsobligatie
Een obligatie met de hoogst mogelijke score voor creditwaardigheid.
effectieve omzet
De omzet in geldwaarde. Bij aandelen is dit het aantal verhandelde stukken vermenigvuldigd met de beurskoers. Bij obligaties is dit de nominale waarde vermenigvuldigd met de prijs in procenten.
effectiviteit
Doeltreffendheid: de mate waarin doelstellingen worden bereikt.
EFQM-model
Door de European Foundation For Quality Management ontwikkelde methode om de prestaties van een organisatie te inventariseren. Het model geeft een bruikbaar raamwerk voor integrale kwaliteitszorg.
effectieve voorraad
De fysieke voorraad van een bepaald artikel vermeerderd met de bestelde maar nog niet ontvangen hoeveelheid van dat artikel.
effectieve productietijd van een machine
De geplande bezettingstijd van een machine minus de in- en omsteltijden, de leegloop en de storingstijden.
effectieve vraag
De effectieve vraag is de totale voorgenomen economische vraag naar goederen en diensten in een samenleving gedurende een jaar. Totaal houdt in dat alle relevante vraagsectoren binnen de economie worden meegeteld. Dit zijn de gezinnen die consumeren (C), de bedrijven die investeren (I), de overheidsbestedingen (O) van de overheid en de vraag uit het buitenland, het saldo van de export (E) en de import (M). Voorgenomen betekent dat de plannen van de sectoren niet alleen door hen gewenst zijn, maar ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.
effectieve datum
De datum waarop een onderdeel of een bewerking wordt toegevoegd aan of verwijderd uit een stuklijst of een assemblageproces. De effectieve datum wordt gebruikt in het explosieproces om de vraag naar de juiste onderdelen vast te stellen.
effeningsmethode
Een berekeningsmethode, zoals enkele/dubbele exponentiële effening, gebruikt bij het effenen van een reeks getallen.
effectenbeurs
Een centrale, gereguleerde marktplaats voor de verhandeling van aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en dergelijke. In Nederland, België, Portugal en Frankrijk is de marktplaats voor deze producten de cashmarkt van Euronext. Op de derivatenmarkt vindt de verhandeling plaats van hiervan afgeleide producten (of derivaten) zoals opties en futures.
effectief redeneren
Een manier van redeneren, die leidt tot een specifieke en bruikbare uitkomst.
effeningsfactor
Een weegfactor die wordt gebruikt bij het effenen van reeksen getallen.
effectindicator
Effectindicatoren geven inzicht in de achterliggende oorzaken en omstandigheden die de resultaten van een 'leading indicator' kunnen beïnvloeden. Een voorbeeld van een leading indicator (of sleutel prestatie-indicator ): de verkoopresultaten van een organisatie. Voorbeelden van effectindicatoren in dit verband kunnen dan zijn: reclame-inspanningen en hun respons, prijselasticiteit van de vraag, bestedingen van marketing- en reclamebudgetten, en dergelijke.
effectief gedrag
Gedrag dat leidt tot het bereiken van doelstellingen.
effening
Het bepalen van een gemiddelde of het vervangen van een willekeurige (wiskundige) eenheid (geometrische grootheid, grafische representatie van een fenomeen, wiskundige functie) door een vloeiend verlopende eenheid.
effectief rendement
Het effectief rendement van een obligatie is het werkelijke rendement, rekening houdend met eventuele aflossingswinst of aflossingsverlies en coupon.
effectief
Het verlangde effect opleverend.
efficiencyverschil
Het verschil tussen wat een organisatie in een bepaalde periode heeft gepresteerd en hetgeen zij met de beschikbare middelen naar verwachting had kunnen presteren. Dit verschil kan positief zijn (meer gepresteerd) of negatief. in dit laatste geval spreken we van efficiencyverlies.
efficient replenishment
Het zo goed mogelijk (tijdig, correct en met minimale kosten en inspanning) bevoorraden van winkels door het optimaliseren van logistieke en productieprocessen
effective capacity
Percentage van de ontwerp-capaciteit die een productiemiddel constant kan leveren.
efficient consumer respons
Situatie waarbij de bedrijven in de keten samenwerken met als doel zo goed mogelijk te beantwoorden aan de wensen van de consument en gezamenlijk een beter resultaat te bereiken.
effecten
Waardepapieren.
effectueren
Zorgen dat een gewenst effect (gevolg) optreedt
egalitair
Op voet van gelijkheid. Dit in tegenstelling tot hiërarchisch, waarbij bovenschikking/onderschikking de norm is.
eigen kosten break even punt
Afzet of omzet waarbij de specifieke variabele en vaste kosten van een product of ander calculatie-object worden gedekt.
eigenschap
(1) Het vermogen om effectief en efficiënt te kunnen functioneren; (2) Een vaardigheid die iemand zich heeft eigen gemaakt en die hij kan inzetten in zijn werk.
eigen vermogen
(1) Aandelen in een onderneming; (2) Het vermogen om eerlijk, redelijk en rechtvaardig te zijn.
eindige bezettingsplanning
Conceptueel betekent dit: stop niet meer werk in een bewerkingsgroep dan deze bewerkingsgroep uit kan voeren. De specifieke term verwijst meestal naar een geautomatiseerde techniek die zorgt voor een automatische revisie van de werkplaatsprioriteiten om de belasting per bewerking op gelijk niveau te brengen.
eigen risico
Dat gedeelte van het schadebedrag dat de verzekerde zelf voor zijn rekening moet nemen
eindvoorraad
De berekende voorraad aan het eind van een bepaalde periode.
einddatum
De datum waarop een activiteit is afgelopen.
eisendefinitiefase
De fase in de software levenscyclus waarin de eisen voor een softwareproduct worden gedefinieerd en vastgelegd. [IEEE 610].
eindpunt
De laatst uitvoerbare programmaregel in een component.
eindbestelling
De laatste bestelling van een bepaald product in de laatste fase van de levenscyclus van dat product. De grootte van deze bestelling is zodanig dat aan de totale in de toekomst nog te verwachten vraag of verbruik kan worden voldaan.
eindkeuring
De laatste van een reeks keuringen bij opeenvolgende stadia van productie, reparatie, wijziging enz.
eigen merk
De leverancier maakt voor de afnemer een serie producten voorzien van de merk-kenmerken van de afnemer (vorm, verpakking, e.d.). Zie ook: huismerk.
einddoel
De omschrijving van hetgeen uiteindelijk bereikt moet worden.