Project Laurens Janszoon Coster
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Geschiedenis en volkskunde > Klassieke Nederlandse Literatuur
Datum & Land: 08/06/2013, NL
Woorden: 1338
Have
bezit.
Heir
leger.
Heloot
onderdrukte.(eigenlijk lijfeigene van Sparta (Griekenland)).
Heffe
laagste.
Hemorrhoïides
aambeien.
Hermitage
kluizenaarshut.
Herwaarts en derwaarts
hier en daar.
Heugenis
herinnering.
Heusch
beleefd.(bijvoegelijk naamwoord en bijwoord).
Heuschelijk
beleefd.(bijwoord).
Hielen ligten, de
er vandoor gaan.
Hippocras
met suiker, kaneel en andere kruiden gemengde wijn, en daarom soms ook kruidenwijn wordt genoemd.
Hit
dienstmeid.
Ho(r)tje
ogenblikje.
Hoovaardij
hoogmoed.
Hopman, hoplieden
kaptein, hoofdman.
Hospes
waard, herbergier.
Huisbraker
inbreker.
Huisheer
eigenaar, verhuurder.
Huizinge
huis, verblijf, woning.
Hulk
schip.
Hupsch
mooi, knap.
Hutselen
dooreenschudden.
Hymne
lofzang.
Hylik
huwelijk.
Hypochondrisch
zwaarmoedig.
Ichtyoloog
visdeskundige.
IJlings
haastig.
Illuminatie
feestverlichting.
Indigo
blauwe kleurstof.
Intrigueren
een heimelijke invloed aanwenden tot het bereiken van zijn doel, met slinkse streken te werk gaan.
Jammermare
droevig bericht.
Janmaat
een algemene naam voor matroos.
Jansalie
een dromerig persoon.
Jegens
ten aanzien van, tegenover.
Jok
scherts, grap.
Joken
jeuken.
Jonkman
vrijgezel.
Kalefateren
breeuwen, teren, herstellen, in orde maken.
Kaai
havendam.
Kabinetstuk
pronkstuk.
Kalotje
priestermuts.
Kamenier
vrouwelijke persoonlijke bediende van een vrouw.
Kandeel
warme drank, gemaakt van melk of wijn met eierdooiers, suiker en kaneel.
Karigheid
zuinigheid, armoede.
Karikel
licht tweewielig rijtuig.
Karwats
zweep.
Kastijden
straffen, pijnigen, geselen.
Kennelijk
te herkennen.
Kiesch
beleefd, keurig, nauwgezet.
Kieskaauwer
langzaam, zonder trek eten.
Klaveren
klauteren, klimmen.
Klepper
draver.
Koddig
komisch.
Koeltje
windje.
Koen
dapper, moedig.
Koeteren
praten.
Kof
een rondgebouwd zeeschip met brede achtersteven, grote mast en bezaanmast.
Komenijsman
kruidenier.
Kommensaal
kostganger.
Konstantinopel
Istanbul.
Kornet
vaandrig.
Kouten
praten, kletsen.
Krank
ziek.
Kraamkoets
kraambed.
Krankbezoeker
ziekentrooster.
Kranke
zieke, patiënt.
Krankte
ziekte.
Krap
boekslot
Kregel
knorrig, verdrietig.
Krenken
kwetsen.
Krijg
oorlog.
Krijten (kreet, gekreten)
klagelijk huilen.
Kruisdrager
iemand die veel lijdt.
Kuiperij
omkoping, geheime komplot.
Kuitendekker
lange jas.
Kurassier
cavalerist voorzien van helm en borstharnas.
Kwak
leerling van de Latijnse school (scheldnaam).
Kweekeling
jong iemand, die opgevoed wordt of wordt opgeleid voor een beroep (b.v. onderwijzer).
Kwinkslag
geestig gezegde.
Landzaat
inwoner van een land.
Last
opdracht.
Leêglooper
nietsdoener, baliekluiver.
Leep
slim.
Ledeman
pop met verstelbare ledematen ten dienste van schilders.
Leerreden
preek, predikatie.
Leest
middel.
Leger
liggende toestand van iemand.
Legitimist
staatspartij (aanhangers der leer, dat de vorstelijke waardigheid een erfelijk recht is, onafhankelijk van ’s volks wil); in Frankrijk de aanhangers van den oudere, in 1830 uit Frankrijk verdreven tak van de Bourbons.
Leiband
leidsel.
Leppen
met teugjes drinken.
Leste
laatste.
Lichtmis
losbol, lichtzinnig persoon.
Lierzang
een gedicht, dat onder begeleiding van het spelen op een lier wordt voorgedragen.
Lierzanger
iemand, die een gedicht, onder begeleiding van een lier, voordraagd.
Ligtekooij
prostitué.
Likkebroêr
smuller, gulzigaard.
Links
nauwelijks.
Linksch
onhandig, lomp.
Lion
toongever, salonheld.