Wereld Natuur Fonds - WNF dierenbibliotheek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > Dierenbibliotheek
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 747
gestreepte jakhals
De zwart-witte streep over de flank waar deze hondachtige zijn naam aan ontleent is lang niet altijd duidelijk te zien. Hij heeft een grijsgele vacht, een donkere staart met een witte punt.
De gestreepte jakhals is echt een alleseter, meer nog dan de andere jakhalzen. Behalve op graslanden en langs bosranden begeeft hij zich ook op landbouwgrond en `s nachts soms zelfs in steden.
Meestal leven ze samen in gezinsverband. Het vrouwtje krijgt gemiddeld vijf jongen op een beschutte plek, zoals een oud hol van een aardvarken. Als de jongen 8 maanden oud zijn, gaan ze hun eigen weg. (gestreepte jakhals < hondachtigen < roofdieren < zoogdieren)
gevlekt zandhoen
Hoewel ze op hoenders lijken, vormen de 16 soorten zandhoenders een aparte orde. Het gevlekt zandhoen leeft in de (half)woestijnen in zuidwest Afrika (waaronder Namibië). Zijn verenkleed is bedekt met kleine witte stippen. (gevlekt zandhoen < zandhoenders < vogels)
gevlekte buidelmarter
Buidelmarters worden wel de katten van Australië genoemd. Ze lijken ook wel op civetkatten, maar zijn er uiteraard niet aan verwant. De gevlekte buidelmarter heeft duidelijk witte vlekken op zijn donkerbruine of zwarte vacht. Deze buidel-roofdieren jagen `s nachts op kleine dieren, maar eten ook vruchten, gras en aas.
De gevlekte buidelmarter leeft alleen nog op het eiland Tasmanië. Tot de jaren zestig kwamen ze ook op het vasteland van Australië voor, tot in de voorsteden van Sydney. (gevlekte buidelmarter < buideldieren < zoogdieren)
gevlekte bunzing
Deze marterachtige heeft een variabele, bruin met wit-geel gevlekte vacht en een kenmerkend zwart met wit `masker`.
De gevlekte bunzing leeft op de Aziatische steppe en drogere gebieden. Hij gaat vooral `s nachts op jacht naar onder andere hamsters. Als hij zich bedreigd voelt, steekt de gevlekte bunzing zijn staart omhoog en scheidt een stinkende stof af uit zijn anaaklieren. (gevlekte bunzing < marterachtigen < roofdieren < zoogdieren)
gevlekte hyena
De gevlekte hyena is de grootste en de bekendste hyena. Het is het vaak wat mottige beest met de dikke kop, bolle buik en de staart tussen de poten die in natuurfilms van een karkas staat te vreten dat een roofdier heeft afgedankt. In werkelijkheid vangen gevlekte hyena`s vaak hun eigen prooien. Ze jagen meestal `s nachts, alleen of in een groep en kunnen dan grote prooien neerhalen. In woestijngebieden telt een groep vaak niet meer dan 5 dieren, maar op de savannes kan het een clan zijn van wel 50 leden.
De leider van de groep is altijd een vrouwtje. Bij gevlekte hyena`s worden de vrouwen iets groter dan de mannetjes. Ze hebben een heel repertoir aan geluiden, waaronder een onderwerpingsgeluid, dat wel wat op het gelach van mensen lijkt. (gevlekte hyena < hyena`s < roofdieren < zoogdieren)
gevlekte koeskoes
De gevlekte koeskoes is een in de bomen levend nachtdier. Dit buideldier voedt zich hoofdzakelijk met bladeren en beweegt vrij traag. Zijn staart is relatief lang en krult in rust meestal op. Bij het klimmen krult de grijpstaart om takken en werkt zo als vijfde hand. (gevlekte koeskoes < buideldieren < zoogdieren)
gevlekte reuzentandbaars
Deze grote zeevis is een van de circa 320 soorten tandbaarzen. Hun Engelse naam danken ze aan de `aardappel-vormige` donkere vlekken.
Vooral de grotere exemplaren leven solitair op een vaste plek op het koraalrif of in een wrak. Als er een duiker langskomt, komen ze vaak nieuwsgierig poolshoogte nemen. Op deze manier vormen zijn ze kwetsbaar voor speervisserij. (gevlekte reuzentandbaars < baarsachtigen e.v. < beenvissen < vissen)
gevlekte wormhagedis
Deze pootloze hagedis onderscheidt zich van de andere wormhagedissen door zijn (roze-)witte lichaam met onregelmatige zwarte vlekken.
Net als de andere wormhagedissen maakt hij gangen in de grond door zijn kop in de aarde te duwen. Hij jaagt ondergronds op insecten en kleine zoogdieren die hij met zijn krachtige kaken grijpt. Een enkele keer komt hij `s nachts boven de grond. (gevlekte wormhagedis < wormhagedissen < reptielen)
gewone dolfijn
De gewone dolfijn is helemaal niet zo gewoon. Het is een fraai gekleurde dolfijn met een donkere rug, een witte kin en borst en gele en grijze plekken op de flanken in de vorm van een zandloper.
De gewone dolfijn is een actief dier en een snelle zwemmer. Het is een van de soorten die ook in de Noordzee voorkomt, zij het vrij zelden. In de Middellandse Zee zijn ze iets algemener. De gewone dolfijn raakt vaak verstrikt in de netten van tonijnvissers in de Stille Oceaan. (gewone dolfijn < dolfijnen en bruinvissen < tandwalvissen < walvissen en dolfijnen < zoogdieren)
gewone eekhoorn
De gewone eekhoorn is de bekende roodachtige eekhoorn met de grote pluimstaart en pluimpjes aan de oren die regelmatig in een Nederlands bos te zien is. Een gewone eekhoorn bouwt meestal verscheidene nesten hoog in de bomen. Deze nesten worden gebouwd van takken, boombast, bladeren en mos.
In de winter brengen eekhoorns het grootste deel van de dag en nacht in hun winternest door en komen ze slechts af en toe naar buiten om wat eten te halen. In de herfst hebben ze daarvoor op een groot aantal plekken voedselvoorraden verstopt. In de zomer gebruiken ze hun nesten ook intensief. Bijvoorbeeld om jongen te krijgen en te schuilen voor regen of warmte. (gewone eekhoorn < eekhoornachtigen < knaagdieren < zoogdieren)
gewone hamster
De gewone hamster is de grootste hamstersoort. Deze knaagdieren komen nog op enkele plekken in Nederland (Zuid-Limburg) en België in het wild voor. Ze worden ook wel korenwolven genoemd. Bij ons zijn ze zo goed als uitgestorven, maar in andere delen van Europa en Azië leven er nog aardig wat.
De gewone hamsters zijn doorgaans solitaire nachtdieren. Ze graven zeer uitgebreide gangenstelsels. De gewone hamster houdt een winterslaap en bouwt voor die tijd een wintervoorraad op. In de herfst proppen ze de zaden, wortels en andere plantenkost die ze op het veld vinden in hun wangen en brengen het zo naar hun nest.
De buik van de gewone hamster is veel donkerder dan zijn rug. Dit is bijzonder bij zoogdieren: meestal is dit namelijk andersom. (gewone hamster < muisachtigen < knaagdieren < zoogdieren)
gewone kameleon
De gewone kameleon is de enige kameleon die in Europa voorkomt. Hij heeft normaal een geelbruinachtige kleur, maar dit verandert in groen als hij tussen het gras zit. Het vermogen van kameleons om hun kleur aan te passen aan de omgeving zorgt ervoor dat ze goed gecamoufleerd een prooi kunnen benaderen en die onverwachts met hun lange roltong te pakken kunnen nemen.
Als ze zelf worden beslopen door een roofdier, vertrouwen kameleons meestal niet op hun schutkleur. De gewone kameleon krijgt bij gevaar een opvallend donkere kleur en blaast zichzelf op om een vijand af te schrikken. Kameleons gebruiken de variabele kleur van hun lichaam ook om onderling signalen uit te wisselen. Bijvoorbeeld om een vrouwtje te lokken. Of om te laten zien dat ze geen belangstelling hebben. (gewone kameleon < hagedissen < reptielen)
gewone keizersvis
De gewone keizersvis is een van de fraaist gekleurde vissen van het koraalrif. De volwassen vissen hebben opvallende gele en blauwe strepen en een zwart masker.
Jonge keizersvissen zijn volkomen anders gekleurd, maar ook erg opvallend. Op hun donkerblauwe lijf hebben ze fel witte strepen die voor een deel cirkels vormen. Deze tekening zorgt ervoor dat de volwassen dieren de jongen niet als concurrent zien en ongestoord toelaten in hun territorium.
Keizersvissen `grazen` het koraalrif af, waarbij ze met hun naar voren uitstekende bek sponzen van de ondergrond happen. Er zijn niet veel andere vissoorten die het sponsweefsel kunnen verteren. (gewone keizersvis < baarsachtigen e.v. < beenvissen < vissen)
gewone kousenbandslang
De gewone kousenbandslang is vaak in de buurt van water te vinden. Het is de meest voorkomende slang in de VS en ontbreekt daar alleen in de woestijn-gebieden. Hij is voornamelijk overdag actief. In koudere gebieden houden deze slangen een winterslaap, vaak met tientallen of meer dicht op elkaar in een hol. (gewone kousenbandslang < slangen < reptielen)
gewone mierenegel
De mierenegel is net als het vogelbekdier een eierenleggend zoogdier. Hij heeft lange, dunne tong die zeer geschikt is om mieren en termieten te vangen.
Er zijn vier soorten waarvan de gewone mierenegel de meest algemene is. Deze soort heeft stekels die duidelijke langer zijn dan de haren (in tegenstellig tot de vachtegel). Zijn snuit is korter dan die van de andere mierenegels. Hij komt in heel Australië en in het oosten van Nieuw-Guinea voor. (gewone mierenegel < eierleggende zoogdieren < zoogdieren)
gewone neushoornvogel
Dit is de vogel waaraan de andere neushoornvogels hun naam aan danken. Anders dan de andere soorten heeft deze namelijk een omhooggebogen `hoorn` op zijn snavel. Het mannetje heeft een rode iris, bij het vrouwtje is deze wit tot lichtblauw. Het verenkleed is overwegend zwart met een wit onderlijf. De staart is wit met een zwarte band.
Zijn favoriete voedsel bestaat uit vijgen. De grootste kans hem te zien is in een vruchtdragende tropische vijgenboom.
Net als andere neushoornvogels broedt hij in holle bomen waarbij het mannetje het vrouwtje gedurende de broedtijd inmetselt door de nestingang op een kleine opening na met modder af te sluiten. Het vrouwtje legt twee eieren per keer.
Ontbossing en daarmee het verlies aan broedgelegenheid en voedsel vormt een ernstige bedreiging voor de neushoornvogel. (gewone neushoornvogel < ijsvogels < neushoornvogels e.v. < vogels)
gewone pad
De gewone pad heeft een beigebruin tot roodbruine wratachtige huid. Hij leeft hoofdzakelijk op het land, maar plant zich voort in het water. Deze pad houdt zich overdag schuil en gaat in de schemering op jacht.
Achter zijn ogen zitten klieren waarmee hij een onsmakelijke stof kan afscheiden om belagers van zich af te houden. (gewone pad < kikkers en padden < amfibieën)
gewone pofadder
De gewone pofadder is de gevaarlijkste gifslang van Afrika. Hij is zwaarlijvig, niet erg lang en niet snel, maar reageert agressief bij verstoring. Als verdediging blaast hij zijn lichaam op (vandaar zijn naam) en sist. Helpt dat niet, dan volgt een snelle uitval en een beet waarbij hij met zijn lange giftanden een levensgevaarlijke dosis gif injecteert.
Pofadders jagen meestal in de avond en `s nachts. Grotere exemplaren kruipen traag in een rechte lijn. Meestal jagen ze vanuit een hinderlaag.
Mannetjes vechten (zonder de giftanden te gebruiken) om een vrouwtje. Na de paring blijven de eieren ongeveer 5 maanden in het lichaam van de moeder waarin ze ook uitkomen. De meestal 20 tot 40 jongen zijn bij de geboorte ongeveer 20 centimeter lang. (gewone pofadder < slangen < reptielen)
gewone schorpioenvlieg
De mannetjes van de schorpioenvlieg zien er gevaarlijk uit met hun omhoog gekrulde staart. Zeker met het verdikte uiteinde lijkt die op de staart van een schorpioen. Ook hun puntige bek lijkt gemaakt om mee te steken. Ze zijn echter ongevaarlijk. Ze eten vooral dode insecten en honingdauw: de zoete uitscheiding van bladluizen.
Zijn staart gebruikt het mannetje tijdens de paring. Hij grijpt met het tangvormige uiteinde het vrouwtje vast. Daarna spuugt hij als `bruidsgeschenk` een bruine vloeistof op een blad die het vrouwtje opdrinkt.
Het vrouwtje legt haar eieren in een kuiltje in de bodem. De larven lijken op donker gekleurde rupsen. Ze leven in gangen in de bodem waar ze dode insecten en ook plantaardige materiaal eten.
De gewone schorpioenvlieg behoort samen met ongeveer 360 soorten `echte schorpioenvliegen` en 170 soorten hangvliegen tot een aparte orde insecten. (gewone schorpioenvlieg < overige insecten < insecten < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
gewone teek
In afwachting van een gastheer leven teken soms maandenlang zonder voedsel in de vegetatie. De gewone teek bijt zich ook in de huid van een mens vast als hij de kans krijgt. Het mannetje is binnen 8 uur verzadigd en laat dan los. Vaak blijft hij onopgemerkt. Het vrouwtje blijft 1 tot 2 weken zitten: ze heeft het bloed nodig om eitjes te maken. Haar achterlijf zwelt in die tijd sterk op. (gewone teek < teken en mijten < spinachtigen < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
gewone tenrec
Tenrecs lijken op een kruising van een egel en een spitsmuis. Dit is de meest algemene soort die net als de overige 24 soorten uitsluitend op Madagaskar voorkomt.
De gewone tenrec heeft een erg kort staartje. Hij zoekt `s nachts met zijn lange snuit tussen strooisel naar insectenlarven en andere meestal ongewervelde dieren. Overdag slaapt hij in een verborgen nest van gras en bladeren. Als hij belaagd wordt, zet hij zijn stekelige nekharen op en bijt schreeuwend om zich heen.
Het vrouwtje krijgt ongeveer 10 zwart-wit gestreepte jongen. (gewone tenrec < insecteneters < zoogdieren)
gewone vinvis
De gewone vinvis is een van de snelste walvissen. Het is de op een na grootste walvis. Hij is te onderscheiden van de nog grotere blauwe vinvis door de asymmetrisch kleuring van zijn onderkaak: de rechter zijde is meestal wit, de linker zijde zwart. De gewone vinvis zwemt als hij op scholen vis jaagt meestal op zijn rechter zij. In deze stand heeft de vinvis dus de voor zeedieren gebruikelijke `schutkleur` (boven donker, onder licht).
Er is veel op deze walvis gejaagd. In totaal zijn er nu tussen de 50.000 en 90.000. Tegenwoordig is de jacht verboden. Door de trage voortplanting (hoogstens één jong in de twee jaar) herstelt de soort zich echter langzaam. (gewone vinvis < baleinwalvissen < walvissen en dolfijnen < zoogdieren)
gewone wombat
De wombat is een Australisch buideldier dat wel wat op een kleine beer lijkt. Anders dan de koala kunnen wombats nauwelijks klimmen, maar wel bijzonder goed graven. Met hun sterke poten met lange nagels maken ze burchten en gangen die in totaal een lengte van 200 meter kunnen hebben.
Er zijn drie soorten wombats. Het zijn overwegend nachtdieren. Overdag blijven ze ondergronds. In het duister gaan ze op pad om allerlei planten te zoeken. Ze leven doorgaans solitair. (gewone wombat < buideldieren < zoogdieren)
gewone zeester
Deze bleekoranje tot donkerpaarse zeester komt veel voor langs onze kust. Zoals de meeste zeesterren heeft hij vijf armen. Deze zijn vrij dik en de uiteinden staan omhoog als hij actief wordt. De bovenkant van de zeester is bobbelig en ruw, aan de onderkant zit een groot aantal zuigvoetjes.
De gewone zeester eet vooral mosselen. Hij klemt zich om de mossel en wacht tot die - in ademnood - zijn schelpen opent. Met verteringssappen verzwakt de zeester de mossel. Zodra dat mogelijk is, stulpt de zeester zijn maag tussen de schelpen door naar binnen om het schelpdier daar te verteren.
(gewone zeester < zeesterren < stekelhuidigen < ongewervelde dieren)
gewoon spitskopje
Een groene sprinkhaan met een donkere lengteband over de rug. Het vrouwtje heeft een lange sabelvormige legboor, zoals gebruikelijk bij sabelsprinkhanen waar deze soort toe behoort. (gewoon spitskopje < krekels en sprinkhanen < insecten < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
gezaagde steurgarnaal
De gezaagde steurgarnaal heeft een gekartelde punt voor aan zijn kop die aan het uiteinde omhooggebogen is en uitloopt in een dubbele punt. Zijn lichaam is doorzichtig met dunne bruine tijgerstrepen.
Deze vrij grote garnaal leeft vooral op beschaduwde plekken in de getijdenzone. Bij verstoring kan hij snel achterwaarts zwemmen door zijn achterlijf naar onderen te klappen.
Steurgarnalen worden veel voor de consumptie gevangen. Tijdens het koken verandert hun kleur in ondoorzichtig roze. (gezaagde steurgarnaal < hogere kreeften < kreeftachtigen < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
gilamonster
Het gilamonster is een giftige hagedis, wat hem samen met de verwante korsthagedis uit West-Mexico uniek maakt. Hij heeft een gifklier in zijn onderkaak, die begint te werken zodra hij bijt. Zijn contrastrijke tekening dient als waarschuwing voor mogelijke vijanden.
Hij leeft voornamelijk `s nachts. In het voorjaar komt hij ook wel eens overdag te voorschijn. (gilamonster < hagedissen < reptielen)
giraffe
Giraffen staan bekend om hun lange nek. Die lange nek, die net als de meeste andere zoogdieren slechts zeven nekwervels bevat, kunnen ze goed gebruiken om op grote hoogte voedsel te pakken waar andere plantenetende dieren niet bij kunnen. Met zijn lange tong kan een volwassen giraffeman tot bijna 6 meter hoogte reiken.
De bloedsomloop van een giraffe heeft speciale aanpassingen om met het grote hoogteverschil tussen hart en hoofd te kunnen leven. Aan de ene kant moeten hart en vaten een bloeddruk opbouwen die voldoende hoog is om het opgeheven hoofd van voldoende zuurstofrijk bloed te kunnen voorzien. Maar aan de andere kant mag de hoge bloeddruk er niet toe leiden dat de vaten in de hersenen knappen als het hoofd omlaag wordt gehouden om te drinken.
Ook de geboorte van een giraffekalf is geen eenvoudige opgave. Het pasgeboren jong moet meteen een val overleven van circa 2 meter hoogte. (giraffe < giraffe en okapi < evenhoevigen < hoefdieren < zoogdieren)
gnoe
Vooral door de vorm van de hoorns en zijn loeiende geluid doet hij aan een koe denken, maar de gnoe is een antilope. Hij heeft in verhouding een grote kop, lange snuit, hoge schouders. Zijn vacht is zilver bruingrijs met bruine strepen en hij heeft lange manen. In tegenstelling tot de witstaartgnoe heeft hij een lange, zwarte staartpluim.
De massale trek van de gnoes is spectaculair. De dieren gaan achter de regens aan op zoek naar grazige gebieden. Ook rivieren steken ze over, waarbij nogal wat slachtoffers vallen door verdrinking en krokodillen.
Anders dan de zeldzame witstaartgnoe komt deze soort nog in grote aantallen voor in het wild. (gnoe < runderen e.v. (holhoornigen) < evenhoevigen < hoefdieren < zoogdieren)
Goodfellowboomkangoeroe
De Goodfellowboomkangoeroe is een bijzonder fraai gekleurde boomkangoeroe. Boomkangoeroes leven in bossen en kunnen erg goed klimmen. Hun poten zijn vrij dik en bijna allemaal even lang. Ze `hoppen` dan ook niet, zoals normale kangoeroes, maar lopen meer als apen door de bomen en op de grond.
Bijna alle boomkangoeroes worden bedreigd doordat hun leefgebied - het regenwoud - in snel tempo afneemt. Daarnaast worden ze ook wel bejaagd voor het vlees. (Goodfellowboomkangoeroe < buideldieren < zoogdieren)
gouden gifkikker
Dit kikkertje uit het Amerikaanse regenwoud heeft dodelijk gif in zijn huid. Zijn opvallende groen met zwarte tekening waarschuwt roofdieren daarvoor.
Het vrouwtje neemt het intitiatief voor de paring. Ze stimuleert het mannetje door met haar achterpoten op zijn rug te trappelen. De eitjes worden niet in het water gelegd maar op dode bladeren op de bosbodem, in klompjes van 5 tot 13 stuks. Het mannetje bewaakt de eitjes tot ze uitkomen en brengt de kikkervisjes op zijn rug naar poeltjes in boomholtes. (gouden gifkikker < kikkers en padden < amfibieën)
goudkop leeuwaapje
Deze kleine donker gekleurde aapjes met glanzende goudgele kop en nog enkele goudgele delen leven in het Noordoosten van Brazilië. Ze zijn zeldzaam, maar minder bedreigd dan de ander soorten leeuwaapjes, zoals het gouden leeuwaapje. (goudkop leeuwaapje < overige apen < apen en halfapen < zoogdieren)
goudtoekan
Deze kleine toekan dankt zijn naam aan zijn fijne goudkleurige veren op zijn borst en wangen. Het vrouwtje is iets kleiner dan het mannetje en wat minder helder gekleurd. Net als andere toekans heeft hij een erg grote snavel met een gezaagde snijrand.
Goudtoekans laten zich niet vaak zien: ze zijn schuw en zoeken hun voedsel hoog in de bomen. (goudtoekan < spechten en toekans < vogels)
goudvis
Goudvissen zijn karperachtigen die oorspronkelijk uit China en omgeving komen maar door de mens over de hele wereld verspreid zijn, meestal in vijvers en aquaria maar op sommige plaatsen ook verwilderd. Ze zijn in allerlei vormen en kleuren gekweekt. Het bekendste is de oranje-rode vorm.
Door hun vermogen om in zuurstofarm water te overleven, kunnen ze gemakkelijk in waterbakken gehouden worden. Zelfs in de bekende glazen goudvissenkommen houden ze het jaren uit, al blijven ze daarin wel van beperkte omvang. (goudvis < meervallen en karperachtigen < beenvissen < vissen)
Grévy-zebra
De Grévy-zebra is een opvallend grote zebra. Hij is te herkennen aan zijn witte buik een zwarte streep midden over zijn rug. De strepen zijn smaller en talrijker dan bij de bekendere Burchell-zebra. Elk dier heeft een uniek streeppatroon. (Grévy-zebra < paardachtigen < onevenhoevigen < hoefdieren < zoogdieren)
Grantgazelle
Vrij grote, zwaargebouwde gazelle met lange hoorns. Ze leven vooral in de open savannen en half-woestijnen in groepen van maximaal 30 dieren. (Grantgazelle < runderen e.v. (holhoornigen) < evenhoevigen < hoefdieren < zoogdieren)
grasparkiet
Kleine papegaai die in het wild overwegend groen gekleurd is. Tam zijn ze in verschillende kleurvarianten gekweekt. De grasparkiet is een van de bekendste kooivogels.
In het wild trekken grasparkieten in groepen rond op zoek naar eten en drinken. Ze zijn vooral in de vroege ochtend en de namiddag actief en maken dan vaak veel kabaal. Parkieten nestelen in een holte in een boomstronk. (grasparkiet < papegaaien < vogels)
griend
De griend is een forse dolfijn met een platte snuit, een bol voorhoofd en een gekromde, vrij ver naar voren geplaatste rugvin. Grienden komen ook wel eens in de Noordzee voor en worden ook wel langflippergriend genoemd.
In de tropische en subtropische oceanen komt een iets andere soort griend voor, die de Indische griend of kortflippergriend genoemd wordt. Beide soorten maken tot 500 m diepe duiken om hun voedsel te bemachtigen.
De griend wordt vaak samen gezien met andere dolfijnensoorten. Er wordt nog elk jaar op de griend gejaagd bij de Faroër eilanden, waar ze in groepen aan land gedreven worden en vervolgens geharpoeneerd. (griend < dolfijnen en bruinvissen < tandwalvissen < walvissen en dolfijnen < zoogdieren)
grijze eekhoorn
De grijze eekhoorn lijkt op de gewone eekhoorn. De grijze is echter overwegend grijs gekleurd, heeft geen duidelijke pluimen aan zijn oren en komt oorspronkelijk in Amerika voor. Deze soort is in Europa ingevoerd. Met name in Engeland heeft dat veroorzaakt dat ze de gewone (rode) eekhoorn bijna volledig hebben verdreven. (grijze eekhoorn < eekhoornachtigen < knaagdieren < zoogdieren)
grijze kroonkraanvogel
Deze kroonkraanvogel heeft - net als de zwarte, die in tropisch Afrika leeft - een opvallende `gouden kroon` van dunne, rechtopstaande kruinveren. Mannetje en vrouwtje verschillen uiterlijk niet.
Anders dan andere kraanvogels zitten ze regelmatig in bomen. Op zoek naar voedsel volgen ze vaak groepen hoefdieren die kleine dieren opjagen. (grijze kroonkraanvogel < kraanvogels < rallen < trappen e.v. < vogels)
grijze reuzenkangoeroe
De grijze reuzenkangoeroe is bijna net zo groot als de rode reuzenkangoeroe. Zijn leefwijze is ook vergelijkbaar met die van de rode. Deze kangoeroes leven iets meer in open bos en vormen kleinere familiegroepen. Daarnaast zijn zowel de mannetjes als de vrouwtjes grijsbruin gekleurd en komt de grijze reuzenkangoeroe bijna uitsluitend in de oostelijke helft van Australië voor.
De Westelijke grijze kangoeroe (die verwarrend genoeg in het Zuiden van Australië voorkomt) is een andere soort (Macropus fuliginosus). (grijze reuzenkangoeroe < buideldieren < zoogdieren)
grijze vos
De grijze vos is overwegend grijs met op verschillende plaatsen roodbruine tinten en een witte buik. Deze Noord-Amerikaanse vossen staan bekend om hun klimkunst en worden daarom ook wel boomvossen genoemd. Het zijn voornamelijk nachtdieren. (grijze vos < hondachtigen < roofdieren < zoogdieren)
grijze walvis
De grijze walvis is een baleinwalvis die zijn voedsel in ondiep water zoekt. Met zijn snuit woelt hij over de bodem en zeeft er met zijn korte, stevige balleinen allerlei bodemdiertjes uit.
Omdat ze dicht aan de kust komen en vrij traag zwemmen, waren grijze walvissen gemakkelijke prooien voor walvisvaarders. Daardoor stierven ze al in de 18e eeuw uit in de Noord-Atlantische Oceaan. De populatie in de Pacifische Oceaan wist te overleven.
Nadat de jacht gestopt was is het aantal dieren dat in de winter rond Baja California verblijft toegenomen. De grijze walvis maakt lange trektochten. In de zomer trekken ze naar voedselrijke gebieden bij Alaska. De winter brengen ze door in warme streken.
De trektocht langs de Amerikaanse westkust is bekend en vaak zijn de dieren vanaf het land goed te zien. Ze trekken dan massaal naar de San Ignacio Lagune in Mexico. In dat gebied worden veel boottrips georganiseerd om de walvissen van dichtbij te bekijken. (grijze walvis < baleinwalvissen < walvissen en dolfijnen < zoogdieren)
groene baviaan
De groene of anubis baviaan is een van de grootste en meest voorkomende bavianen. Ze leven in groepen van 20 tot 50 (soms 100) dieren en zijn als groep een geduchte tegenstander. De hoektanden van de volwassen mannetjes zijn groter dan die van de meeste roofdieren. (groene baviaan < overige apen < apen en halfapen < zoogdieren)
groene boompython
De groene boompython is felgroene slanke slang die meestal in een boom te vinden is. Hij slingert zich om een tak, laat zijn kop omlaag hangen en valt snel uit naar een passerende prooi die binnen zijn bereik komt.
Deze soort lijkt in uiterlijk en gedrag erg veel op de groene hondskopboa, die echter aan de andere kant van de wereld (Zuid-Amerika) leeft. Net als de andere pythons legt deze soort eieren (boa`s zijn levendbarend). De jonge dieren zijn fel geel of soms rood. (groene boompython < slangen < reptielen)
groene hondskopboa
Deze groene slang met witte vlekken of strepen leeft in de bomen, waar hij op vogels, vleermuizen en andere kleine zoogdieren jaagt. Meestal hangt hij geduldig met zijn kop omlaag aan een tak, maar hij kan pijlsnel toeslaan. Hij grijpt zijn prooi met zijn lange scherpe tanden.
Zoals de andere boa`s (en anders dan pythons) is deze slang levendbarend. Het vrouwtje krijgt per seizoen ongeveer 10 jongen. Het eerste jaar zijn deze nog geel, oranje, rood of bruin. Pas daarna verandert hun kleur in heldergroen. (groene hondskopboa < slangen < reptielen)
groene kikker
Zowel de Engelse als de Wetenschappelijke naam van dit dier betekent `eetbare kikker`. Zijn dijen (de `kikkerbillen`) worden dan ook in sommige delen van Europa als lekkernij genuttigd. Deze kikker leeft grotendeels in het water. Groene kikkers leven in groepen en zijn overdag actief. (groene kikker < kikkers en padden < amfibieën)
groene meerkat
Een meerkat is een lenige apensoort die meestal in de bossen leeft. De vachtkleur van de groene meerkat is overwegend grijs met groene tot gele delen. Het mannetje heeft een duidelijk te herkennen blauwe balzak tussen zijn achterpoten.
Ze leven in groepen van 20 of meer dieren. Meestal zijn ze te vinden in de buurt van water. Ze brengen veel van hun tijd op de grond door. (groene meerkat < overige apen < apen en halfapen < zoogdieren)
groene pad
Deze pad heeft een groen gevlekte wratachtige huid en een horizontale pupil. Hij lijkt op de rugstreeppad, maar heeft zelden een heldere gele rugstreep en heeft duidelijkere vlekken. Het is vooral een nachtdier. Hij leeft rond huizen, boomgaarden, akkerland en struikgewas en heeft een voorkeur voor droge of zandige grond. (groene pad < kikkers en padden < amfibieën)
groene zeeschildpad
Deze gestroomlijnde zeeschildpad is eerder bruin dan groen van kleur en heeft in verhouding een vrij kleine kop. Anders dan de andere zeeschildpadden eet de groene alleen plantaardige kost.
Een andere naam voor deze zeeschildpad is soepschildpad. Dat geeft al aan waardoor deze soort zeldzaam geworden is. Dankzij onder andere het Wereld Natuur Fonds is de internationale handel in schildpadsoep tegenwoordig verboden. (groene zeeschildpad < zeeschildpadden < reptielen)
Groenlandse walvis
Deze zware, trage walvis is de enige grote walvis die het hele jaar door rond de noordpool blijft. Opvallend zijn de grote, zwarte baleinplaten die tot 5 m lang kunnen zijn.
Vroeger kwam deze forse baleinwalvis veel voor bij Groenland en Spitsbergen. Maar mede door de felle jacht van `onze` walvisvaarders was de Groenlandse walvis in de 19e eeuw bijna uitgeroeid. In de wateren bij Alaska hebben ze zich redelijk kunnen herstellen. Daar zwemmen er nu weer bijna 8500 rond.
Met een maximum leeftijd van 200 jaar is de Groenlandse walvis een van de langst levende dieren en zeker het oudste zoogdier ter wereld. (Groenlandse walvis < baleinwalvissen < walvissen en dolfijnen < zoogdieren)
groentje
Dit vlindertje is onmiskenbaar met de felgroen gekleurde onderzijde van zijn vleugels. Maar rustende tussen de bladeren is hij toch niet makkelijk te ontdekken. De bovenkant van de vleugels is minder opvallend: bruin tot dofgrijs.
De rupsen eten vooral bladeren van bosbes, brem en wegedoorn. (groentje < vlinders < insecten < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
grootkopschildpad
Deze zoetwaterschildpad dankt zijn naam aan zijn in verhouding erg grote kop, die hij ook niet meer in kan trekken. Zijn kaken lijken op de snavel van een papegaai en zijn staart is erg lang: ongeveer even lang als zijn schild. Het vrouwtje legt per keer maar twee eieren. (grootkopschildpad < overige schildpadden < reptielen)
grootoogmakreel
De grootoogmakreel is een zilverkleurige vis met opvallend grote ogen en een witte punt op de rugvin. Grootoogmakrelen leven in diepe lagunen en langs het buitenrif. Ze jagen vooral `s nachts, wat de grote ogen verklaart.
Deze snelle tropische roofvis is geen naaste verwant met de makreel maar behoort tot de zogenaamde stekelmakrelen, waartoe ook de in de Noordzee voorkomende horsmakreel behoort. Deze doorgaans zilvergekleurde vissen hebben op het achterste deel van hun lichaam een rij stekelvormige schubben tot aan de basis van de gevorkte staart. (grootoogmakreel < baarsachtigen e.v. < beenvissen < vissen)
grote eendenmossel
De eendenmossel behoort niet tot de weekdieren (zoals de mossel) maar tot de kreeftachtigen. Hij zit net als de verwante zeepok vastgehecht aan een stevige ondergrond, echter niet direct maar met een lange taaie steel. Als ondergrond kiest de eendenmossel meestal drijvende voorwerpen, zoals drijfhout of boeien.
Het feitelijke lichaam wordt omhuld door vijf witte kalkplaten. Daaruit graait het dier met zijn waaiervormige poten water naar zich toe om er plankton uit te halen. (grote eendenmossel < overige kreeftachtigen < kreeftachtigen < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
grote fregatvogel
Dit is de een van de vijf soorten fregatvogels die veel op elkaar lijken. In verhouding wegen fregatvogels weinig en ze hebben bijzonder lange vleugels. Daardoor kunnen ze moeiteloos over zee `zeilen` op zoek naar voedsel op of dicht onder het oppervlak. Daarbij houden ze hun vleugels zorvuldig omhoog, want hun verenpak is niet waterafstotend.
Soms jagen fregatvogels achter andere zeevogels aan om die een vangst afhandig te maken. Fregatvogels zijn zeer wendbaar. Hebben ze eenmaal door dat een vogel een krop vol vis heeft, dan achtervolgen ze hem in de lucht en grijpen hem met hun haaksnavel bij de staart of vleugel. Ze pesten net zolang tot de arme vogel zijn vangst opbraakt. Vaak vangt de fregatvogel de buit nog in de lucht op.
Het mannetje van de grote fregatvogel is zwart met een groene glans. Hij heeft een helderrode keelzak die hij tijdens de balts als een ballon opblaast. Het vrouwtje is groter en heeft op haar onderzijde witte veren. Het vrouwtje legt slechts één ei per seizoen. Ze broeden in grote kolonies, liefst op kleine, onbewoonde eilanden. (grote fregatvogel < pelikanen < aalscholvers e.v. < vogels)
grote geelkuifkaketoe
Grote kaketoe met een gele kuif, die omhooggeklapt wordt als de vogel verschrikt wordt of opgewonden is. In het wild leven deze vogels tijdens de broedtijd in paartjes of kleine familiegroepen. Daarbuiten komen ze samen in grote, luidruchtige groepen van soms wel honderden dieren. (grote geelkuifkaketoe < papegaaien < vogels)
grote kakkerlak
Ondanks zijn andere Nederlandse naam en zijn wetenschappelijke naam komt de grote kakkerlak niet uit Amerika maar uit Afrika. Via de mens heeft hij zich over de wereld verspreid, al voelt hij zich vooral in een warme omgeving thuis. In Europa bewoont hij bakkerijen, kassen en opslagplaatsen. Hij is echter zelden in huizen te vinden. Als het warm genoeg is, vliegt de grote kakkerlak goed. (grote kakkerlak < overige insecten < insecten < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
grote langoorbuideldas
Deze buideldas heeft bijzonder grote oren, lange achtervoeten en sterke voorpoten. Grote langoorbuideldassen kunnen goed graven en maken holen die soms wel 3 meter lang zijn en 2 meter diep. In die holen rusten ze overdag. `s Nachts gaan ze op pad om insecten te vangen. (grote langoorbuideldas < buideldieren < zoogdieren)
grote rafelvis
Deze eigenaardig gevormde vis behoort tot de zeepaardjes maar heeft niet de kenmerkende oprolbare staart.
De flappen aan zijn lijf maken de rafelvis uitstekend gecamoufleerd in wiervelden. Zo ontkomt hij niet alleen aan vijanden, maar kan hij ook vanuit een hinderlaag garnaaltjes en andere kleine prooidieren met zijn lange snuit opzuigen.
Het vrouwtje legt per keer ongeveer 250 eitjes die ze aan de onderzijde van de staart van het mannetje hecht. (grote rafelvis < baarsachtigen e.v. < beenvissen < vissen)
grote suikereekhoorn
De grote suikereekhoorn is een vliegend buideldier. Tussen de ellebogen en voeten hebben ze een behaarde huidplooi die ze uit kunnen strekken tot een behoorlijke lap. Met hun uitgespreide vlieghuid kunnen ze glijvluchten maken van boom tot boom over een afstand van meer dan 60 meter. Hun ogen en oren helpen om de vlucht ook in het schemerdonker perfect uit te voeren.
De grote suikereekhoorn is een nachtdier. Hij heeft een voorliefde voor nectar en het (zoete) sap van eucalyptusbomen dat hij verkrijgt door met zijn tanden een inkeping in de bast te maken. (grote suikereekhoorn < buideldieren < zoogdieren)
grote weerschijnvlinder
Dit is een van de grootste en mooiste vlinders van ons land. De bovenzijde van de vleugels van het mannetje zijn bij een bepaalde lichtinval prachtig blauwglanzend. Aan de onderzijde hebben de voorvleugels een grote oogvlek. De rupsen hebben aan de voorkant twee uitsteeksels die ze aan een slak doen denken.
Helaas is deze vlinder zeldzaam en laat zich bovendien moeilijk zien omdat hij meestal hoog in de bomen vliegt. De grootste kans om hem te zien is op vochtige bospaden als hij van uitwerpselen of natte aarde komt drinken. (grote weerschijnvlinder < vlinders < insecten < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
grote witte haai
De grote witte haai is de de bekendste en meest gevreesde haaiensoort. De reputatie van menseneter is aangewakkerd door de film `Jaws`. Van slechts een handvol badplaatsen (met name in Australië) is bekend dat er wel eens witte haaien in de buurt van de kust komen en mensen aanvallen. Gewoonlijk jaagt de grote witte haai alleen of in kleine groepjes in open zee op zeezoogdieren en vissen (waaronder andere haaien) of zoekt hij aas.
Grote witte haaien zijn levendbarend. Een vrouwtje krijgt per worp zo`n 4 tot 14 babyhaaitjes die bij de geboorte al ruim 1 meter groot zijn.
Het aantal grote witte haaien is sterk afgenomen doordat er veel op gevist wordt. In sommige gebieden zijn ze inmiddels beschermd. (grote witte haai < haaien < kraakbeenvissen < vissen)
grote zilverreiger
De grote zilverreiger is de meest wijdverspreide reigersoort. Deze reigers komen ook in tonemende aantallen in Nederland voor, met name in de Oostvaardersplassen (Flevoland). De grote zilverreiger is een stuk groter dan de kleine zilverreiger die ook in ons land voorkomt.
Grote zilverreigers nestelen in kolonies in dichte rietvelden of in bomen bij een rivier of moeras. Ze hebben elk hun eigen jachtterritorium waar ze op kleine dieren jagen die in of om het water leven. (grote zilverreiger < reigers < lepelaars e.v. < vogels)
Guadalupe zeebeer
De vacht van deze zeebeer is zwart en de snuit en flippers zijn relatief lang. In het verleden is deze soort net als andere zeeberen - ook bekend als pelsrobben - zwaar bejaagd. In 1928 dacht men dat de Guadalupe zeebeer uitgestorven was, maar de soort werd in 1954 herontdekt. (Guadalupe zeebeer < zeehonden en zeeleeuwen < zoogdieren)
Gunnison prairiehond
De Gunnison prairiehond lijkt in vele opzichten op de zwartstaart prairiehond. Hij is echter kleiner en heeft een wit staartje. Ook zijn de kolonies van de Gunnisons prairiehond veel kleiner. Soms bestaand ze maar uit 5 dieren. Deze prairiehond is `s ochtends vroeg en aan het eind van de middag het meest actief. Tijdens het koudste gedeelte van de winter blijven ze ondergronds. (Gunnison prairiehond < eekhoornachtigen < knaagdieren < zoogdieren)
haas
De haas (of voluit `Europese veldhaas`) is de meest bekende hazensoort. Ze zijn ook in onze weilanden vaak te zien. Vooral aan het einde van de winter en het voorjaar als ze in groepjes van 4 tot 10 dieren achter elkaar aanrennen. Na dit `bolderen` gaan de hazen doorgaans uit elkaar en komen er spoedig jongen. Opmerkelijk is dat bij hazen het mannetje kleiner is dan het vrouwtje.
Hazen leven over het algemeen alleen. Overdag verschuilen ze zich in hun leger om `s avonds te gaan eten.
De Europese haas is te onderscheiden van het Europees konijn aan de zwarte punten op hun langere oren (lepels), een duidelijkere iris in zijn ogen en zijn veel grotere formaat. Bovendien zijn jonge haasjes kort na de geboorte al `af`, jonge konijnen zijn nog kaal en blind. (haas < haasachtigen < zoogdieren)
halsband anemoonvis
De halsband anemoonvis is roze-oranje met een witte halsband en een witte rug.
Net als andere anemoonvissen (circa 30 soorten) leven ze samen met een zeeanemoon: vooral op de soort met de wetenschappelijk naam Heteractis crispa. Ze houden zich meestal op tussen de van netelcellen voorziene tentakels, waar ze veilig zijn tegen aanvallen van roofvissen. Hun huidslijm zorgt ervoor dat ze zelf niet gestoken worden door de zeeanemoon: de anemoon herkent de vis namelijk niet als `lichaamsvreemd` en zet bij contact daardoor niet de netelcellen in werking. (halsband anemoonvis < baarsachtigen e.v. < beenvissen < vissen)
halsbandpekari
Pekari`s uit Amerika lijken op kleine zwijnen, hoewel ze officieel tot een andere familie behoren. De halsbandpekari is de kleinste pekari en heeft een duidelijke kraag van lichtere haren rond zijn hals.
Halsbandpekari`s leven in gemengde groepen (zowel mannetjes als vrouwtjes) van maximaal 15 dieren. Bijzonder is dat ze als groep massaal de aanval kiezen als ze belaagd worden. Ze zijn van nature echter niet agressief. Hun natuurlijke vijanden zijn honden, prairiewolven en lynxen. (halsbandpekari < varkens en pekari`s < evenhoevigen < hoefdieren < zoogdieren)
hamsterrat
Deze zeer grote Afrikaanse ratten leven alleen in holen met meerdere ingangen en zijn voornamelijk `s nachts actief. Ze zijn niet aggressief en eten alleen plantaardig voedsel, dat ze net als hamsters in hun wangzakken naar hun hol dragen. (hamsterrat < muisachtigen < knaagdieren < zoogdieren)
hardoen
De hardoen is een forse stekelige hagedis met een relatief korte afgeplatte romp, driehoekige kop en in verhouding lange poten. Het is de enige van de ongeveer 280 soorten agamen die ook in Europa te vinden is. Het is een echte zonne-aanbidder. Hij wipt vaak op een typerende wijze met zijn kop. (hardoen < hagedissen < reptielen)
haring
Deze zilverkleurige zeevis heeft een diepgevorkte staartvin. De rugvin staat halverwege het lichaam.
Haringen leven in grote, beweeglijke scholen. Ze zwemmen overdag op grotere diepte en komen `s nachts aan het oppervlak.
De eitjes komen op de zeebodem uit. De jonge haringen lijken eerst nog op de larven van de paling. Na een tijdje zwemmen ze naar het oppervlak om voedsel te zoeken. Maar een klein deel van de jongen wordt volwassen.
De haring is eeuwenlang een van de belangrijkste vissoorten geweest voor de visserij. Door overbevissing in de 20e eeuw is hun aantal sterk afgenomen maar de soort herstelt zich geleidelijk. (haring < haringachtigen < beenvissen < vissen)
hartebeest
Deze antilope is ook wel bekend onder zijn Swahili-naam: kongoni . Of als `gewoon hartebeest` omdat er ook nog andere soorten hartebeesten bestaan.
Er bestaan meerdere ondersoorten van het hartebeest die zich onder andere van elkaar onderscheiden in de kleurtekening van de vacht. Het hartebeest heeft vrij dikke hoorns die aan de top van zijn merkwaardig langgerekte kop staan. Hartebeesten leven in kleine kuddes van ongeveer 15 dieren. Ze zijn altijd te vinden in de buurt van water. (hartebeest < runderen e.v. (holhoornigen) < evenhoevigen < hoefdieren < zoogdieren)
havik
Een volwassen havik heeft een witte borst met fijne grijze dwarsstrepen. Een jonge havik heeft nog een gevlekte borst. De iris van de ogen is geel tot oranje. In combinatie met de witte wenkbrauwstrepen geeft dat de havik een indrukwekkende priemende blik.
De havik is een snelle en vooral wendbare vlieger. Het vrouwtje is aanzienlijk groter dan het mannetje en jaagt dan ook op grotere prooidieren. In de tijd dat de jongen worden grootgebracht heeft dat als voordeel dat de partners elkaar niet beconcurreren binnen het gemeenschappelijke jachtgebied.
Binnen zijn verspreidingsgebied vertoont de havik nogal wat variatie in kleur en tekening. (havik < roofvogels < vogels)
hazelworm
De hazelworm lijkt op een slang, maar is een hagedis zonder poten en met gladde schubben. Het is een vrij traag dier en daar dankt hij zijn Engelse naam dan ook aan. Hij is vooral `s morgens en `s avonds actief, de rest van de dag houdt hij zich verborgen. De hazelworm is levendbarend. (hazelworm < hagedissen < reptielen)
Hector-dolfijn
De Hector-dolfijn is Nieuw-Zeelands `eigen` dolfijn. Het is een van de kleinste dolfijnensoorten. Opvallend is de ronde, donkere rugvin en een grijze vlek op het voorhoofd. Ze leven dicht onder de kust en zijn daardoor kwetsbaar voor watervervuiling en verdrinking in visnetten. Om deze bijvangst te voorkomen gelden tegenwoordig strenge regels voor de visserij rond Nieuw-Zeeland. (Hector-dolfijn < dolfijnen en bruinvissen < tandwalvissen < walvissen en dolfijnen < zoogdieren)
heilbot
De heilbot is een bijzonder grote platvis, die meer dan twee meter lang kan worden. Hij leeft in koude zeeen. Anders dan de meeste andere platvissen, zoals schol, tarbot en bot, zwemmen ze regelmatig los van de bodem rond op zoek naar prooi.
Er zijn verschillende soorten heilbot. Deze soort - de Atlantische heilbot - leeft in de Noord-Atlantische Oceaan en is sterk in aantal afgenomen. Hij wordt zelfs als `bedreigd` geclassificeerd. Consumptie wordt dus sterk afgeraden.
(heilbot < baarsachtigen e.v. < beenvissen < vissen)
helmkasuaris
De helmkasuaris is de grootste van de drie soorten kasuarissen. Deze grote loopvogel leidt een verborgen leven in het regenwoud. Behalve lopen kan hij met zijn sterke poten ook gevaarlijke trappen uitdelen, vooral doordat aan elke poot een teennagel dolkachtig is uitgegroeid.
Het mannetje maakt een dreunend geluid om een vrouwtje te lokken. De eieren zijn donkergroen gekleurd. Buiten het broedseizoen leven kasuarissen solitair. (helmkasuaris < kasuarissen en emoes < loopvogels < vogels)
heremietibis
Net als de andere ibissen heeft de heremietibis een lange, omlaaggebogen snavel. Zijn verenpak is granzend groen-zwart en de voorkant van zijn kop kaal en rood, net als zijn snavel en poten. Hij heeft achter op zijn kop en nek een kuif en kraag van lange veren.
Deze ibis kwam vroeger veel voor in Zuid-Europa, Noord-Afrika en West-Azië maar is nu erg zeldzaam geworden. Hij broedt alleen nog op een paar plekken in Marokko en Turkije. Hij bouwt een nest van twijgen en gras op rotsen in steile kloven.
Deze soort is nauw verwant met de gladnekibis, die in Zuid-Afrika leeft. (heremietibis < reigers < lepelaars e.v. < vogels)
hermelijn
De hermelijn is een klein marterachtig roofdiertje met een opvallende zwarte punt op zijn staart, wat hem van de (tevens kleinere) wezel onderscheidt. In de zomer is hij van boven bruin en vanonder wit gekleurd.
De wintervacht (die alleen de dieren in het noordelijk deel van het verspreidingsgebied krijgen) is geheel wit, op die zwarte punt na. Hij komt in bijna alle biotopen voor, inclusief af en toe een tuin. In het verleden zijn hermelijnen fel bejaagd vanwege hun vacht: het befaamde bont voor koningsmantels. (hermelijn < marterachtigen < roofdieren < zoogdieren)
hertmuizen
Hertmuizen of witpootmuizen komen vrij algemeen voor in Amerika, van Alaska tot en met Mexico. Er zijn zeker 55 verschillende soorten hertmuizen. Ze lijken sterk op de Europese bosmuis. Ze hebben een duidelijke bruine rug en witte buik en poten. Ze zijn doorgaans `s nachts actief. (hertmuizen < muisachtigen < knaagdieren < zoogdieren)
Hoffmanns tweevingerige luiaard
Er bestaan 5 soorten luiaards, waarvan 3 `drievingerige` en 2 `tweevingerige`. De tweevingerige hebben aan elke voorpoot twee haakvormige klauwen, aan hun achterpoten hebben ze er drie, net als alle andere luiaards. De tweevingerige luiaards hebben geen staart in tegenstelling tot de drievingerige die een kort staartje hebben.
Luiaards kunnen moeiteloos aan een tak hangen. Alleen om zich te ontlasten (ongeveer één keer per week) of om naar een andere boom te gaan komen ze naar de grond. (Hoffmanns tweevingerige luiaard < miereneters < luiaards < gordeldieren < zoogdieren)
honingbeer
De honingbeer is een kleine zwarte tot donkerbruine beer met witte tot gele vlek op zijn borst. Zijn vacht is opmerkelijk kort en glad. Hij komt alleen in de tropen voor: in de regenwouden van Zuidoost-Azië.
Honingberen klimmen erg goed en zijn - zoals hun naam aangeeft - dol op honing. Met hun sterke klauwen breken ze een bijennest open en likken de honing met hun bijzonder lange tong op. Ze eten ook eieren en kleine dieren, maar het grootste deel van hun dieet bestaat uit vruchten. (honingbeer < beren < roofdieren < zoogdieren)
honingbij
Honingbijen zijn de enige echt gedomesticeerde insecten. Ze leven in een nest waarin ze van een vetachtige uitscheiding van hun achterlijf (was) kunstige raten bouwen. Deze raten bestaan uit zeskantige cellen waarin de bijen voedsel opslaan (honing en zetmeel) en jongen grootbrengen.
In een volk - van vaak tienduizenden bijen - is maar één vruchtbaar vrouwtje. Die `koningin` heeft een duidelijk langer achterlijf dan de andere bijen en legt tot 1500 eitjes per dag.
De meeste bijen zijn onvruchtbare vrouwtjes. Tijdens hun levensloop vervullen deze `werksters` verschillende taken, eerst binnen het nest (zorgen, schoonmaken), later erbuiten (nectar en stuifmeel verzamelen). De mannetjes (darren) zijn wat forser en plomper dan de werksters, hebben grotere ogen en geen angel. Ze komen alleen in actie als het tijd is voor de bruidsvlucht. (honingbij < vliesvleugeligen < insecten < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
honingdas
De honingdas is nauw verwant aan `onze` das en de Amerikaanse das. Honingdassen zijn eveneens goede gravers die voornamelijk `s nachts actief zijn en overdag rusten. Ze gebruiken daarvoor vaak een verlaten hol van een ander dier.
Honingdassen staan bekend om het feit dat ze af en toe bijennesten plunderen. Vaak werken ze daarbij samen met een vogel: de honingwijzer. De vogel wijst de weg, de das opent het nest en samen smullen ze van de honing (de das), de larven (beiden) en de bijenwas (de vogel). (honingdas < marterachtigen < roofdieren < zoogdieren)
hoornratelslang
De hoornratelslang wordt in het Engels sidewinder genoemd. Dit heeft te maken met de zijdelingse manier waarop hij zich voortbeweegt. Daarbij laat hij een kenmerkend spoor in het zand achter. Het is voornamelijk een nachtdier, overdag verbergt hij zich in een hol. (hoornratelslang < slangen < reptielen)
houtduif
Dit is de grootste en talrijkste duif in Europa. De houtduif broedt in bossen, maar heeft als zaadeter vooral geprofiteerd van de landbouw.
Het mannetje en het vrouwtje hebben het zelfde verenkleed met metaal-groene veren in de nek en een kenmerkende witte halsvlek. De mannetjes voeren een baltsvlucht uit waarbij ze met de vleugels klapperen. Het vrouwtje legt 1 tot 2 eieren. Beide ouders zorgen voor de jongen. (houtduif < duiven < vogels)
Hudson-eekhoorn
De Hudson-eekhoorn wordt ook wel rode eekhoorn genoemd. Een verwarrende naam, want zo heet `onze` eekhoorn al. Deze soort is een slag kleiner dan onze rode eekhoorn en heeft veel kortere pluimen aan zijn oren.
Hoewel ze voornamelijk plantaardig voedsel eten, vangen Hudson-eekhoorns ook wel eens kleine dieren zoals jonge konijnen.
Er wordt soms op deze dieren gejaagd vanwege hun vacht. Men beschouwt deze dieren in de VS als schadelijk voor jonge aanplanten omdat ze vaak schors van jonge bomen afknagen. Eén ondersoort - de Mount Graham-eekhoorn - is ernstig bedreigd. (Hudson-eekhoorn < eekhoornachtigen < knaagdieren < zoogdieren)
huisvlieg
De huisvlieg is een overbekend en vaak lastig insect. Hij is donkergrijs met een aan de onderkant geelbruin achterlijf en heeft roodbruine ogen.
Deze vlieg heeft een stempelvormige zuigsnuit waarmee hij alleen vloeibaar voedsel kan opnemen. Vast voedsel maakt hij vloeibaar door ze in speeksel op te laten lossen: een voor ons onhygiënische eetgewoonte.
Het vrouwtjes legt 100 tot 150 eitjes die vaak al binnen 24 uur uitkomen. De geelwitte, pootloze larven (maden) groeien vooral op in mest maar ook in andere voedselbronnen zoals etensresten. In gunstige omstandigheden verpoppen ze zich binnen een week tot stevige roodbruine `tonnetjes`. Enkele dagen later kruipt daar een vlieg uit die al binnen 3 dagen geslachtsrijp is. (huisvlieg < vliegen en muggen < insecten < geleedpotigen < ongewervelde dieren)
huzaaraap
De huzaaraap kan met zijn slanke lichaam en lange poten voor een aap bijzonder snel rennen. Het mannetje is een stuk groter en feller gekleurd dan het vrouwtje. Bovendien heeft hij een opvallend witte snor, waaraan ze de naam `huzaar` te danken hebben. Huzaarapen leven over het algemeen op open vlaktes in groepen van 6 tot 30 dieren. (huzaaraap < overige apen < apen en halfapen < zoogdieren)
hyacinthara
De hyacinthara is de grootste papegaai. Hij heeft een prachtig, diep kobaltblauw verenkleed met sterk contrasterende gele ringen rond de ogen en de ondersnavel.
Door zijn spectaculaire uiterlijk is het een zeer geliefde soort voor verzamelaars. Geen wonder dat deze ara uiterst zeldzaam is geworden in het wild. Inmiddels is de jacht en handel op de deze en de meeste andere papegaaien streng verboden, maar de illegale vangst en handel blijft een behoorlijke bedreiging. Het Wereld Natuur Fonds zet zich dan ook in om de papegaaien te beschermen. Onder meer door de zwarte handel aan te pakken. (hyacinthara < papegaaien < vogels)
ijsbeer
IJsberen zijn de grootste roofdieren op aarde, al komen sommige bruine beren bijna tot hetzelfde maximumgewicht.
Ze zijn erg goed aangepast aan de extreme kou van de noordpool. Hun vacht en speklaag zorgt voor isolatie. Ze hebben behaarde zolen, zodat ze niet uitglijden op het ijs. IJsberen kunnen uitstekend zwemmen en hebben geen last van het ijskoude water.
IJsberen jagen vooral op zeehonden. Soms wachten ze doodstil geduldig bij een ademgat. Een andere jachttechniek is de sluipjacht, waarbij de ijsbeer op zijn schutkleur en snelheid (tot 55 km-uur!) vertrouwt. Op zoek naar prooi en aas maakt de ijsbeer gebruik van zijn uitstekende reukvermogen. (ijsbeer < beren < roofdieren < zoogdieren)
ijsduiker
Hoewel de ijsduiker een zomerkleed met uitsluitend zwart en wit heeft, is het prachtig getekend. Ze broeden vooral in Noord-Amerika, maar ook op IJsland.
IJsduikers jagen meestal alleen of in paren waarbij ze tot grote diepte kunnen duiken. Ook als ze door een roofvogel belaagd worden, ontsnappen ze onder water om op grote afstand weer op te duiken. In Nederland is deze vogel zelden te zien. (ijsduiker < duikers < vogels)
ijseend
Deze vrij kleine eend broedt langs poelen en moerassen in de noordelijke toendra. Hij overwintert vaak in grote groepen op zee op afstand van de kust en wordt dan ook in Nederland soms gezien.
Het mannetje heeft het gehele jaar een paar opvallende langgerekte staartveren (net als de pijlstaart-eend). Het verenkleed is bruin, zwart en wit maar is erg variabel omdat sommige delen twee en andere drie keer per jaar ruien. (ijseend < eendachtigen < vogels)
impala
Impala`s zijn sierlijke bruingele tot roodbruine antilopen. Over de staart en heupen lopen donkere vegen. De bokken hebben liervormige, geribbelde horens van 50 tot 75 centimeter lang, de vrouwtjes zijn meestal ongehoornd.
Vergeleken met andere antilopen zijn impala`s nogal luidruchtig. Vooral in de paartijd, als de mannetjes een hees geknor laten horen. De mannetjes vechten dan met elkaar om een territorium.
In de droge tijd leven mannetjes en vrouwtjes in gemengde kuddes. Ze leven soms samen met bavianen waarbij beide soorten van elkaars waakzaamheid profiteren. (impala < runderen e.v. (holhoornigen) < evenhoevigen < hoefdieren < zoogdieren)
Indische borstelrat
De borstelrat dankt zijn naam aan zijn borstelachtige vacht. Deze grote rat komt voor in Birma en India, waar hij niet populair is. Hij brengt gevaarlijke ziekten over en heeft in het verleden voor verschillende plagen gezorgd. Als hij in het nauw gedreven wordt, blaast hij als een kat en zet zijn haren overeind. (Indische borstelrat < muisachtigen < knaagdieren < zoogdieren)
Indische bruinvis
De Indische bruinvis is een van de kleinste walvisachtigen. Deze bruinvissen hebben een opvallend stompe kop en geen rugvin. Ze leven veelal in troebele, modderige kustwateren en zwemmen geregeld een eindje landinwaarts via een estuarium of een rivier. (Indische bruinvis < dolfijnen en bruinvissen < tandwalvissen < walvissen en dolfijnen < zoogdieren)
Indische civetkat
Civetkatten zijn soepele, slanke dieren die een eigen familie vormen binnen de roofdieren. De Indische civetkat is iets kleiner dan de Afrikaanse- en de Aziatische civetkat en heeft een wat minder contrastrijk vachtpatroon.
Het is een behendige jager van kleine zoogdieren en vogels, die hij besluipt als een kat. Maar als hij de gelegenheid krijgt, pakt deze civetkat wat hij tegenkomt, inclusief insecten en fruit. (Indische civetkat < civetkatten < roofdieren < zoogdieren)
Indische glasmeerval
Op de graten en de kop met ingewandzak na, is een glasmeerval volkomen doorzichtig. Met dit glasachtige uiterlijk is het kleine visje bijzonder goed gecamoufleerd. Ook maakt het bizarre uiterlijk de glasmeerval populair als aquariumvis.
De transparantheid van de glasmeerval wordt veroorzaakt door een dunne huid en een bijzonder olierijke romp. Als de visjes dood gaan, vergaat het olierijke weefsel en worden ze ondoorzichtig.
De glasmeerval leeft in traag stromende, tropische laaglandrivieren en hun overstromingsgebied. Ze verblijven gewoonlijk in kleine groepjes en hangen meestal schuinstaand stil in het water. (Indische glasmeerval < meervallen en karperachtigen < beenvissen < vissen)
Indische griend
De Indische griend - ook wel kortflippergriend genoemd - is een forse dolfijn. Deze soort is nauw verwant met `de griend` die ter onderscheiding ook wel langflippergriend genoemd wordt omdat zijn borstvinnen aanziendlijk langer zijn. Verder lijken de beide dolfijnachtigen veel op elkaar, zowel wat uiterlijk als gedrag betreft.
Ze jagen voornamelijk op inktvis, waarbij ze tot meer dan 500 m diep duiken. De Indische griend komt in iets warmere streken voor dan de griend. Ze zijn vaak te zien bij bekende vakantiebestemmingen zoals Hawaiï en de Canarische Eilanden. (Indische griend < dolfijnen en bruinvissen < tandwalvissen < walvissen en dolfijnen < zoogdieren)