veronderstellen werkw. Uitspraak: [ vərɔndərˈstɛlə(n) ] Afbreekpatroon: ver·on·der·stel·len Vervoegingen: veronderstelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verondersteld (volt.deelw.) aannemen dat iets zo is Voorbeeld: 'Ik veronderstel dat je weet dat ze haar diploma heeft gehaald?' Synoniemen: : uitgaan van, postuleren Synon...
1) Aannemen 2) Als waar aannemen 3) Beweren 4) Geloven 5) Gissen 6) Menen 7) Menende dat 8) Onderstellen 9) Postuleren 10) Presumeren 11) Presupponeren 12) Rekenen 13) Speculeren 14) Stellen 15) Supponeren 16) Uitgaan van 17) Vermenen 18) Vermoeden 19) Vooronderstellen 20) Waarschijnlijk achten 21) Zeggen 1) Aannemen 2) Assumeren 3) Decreteren 4) Geloven 5) Gissen 6) Menen 7) Onderstellen 8) Presumeren 9) Presupponeren 10) Rekenen 11) Speculatie 12) Speculeren 13) Statueren 14) Stellen 15) Vermenen 16) Vermoeden 
als waar aannemen (toon de herkomst via de etymologiebank)
denken dat het waar is vb: we veronderstellen dat hij nooit in die stad geweest is Synoniemen: aannemen geloven
•een bepaalde aanname maken.
als waar aannemen