Zie ook:
fonkel

fonkelen werkw. Uitspraak: [ ˈfɔŋkələ(n) ] Afbreekpatroon: fon·ke·len Vervoegingen: fonkelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefonkeld (volt.deelw.)
fel en beweeglijk licht geven Voorbeeld: 'Sterren fonkelden aan de donkere hemel.' Synoniemen: : flonkeren, schitteren, glinsteren, Synoniemen: blinken flikkeren flonkeren fonke...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/fonkelen

1) Flonkeren 2) Flikkeren 3) Glinsteren 4) Gloeien 5) Stralen 6) Branden 7) Schijnen 8) Glimmen 9) Sprankelen 10) Fonkeling 11) Petilleren 12) Twinkelen 13) Sparkelen 14) Blinken 15) Schitteren 16) Schitteren van de ogen 17) Schittering 18) Scintilleren 19) Glanzen 20) Levendig glanzen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Fonkelen/1

levendig glanzen
Jaar van herkomst: 1812 (WNT )
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

levendig stralen of glanzen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/fonkelen
felle lichtjes uitstralen die bewegen vb: haar ring fonkelde in het donker
Synoniemen: schitteren flonkeren glinsteren sprankelen
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

Fonkelen is flonkeren .
[basiswoordenlijst groep 6]Gevonden op
https://wikikids.nl/Fonkelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.