schijnen werkw. Uitspraak: [ ˈsxɛinə(n) ] Afbreekpatroon: schij·nen Vervoegingen: scheen (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschenen (volt.deelw.) 1) licht geven Voorbeelden: 'De zon schijnt.' , 'Die lamp schijnt hinderlijk in mijn gezicht.' 2) lijken te zijn, zonder dat je weet of het zo is Voorbeelden: '... Gevonden op https://woorden.org/woord/schijnen
het ziet er zo uit, maar hoeft niet zo te zijn vb: het schijnt een aardige jongen hij schijnt weer te werken [dat heb ik horen zeggen] naar het schijnt ... [het lijkt zo te zijn] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
• [copl] zich voordoen, vaak op bedrieglijke wijze. •in constructie met te + onbepaalde wijs: naar verluidt. • [inerg] straling uitzenden. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/schijnen