Hoorn
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Kunst, muziek & cultuur > Muziektermen
Datum & Land: 16/06/2013, BE
Woorden: 1553
Antifoon
gezang dat een psalm omlijst; oorspronkelijk bedoeld om de toon aan te geven voor het koor
Antifonaal
Wisselzang. Groep antwoord op voorzanger. Bv. in een katholieke mis
Anti-metrische figuur
Ritmische figuur dat tegen het metrum van een maatsoort ingaat, bijvoorbeeld een triool.
Anglaise
Verzamelnaam voor verschillende Engelse dansen
Appogiatuur
Korte of lange voorslag
Ars antiqua
Meerstemmige muziek uit de 13de eeuw, waarbij het ritme voor het eerste in notenschrift is afgedrukt
Arrangement
Een instrumentale bewerking van een muziekstuk voor een andere bezetting dan waarvoor het oorspronkelijk is gecomponeerd.De melodie wordt bijvoorbeeld door andere instrumenten spelen, of een rustig nummer wordt omgezet in een snelle, swingende versie. Het muziekstuk klinkt in elk geval anders dan het originele stuk.
Aria
(Letterlijk lucht, adem) Een lied voor één zanger, waarin hij of zij een gevoel tot uitdrukking kan brengen. In de oorspronkelijke vorm draagt de aria niet bij aan de handeling, het verhaal dat verteld wordt staat even stil, de toeschouwer is getuige van de gevoelsexpressie. De aria's zijn vaak de vocale hoogtepunten van de opera: de ‘hits’.
Arabesque
Balanceren op één been, met het andere been omhoog en naar achteren gestrekt
Atonaliteit
Muziek zonder vast voorgeschreven basis
Atonaal
Niet tonaal. Valsklinkende akkoorden of stukken waarbij de melodie zoek is.
authentieke modus
hoge ligging van een kerktoon
Baton
Dun stokje waarmee de dirigent het orkest leidt.
Basso ostinato
Steeds herhaalde figuur in de bas
Basso continuo
Continue doorlopende bas als fundament voor de compositie
Basmotief
Een motief dat laag gespeeld wordt
Bas
Laagste mannenstem, waarbij de combinatie van laagte en donker timbre van belang is
Battements frappès
Een oefening aan de barre, waarbij de voet eerst gebogen wordt en dan tegen de vloer slaat, zoals een lucifer wordt afgestreken.
Barre
Houten stok langs de muur van de balletstudio. Wordt door dansers gebruikt om hun evenwicht te bewaren tijdens hun oefeningen.
Barokpizzicato
Sterk pizzicato door de snaar weg te trekken
Bariton
Middelste mannenstem.
Battaglia
Strijdmuziek
Barcarolle
Gondellied uit Venetië
Ballon
Het zweefvermogen van een danser
Ballet
Virtuoze dansvorm
Ballade
In de middeleeuwen een verhalend danslied, later een instrumentaal muziekstuk in romantische stijl
Bagatelle
Klein muziekwerkje
Badinage
Vrolijke, scherzo-achtige compositie.
Batterie
Passen waarbij de benen tegen elkaar slaan, zoals de entrechat. Er is een petite batterie (klein) en een grande batterie (groot).
Battements tendus
Een oefening aan de barre waarbij de voet gestrekt in een punt over de vloer glijdt.
Bezetting
De soort en het aantal instrumenten en zangstemmen waarmee een muziekstuk wordt uitgevoerd.
Bewerking
Arrangement van een bestaand stuk
Beat
(Drum)slag. de steeds herhaalde slag in de jazz- en popmuziek
Bergamaque
Oude Italiaanse dans uit de streek van Bergamo. Zeer snel van tempo.
Berceuse
Wiegelied.
Benesh-notatie
Systeem om danspassen te noteren, uitgevonden door Joan en Rudolf Benesh in 1955.
Benedictus
Deel van de gezongen mis
Bemol
Vroegere benaming voor de mol, een teken dat aangeeft dat de toon met een halve toon verlaagd moet worden. Wordt aangeduid met een soort van b
Bel canto
(Italiaans voor schone, mooie zang) Italiaanse zangkunst tussen de 17e en de 19e eeuw waarbij de klank zo natuurlijk en regelmatig mogelijk overgebracht moest worden. Het ging alleen om de schoonheid van de klank. De solozanger kreeg een belangrijke plaats in de voorstelling omdat de componist hem de ruimte gaf voor een virtuoze versiering van de melodie.
Begeleiding
Begeleidingspartijen ondersteunen de melodiepartij. Veel gebruikte begeleidingsinstrumenten zijn de piano en de gitaar.
Bitonaal
Muziek die zich gelijktijdig in twee verschillende toonsoorten beweegt, het gelijktijdig gebruiken van twee toonsoorten die meestal een half octaaf uit elkaar liggen.
Bithematiek
Muziekstuk dat twee thema's bevat, bijvoorbeeld het eerste deel van een sonate.
Binair
Tweeledig. Meestal gebruikt als aanduiding van een tweedelige maatsoort
Bigband
middelgrote orkestsamenstelling
Bicinium
Tweestemmige a capella compositie
Bluesschema
Akkoordenschema dat bestaat uit twaalf maten.
Blues
Muziekstijl die wordt gekenmerkt door een vermenging van Afrikaanse en Europese toonladders, vermengd met verlaagde tertsen en septimen
Blue note
Te laag geintoneerde toon, meestal de terts
Blaaskwintet
Een ensemble dat bestaat uit dwarsfluit, hobo, klarinet, fagot en hoorn
Blaasinstrumenten
Alle instrumenten waarmee de klank via lucht wordt voorgebracht.
Bourrée
Snelle reidans in een tweedelige maatsoort, oorspronkelijk uit de Auvergne
Bourdon
De diepste klok van een carillon. Term wordt ook gebruikt voor de aanhoudende toon van niet-bespeelde snaren die bij strijk- of tokkelinstrumenten meeklinken.
Borstwerk
Orgelterm. Het orgel wordt ingedeeld in het hoofdwerk, bovenwerk, borstwerk en rugwerk. Het hoofdwerk is het eigenlijke orgelgedeelte. Het borstwerk is het gedeelte onder en boven de klaviatuur
Boring
Het verloop van de doorsnede van de buis
Boogie-woogie
Improviserende pianostijl met steeds herhaalde figuren in de linker hand en contrasterende ritmen in de melodieën van de rechter hand, meestal in een bluesschema van twaalf maten.
Boog
Gebruikt voor een gebogen lijn die twee of meer noten van dezelfde hoogte met elkaar verbindt, wat aangeeft dat de noten als één doorlopende noot moeten worden gespeeld.Andere benaming voor de strijkstok, het hulpmiddel waarmee muzikanten een strijkinstrument bespelen.
Bolero
Spaanse dans in driedelige maat, oorspronkelijk met begeleiding van zang en castagnetten
Bovenwerk
Orgelterm. Het orgel wordt ingedeeld in het hoofdwerk, bovenwerk, borstwerk en rugwerk. Het hoofdwerk is het eigenlijke orgelgedeelte. Het bovenwerk zijn pijpen die boven het hoofdwerk staan.
Boventonen
Zwakkere tonen, hoger dan de grondtoon, die zo de toon vormen. Ook wel aangeduid als aliquoten
Bovenstem
De hoogste stem in een meerstemmig stuk.
Bovenlabium
Onderdeel van het orgel. Is het gedeelte van de luchtpijp, boven de spleetopening.
Bourrée
Oude, Franse boerendans in een snel tempo
BPM
Braziliaanse Pop Muziek
Bridge
Onderdeel van een popsong. Doorbreekt de afwisseling van refrein, couplet, refrein,...
Brevis
Gregoriaanse naamaanduiding voor een korte noot in de tijd van de middeleeuwen
Brevier
liturgisch boek waarin alle teksten voor getijden van het kerkelijke officie gebundeld zijn
Breeknoot
Noot die op een tegentijd valt
Break
Onderbreking, waarbij alleen de solist doorspeelt, en meer kans heeft zich te laten horen
Branle
Oude dans uit de 16de en 17de eeuw, al dan niet met zang
Burleske
Muziek met een komisch karakter
Castraat
Jonge zanger die in zijn jeugd (voor aanvang van de pubertijd) werd gecastreerd opdat zijn jongensstem behouden zou blijven. Vooral van de 15e tot de 18e eeuw was het castreren van muzikaal begaafde jongens heel gewoon. Deze castraten werden ± 6 jaar geschoold en startten hun carrière omstreeks hun 15e jaar. Door de castratie werd de hormonale ontwikkeling stopgezet. Ze kregen geen borstbeharing en het strottehoofd ontwikkelde zich slechts minimaal. Wel groeide het skelet door en werd het lijf vaak buiten proportie groot. Door hun flink gegroeide borstkas en hun kleine strottehoofd waren ze in staat heel licht te zingen en tonen lang aan te houden. Bij de volwassen castraten maakte het longvolume en de grotere resonantieruimte, gekoppeld aan de hoge jongenstemregisters, een groot stemvolumer, een enorme uitstraling en een tot dan toe ongekende virtuositeit mogelijk. Later werden castraatstemmen veelal vervangen door tenoren.
Cavatina
Een kort, lyrisch zangstuk voor een solist.
Capriccio
Compositie met een grillig karakter
Capotasto
Een over de hals van een fretinstrument te schuiven klem, die de stemming verhoogt. Wordt aangeduidt met capo d'astro
Canzone
Oude benaming voor een meerstemmige compositie, zowel gezongen als instrumentaal.
Cantique
Lofzang
Cantor
voorzanger
Cantorij
Koor van zangers en instrumentalisten, verbonden aan de kerk of het hof
Cantus
gezang
Cantus firmus
Melodie is ontleend aan een ander werk
Cantus prius factus
Eerder gemaakte stem
Cantate
Vocale compositie voor solostemmen en koor
Canon
Eucharistisch gebed, kern van de mis.Nazingen van dezelfde melodie tijdens de zang, maar een paar maten later
Cadenza
Een door de speler zelf ingelast solo-stuk, waarbij vaak geïmproviseerd wordt. De solist kan op deze manier zijn talenten tonen.
Cadens
Een door de speler zelf ingelast solo-stuk, waarbij vaak geïmproviseerd wordt. De solist kan op deze manier zijn talenten tonen.
Cadans
Ritme, beweging op basis van ritmische accenten
CaBalletta
Een aria of gedeelte van een aria in een snel tempo waarin het personage zijn briljantheid of zijn dapperheid tot uitdrukking kan brengen. In de 19e eeuw werd deze vorm vaak gebruikt als slotstuk van een formele aria.
Cesuur
Onderbreking van de muziek als een nieuwe zin of een nieuw gegeven gaat beginnen
Celebrant
Priester die de mis opdraagt
Chromatische toonladder
Toonladder die is opgebouwd uit halve tonen
Chromatisch
Half toonklinkend
Chromatiek
Het kleuren van de tonen door ze met een halve toon te verhogen of te verlagen
Chorus
Rondedans
Choreografie
Beschrijving van de dansbewegingen.
Chanson
Het Franse lied
Chaconne
Oude dansvorm die bestaat uit melodische variaties
clivis
Het tegenovergestelde van een pes. Bestaat uit twee noten: een lagere en een hogere. De hoogste wordt altijd eerst gezongen.
climacus
Is een aflopende notengroep van drie of meer noten. De eerste, hoogste noot wordt gewoon geschreven, de aflopende noten als een klein, ruitvormig nootje. Men noemt zo'n notengroep ook wel een subpunctis
Cluster
Het tegelijkertijd aanslaan van een aantal dicht bij elkaar liggende tonen.
Classicisme
Muziekstijl uit de tweede helft van de 18de eeuw, gekenmerkt door een hang naar de natuur