Taalunieversum
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Onderwijs > Onderwijsbegrippen
Datum & Land: 17/06/2013, NE
Woorden: 842
officieel onderwijs
Onderwijs georganiseerd door de overheid en steden, gemeenten en provincies. Zie: gesubsidieerd officieel onderwijs (OGO).
ontmoetingsschool
Synoniem voor interconfessionele school.
ontwikkelingsdoelen
Aan kleuterscholen en aan het buitengewoon onderwijs legt de Vlaamse overheid ontwikkelingsdoelen op. Dat zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de onderwijsoverheid wenselijk acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie. De school moet ernaar streven ze te bereiken - en de inspectie gaat na in hoeverre dit gebeurt - maar hoeft ze daarom niet noodzakelijk te realiseren. Ook in de basiseducatie in Vlaanderen noemt men de doelen waaraan gewerkt wordt ontwikkelingsdoelen.
Onthaalklas Anderstalige Nieuwkomers
(OKAN) In de onthaalklas wordt aan anderstalige nieuwkomers een jaar lang intensief Nederlands geleerd. Na een jaar moeten zij in staat worden geacht door te stromen naar de gewone klas. Elke Vlaamse school kan een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers organiseren en daar subsidies voor krijgen. De criteria voor deze subsidies zijn vastgelegd door het departement Onderwijs. Voor Nederland: zie eerste opvangschool
onderwijsvorm
Niet te verwarren met: onderwijstype.
ongekwalificeerde uitstroom
Wetenschappelijke term voor jongeren die het secundair of voortgezet onderwijs (vo) verlaten zonder diploma.
onthaalbeleid
Beleid dat gericht is op de opvang en doorstroming van anderstalige nieuwkomers.
onthaalbureau
Er zijn acht onthaalbureaus in Vlaanderen. Alle Vlaamse gemeenten verwijzen inburgeraars naar hen door. Zij zijn onder meer verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van het inburgeringstraject en voor het aanbod maatschappij oriëntatie (mo). Meer info op de website van het Ministerie van Bestuurszaken.
onderwijsvoorrangsbeleid
(ovb) Extra middelen toegekend aan scholen op basis van het aantal ingeschreven allochtone leerlingen. In 1985 werden de activiteiten van de rijksoverheid in het kader van de achterstandsbestrijding in het onderwijs samengebracht in het onderwijsvoorrangsbeleid. Dit was een voortzetting van het onderwijsstimuleringsbeleid uit de zeventiger jaren. Dertien jaar later, in 1998, werd het onderwijsvoorrangsbeleid hervormd. Sindsdien spreekt men van gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (goa). In Vlaanderen heeft onderwijsvoorrangsbeleid een andere invulling.
onderwijstype
Niet te verwarren met: onderwijsvorm Organisatievorm binnen het secundair onderwijs. Momenteel spreekt men van het eenheidstype. Vroeger bestonden er twee verschillende types, elk met een eigen structuur. Term uit het buitengewoon onderwijs, waarbij type verwijst naar onderwijs toegespitst op de aard van de handicap of probleem van de leerling. Men onderscheidt acht types. Opgelet: in Nederland heeft onderwijstype een andere betekenis.
onderwijsvoorrangsbeleid
(ovb) Vorm van zorgverbreding die zijn oorsprong vindt in de leerproblemen van allochtone kinderen en jongeren. Ovb-scholen zijn scholen die in aanmerking komen voor extra overheidssubsidies voor onderwijs aan anderstalige leerlingen. Scholen kunnen die subsidies gebruiken om een extra leerkracht aan te trekken.
Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap
(OVSG) Het Vlaams onderwijs kent vier onderwijskoepels. Een daarvan is het OVSG. Het OVSG vertegenwoordigt de stads- en gemeentebesturen, die elk als inrichtende macht het onderwijs in hun stad of gemeente organiseren. Zie: Gesubsidieerd Officieel Onderwijs (OGO). Website: www.ovsg.be.
Onderwijsraad
(OR) Vijftien leden tellend adviesorgaan voor de regering wat onderwijs betreft. Oorspronkelijk opgericht om te waken over de gelijkberechtiging van openbaar en bijzonderonderwijs (bo). De raad geeft adviezen over de hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving. Website: www.onderwijsraad.nl In Vlaanderen vergelijkbaar met de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR).
onderwijsnummer
Uniek nummer voor elke leerling die in Nederland door de overheid gesubsidieerd onderwijs volgt. Het onderwijsnummer is hetzelfde als het sofinummer dat door de Belastingdienst wordt toegekend. Leerlingen uit het buitenland of leerlingen die (nog) niet legaal in Nederland verblijven en onderwijs volgen, krijgen via de school een alternatief nummer. De school vraagt dit nummer aan bij de informatiebeheerGroep (IB-Groep). De invoering van het onderwijsnummer startte in 2002 in het voortgezet onderwijs (vo), in 2003 in het beroeps- en volwassenenonderwijs (bve) en het agrarisch onderwijs en in 2005 in de basisscholen en het hoger onderwijs (ho). Het onderwijsnummer maakt het gemakkelijker voor de rijksoverheid en de gemeenten om onderwijsbeleid te ontwikkelen. Ook kan dat beleid gemakkelijker worden gecontroleerd. Zo kan informatie over bijvoorbeeld naleving van de leerplicht, het voortijdig schoolverlaten of inburgering van nieuwkomers gebaseerd worden op meer betrouwbare gegevens. Ook voor de scholen is het onderwijsnummer handig; ze hoeven minder vaak gegevens door te geven, waardoor de administratieve last afneemt. Bovendien kan het ministerie beter controleren of de scholen het overheidsgeld ontvangen waar ze recht op hebben.
onderwijsniveau
Niveaus van onderwijs. De schoolloopbaan van een Vlaamse leerling loopt over verscheidene niveaus die op elkaar aansluiten: basisonderwijs (bo), secundair onderwijs, hoger onderwijs (ho). Omdat Vlaamse leerlingen leerplichtig zijn tot hun achttiende jaar, doorloopt het merendeel onder hen minimum de eerste twee niveaus; Algemeen opleidingsniveau; Laatste met succes afgerond onderwijssegment.
onderwijsnet
Onderwijsnetten of -koepels zijn representatieve verenigingen van inrichtende machten van scholen. Als overkoepelende organisatie nemen zij bepaalde verantwoordelijkheden van de scholen over, bv. leerplannen en lessenroosters opstellen. Traditioneel onderscheidt men drie onderwijsnetten: het GO! onderwijs: overkoepelt alle scholen waarvan de Vlaamse Gemeenschap de inrichtende machten is;
onderwijskundig rapport
Aan het einde van de basisonderwijs krijgen de leerlingen geen getuigschrift of diploma, maar een onderwijskundig rapport over de schoolvorderingen en leermogelijkheden. Dit rapport wordt opgesteld door de directeur, na overleg met het onderwijzend personeel, ten behoeve van de ontvangende school voor voortgezet onderwijs (vo). Een afschrift van het rapport wordt aan de ouders van de leerlingen verstrekt. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen (zie ook: ministerie van OCW) kan nadere voorschriften over dit rapport geven.
onderwijskoepel
Zie: onderwijsnet.
Onderwijskansen
(OK) Beleid dat gericht is op gelijke onderwijskansen voor elke lerende. Scholen kunnen te maken krijgen met problemen die hun mogelijkheden te boven gaan. Vaak gaat het daarbij om een combinatie van problemen: de buurt waar de school zich bevindt is verpauperd en onveilig, ouders kampen met werkloosheid, armoede en verslavingsproblematiek, kinderen hebben sociaalemotionele problemen, en zowel de leerlingen als hun ouders beheersen het Nederlands slecht. Vooral scholen met veel achterstandsleerlingen krijgen vaak te maken met dit soort complexe problemen. Omdat de scholen de problemen zelf niet of nauwelijks kunnen oplossen, komt de kwaliteit van het onderwijs in het geding. In 2000 is daarom het onderwijskansenbeleid (OK-beleid) van start gegaan. In het OK-beleid werken scholen, schoolbesturen en gemeenten intensief samen om concrete problemen in en rond individuele scholen op te lossen.
Onderwijsbegeleidingsdienst
(OBD) Zie: schoolbegeleidingsdienst.
onderwijs voor sociale promotie
(osp) Oude term voor centra voor volwassenonderwijs (CVO). Onderwijs georganiseerd op secundair niveau (beroeps- en technisch) en op het niveau van het hoger onderwijs (ho). Op enkele opleidingen na is het onderwijsaanbod een afspiegeling van het aanbod van het voltijds onderwijs.
onderwijsassistent
Assistent die ondersteuning biedt aan de leraar in de onderbouw (groep 1 tot en met 4) van het reguliere basisonderwijs. Onder verantwoordelijkheid van de leraar verrichten onderwijsassistenten eenvoudige, routinematige onderwijsinhoudelijke taken en begeleiden ze leerlingen bij het verwerven van vaardigheden. Ook kunnen onderwijsassistenten kleine groepen met langzame of juist snelle leerlingen ondersteunen. Verder kunnen zij ertoe bijdragen dat kinderen sociale en andere vaardigheden aanleren, zoals 'luisteren', 'opruimen' of 'vragen stellen'. Ten slotte kunnen de assistenten helpen om lesmateriaal samen te stellen voor bijzondere projecten. Onderwijsassistenten hebben geen volwaardige lerarenopleiding gevolgd en hebben dus ook minder bevoegdheden. In het (voortgezet) speciaal onderwijs (so). heet deze functie klassenassistent. Zie ook: lerarenondersteuner.
onderwijs in eigen taal en cultuur
(oetc) Onderwijs in eigen taal en cultuur voor allochtone leerlingen. Het onderwijs wordt gegeven door leerkrachten die daarvoor bevoegd zijn en valt buiten het gewone lessenrooster. Opgelet: Tot 1995 sprak men ook in Nederland van oet(c), onderwijs in eigen taal (en Cultuur). Daar werd de term vervolgens vervangen door Nederlandse onderwijs in allochtone levende talen (oalt).
Onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur
(NTC-onderwijs) Sommige lokale en internationale scholen in het buitenland bieden een aantal uren per week zogenaamd 'NTC-onderwijs' aan: onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur. Dergelijke scholen worden NTC-scholen genoemd. Het doel van het NTC-onderwijs is: de Nederlandse taalverwerving en taalvaardigheid te ontwikkelen en te stimuleren; de kennis van en de binding met de Nederlandse cultuur te bevorderen. Dit onderwijs wordt groepsgewijs gegeven en richt zich op aansluiting bij de doelen van het Nederlands onderwijs of minimaal tot het behalen van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT).
ondernemersopleiding
Zie: middenstandsopleiding.
onderwijs allochtone levende talen
(OALT) Vroeger OET (onderwijs in eigen taal). Wettelijke regeling van 1998 voor lessen (buiten schooltijd) in de moedertaal aan kinderen van allochtonen op basisschoolleeftijd. De lessen worden gegeven door oalt-leerkrachten. Omdat er geen wetenschappelijke consensus is over het positieve effect van oalt werd het op 1 augustus 2004 afgeschaft. Opgelet: in Vlaanderen oetc.
onderinstromers
Onderinstromers zijn neveninstromers in de kleutergroepen: kinderen die uit het buitenland in Nederland komen wonen, die geen of onvoldoende Nederlands spreken en die instromen in basis- en voortgezet onderwijs (vo).
onbekostigde onderwijsinstelling
Een onbekostigde onderwijsinstelling is een instelling die opleidingen aanbiedt die binnen de reikwijdte van de kwalificatiestructuur van de WEB vallen, maar niet voor bekostiging in aanmerking komen.
onderdirecteur
Tweede, plaatsvervangende directeur, adjunct van de directeur op een secundaire school-school voor voortgezet onderwijs (vo). Opmerking: in Nederland noemt men deze functie meestal conrector.
opstroom
Term die uitdrukt dat een leerling tegenover het eerste jaar van zijn studie in een hoger onderwijsniveau is terechtgekomen. Tegenovergestelde van afstroom.
opvangonderwijs
Overgangsonderwijs voor anderstaligen die het Nederlands onvoldoende beheersen. Zie: eersteopvangschool. Niet te verwarren met het Vlaamse project opvangschool.
opvangschool
Project dat in nauwe samenwerking met alle betrokkenen, met name de leerling, het schoolteam, het CLB , het thuismilieu en externen, een kortlopende, intensieve en schoolnabije begeleiding voor spijbelende jongeren organiseert, met als doel het gekozen leertraject van de jongere gaaf te houden. Niet te verwarren met: eersteopvangschool (NL).
opstel
Schrijfopdracht voor leerlingen. In Nederland spreekt men van 'verslag'.
opleidingsprofiel
Omschrijving van de eisen (kennis, vaardigheden, beroepshouding) waaraan afgestudeerden van een opleiding moeten voldoen. In het hbo en mbo moeten de opleidingsprofielen nauw aansluiten op beroepsprofielen.
opleidingsvorm
In het buitengewoon secundair onderwijs (buso) worden vier opleidingsvormen georganiseerd, waaraan leerlingen uit verschillende onderwijstypes samen kunnen deelnemen. Elke opleidingsvorm heeft zijn eigen doelstellingen, afhankelijk van de aard en ernst van de handicap van de leerling: Opleidingsvorm 1: geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu. Leerlingen die deze opleiding afronden stromen door naar een dagcentrum of bezigheidstehuis. De opleiding duurt vier jaar. Aan het eind daarvan behalen de leerlingen een attest. Opleidingsvorm 2: geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining. Zij wil leerlingen integreren in een beschermd leef- en arbeidsmilieu. De opleiding bestaat uit twee fasen van elk minstens twee leerjaren. Leerlingen die de opleiding beëindigen, behalen een attest. Opleidingsvorm 3: geeft een algemene, een sociale en een beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu. Na een observatieperiode van één jaar volgt een opleidingsperiode van vier studiejaren. Na vijf jaar kunnen de leerlingen een kwalificatiegetuigschrift behalen. Opleidingsvorm 4: bereidt voor op een studie in het hoger onderwijs (ho) en wil de leerlingen integreren in het actieve leven. Deze opleidingsvorm richt zicht tot leerlingen met voldoende intellectuele vaardigheden om de programma's van het gewoon onderwijs te volgen, op voorwaarde dat er pedagogische methodes en middelen worden aangeboden die zijn aangepast aan hun handicap. Voor het behalen van een getuigschrift gelden hier dezelfde regels als voor het gewoon secundair onderwijs. Opgelet: in Nederland heeft opleidingsvorm een andere betekenis.
Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn
(OCMW) Organisatie die in dienst staat van de bevolking met als opdracht elke burger in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Elke burger kan bij het OCMW terecht voor informatie (bv. over het recht op kinderbijslag, studietoelage), psychosociale, morele en opvoedende begeleiding (bv. bij de opvoeding van de kinderen of bij het zoeken van een aangepaste woning), financiële steun, bemiddeling of advies (bv. voor mensen met afbetalingsmoeilijkheden, onbetaalde rekeningen, achterstallige leningen ...), administratieve hulp bij het invullen van allerlei formulieren, aangepaste materiële hulp, toekennen van voorschotten in afwachting van een uitkering door een derde of een andere dienst, huisvesting, tewerkstelling doorverwijzing naar gespecialiseerde diensten enz. In Nederland kloppen mensen in nood aan bij de Gemeentelijke Sociale Dienst, die ongeveer dezelfde diensten aanbiedt.
openbare school
School die niet werkt vanuit een bepaalde godsdienst of geloofsovertuiging en die bestuurd wordt door een gemeentebestuur of bestuurscommissie die de gemeente heeft aangesteld. Ongeveer een derde van alle Nederlandse kinderen gaat naar een openbare school. Opgelet: in Vlaanderen heeft openbare school een andere betekenis.
opleidingscommissie
Sinds maart 1996 wettelijk verplicht adviesorgaan voor elke opleiding in het hoger onderwijs (ho) in Nederland. De opleidingscommissie brengt advies uit over het onderwijs van de opleiding en beoordeelt jaarlijks de uitvoering ervan. Voorts kan de opleidingscommissie advies uitbrengen over alle andere aangelegenheden die het onderwijs van de opleiding betreffen.
open leercentrum
(olc) Didactische term voor een speciaal uitgeruste ruimte in een school of opleidingscentrum waar leerlingen en cursisten al of niet onder begeleiding zelfstandig leren. De standaarduitrusting van een open leercentrum bestaat uit computers of laptops met internetverbinding, naslagwerken, werktafels enz. Leerlingen en cursisten leren volgens eigen tempo en-of stellen de leerstof zelf samen en verwerken deze zelfstandig. De leraar-docent fungeert eventueel als begeleider.
Open Universiteit
Instelling voor afstandsonderwijs die opleidingen biedt op het niveau van het wetenschappelijk onderwijs (Nederland) of universitair niveau (Vlaanderen), voor personen van 18 jaar en ouder. De Open Universiteit is vooral gericht op personen die geen studie op de gebruikelijke manier kunnen of willen volgen. In Vlaanderen wordt de Open Universiteit georganiseerd door de afzonderlijke Vlaamse universiteiten, in nauwe samenwerking met de Open Universiteit Nederland. Websites: Open Universiteit Nederland; Departement Onderwijs Vlaanderen
Open Hoger Onderwijs
(OHO) Wie op latere leeftijd (nog) een diploma wil behalen, maar een gewoon studieprogramma niet kan combineren met werk of gezin, kan een opleiding volgen binnen het Open Hoger Onderwijs (OHO). De opleidingen binnen het OHO kenmerken zich door het feit dat ze individueel en van op afstand gevolgd kunnen worden. Het OHO biedt een ruim en gevarieerd aanbod aan opleidingen, zowel op universitair als op niet-universitair niveau. Het diploma dat via het OHO behaald wordt is gelijkwaardig aan een diploma dat behaald wordt in het dagonderwijs. Zie ook: Open universiteit
opbouwwerk
Onderdeel van sociaal werk dat bevolkingsgroepen beroepsmatig wil stimuleren om actief in de samenleving te participeren.
opdracht
De opdracht van een leerkracht omvat alle taken die wettelijk van hem kunnen worden gevraagd, ook de taken die hij thuis uitvoert (lesvoorbereidingen maken, correctiewerk, verslagen) of buiten de klas (oudercontact, vertegenwoordiging in participatieorganen, personeelsvergaderingen...) en administratieve taken. De opdracht omvat de hoofdopdracht (lesgeven), de schoolopdracht (taken die men in schoolverband uitvoert, namelijk de hoofdopdracht en andere bijkomende taken) en bijkomende opdrachten die de leerkracht buiten schoolverband uitvoert.
oriënteringsattest
Zie:attest.
Oriënteren Verkennen Uitvoeren Reflecteren
(OVUR-principe) Didactische methodiek om leerlingen zelfstandig en planmatig te leren werken en studeren. De methode is ontstaan uit het taalonderwijs. Leerkrachten brengen hun leerlingen deze strategie bij en bevorderen op die manier hun studiemethode. In het basisonderwijs vindt men OVUR in meer kindvriendelijke vorm terug: de zogenaamde 'beertjes van Meichenbaum'. Ook hier leren kinderen een taak planmatig behandelen. Samen met een beertje stelt het kind zich vier vragen: wat moet ik doen? Hoe moet ik dat doen? Doe ik het? Heb ik mijn werk goed gedaan?
oudkomer
Een oudkomer is een meerderjarige vreemdeling die langer dan 12 maanden in het rijksregister is ingeschreven. Ook een meerderjarige Belg kan een oudkomer zijn op voorwaarde dat hij-zij:geboren is buiten België;ingeschreven is in het rijksregister;minstens één ouder heeft die geboren is buiten België;Nederlands onkundig is;niet beschikt over: (a) een getuigschrift basisonderwijs of (b) een getuigschrift of diploma secundair onderwijs of (c) een diploma hoger onderwijs, behaald aan een onderwijsinstelling die erkend is door de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap of door het Koninkrijk der Nederlanden (met uitzondering van Aruba en de Nederlandse Antillen). Let op: in Nederland heeft oudkomer een andere betekenis.
ouderraad
Participatieorgaan waar ouders onderling overleggen over aspecten uit de school die hen aanbelangen. De ouders die in deze ouderraad zitten worden democratisch verkozen door andere ouders. Elke ouder van een schoolgaand kind kan zich voor de raad verkiesbaar stellen en is ook kiesgerechtigd. De belangrijkste rol van de ouderraad is ondersteuning bieden aan de ouders die in de schoolraad zetelen. Een ouderraad is verplicht als tien procent van de ouders erom vraagt.
ouderavond
Avondbijeenkomst, waarbij de ouders op de school van hun kinderen een gesprek kunnen voeren met de leerkrachten, ter verbetering van het onderling contact en om eventuele moeilijkheden te bespreken. In Vlaanderen noemt men de ouderavond ook wel 'oudercontact'.
oudercontact
Avondbijeenkomst, waarbij de ouders op de school van hun kinderen een gesprek kunnen voeren met de leerkrachten, ter verbetering van het onderling contact, en om eventuele moeilijkheden te bespreken. In Nederland noemt men dit 'ouderavond'. Men gebruikt het woord 'oudercontact' enkel als algemene aanduiding van alle contacten die er kunnen zijn tussen ouders en de school van hun schoolgaande kinderen.
overzitten
Synoniem voor zittenblijven, een jaar overdoen, doubleren. In Vlaanderen noemt men dit verder ook 'dubbelen' en 'bissen'.
overblijven
Term voor middag- of avondopvang van leerlingen op school.
particulier onderwijs
Onderwijs dat niet door de overheid gesubsidieerd wordt.
participatieraad
Voormalig adviserend overlegorgaan, samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de inrichtende macht, de ouders, het personeel en de lokale gemeenschap. Sinds 1 april 2005 vervangen door schoolraad.
peutertuin
Synoniem voor peuterklas, aparte klas in de kleuterschool waar kinderen naartoe mogen vanaf het moment dat ze tweeënhalf jaar geworden zijn (de meeste kleuterscholen organiseren per schooljaar wel slechts enkele instapmomenten waarop kinderen mogen beginnen). Op 1 september van het jaar waarin een kind drie jaar wordt, mag het dan naar de eerste kleuterklas overgaan. In veel kleuterscholen bestaat er geen aparte peuterklas en komen kinderen die net tweeënhalf jaar geworden zijn in de eerste kleuterklas terecht. Het volgende schooljaar starten ze dan opnieuw in de eerste kleuterklas.
pestaschool
Zie: Pestalozzischool.
peuterklas
Zie peuteronderwijs.
peuteronderwijs
Minder gebruikte term voor onderwijs aan kinderen van tweeënhalf tot vier jaar. Peuteronderwijs valt niet onder het onderwijsministerie maar is de bevoegdheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Opgelet: in Vlaanderen staat peuteronderwijs voor (facultatief) onderwijs aan tweeënhalf- tot driejarigen, als aanloop naar de eerste kleuterklas.
pestalozzischool
Onderwijs volgens de principes van Johann Heinrich Pestalozzi, die steunt op een zogenaamde natuurlijke opvoeding: de natuur is de beste leermeester en de oefening van de natuurlijke vermogens gebeurt het beste door het leven zelf. De leerkracht-docent moet beseffen dat elke opvoedingshandeling een ingrijpen betekent in een natuurlijk ontwikkelingsproces. De school heeft een belangrijke taak bij het aanleren van vaardigheden en bij het stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen. Niet door straf en dwang, maar door het goede voorbeeld, door liefde in de zin van acceptatie als persoon van de leerlingen, door waardering, aanmoediging en belangstelling.
permanente commissie leerlingenzorg
(PCL) Door de wet op het primair onderwijs (1981) ingestelde commissie die op aanvraag van de ouders bepaalt of plaatsing van een leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. Zie: www.wetboek-online.nl/wet-Wpo-23.html
Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau
(PPON) Project van de Cito-groep dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW. In peilingonderzoeken komen systematisch alle leer- en vormingsgebieden van het basisonderwijs aan de orde. Met de uitkomsten van de onderzoeken wil de PPON een basis scheppen voor de discussie over gewenste veranderingen. Peilingsonderzoeken van het onderwijsniveau worden ook in Vlaanderen uitgevoerd, in opdracht van het departement onderwijs, o.a. om na te gaan in welke mate Vlaamse leerlingen de eindtermen bereiken.
pedagogische studiedag
Pedagogische studiedagen (soms ook 'pedagogische conferentie' genoemd) bestaan in het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Het zijn dagen tijdens het schooljaar waarop de leerkrachten nascholing krijgen en de leerlingen bijgevolg een dag vrij hebben. Basisscholen beschikken over anderhalve pedagogische studiedag per schooljaar, secundaire scholen hebben er één.
pedagogische eenheid
In het 'gewoon' onderwijs geldt een klassensysteem. Zo is er sprake van het eerste leerjaar, het tweede leerjaar... In het buitengewoon onderwijs spreekt men niet over klassen, maar over pedagogische eenheden (bv. de pedagogische eenheid van de kinderen met autisme).
pedagogische begeleidingsdienst
Pedagogische begeleidingsdiensten bevorderen de onderwijskwaliteit en ondersteunen leerkrachten, schooladministraties, scholen enz. om didactische en-of pedagogische projecten te realiseren die specifiek zijn voor de schoolbesturen (inrichtende machten).
pedagogische academie kleuteronderwijs
Synoniem voor kweek-A.
pedagogische academie basisonderwijs
(pabo) Een pedagogische academie basisonderwijs verzorgt de lerarenopleiding voor het basisonderwijs en valt onder het hoger beroepsonderwijs (hbo). Zowel de voltijdse opleidingen als de deeltijdse duren vier jaar. De praktische studieduur bij de deeltijdopleiding verschilt, afhankelijk van de vooropleiding. Het getuigschrift geeft een volledige bevoegdheid om les te geven aan de basisschool in alle vakken en alle leeftijdsgroepen (vier tot twaalf jaar).
pedagogische academie
(pa) Vierjarige onderwijzersopleiding. Het diploma geeft de bevoegdheid tot onderwijs aan kinderen die lager onderwijs volgen en bij het gewoon lager onderwijs (glo). Naast pedagogische academies is er sprake van avondonderwijs, avondopleidingen voor de onderwijzersakte en voor de hoofdakte. De onderwijzersakte, een vierjarige opleiding, geeft de bevoegdheid onderwijs te verzorgen aan een lagere school. Bezitter van de hoofakte (hoofdonderwijzersakte) is bevoegd een lagere school te leiden. Opmerking: Van het rangenstelsel voor onderwijzers (eerste tot vierde rang), zoals dat vroeger in Nederland en afgeleid daarvan in Suriname gangbaar was, zijn momenteel nog in gebruik de eerste rang of hoofdonderwijzersakte en de derde rang of onderwijzersakte.
pedagogisch project
Geheel van fundamentele uitgangspunten dat door het schoolbestuur voor de school is vastgelegd. In feite behandelt het alle aspecten die belangrijk zijn om de visie van de school op onderwijs te implementeren, zoals de organisatie van de school, de opdeling van de leerlingen, de manier van beoordelen en rapporteren, nascholing, het schoolreglement, enz. Eventueel worden ook voorzieningen voor leerlingen met een handicap of met leermoeilijkheden gedefinieerd en andere dingen zoals de vorm van samenwerking met andere scholen van het gewoon en buitengewoon onderwijs. Het pedagogisch project van een school wordt in het schoolwerkplan beschreven.
pedagogisch begeleider
Zie: pedagogische begeleidingsdienst.
pedagogisch college
Vergadering van de (meestal verkozen) vertegenwoordiging van het personeel die zich buigt over het opvoedkundig beleid van een school.
pedagogisch instituut
(pi) Synoniem: pedagogische academie. Vierjarige onderwijzersopleiding. Het diploma geeft de bevoegdheid tot onderwijs aan kinderen die lager onderwijs volgen en bij het gewoon lager onderwijs (glo). Naast pedagogische academies is er sprake van avondonderwijs, avondopleidingen voor de onderwijzersakte en voor de hoofdakte. De onderwijzersakte, een vierjarige opleiding, geeft de bevoegdheid onderwijs te verzorgen aan een lagere school. Bezitter van de hoofakte (hoofdonderwijzersakte) is bevoegd een lagere school te leiden. Opmerking: Van het rangenstelsel voor onderwijzers (eerste tot vierde rang), zoals dat vroeger in Nederland en afgeleid daarvan in Suriname gangbaar was, zijn momenteel nog in gebruik de eerste rang of hoofdonderwijzersakte en de derde rang of onderwijzersakte.
pilootschool
Zie: experimenteerschool.
pilotschool
Experimenteerschool voor vernieuwende onderwijsprojecten. Deze tijdelijke projecten kunnen administratief, pedagogisch-didactisch of beleidsmatig van aard zijn en worden al of niet door de lokale of landelijke overheid aangestuurd en-of gesubsidieerd. Opgelet: in Vlaanderen gebruikt men hiervoor de term experimenteerschool.
Piramide
Educatief programma, ontwikkeld voor kinderen van drie tot zes jaar, en vooral geschikt voor allochtone kinderen en Nederlandse kinderen in achterstandssituaties. Het Piramideprogramma is gebaseerd de basisconcepten nabijheid en afstand, initiatief van het kind en initiatief van de leerkracht. Door de nabijheid (hier en nu vragen) voelt het kind zich veilig. Maar juist door verder te gaan dan het hier-en-nu gaat een kind zich ontwikkelen. De leerkracht probeert het initiatief van het kind (via spel) uit te breiden. De taalontwikkeling heeft een bijzondere plaats in het Piramideprogramma. Steeds staat één ontwikkelingsgebied centraal.
pluralistisch onderwijs
Onderwijs dat het bestaan van verschillende geloofsovertuigingen naast elkaar erkent en ze een plaats geeft in het onderwijsprogramma. Het pedagogisch project van de gemeentelijke scholen in Vlaanderen is in de meeste gevallen pluralistisch. Ook de provinciale scholen en veel methodescholen zijn grotendeels pluralistisch. Zie ook: confessionele school. Vergelijk in Nederland: interconfessioneel onderwijs en samenwerkingscholen.
Platform Volwassenenonderwijs NT2
(PVNT2) Het PVNT2 is een adviesgroep, samengesteld door de Nederlandse Taalunie die bestaat uit Nederlandse en Vlaamse experts op vlak van NT2-volwassenenonderwijs. Het Platform fungeert als denktank voor de Taalunie voor het beleid ten aanzien van het volwassenenonderwijs Nederlands als Tweede Taal. Lees meer over het PVNT2.
Platform VG
Platform VG is de landelijke koepel die staat voor de collectieve belangenbehartiging van mensen met een verstandelijke beperking en hun ouders en verwanten. De organisatie wil bevorderen dat mensen met een verstandelijke beperking op hun eigen manier kunnen leven in en deelnemen aan onze maatschappij. Platform VG werkt samen met andere landelijke organisaties die opkomen voor mensen met (andere) beperkingen. Website: www.platformvg.nl
Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs
Het Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs is een Vlaams-Nederlands Platform dat gericht is op het uitwisselen en delen van kennis en ervaring op het gebied van taalbeleid in het hoger onderwijs. Verder zet het Platform zich in voor de ontwikkeling en de vormgeving van taalondersteuning in het hoger onderwijs.
Platform Onderwijs Nederlands
(PON) Adviesgroep aangesteld door de Nederlandse Taalunie die bestaat uit Nederlandse en Vlaamse experts op het gebied van onderwijs in en van het Nederlands. Het PON fungeert als denktank voor de Taalunie voor het beleid ten aanzien van het onderwijs Nederlands (basis- en voortgezet-secundair onderwijs). Lees meer over het PON.
plastische opvoeding
Vak in het secundair onderwijs rond de beeldende kunsten.
Platform Beroepsonderwijs
(HPBO) Samenwerkingsverband tussen de hbo-raad, bve-raad, Schoolmanagers VO, VSWO en Colo, met betrokkenheid van AOC-raad en Paepon. Het HPBO verspreidt sinds de oprichting in november 2002 kennis uit vernieuwingsprojecten in het beroepsonderwijs. Daarnaast beheert het bureau de subsidieregeling het 'Innovatiearrangement'. Het Innovatiearrangement stimuleert scholen en bedrijven vernieuwingsexperimenten te starten. Website: www.hetplatformberoepsonderwijs.nl.
postinitieel onderwijs
Verzamelterm voor cursussen en opleidingen voor mensen met een hoger-onderwijsopleiding of vergelijkbaar kennisniveau.
Portfolio Alfabetisering Nederlands als Tweede Taal
(Portfolio Alfa NT2) Een portfolio voor alfabetiseringscursisten gebaseerd op het Raamwerk Alfabetisering NT2, uitgegeven door Cito-groep.
postgraduaat
Postuniversitair opleidingsprogramma voor afgestudeerden.
POP-gesprek
POP staat voor 'persoonlijk ontwikkelingsplan' en is een 'ontwikkelingscontract' tussen werkgever en werknemer. Het moet de werknemer de kans bieden om zich verder te ontwikkelen. Op die manier wordt het mogelijk de organisatiedoelen van de werkgever en de ambities van de werknemer zo goed mogelijk op elkaar afstemmen. Een POP-gesprek is een onderdeel van het contract. In het gesprek, tussen werkgever en werknemer, moeten de volgende vragen aan bod komen: Hoe functioneert de werknemer nu volgens de leidinggevende? Hoe vindt de werknemer zelf dat hij functioneert? Wat zou de werknemer moeten leren om de huidige functie goed te vervullen? Hoe ontwikkelt de organisatie als geheel zich en wat betekent dat voor de functie? Wat zou de werknemer moeten leren om de functie in de toekomst te blijven vervullen? Wat zou de werknemer willen leren in het kader van de huidige of toekomstige functie? Wat zou de werknemer willen leren met het oog op zijn loopbaanwensen? Werknemer en werkgever moeten het eens worden over de vertaling van deze leerwensen naar concrete ontwikkelingsdoelen en over eventuele prioriteiten. Ook moet worden bepaald welke steun de organisatie kan bieden in de vorm van tijd, geld, leermogelijkheden en coaching.
Polytechnic College
(PTC) Het Polytechnic College bestaat uit een educatieve (docentenopleiding ten behoeve van het secundair onderwijs) en een bedrijfsgerichte (beroeps)opleiding. Het doel is studenten-cursisten theoretisch en praktisch voorbereiden op beroepen waarvoor een hogere beroepsopleiding vereist of dienstbaar kan zijn. De gehele opleiding is modulair opgebouwd.
propedeuse
Ook wel 'propaedeuse'. Benaming voor het onderwijs in algemene en inleidende vakken aan een universiteit of een hogeschool, ter voorbereiding op de latere, meer specialistische vakken. Slagen voor de bijbehorende examens noemt men 'zijn propedeuse halen'.
provinciaal onderwijs
Zie: 'gesubsidieerd officieel onderwijs'.
Provinciaal Onderwijs Vlaanderen
(POV) Ondersteunende koepelorganisatie van alle Vlaamse provinciale scholen. Net als het OVSG en het VSKO is deze koepel een overlegorgaan. Zij heeft niet het recht op te treden in de plaats van de schoolbesturen (inrichtende machten), maar ondersteunt de werking van zijn scholen. De inrichtende machten van het provinciaal onderwijs zijn de respectievelijke provinciebesturen. Zie ook: gesubsidieerd officieel onderwijs. Website: www.pov.be.
promotor
Hoogleraar onder wiens leiding men tot doctor promoveert.
promovendus
Wie een doctoraat tracht te behalen, noemt men in Nederland een promovendus. In Vlaanderen noemt men zo'n persoon een doctorandus.
promotie
Het behalen van een doctoraat noemt men in Nederland promotie of promoveren. In Vlaanderen spreekt men eerder van doctoreren.
Project Integratie Nieuwkomers Antwerpen
(PINA) Het PINA is het stedelijk onthaalbureau voor nieuwkomers in Antwerpen. Het onthaalbureau begeleidt nieuwkomers gedurende een jaar intensief zodat ze sneller hun plaats vinden in samenleving. Hiervoor werkt het onthaalbureau samen met het Huis van het Nederlands en VDAB.
profielvak
Zie: profiel.
profielwerkstuk
Uitgebreide praktische opdracht waarbij meer dan een vak uit het profieldeel is betrokken. Het profielwerkstuk toetst vaardigheden in combinatie met kennis en inzicht. Hiernaast is het profielwerkstuk bedoeld om de samenhang en integratie van leerstofonderdelen binnen een profiel te bevorderen. Zie ook: profiel, profielvak. In Vlaanderen vergelijkbaar met de geïntegreerde proef (gip).
profiel
1. Een profiel bestaat uit een samenhangend onderwijsprogramma dat - samen met zelfstandiger werken - de leerling in havo en vwo beter voorbereidt op een opleiding aan een hogeschool of universiteit. Door die betere aansluiting kan ook het aantal studenten dat het hoger onderwijs voortijdig verlaat, verminderen. Leerlingen kunnen kiezen uit vier profielen: cultuur en maatschappij economie en maatschappij natuur en gezondheid natuur en techniek De vier profielen corresponderen met de grote, globale sectoren waarin werk en opleidingen in de huidige samenleving worden verdeeld. Een profiel kent vakken die voor alle leerlingen gelijk zijn, een deel dat specifiek is voor het gekozen profiel en een vrij in te vullen deel. De vrije ruimte kan worden gebruikt om vakken te volgen uit een ander profieldeel. Dat vergroot de mogelijkheden van leerlingen om door te stromen naar het hoger onderwijs.
proeftuinen
Verzamelnaam voor vernieuwende onderwijsprojecten, die op 1 september 2005 in 25 Vlaamse scholen van start zijn gegaan en een jaar later nog zijn uitgebreid. De projecten behelzen technologie in het basisonderwijs, de overgang van basis- naar secundair onderwijs, het beleidsvoerend vermogen van scholen, talentontwikkeling, de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, tertiair onderwijs en de combinatie van leren en werken. Daarnaast werden de zestien projecten van Accent op Talent verlengd en ingepast in de proeftuinaanpak. Bedoeling van de proeftuinen is onderwijsvernieuwingen op beperkte schaal uitproberen om ze later eventueel uitgebreider toe te passen. Elk project krijgt een deeltijds personeelslid en een werkingsbudget. Het departement Onderwijs begeleidt de projecten, samen met de pedagogische begeleidingsdiensten. In de loop van het derde jaar komt er een evaluatie en wordt nagegaan of vernieuwingen kunnen worden overgenomen in de regelgeving. In het schooljaar 2006-2007 en 2007-2008 komen er nieuwe oproepen rond andere thema's.
proefschrift
Wetenschappelijke verhandeling die een promovendus moet schrijven en openbaar verdedigen om de graad van doctor te krijgen. In Nederland: In Nederland moet het proefschrift aan eisen van wetenschappelijke kwaliteit voldoen én aan een aantal andere voorwaarden, vermeld in het promotiereglement dat wordt opgesteld door het college van decanen. Aan het proefschrift moeten minstens zes stellingen worden toegevoegd die niets met het onderwerp van het proefschrift te maken hebben. Proefschrift en stellingen worden in principe geschreven in het Nederlands, Frans, Engels of Duits. In Vlaanderen: In Vlaanderen is een proefschrift, dat een oorspronkelijke bijdrage tot de wetenschap moet zijn, eveneens vereist voor de promotie tot doctor. Alleen in de genees-, heel- en verloskunde en in de veeartsenijkunde wordt de doctorsgraad zonder proefschrift verkregen. Een verplichte stage komt in de plaats. Het proefschrift wordt in principe geschreven in de taal van het onderwijs. Niet alleen het proefschrift moet openbaar worden verdedigd, maar ook een of meer stellingen (meestal drie), die door de faculteit worden vastgesteld. De verdediging vindt plaats tegenover een door de faculteit aangewezen commissie van hoogleraren. Zie ook: thesis.
primair onderwijs
(p.o.) Officieel de overkoepelende term voor (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Deze term wordt gebruikt sinds de invoering van de Wet op het primair onderwijs in augustus 1998. Zie ook: basisonderwijs en speciaal basisonderwijs. In Vlaanderen wordt de term primair onderwijs minder gebruikt.
Prisma
Onderwijsprogramma Nederlands voor nieuwkomers in het primair onderwijs, ontwikkeld door het Projectbureau van het Centrum Educatieve Dienstverlening (CED). Het programma is samengesteld uit onderdelen van bestaande taalvaardigheidsmethodes.
privéschool
Door particulieren of verenigingen opgerichte school die niet erkend wordt door de overheid. Dit betekent dat zij niet wordt gefinancierd of gesubsidieerd door de overheid en geen erkend studiebewijs kan afleveren. In Vlaanderen moeten leerlingen die les volgen in een privéschool les en die een officieel getuigschrift of diploma willen verwerven, examen afleggen via de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. In Nederland dienen leerlingen die les volgen in een privéschool het landelijk eindexamen af te leggen.