Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


eigen vermogen
De totale bezittingen verminderd met de schulden. Bij een vennootschap bestaat het eigen vermogen uit het aandelenkapitaal plus de reserves.

eindverantwoordelijkheid
De verplichting van een functionaris om rekening af te leggen over en verantwoordelijk te dragen voor alle aan hem of haar toevertrouwde taken en aangelegenheden, met inbegrip van alle verrichte werkzaamheden en bereikte resultaten die in zijn opdracht zijn uitgevoerd door anderen.

eindbod
definitieve bod dat door een leverancier aan het eind van het onderhandelingsproces wordt uitgebracht.

eigendomsbewijs
Document waarmee eigendom wordt overgedragen.

eindactiviteit
Een activiteit zonder afhankelijke opvolgende activiteiten. De laatste eindactiviteit in een project wordt finishing activity genoemd. Met de finishing activity wordt het project voltooid.

eigenschap
Een karakteristiek element van iemands persoonlijkheid.

eindprijsmin prijsstrategie
Een prijsstrategie waarbij uitgegaan wordt van de prijs die de klant bereid is te betalen. Vervolgens wordt daar dan de marge voor de tussenhandel afgehaald. Wat dan overblijft is de prijs van de producten.

eindstation
Een punt in een systeem of netwerk waar gegevens het systeem binnenkomen of verlaten. Dit kan een werkstation, een beeldscherm met toetsenbord, een computer voor persoonlijk gebruik of een productie-apparaat zijn.

eindassemblagestuklijst
Een stuklijst van onderdelen en/of subsamenstellingen voor de eindassemblageplanning van klantenorders, veemorders, interne orders of een combinatie van deze orders.

eidetic reduction
Een techniek om kennis aan het licht te brengen door de basiscomponenten waaruit een verschijnsel bestaat te identificeren.

eindige elementen-analyse
Eindige elementen analye (of finite elements method) is één van de krachtigste methoden voor het simuleren van het fysische gedrag van technische systemen door middel van computermodellen.

eigendomsvoorbehoud
Goederen worden ter beschikking gesteld aan de afnemer, maar de eigendom van de goederen gaat pas over nadat de afnemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan

eigenwaarde
Het beeld dat iemand van zichzelf als persoon heeft.

einddocument
Het document (de set documenten) benodigd om een proces of een fase binnen het proces als afgesloten te kunnen beschouwen

eindassemblageplanning
Het inplannen van de eindassemblage, waardoor producten worden samengesteld op basis van orders van klanten. De eindassemblage is de laatste fase in het productieproces. Na afloop van deze fase is het product klaar om afgeleverd te worden.

eigendom
Het meest omvattende recht dat iemand op een zaak kan hebben.

eindbalans
Het overzicht van alle bezittingen, schulden en eigen vermogen aan het eind van het boekjaar. De eindbalans is onderdeel van de kolommenbalans

eigen merk
Hiervan is sprake als een organisatie de eigen bedrijfsnaam als merk heeft gedeponeerd. Zie ook: huismerk

eigenaar
Iemand die de eigendom heeft van een goed of recht.

eindloonregeling
In een eindloonregeling wordt het pensioen gebaseerd op de pensioengrondslag van het laatste jaar dat een deelnemer werkt, voordat hij/zij met pensioen gaat. Bij een pensioenpercentage van 2,2% per dienstjaar is het ouderdomspensioen dan 88% van de laatste pensioengrondslag.

eindspeling
Is de hoeveelheid tijd die ligt tussen de vroegst mogelijke einddatum en de laatst mogelijke einddatum van een activiteit. De laatst mogelijke einddatum wordt bepaald door een uiterste opleverdatum van het resultaat van de huidige activiteit opf door het tijdstip waarop een vervolgactiviteit moet beginnen.

eindproduct
Output van het productieproces, bestemd voor de verkoop.

eindgebruiker
Persoon voor wie een product of dienst is gemaakt.

eilanddisplay
Presentatie van een product op een aparte - goed in het oog springende - plaats in de winkelruimte, bv. in het midden of aan het eind van een looppad.

eigenschap
Specifieke hoedanigheid of kenmerk van een product.

eigendomsoverdracht tot zekerheid
Tijdelijke overdracht van het eigendomsrecht op goederen (meestal bedrijfsmiddelen) aan een geldschieter als zekerheidstelling voor een lening. De geldschieter wordt eigenaar van de goederen, terwijl de kredietnemer het gebruik van de goederen houdt.

eindprijs-min methode
Een prijsstellingsmethode waarbij de fabrikant de handelsmarge aftrekt van de marktprijs voor de eindgebruikers om zodoende prijs voor de tussenhandel te bapalen.

eisenbeheersinstrument
Een tool dat ondersteunt bij het vastleggen van kenmerken (belang, kennisverantwoordelijke) en aantekeningen van eisen en ondersteunt bij de traceerbaarheid van eisen op verschillende detailniveaus en ondersteunt bij het wijzigingsbeheer van eisen. Sommige van dergelijke gereeedschappen bieden ook functies voor statische analyse, zoals consistentiecontrole en controle op het overtreden van voorgedefinieerde regels betreffende eisen.

elektronische overschrijving
Betalingsverkeer via elektronische weg.

elektronisch brainstormen
Brainstormen waarbij men middels computers en netwerken met elkaar van gedachten wisselt.

elasticiteit
De mate waarin een afhankelijke variabele reageert op veranderingen van een onafhankelijke variabele.

elasticiteit van de vraag
De reactie van de consument op prijsveranderingen

elementaire vergelijkingentest
Een „black box‟ testspecificatietechniek waarmee testgevallen worden gespecificeerd om combinaties van invoerwaarden uit te voeren, gebruik makend van het principe van conditiebepalingsdekking. [TMap®].

elektronisch document
Een digitaal bestand waarin informatie is opgeslagen.

elevator pitch
Een korte presentatie van een idee voor een nieuw product, een nieuwe dienst of een nieuw project. De naam is ontleend aan de duur van de presentatie, die eigenlijk niet langer mag duren dan een ritje met een lift, dus ongeveer een minuut.

elastische vraag
Een marktsituatie waarbij de omzet van een product stijgt als de prijs daalt en andersom

elektronische bibliotheek
Een netwerk of een website met digitaal materiaal (tekst, video, audio, enz) dat plaats- en tijdonafhankelijk kan worden bekeken.

elektronische leeromgeving
Een omgeving die e-learning ondersteunt. Aangezien e-learning verschillende `verschijningsvormen` kan hebben, kan elke ELO er anders uit zien. Meestal ondersteunt een ELO het leerproces en de administratieve/ondersteunende processen. Onder ELO vallen zowel een LMS, een LCMS en een authoring tool (deze begrippen worden elders verklaard).

element at risk
Een onderdeel van een groter geheel dat bloot staat aan een bepaald risico.

electronic point of sale
Een punt in de organisatie waar allerlei informatie rondom een verkooptransactie electronisch wordt geregistreerd en verwerkt.

elektronisch rekenblad
Een rekenprogramma waarbij gebruik wordt gemaakt van een groot rekengebied bestaande uit rijen en kolommen. Tussen de elementen van de op deze wijze opgebouwde matrix kunnen rekenkundige bewerkingen worden gedefinieerd, uitgevoerd en zichtbaar gemaakt.

elkaar beconcurrerende producten
Goederen of diensten die hetzelfde of nagenoeg hetzelfde doel dienen en daarom met elkaar strijden om marktaandeel.

elektronische handel
Het doen van zaken via het internet of andere computergestuurde systemen.

elektronisch inkopen
Het inkopen van goederen en diensten met gebruikmakingen van elektronische hulpmiddelen, zoals internet en netwerktoepassingen..

elicitation
Het verwerven van domeinkennis door het 'aftappen' van een expert. Hiervoor bestaan uiteenlopende methodes zoals interviewen, observeren, simulatie e.d.

elektronische gegevensverwerking
Het verzamelen, bewerken, beheren en distribueren van informatie met behulp van computers.

element
Iets dat deel uitmaak van een groter geheel.

elicitation techniek
Methode om domeinkennis van een expert te verwerven. In de literatuur worden de methoden onderverdeeld in vier categorieen: (1) traditionele technieken: introspection, reading existing documents, analyzing hard data, interviews [open eind of gestructureerd], surveys en vragenlijsten, vergaderingen; (2) contextuele technieken: observatie, enthnomethodologie, gespreksanalyse, speech-act analyse, sofs systemsanalyse; (3) groepstechnieken: brainstorming, JAD/RAD workshops, prototyping, participatory design; (4) cognitieve technieken: task analysis, protocolanalysis, card sorting, laddering, repertory grids, proximity scaling. In de praktijk zijn nog tal van andere methoden of varianten hierop in gebruik.

elektronische nieuwsbrief
Nieuwsbrief die per e-mail wordt verspreid naar adressen die op een verzendlijst staan.

elektronische handtekening
Onder elektronische handtekening wordt een handtekening verstaan die bestaat uit elektronische gegevens die zijn vastgehecht aan of logisch geassocieerd zijn met andere elektronische gegevens en die worden gebruikt als middel voor authentificatie.

elektronisch zakendoen
Ondernemen via het internet (het leveren van specifieke informatiediensten, cq. het leveren van traditionele producten en diensten met internet als medium, b.v. webwinkel).

electronic mail
Post die uitgewisseld wordt met gebruikmaking van het internet.

elektronische gegevensuitwisseling
Uitwisseling van data tussen computers.

elektronisch product code
Universele identificatiecode, waarmee fysieke objecten geïdentificeerd kunnen worden met behulp van RFID (radio frequency identification).

employee relationship management
Alle managementactiviteiten die er op zijn gericht de relaties tussen een organisatie en haar medewerkers in al haar facetten te bevorderen.

embargo
(1) Handelsembargo: Een verbod op handel met een bepaald land, uit economische belang of als sanctie tegen het betreffende land; (2) Nieuwsembargo: Het verstrekken van informatie aan een persoon of instelling onder voorwaarde dat men de informatie geheim houdt tot een bij de verstrekking aangegeven tijdstip.

emotional appeal
(1) Aantrekkingskracht (bijvoorbeeld van een persoon, product of merk) op basis van gevoel en niet op basis van rationele overwegingen; (2) Het met een bepaalde bedoeling inspelen op de diepere gevoelens van mensen (zoals angst, hebzucht, jaloezie, etc.).

emissiehandel
`Emissiehandel` is de handel in emissierechten. Emissierechten geven landen of bedrijven het recht om bepaalde broeikasgassen of andere schadelijke gassen uit te stoten.

emotionele intelligentie
De bekwaamheid om eigen en andermans emoties te onderkennen en te beïnvloeden. [IEEE 610].

employability
De brede en flexibele inzetbaarheid van werknemers. Zowel werkgevers als werknemers hebben in dit verband tegenwoordig de opdracht permanent te werken aan de professionele ontwikkeling en de inzetbaarheid, zowel binnen als buiten het bedrijf.

employee relations
De processen, systemen en activiteiten die er op zijn gericht de relaties tussen een organisatie en haar medewerkers te bevorderen.

emissie
De uitgifte van aandelen van een vennootschap.

emissie
De uitstoot van (schadelijke) stoffen.

emulator
Een apparaat, computerprogramma of systeem dat dezelfde invoer accepteert en uitvoer genereert als een gegeven systeem. [IEEE 610].

emissiehuis
Een bank die een emissie of uitgifte van aandelen of obligaties begeleidt. Een emissiehuis benadert institutionele beleggers om de komende emissie toe te lichten. Banken kunnen bij een emissie samenwerken en vormen dan een syndicaat of consortium.

emotie
Een emotie wordt vaak omgeschreven als een innerlijke beleving of gevoel van bijvoorbeeld vreugde, angst, boosheid, verdriet dat door een bepaalde situatie wordt opgeroepen of spontaan kan optreden.

employee referral program
Een manier om personeel te werven door de eigen medewerkers te vragen om de organisatie (tegen beloning) te attenderen op gekwalificeerde kandidaten.

empatisch ontwerpen
Een methode in vijf stappen, die in het kader van productontwikkeling wordt gebruikt om achter de werkelijke behoeften van toekomstige gebruikers te komen. De methode bestaat uit observatie van gebruikers bvij het uitvoeren van werkzaamheden, waarna gebruikers worden ondervaagd (wat heb je gedan, waartoe dient dat, wat gaat goed, waar gaat het fout, wat is het probleem, hoe zou je het op kunnen lossen zijn vragen die dan aan de orde komen). De bedoeling is dat men een goed beeld krijgt van wat de gebruiker doet, onder welke omstandigheden dit gebeurt en wat hem daarbij werkelijk bezig houdt.

emergent strategy
Een ongeplande strategie die ineens opduikt vanuit de organisatie.

emittent
Een partij die aandelen of obligaties uitgeeft voor verhandeling op een beurs. Een emittent noemt men ook wel uitgevende instelling.

emigrant
Een persoon die verhuisd is naar het buitenland daar voortaan woont en werkt.

emotioneel profijt
Een positief gevoel dat een klant kan ervaren als gevolg van de aanschaf van een bepaald product/dienst.

employee stock purchase plan
Een programma waardoor medewerkers voordelig aandelen kunnen verwerven in de organisatie waarvoor ze werken.

emergency goods
emergency goods

emulatie
Emulatie betekent 'imiteren' of 'namaken'. In de computertechniek refereert 'emulatie' aan het vermogen van hardware of software om de functies van een bepaald computersysteem te copieren of na te doen in een ander computersysteem, dat daardoor (nagenoeg) hetzelfde kan doen dan het oorspronkelijke systeem. Denk bijvoorbeeld aan een goedkoop printertje dat werkt met de drivers van een duur printermerk.

employee self service
ESS geeft een medewerker online toegang tot zijn eigen gegevens binnen een applicatie. Doordat een medewerker zelf een adreswijziging kan doorvoeren wordt de administratieve last voor een personeels- of HR-afdeling minder.

employee special needs form
Formulier waarop kan worden aangegeven of een medewerker speciale voorzieningen nodig heeft ingeval er zich op enig moment binnen de organisatie een noodsituatie voor zou doen.

empirisch
Gebaseerd op ervaring.

empirisme
Het opdoen van kennis door ervaring. In de wetenschap: het opdoen van kennis door experimenten, die methodisch en wetenschappelijk verantwoord zijn opgezet en uitgevoerd.

emissierechten
Het overdraagbaar recht om, uitsluitend teneinde aan de eisen van deze richtlijn te voldoen, gedurende een bepaalde periode 1 ton CO2 eq. uit te stoten` .

employee screening
Het proces waarin een potentiële werknemer wordt onderzocht op kwalificaties en achtergrond om te kunnen beoordelen of de kandidaat in alle opzichten geschikt is om toe te treden tot de organisatie in de openstaande functie.

empowerment
Het toekennen van grotere verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan medewerkers met de bedoeling meer zelfsturing en betrokkenheid tot stand te brengen.

employment branding
Het zorgen voor naambekendheid als aantrekkelijke werkgever.

embedded knowledge
Kennis die ligt opgeslagen in routines en die men ('automatisch') toepast zonder zich daar bewust van te zijn. Voor een organisatie leveren ze voorspelbaar intern handelen op, op basis van kennis die bovendien niet makkelijk af te kapen is.

embrained knowledge
Kennis die men zich heeft eigen gemaakt door uitgebreide studie. Deze vorm van kennis is typisch voor kenniswerkers: mensen met systematische kennis en specialistische vaardigheden.

emotionele Quotiënt
Maat voor gevoelsmatige eigenschappen.

email marketing
Marketingactiviteiten met gebruik van elektronische communicatie.

empirisch model
Model waarbij gewerkt wordt met ervaringsgegevens.

empty nester
Ouders, waarvan de kinderen niet meer thuis wonen.

email
Post die uitgewisseld wordt met gebruikmaking van het internet.

employee assistance program
Programma's om medewerkers te helpen met problemen van psychische, fysieke of emotionele aard.

emerging technology
Technologie die in opkomst is en kansrijk is om verder uit te groeien

emballage
Verpakking en verpakkingsmateriaal

empirische wetenschap
Wetenschap gebaseerd op ervaring en/of proefondervindelijke uitkomsten. De empirische cyclus bestaat uit vijf stappen, nl. observatie, hypothesevorming (inductie), voorspelling (deductie), toetsing en evaluatie.

energie index
De Energie Index (EI) is een begrip uit de berekening van het Energie Prestatie Advies (EPA). Een EPA wordt gegeven door een EPA-adviseur. Hij/zij berekent de energiekwaliteit van een bestaande woning of wooncomplex aan de hand van een Energie Index. Dit indexgetal maakt een vergelijking mogelijk van de energiekwaliteit tussen woningen van hetzelfde type. De EI is niet hetzelfde als de EPC: zowel de EI als de EPC zeggen iets over de energieprestatie van een gebouw, onafhankelijk van het bewonersgedrag en de grootte van het gebouw. Ze zijn echter niet uitwisselbaar en ook niet naar elkaar om te zetten. De EPC-berekening is ontwikkeld voor de nieuwbouw, de EI-berekening is ontwikkeld voor de bestaande bouw. Beide formules wijken van elkaar af. Energie Index wordt soms ook geschreven als energieindex.

enkelvoudige casusonderzoek
Casusonderzoek waarbij één onderzoekseenheid gedurende één moment wordt bekeken. (Van der Zwaan)

energieprestatie-eis
De eis die het Bouwbesluit stelt aan de energie-efficiëntie van een woning of een utiliteitsgebouw, uitgedrukt in een maximaal toelaatbare energieprestatiecoëfficiënt (EPC).

endorsement
(1) Schriftelijke goedkeuring; (2) Waardering of lof voor een bepaald product of een bepaalde prestatie door een materiedeskundige.

enkelniveau tracering
Activiteit waarin de (sub)samenstellingen en eindproducten worden bepaald waarin een bepaald onderdeel of (sub)samenstelling rechtstreeks voorkomt.

endogene variabelen
Binnen de organisatie bestaande factoren die van invloed zijn op het functioneren van de organisatie. Deze factoren zijn in principe 'te managen', dit in tegenstelling tot exogene - van buiten komende - variabelen, waar het management geen invloed op heeft.