Hoorn
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Kunst, muziek & cultuur > Muziektermen
Datum & Land: 16/06/2013, BE
Woorden: 1553
Singspiel
Duitse muzikale komedie met gesproken dialogen. Het Duitse Singspiel ontwikkelde zich in de 18e eeuw als tegenhanger van de opera seria
Simfonia
De oorspronkelijke benaming voor een Italiaanse opera-ouverture
Sixtet
De oude benaming van sextet: dit staat voor zes stemmen of zes instrumenten
Siciliano
Landelijke dans uit Sicilië in een 6-8ste maat
Si
Muzieknoot. De zevende toon van de toonladder van do
Slof
Het uiteinde waar men een strijkstokstok vasthoudt
Snaarinstrument
Snaarinstrumenten zijn instrumenten met één of meerdere snaren. Deze worden nog eens onderverdeeld in strijkinstrumenten, tokkelinstrumenten en snaarinstrumenten met een klavier. Snaarinstrumenten met een klavier zijn instrumenten waarbij de snaren aangeslagen worden via toetsen. Hierbij moet je denken aan instrumenten als het klavecimbel en de piano. Eigenlijk zijn het tokkelinstrumenten, waarbij de het tokkelen van de snaren mechanisch gaat door het indrukken van toetsen, in plaats van het direct tokkelen met de vingers.
Sourdine
Apparaat waarmee de klank van muziekinstrumenten wordt gedempt
Soul
Emotionele indringende zang die uit de Spiritual (=geestelijk volkslied van de Noord-Amerikaanse negers) voortkomt.
Sopraan
Hoogste vrouwenstem. Er zijn in deze stemsoort verschillende soorten sopranen: de coloratuursopraan, de dramatische sopraan, de hoogdramatische sopraan, de lyrische sopraan, de jeugdig dramatische sopraan en de soubrette
Sonoor
Helder klinkend
Sonatine
Kleine, vaak luchtige sonate
Sonate da camera
Instrumentale dans, verwant aan de suite
Sonate
Muziekstuk dat is opgebouwd uit twee, drie of vier (cyclische) delen
Solo
Het leren lezen van het notenschrift
Solmisatie
Systeem waarbij de melodie op de lettergrepen do-re-mi-fa-sol-la-si worden gezongen
Solfège
Het leren lezen van het notenschrift
Soli
uitvoering voor één groep instrumenten in een orkest.
Sol
Muzieknoot. De 5de toon van de toonladder van do
Spotten
Techniek die dansers gebruiken om te voorkomen dat ze duizelig worden tijdens het draaien. Je richt je ogen op een vast punt, en probeert dat punt na de draai zo snel mogelijk weer te vinden
Spiritual
Godsdienstig lied uit Amerika
Strijkstok
Stok die men over de snaren van een viool strijkt om deze te doen klinken. De strijkstof is bespannen met paardehaar, voorzien van een mechaniek waarmee de haren op spanning worden gedraaid. De vorm en het gewicht van de stok hangen af van het instrument: hoe groter het instrument, des te korter en zwaarder de stok. De haren zijn met hars ingewreven om de wrijving te vergroten.
Strijkkwartet
Ensemble van 1e viool, 2e viool, altviool en cello
Strijkinstrument
Strijkinstrumenten zijn snaarinstrumenten, waarover gestreken wordt met een strijkstok. Door het strijken gaat de lucht trillen De trillingen worden overgebracht naar de klankkast die de toon krachtiger en voller maakt. In de klankkast zitten één of meerdere klankgaten om de trillende lucht uit de klankkast te laten ontsnappen. Om een toon hoger te maken wordt de snaar op een bepaalde plaats tegen het instrument gedrukt. Daardoor wordt het stuk snaar dat kan trillen korter en de toon hoger. Aan de klankkast zit de toets. Aan het einde van de toets zitten de stemschroeven, waarmee de snaren hoger of lager gemaakt kunnen worden. Dit met de bedoeling om de tonen zuiver te krijgen.
Stretto
Canonachtig deel van een fuga. Het kort na elkaar inzetten van polyfone stemmen
Stemregister
Toonhoogtebereik van een stem
Stile concertato
Barokmuziek, gecomponeerd volgens het concerterende principe
Stemvork
Hulpmiddel bij het stemmen van instrumenten
Stemschroef
Hiermee kunnen de snaren hoger of lager gemaakt kunnen worden, met de bedoeling om de tonen zuiver te krijgen.
Stemsoort
De zes zangstemmen: sopraan, mezzosopraan, alt, tenor, bariton en bas
Stemtoon
De toon waarop gestemd wordt. Standaardfrequentie: 440 Hz
Stemparen
Samengaan van 2 stemmen
Stemming
De vaste tonen waarnaar muziekinstrumenten zijn gestemd
Stemmen
Het zuiver krijgen of juist krijgen van de toon
Stemmachine
Hulpmiddel bij het stemmen van instrumenten
Stem
Een partij, bijvoorbeeld de tweede stem
Staccato
Puntje boven de noot, waardoor jede noot zeer kort moet spelen.
Stabat matar
Lijdenshymne uit de katholieke kerk
Staartstuk
Dat deel van een viool waaraan de snaren worden vastgemaakt.
Suite
Compositie die is opgebouwd uit thematische of tonaal samenhangende onderdelen
Subpunctis
Is een aflopende notengroep van drie of meer noten. De eerste, hoogste noot wordt gewoon geschreven, de aflopende noten als een klein, ruitvormig nootje.
Subject
Het thema van een fuga
Subdominant
De vierde toon of trap van een toonladder
Syncope
Het verschuiven van maat- en ritmeaccenten
Symfonisch gedicht
Eéndelig muziekstuk voor orkest
Symfonische jazz
Samensmelting van jazz en klassieke muziek
Symfonietta
Kleine symfonie met een lichte inhoud
Symfonieorkest
Orkest dat is opgebouwd uit een strijkorkest, hout- en koperblazers en slagwerkers
Symfonie
Compositie voor orkest, vaak bestaand uit vier delen
Syllabisch gezang
Gezang met in principe slechts één noot per lettergreep
Tantum ergo
Liturgisch gezang uit de katholieke eredienst
Tango
Vurige dans uit Argentinië in vierdelige maat
Tandnoot
Ook wel quilisma of kartelnoot genoemd. Komt hoofdzakelijk voor in stijgende groepen zoals een pes of een scandicus. Meestal beschouwt men de quilisma als een overgangsnootje dat bijna glijdend moet gezongen worden
Talian
Dans uit Bohemen, afwisselend in twee- en driedelige maat
Tabulatuur
Een muziekschrift dat bestaat uit cijfers, letters en andere tekens, dat veel gebruikt wordt bij gitaren
Tessituur
Het toonbereik van een instrument
Terzet
Samenspel voor drie zangers of instrumenten
Terts
Afstand tussen drie tonen, bijvoorbeeld do-mi.Officiegebed van het derde uur
Terrassendynamiek
Het na elkaar optreden van verschillende geluidsterktes
Ternaire maat
Driedelige maat
Tenor
De hoogste mannenstem. Klinkt een oktaaf lager dan de sopraan. Ook in deze stemsoort zijn er verschillende soorten tenoren: de tenore di forza, de heldentenor, de lyrische tenor, de speeltenor, de tenor spinto, de buffotenor, de karaktertenor en de tenore brillante.
Temps de poisson
Een sprong waarbij het lichaam in de lucht gebogen is, als een vis die uit het water springt.
Tempo
De snelheid waarmee een muziekstuk wordt gespeeld
Teleenheid
Onderste cijfer van de maatsoortaanduiding. Geeft de naam van de notenwaarde die 1 tel duurt
Tegenmelodie
Een andere melodie die gelijktijdig met de hoofdmelodie klinkt
Tegenbeweging
Toonhoogten van 2 stemmen die zich bewegen in tegengestelde richting
Tetrardus
Vierde modus met finalis op sol. Omvat de authentieke zevende en de plagale achtste kerktoon
Te Deum
Plechtige lofzang
Thema met variaties
Compositievorm waarbij een thema een aantal keren in veranderde, min of meer herkenbare vorm wordt herhaald. De verandering kan betrekking hebben op versiering, maatsoort, toonsoort, instrumentatie,...
Thema
Meestal de hoofdmelodie die iets uitbeeld. Deze melodie komt geregeld terug
Tirana
Oude dans uit Spanje in driedelige maat
Timbre
Toonkleur, klankleur van een instrument
Torculus
bestaat uit drie noten, waarbij de middelste steeds de hoogste is. De intervallen tussen eerste en tweede, respectievelijk tweede en derde noot kunnen verschillen
Toontrappen
De verschillende tonen van een toonladder. In de toonladder van do is do de eerste trap, rede tweede trap, enzovoort.
Toonsysteem
Het geheel van toonsoorten die binnen een cultuur worden gebruikt
Toonomvang
toonbereik
Toonsoort
Bepaling van de basistoon en de opbouw van de toonladder die ten grondslag ligt aan een muziekstuk
Toonkleur
De eigen klankkleur van een instrument
Toonladder
Tonen die trapsgewijs (stijgend of dalend) in een logische volgorde gerangschikt zijn. De meest gebruikte toonladder omvat acht tonen, beginnend en eindigend met dezelfde toon, bijvoorbeeld do-re-mi-fa-sol-la-si-do. De afstand tussen de begin- en eindtoon is een octaaf.
Toonhoogte
De hoogte van een toon. Deze wordt bepaald door de plek van een noot op een notenbalk.
Toonaard
In welke sleutel een muziekstuk staat. Bepaalt het karakter van een muziekstuk
Toon
Geluid
Tonus
Algemene aanduiding voor tonen en toontrappen
Tonica
De eerste toon (grondtoon) van een toonladder.
Tonaliteit
Systeem van relaties en tonen tot een centrale toon, waarin elke toon een functie en plaats krijgt toebedeeld in de toonhiërarchie.
Tonaal
Goedklinkend, dwz niet valsklinkend of noten die in die volgorde geschreven staan dat wij het apprecieren. De meeste muziek is tonaal geschreven. Het tegenovergestelde is atonaal. Een voorbeeld van soms atonale muziek is de moderne klassieke muziek.
Tokkelinstrument
Tokkelinstrumenten zijn snaarinstrumenten waarbij de snaren met de vingers of een plectrum getokkeld worden. In de klankkast van het instrument zitten één of meerdere klankgaten om de trillende lucht uit de klankkast te laten ontsnappen. Om een toon hoger te maken wordt de snaar op een bepaalde plaats tegen het instrument gedrukt. Dat gebeurt op de plaatsen waar frets zitten. Bij de bouw van de instrumenten is uitgerekend waar een snaar ingedrukt moet worden, om een bepaalde toon te krijgen. Daar zijn frets aangebracht. Door een snaar op een fret te drukken wordt het stuk snaar dat kan trillen korter en de toon hoger. Aan de klankkast zit de toets. Aan het einde van de toets zitten de stemschroeven, waarmee de snaren hoger of lager gemaakt kunnen worden. Dit met de bedoeling om de tonen zuiver te krijgen. Er zijn tokkelinstrumenten waarvoor bovenstaande beschrijving niet opgaat (bijv. de lier en de harp).
Toevalsmuziek
Muziek die op basis van toevalligheden wordt gecomponeerd, bijvoorbeeld de dobbelsteenmenuet van W.A. Mozart. De dobbelsteen wordt gegooid, en op basis van het resultaat van de dobbelsteen worden de noten geschreven.
Toccata
Muziekstuk voor toetsinstrumenten, snel en beweeglijk van karakter
Trouvères
Beoefenaars van het kunstlied ±1150 in noordfrankrijk en de zuidelijke Nederlanden.
Troubadour
Rondtrekkende muzikant in de middeleeuwen
Troop
Van oorsprong melismatisch gezang, waarbij men echter op elke noot een lettergreep heeft gezet; razend populair tijdens de middeleeuwen
Tritus
Derde modus met finalis op fa. omvat de authentieke vijfde en de plagale zesde kerktoon
Triool
Ritmisch figuur van drie gelijke noten op de plaats waar normaal twee noten komen
Trio
Drie stemmen of drie instrumenten
Triller
Versiering van een toon door de snelle, herhaalde afwisselingen tussen de hoofdtoon en de daarboven of daaronder liggende (halve) toon
Tremolo
Trilling
Tremolo
Snelle en gelijkmatige herhaling van tonen op dezelfde toonhoogte of in een afstand van een octaaf
Treble
De hoogste stem in een koor of het hoogste instrument in een orkest
Trappen
de verschillende tonen van een toonladder