Hoorn

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Kunst, muziek & cultuur > Muziektermen
Datum & Land: 16/06/2013, BE
Woorden: 1553


Toon
Geluid

Toonaard
In welke sleutel een muziekstuk staat. Bepaalt het karakter van een muziekstuk

Toonhoogte
De hoogte van een toon. Deze wordt bepaald door de plek van een noot op een notenbalk.

Toonkleur
De eigen klankkleur van een instrument

Toonladder
Tonen die trapsgewijs (stijgend of dalend) in een logische volgorde gerangschikt zijn. De meest gebruikte toonladder omvat acht tonen, beginnend en eindigend met dezelfde toon, bijvoorbeeld do-re-mi-fa-sol-la-si-do. De afstand tussen de begin- en eindtoon is een octaaf.

Toonomvang
toonbereik

Toonsoort
Bepaling van de basistoon en de opbouw van de toonladder die ten grondslag ligt aan een muziekstuk

Toonsysteem
Het geheel van toonsoorten die binnen een cultuur worden gebruikt

Toontrappen
De verschillende tonen van een toonladder. In de toonladder van do is do de eerste trap, rede tweede trap, enzovoort.

Torculus
bestaat uit drie noten, waarbij de middelste steeds de hoogste is. De intervallen tussen eerste en tweede, respectievelijk tweede en derde noot kunnen verschillen

Tractus
Tussenzang voor de vastentijd uit het Proprium van de mis

Tractuur
Onderdeel van het orgel. De tractuur is de verbinding tussen de manualen, het pedaal en de registerknoppen aan de ene kant en de windlade aan de andere kant.

Tragédie Lyrique
Een typische Franse, ernstige opera, die doorgaans bestaat uit een ouverture gevolgd door een proloog en 5 actes. In deze opera heeft het woord voorrang boven de muziek. De onderwerpen komen uit de Grieks-Romeinse mythologie.

Transcriptie
Bewerking van een muziekstuk voor een ander dan het oorspronkelijke instrument

Transponeren
Een muziekstuk in een andere toonsoort spelen dan genoteerd staat

Trappen
de verschillende tonen van een toonladder

Treble
De hoogste stem in een koor of het hoogste instrument in een orkest

Tremolo
Trilling

Tremolo
Snelle en gelijkmatige herhaling van tonen op dezelfde toonhoogte of in een afstand van een octaaf

Triller
Versiering van een toon door de snelle, herhaalde afwisselingen tussen de hoofdtoon en de daarboven of daaronder liggende (halve) toon

Trio
Drie stemmen of drie instrumenten

Triool
Ritmisch figuur van drie gelijke noten op de plaats waar normaal twee noten komen

Tritus
Derde modus met finalis op fa. omvat de authentieke vijfde en de plagale zesde kerktoon

Troop
Van oorsprong melismatisch gezang, waarbij men echter op elke noot een lettergreep heeft gezet; razend populair tijdens de middeleeuwen

Troubadour
Rondtrekkende muzikant in de middeleeuwen

Trouvères
Beoefenaars van het kunstlied ±1150 in noordfrankrijk en de zuidelijke Nederlanden.

Tussenspel
Instrumentaal deel tussen b.v. het couplet en het refrein.

Tutti
Italiaans voor allemaal: met het hele orkest

Tutu
Rok voor de ballerina, gemaakt van vele lagen tule, die erg kort kan zijn of tot over de knie valt

Tweeklank
Een samenklank van twee gelijktijdig klinkende tonen

Tyrolienne
Franse rondedans in driekwartsmaat

Unisono
Eenstemmig. Alle stemmen of een aantal stemmen spelen of zingen tegelijkertijd dezelfde melodie. Deze kan ook een octaaf hoger gespeeld worden.

Ut
Franse benaming voor de do. Werd vroeger ook hier gebruikt.

Vals
Iets te hoog of iets te laag zingen of spelen van een toon. Het niet bereiken van een bepaalde toon

Valse
Franse benaming voor de wals

Variatie
Kleine verandering bij een herhaling van de oorspronkelijke melodie, waarbij de originele melodie herkenbaar blijft

Vaudeville
Toneeluitvoering met ingevoegde liederen

Verbinding
Boog die twee noten met elkaar verbindt. Als deze noten van gelijke hoogte zijn moet je deze als één geheel moet spelen. Zijn de noten van verschillende toonhoogte, dan moet je deze onafgestoten achter elkaar spelen.

Verdubbeling
Een melodie wordt in een andere stem in parallelle oktaven meegespeeld

Vergroting
Verandering van een melodie door haar notenwaarden te verlengen

Verkleining
Verandering van een melodie door haar notenwaarden te verkorten

Verisme
Italiaans operagenre met een realistische uitbeelding van de alledaagse omgeving.

Vers
Kort gebed, vaak ontleend aan een psalm. Zowel in de mis als in het officie

Versiering
Melodische of ritmische formules die de melodielijn verfraaien

Vespers
Avondgebed uit het officie

Vibratie
Het kleuren van de toon door hem te laten trillen

Vibrato
Het kleuren van de toon door hem te laten trillen

Vierklank
Een akkoord dat bestaat uit vier tonen die een opeenstapeling van tertsen zijn

Vijfde trap
Het akkoord dat gebouwd is op de vijfde toon van de toonladder

Villanella
Drieregelig volkslied met coupletten

Virelai
Korte, Franse dichtvorm met twee rijmklanken

Virga
Enkelvoudige noten, die alleen of in combinatie met elkaar of met andere noten gebruikt worden

Vocaal
Muziek uitgevoerd door stemmen

Volkslied
Traditioneel lied waarvan de componist vaak niet meer bekend is, maar dat in het hoofd van de mensen voortleeft.

Voorspel
Muzikale inleiding

Voortekens
De kruisen of mollen aan de sleutel die de toonsoort aangeven.

Voortspinnen
Het voortdurend verlengen van de melodie (muziek) door een afsluiting te vermijden.

Vorm
De indeling van een lied of een muziekstuk

Vormschema
Bijvoorbeeld ABACADAC'A: A is het refrein. B, C en D zijn telkens andere melodieën. C' is een variatie op C

Vulgaat
Latijnse vertaling van de bijbel

Wals
Snelle dans in driekwartsmaat

Weens rondo
Compositievorm met afwisselend refrein (rondothema) en couplet

Weense klassieken
Groep componisten uit de klassieke periode omstreeks 1720 tot 1815. Haydn, Mozart en Beethoven

Wereldmuziek
Muziek uit verschillende culturen en landen. Ook wel niet-westerse muziek genoemd

Windlade
Deel van het orgel. de windlade is een houten kist waarop orgelpijpen staan, die een centrale plaats in het orgel innemen. De kist is in vakken verdeeld. Het aantal vakken komt overeen met het aantal toetsen op de manualen. Aan de onderkant van elk vak zit een opening voor het speelventiel dat in verbinding staat met een toets van een manuaal of pedaal. Aan de bovenkant zitten ook openingen. Het aantal komt overeen met het aantal registers. Op deze openingen staan de pijpstokken, waarop afhankelijk van het register één of meer orgelpijpen komen te staan.

Windvoorziening
De lucht die via de windlade naar de orgelpijpen gaat komt uit de windvoorziening. Dit gebeurt met een elektrische ventilator

Zangspel
Toneelstuk met liederen

Zangthema
Het tweede thema van een sonate

Zapatcado
Snelle Spaanse dans in een driedelige maat

Zarzuela
Spaanse opera met gesproken dialogen

Zoronga
Spaanse volksdans in 6-8ste maat

Zortziko
Baskische volksdans in vijfdelige maat

A Capella
Zingen zonder instrumentale begeleiding. In de opera is deze zangvorm echter nogal zeldzaam. Hij wordt meestal toegepast in (vroege) kerkmuziek.

F-sleutel
Fasleutel. Geeft aan op welke lijn de fa staat. Dient voor de lage instrumenten.

Ländler
Snelle dans uit Zuid-Duitsland, uitgevoerd in driedelige maat.

Répètiteur
Geeft les in het repertoire en leidt de repetities.

Révèrence
Buiging die door dansers wordt gemaakt aan het eind van een les of een voorstelling

Abstracte balletten
Balletten zonder verhaal of thema. Dansen om het dansen zelf.

Absoluut gehoor
Het vermogen om de toonhoogte van klanken zonder voorafgaande vergelijking te benoemen.

Achterdoek
Beschilderd doek dat achter het toneel hangt en bij het decor hoort.

Accent
Nadruk op de noot. Het teken waarmee het accent wordt aangegeven /> - staat boven of onder de noot.

adiastematisch handschrift
neumen zonder exacte toonhoogte

Aeolisch
In de 16de eeuw toegevoegde toonsoort voor kerkelijke muziek waaruit later de kleine-tertstoonladder is ontstaan.

Afterbeat
Muziekstijl met het accent op de tweede en vierde tel. Deze accentverdeling geldt vaak voor de begeleidende instrumenten, niet voor de melodiepartij.

Agogiek
De leer van de veranderingen in tempo.

Agnus Dei
Lam Gods: gezang uit het ordinarium van de mis

Akoestiek
De leer van het geluid. Ook gebruikt als aanduiding voor de kwaliteit van concertzalen en kerken

Akkoordtonen
Tonen waaruit een akkoord is opgebouwd

Akkoordsymbool
Geeft via een hoofdletter boven de notenbalk aan om welk akkoord het gaat. Een akkoord dat wordt aangegeven met de hoofdletter C is een C-akkoord. Het C-akkoord bestaat dan uit de akkoordtonen c-e-g.

Akkoordinstrument
Instrumenten waarmee akkoorden worden gespeeld, zoals een toetsinstrument (piano, keyboard, synthesizer), een gitaar en een harp. Op deze instrumenten kan een baspartij worden gecombineerd met akkoorden en een melodie. Instrumenten waarop dat niet kan worden melodie-instrumenten genoemd.

Akkoordenschema
Een opeenvolging van akkoorden, doorgaans in een vaste volgorde. Het schema wordt vaak herhaald. Een akkoordenschema wordt veelal gebruikt als begeleiding van een melodie.

Akkoord
Een samenklank van meer dan twee tonen die volgens een bepaalde manier wordt opgebouwd

Alteratie
Tijdelijke verhoging of verlaging van een noot die leidt tot een kleurverandering van de muziek

Alt
Laagste vrouwenstem.

Allemande
Oude, rustige dans uit Duitsland in tweedelige maat

Alleluia
Tussenzang na de tweede lezing uit het proprium van de mis

Aliquoten
Boventonen, voortgebracht door trillende snaren die meeklinken boven de hoofdtonen

Aleatoriek
Toevalsmuziek

Ambrosiaans
liturgie uit Milaan, verwant met, maar verschillend van gregoriaans

Antiphonarium
boek met de gezangen voor de officiële gebedstijden van de geestelijkheid