Project Laurens Janszoon Coster

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Geschiedenis en volkskunde > Klassieke Nederlandse Literatuur
Datum & Land: 08/06/2013, NL
Woorden: 1338


Dolen
zwerven, dwalen.

Dolhuis
gekkenhuis.

Doodverw
grondverf, hier: eerste aanleg.

Doodverwen
bestemd zijn voor.

Doorluchtig
aanzienlijk, achtbaar.

Doppen
schaalvormig.

Dorschen
graankorrels uit aren slaan.

Dos
kleding.

Dreumel, Dreumis
klein kind.

Drie kruisen
dertig jaar oud.

Driewerf
drie keer, drie maal, drievoudig.

Drift
kudde.

Droes
duivel.

Drom
menigte.

Drommel
verduiveld.

Drossaard
drost, baljuw, schout.

Ducdalf
Duce d’Alva, de hertog van Alva, landvoogd van Nederland tijdens de 80-jarige oorlog.

Dulder
iemand die in stilte veel lijdt of verdraagt.

Duodecinootje
zeer klein boekformaat: het drukvel is hierbij in twaalven gevouwen.

Dweepziek
vol overspannen denkbeelden.

Ebben
afnemen, verminderen.

Edik
azijn.

Eerlang
weldra, binnenkort, spoedig.

Eeuwig Edict
Willem III, prins van Oranje, werd uitgesloten van de waardigheden van zijn voorouders.

Egade
echtgenoot, echtgenote.

Eiber
ooievaar.

Eilieve
och!, kom!, wees zoo goed!

Elegie
treurgedicht, klaagzang.

Elft
haringachtige zeevis.

Elshoogte
de hoogte van een el d.w.z 69 centimeter hoog.

Emeritaat
ambtsrust, zijn ambt wegens leeftijd neerleggen (geestelijken en hoogleraren).

Emolument
extra inkomst.

Engagement
verloving.

Epicurisch
wellustig, genotzuchtig.

Epicurist
wellusteling, genotzuchtig persoon.

Epigram
puntdicht, kort hekeldicht.

Etablisseeren, zich
zich vestigen.

Etablissement
vestiging, grondlegging.

Eunjerwijf
heks.

Euvel
kwalijk.

Expliceeren
uitleggen.

Factor
zakenwaarnemer, handelsgematigde, postbode.

Factory
kantoor, handelskantoor, magazijn.

Factotum
algemene zakenwaarnemer, vertegenwoordiger, iemand die alles in alles is, manusje-van-alles (Latijns: fac totum

Faëton
Hoge lichte wagen op vier wielen. Het is vernoemd naar Phaëton, de zoon van de god Apollo, de zonnegod. De eerste had toestemming om de zonnewagen, die door Apollo normaal werd bestuurd, zelf te mennen. Hierbij verbrandde hij de Aarde bijna, waarop de oppergod Zeus Phaëton doodde met een bliksemstraal.

Fashionable
naar de mode, naar de laatste smaak.

Feil
tekortkoming, gebrek.

Figaro
kapper.(Naar het figuur Figaro uit de opera ’De Barbier van Sevilla’ van Wolfgang Amadeus Mozart (1756 - 1791)).

Fier
trots.

Fijmelaar
schijnheilige, kwezel.

Fijn(e)
vroom, vrome.

Fluks
vlug, snel.

Flusjes
straks, zoëven, zo dadelijk.

Foliant
boek van het grootste formaat.

Fortuin
lot, toeval, geluk.

Frak
korte jas.

Fy
foei.

Gaarde
tuin.

Gade
echtgenote.

Galant
vrijer, verliefde, man die het hof maakt aan een meisje.

Galanterie
uiterst beleefd gedrag tegen vrouwen.

Gallicisme
woord, indrukking, gezegde gevormd naar het Frans of er letterlijk uitvertaald.

Gallomanie
overdreven liefde voor alles wat Frans is.

Gansch
geheel.

Garstig
bedorven.

Garven
bossen afgemaaide en samengebonden graanhalmen.

Gastmaal
feestdis, maaltijd, banket.

Gefatigueerd
vermoeid.

Gefichud
met een driekantige halsdoekje om.

Geheimschrijver
secretaris.

Gehijlikt
getrouwd.

Geknipt
precies geschikt zijn.

Geldsnoeijer
iemand die de rand van een muntstuk afsnijd om zich te verrijken.

Gemalin
echtgenote, vrouw.

Gemeenzaamheid
welwillendheid.

Genet
vurig paard.

Gepelerind
met een damessjaaltje (pelerine) om.

Geraakte
door een beroerte verlamd iemand.

Gespelen
speelmakker, speelgenoot.

Getabbaard
gekleed in een lang statiegewaad.

Gewagen
melding maken.

Gijzeling
gevangenis voor mensen met schulden.

Gispen
laken, hekelen, berispen.

Gisping
berisping, hekeling.

Glacé
geglansd leer.

Glazen
ruiten, ramen.

Goedrondheid
openhartigheid.

Gramschap
boosheid.

Grande
edelman van de hoogste rang.

Grauwtje
ezel.

Grenadier
keursoldaat van de infanterie (eigenlijk: een soldaat die granaten werpt).

Grijnen
huilen, pruilen, verdrietig zijn.

Grimlach
gemene lach, grijns.

Grombaard
oudgediende, veteraan.

Grompot
sacherijn.

Grootmediaan
papierformaat 47 x 62 cm..

Gueridon
hoektafeltje.

Guit
grappenmaker, deugniet.

Haken
verlangen.

Harpagon
vrek (de naam van de griegaard in Molières l’Avare).