Taalunieversum
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Onderwijs > Onderwijsbegrippen
Datum & Land: 17/06/2013, NE
Woorden: 842
Syntra
Opleidingsnetwerk voor zelfstandige ondernemers in Vlaanderen, gesubsidieerd door de overheid (meer bepaald door het Syntra Vlaanderen). De lesplaatsen van Syntra (voorheen de 'Centra voor Middenstandsopleiding') zijn verdeeld in vijf koepels. Hun aanbod omvat opleiding, vorming en begeleiding. Binnen het Syntra-aanbod kan men drie opeenvolgende niveaus onderscheiden: de leertijd: beroepsopleiding voor leerjongeren vanaf 15-16 jaar; de ondernemersopleiding: basisvorming die voorbereidt op een zelfstandig beroep; de voortgezette vorming: verzamelterm voor allerlei vormingsactiviteiten voor zelfstandigen, bedrijfsleiders en hun naaste medewerkers. Website: www.syntravlaanderen.be.
Taalvaardigheid Aanvang Secundair onderwijs Anderstalige Nieuwkomers
(Tasan) Taalvaardigheidstoets voor anderstalige nieuwkomers bij de aanvang van het secundair onderwijs. De toets werd ontwikkeld door het Steunpunt NT2 in Leuven. Hij wordt gebruikt als aanvulling op de resultaten die de school registreert.
Taal en rekenen in Opleidingsdidactische Samenhang
(TriOS) Project dat tot doel heeft een curriculumdocument te ontwikkelen voor pabo's (lerarenopleiding). In dat document moet de samenhang tussen rekenen-wiskundedidactiek en taaldidactiek tot uiting komen en de manier waarop deze vakken kunnen samenwerken en elkaar positief beïnvloeden. Het initiatief voor het project gaat uit van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands (VON) en de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Rekenen-Wiskundeonderwijs (NVORWO). Het wordt uitgevoerd door de Stichting voor Leermiddelenonderzoek (SLO).
taakklas
Zie: taakleraar.
taakleraar
Leerkracht die leerlingen tracht bij te werken die voor een bepaald vak achterop zijn geraakt. Dit gebeurt dikwijls in een apart klasje: de 'taakklas'. In Nederland gebruikt men de term remedial teacher.
taakgericht onderwijs
Taalonderwijs waarin taal geen doel op zich is, maar een middel om een doel te bereiken. Taal wordt in natuurlijke situaties gebruikt. Leerlingen of cursisten zijn in allerlei activiteiten effectief en maximaal bezig met luisteren, spreken, lezen en schrijven in communicatieve situaties.
tertiair onderwijs
Verzamelnaam voor hoger onderwijs. In Nederland is het tertiair onderwijs volledig van universitair niveau, in Vlaanderen maakt ook het onderwijs aan de hogescholen daar deel van uit. Zie ook: secundair onderwijs, primair onderwijs.
terbeschikkingstelling
(tbs) Voluit: 'terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking'. Sociaal statuut dat vastbenoemde leerkrachten recht geeft op een uitkering op het moment dat ze geheel of gedeeltelijk hun lesopdracht verliezen (bv. doordat het aantal leerlingen daalt op de school waar ze werken). Het statuut geeft leraren die dat willen bovendien de kans tijdelijk uit de job te stappen zonder gevaar van jobverlies. De terbeschikkingstelling geeft ook recht op reaffectatie. De terbeschikkinggestelde leerkracht mag een passende betrekking steeds opeisen, maar is ook verplicht om een aangeboden betrekking te aanvaarden. De inrichtende macht van een school moet steeds terbeschikkinggestelde leerkrachten terug aan het werk zetten voor ze een tijdelijke leerkracht aanwerft. Indien de inrichtende macht de terbeschikkinggestelde leerkracht geen gepaste betrekking kan toewijzen, nemen de reaffectatiecommissies deze taak over. In Nederland wordt de term 'terbeschikkingstelling' enkel gebruikt als juridische term. Men spreekt er veeleer van wachtgelder.
tentamen
Toets in het hoger onderwijs die een student moet afleggen voor een of ander vak, alvorens hij-zij examen mag doen. Een tentamen kan in bepaalde gevallen leiden tot vrijstelling van een deel van het examen (vervangend of vrijstellend tentamen). In sommige faculteiten is het examen slechts een formaliteit, met name wanneer naast de vervangende tentamens andere voorbereidingen voor het examen zijn vereist, bv. practicum, werkstuk, scriptie, stage.
Tempus
Onderdeel van het Phare-programma van de Europese Unie. Dit programma wil landen in Midden- en Oost-Europa helpen bij economische en sociale herstructurering. Tempus biedt steun aan: opleiding, uitwisseling en mobiliteit van studenten en docenten; gezamenlijke projecten voor de ontwikkeling van het onderwijs in deze landen.
technologische opvoeding
(TO) Algemeen vak in de eerste graad van het secundair onderwijs. Doel van het vak is de technisch-technologische vormingscomponent bij leerlingen te ontwikkelen.
tempobeurs
Vorm van studiefinanciering, ingevoerd in 1993 en in 1996 vervangen door de prestatiebeurs. Het principe was dat wie na een jaar studeren minder dan 21 studiepunten behaalde, zijn-haar studiebeurs moest terugbetalen.
technisch onderwijs
Zie: technisch secundair onderwijs.
technisch secundair onderwijs
(tso) Algemeen en technisch-theoretisch onderwijs, vaak aangevuld met praktijklessen, dat jongeren zowel een beroep aanleert als hen in staat stelt hoger (technisch) onderwijs te volgen. Jongeren die afstuderen behalen een diploma tso. Daarnaast kunnen zij een kwalificatiegetuigschrift behalen. Deze onderwijsvorm biedt een algemene en technische vorming. Er zijn opleidingen die voorbereiden op hoger onderwijs enerzijds en opleidingen die mikken op tewerkstelling of op een zevende specialisatiejaar anderzijds. Bij opleidingen die voorbereiden op hoger onderwijs vindt men vaak de term 'wetenschappen' terug, bv. techniekwetenschappen, industriële wetenschappen en grafische wetenschappen. De term 'technieken', zoals in houttechnieken, elektrotechnieken, grafische technieken enz. verwijst naar opleidingen die leerlingen beëindigen in het secundair onderwijs. In sommige opleidingen kunnen leerlingen daarna een zevende specialisatiejaar volgen en een kwalificatiegetuigschrift behalen, dat een gespecialiseerde beroepskennis aanduidt. Het tso is vergelijkbaar met het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in Nederland.
Teamonderwijs Op Maat
(TOM) Onderwijsproject dat focust op een integrale aanpak van verandering en vernieuwing, via o.a. meer individuele aandacht voor leerlingen en een gemotiveerd en inspirerend onderwijsteam, met als principes: klasdoorbrekend leren in kern- of basisgroepen, betekenisvol actief leren als alternatief voor kennisoverdracht, lesgeven in multidisciplinaire teams en werken op verschillende leer- en werkplekken in de school. TOM-scholen bepalen daarbij zelf hun gewenste ontwikkeling. Website: www.teamonderwijs.nl.
thesis
Te verdedigen, te bewijzen stelling. In Vlaanderen wordt de term courant gebruikt in de betekenis van masterproef.
theoretische leerweg
Zie: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.
titularis
Zie: klasleraar.
toetsenweek
Periode tijdens het schooljaar waarin de leerlingen summatief worden geëvalueerd op hun kennis van de leerstof van de vakken die ze volgen.
Toets Instroom Beroepsopleiding
(TIBO) Toets ontwikkeld door het Steunpunt NT2 om de intakeprocedure voor anderstalige VDAB-cursisten te optimaliseren. In elke module wordt de kandidaat geconfronteerd met een aantal taken (aanwijzingen van de technisch instructeur begrijpen, een dagplanning interpreteren, een uitleg in verband met het functioneren van een apparaat begrijpen....) die representatief zijn voor de taalgebruikssituaties op de werkvloer.
Trias
Methode voor onderwijs in de eigen taal voor anderstalige kleuters, halverwege de jaren negentig ontwikkeld door het Rotterdams Centrum Educatieve Dienst (nu: CED-groep geheten).
trissen
Een studiejaar voor de derde keer volgen, omdat men de voorgaande jaren telkens niet geslaagd was. Een persoon die voor de derde keer aan een studiejaar begint, noemt men een 'trisser'. Zie ook: bissen.
transfer
Didactisch begrip waarmee bedoeld wordt: de overdracht van kennis, vaardigheden en inzichten die in een bepaalde situatie werden verworven naar andere situaties die min of meer afwijken van de oorspronkelijke leeromgeving.
Transferpunt Onderwijsachterstanden
Samenwerkingsverband van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de organisaties voor bestuur en management in het onderwijs en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Werd op 1 augustus 2004 opgeheven. Focus van de samenwerking was het onderwijsachterstandenbeleid. Er werd gewerkt rond de thema's voor- en vroegschoolse educatie, taalbeleid, voortijdig schoolverlaten, ondersteuning van de schoolloopbaan en het verbreden van de onderwijskansenaanpak.
traditionele vernieuwingsschool
Verzamelnaam voor scholen met een typische filosofische en ideologische achtergrond. In traditionele vernieuwingsscholen wordt ook een uitgesproken mens- en maatschappijbeeld nagestreefd. Men baseert zich voor de vernieuwing van de klaspraktijk op bestaande pedagogische ideeën van o.m. Dalton, Freinet, Steiner, Montessori, jenaplan, Decroly... of men werkt volgens het model van het ervaringsgericht onderwijs. In Vlaanderen gebruikt men voor deze vormen van onderwijs de verzamelnaam methodeschool.
tussentaal
Term waarmee men in Vlaanderen de mengvorm aanduidt tussen standaardtaal en dialect. In Vlaanderen spreekt men ook wel van 'Verkavelingsvlaams'. Opgelet: in Nederland heeft tussentaal een andere betekenis.
tussentaal
Taal(variëteit) met kenmerken van twee nauw eraan verwante taalsystemen waartussen ze als overgang fungeert. Opgelet: in Vlaanderen heeft tussentaal een andere, specifiekere betekenis.
tussenuur
Een tussenuur is een vrij uur tussen twee lesuren. Voor Vlaanderen, zie: studie.
tussendoelen
De vertaling van de kerndoelen naar de dagelijkse onderwijspraktijk bleek voor veel scholen erg lastig. De kerndoelen zijn te algemeen geformuleerd om voldoende richting te geven aan het onderwijs. Daarom werden leerlijnen en tussendoelen ontwikkeld. Een leerlijn geeft voor een bepaald leergebied aan hoe kinderen van een bepaald beginniveau tot de kerndoelen komen. Cruciale momenten van de leerlijn worden tussendoelen genoemd. Aan de hand van leerlijnen en tussendoelen kunnen leraren de ontwikkeling van hun leerlingen veel beter volgen en hebben zij een leidraad om de kerndoelen te behalen.
tweedelijnszorg
Zorg voor leerlingen die prioritair is toegewezen aan de Centra voor Leerlingbegeleiding (CLB). Het gaat hierbij om aspecten van studie- en beroepsoriëntering, leerproblemen, gedragsstoornissen en-of sociaal-emotionele problemen die de school niet weet op te lossen. Zie ook: eerstelijnszorg.
tweedekansonderwijs
(tko) Vorm van volwassenenonderwijs, speciaal in het leven geroepen om volwassenen zonder diploma secundair onderwijs de kans te geven dit diploma alsnog te behalen. Tien centra voor tweedekansonderwijs bereiden cursisten van minimum achttien jaar oud voor om deel te nemen aan de examensessies van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. Via die weg kunnen zij een diploma algemeen, technisch of beroepssecundair onderwijs behalen. Twee à drie jaar lang volgen de deelnemers overdag of 's avonds een vakkenpakket dat ze zelf kunnen kiezen.
tweede leerweg
Kinderen kunnen een afzonderlijk leerprogramma volgen dat bij het verlaten van de school een niveau (groep 6) geeft dat aansluit bij vervolgonderwijs vmbo.
tweede zit
Aan hogescholen en universiteiten kunnen examens worden afgelegd in de eerste en de tweede zittijd (of: 'zit'). De examens die tijdens de examenperiode in januari en juni afgelegd worden,vinden plaats in de eerste zittijd. Na de eerste zittijd (eind juni-begin juli) volgt een proclamatie. Studenten die niet konden deelnemen aan de examens in de eerste zittijd of die niet voor alle vakken geslaagd waren, kunnen (opnieuw) examens afleggen tijdens de tweede zittijd. Deze wordt eind augustus-begin september georganiseerd. Let op: voor sommige vakken vindt enkel tijdens de eerste zittijd een examen plaats (bv. vakken waarbij permanent wordt geëvalueerd, stages...).
Tweede Fase
Onderwijskundige betekenis: Met 'Tweede Fase' wordt in het Nederlandse onderwijs verwezen naar de hervorming van de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, zie ook 'Studiehuis'. De Tweede Fase wil het onderwijs beter laten aansluiten bij de eisen die in het hoger onderwijs gesteld worden en aan de eisen van de snel veranderende maatschappij. In tegenstelling tot vroeger kunnen leerlingen in de bovenbouw van havo en vwo geen volledig vrij vakkenpakket meer kiezen. In plaats daarvan kiezen de leerlingen een bepaald profiel dat aansluit bij opleidingen in het hoger onderwijs. Men onderscheidt vier profielen: Cultuur en Maatschappij; Economie en Maatschappij; Natuur en Gezondheid; Natuur en Techniek. Leerlingen krijgen voorts zelf meer verantwoordelijkheid voor het leren. Het onderwijs kenmerkt zich door minder klassikale lessen, meer begeleidend optreden door docenten en veelvuldig gebruik van bibliotheek en multimedia. Zie ook: Het Nieuwe Leren.
tyltylschool
Vorm van speciaal onderwijs voor kinderen met meervoudige handicaps. Een mytylschool is voor lichamelijk gehandicapte kinderen. Een van de kenmerkende aspecten van mytyl--tyltylscholen is dat in een klas of groep naast onderwijs ook revalidatiezorg wordt gegeven. De naam is overgenomen uit een sprookje van de Belgische schrijver Maurice Maeterlinck, 'l'Oiseau Bleu' (De Blauwe Vogel), over het meisje Mytyl en haar broertje Tyltyl.
uitstroom
Leerlingen-studenten die met een diploma een opleiding verlaten. Zie ook: doorstroom en afstroom.
uitgebreid lager onderwijs
(ulo) Zie: meer uitgebreid lager onderwijs.
universitaire lerarenopleiding
Oude benaming voor de specifieke lerarenopleiding aan universiteiten voor diegenen die een universitaire opleiding volgen of hebben gevolgd. Tijdens de opleiding wordt veel aandacht besteed aan didactische vaardigheden en de praktijk van het lerarenberoep.
universitair onderwijs
De universitaire opleidingen sluiten aan bij het secundair onderwijs. In het universitair onderwijs zijn onderwijs en onderzoek nauw met elkaar verbonden. De Vlaamse universiteiten zijn namelijk werkzaam op drie domeinen: het academisch onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke dienstverlening. Zij kunnen de volgende opleidingen verstrekken: academische basisopleidingen: academisch gerichte bachelors en masters; voortgezette academische opleidingen: master-na-masteropleidingen; specifieke lerarenopleidingen; doctoraatsopleidingen; permanente vorming: postgraduaten en de bij- en nascholing. Het universitair onderwijs is ingedeeld in studiegebieden, die basis- en voortgezette opleidingen en postgraduaten groeperen. Onder de noemer 'gecombineerde studiegebieden' ressorteren opleidingen die niet in één studiegebied thuis te brengen zijn. Meer info: http://www.ond.vlaanderen.be-onderwijsaanbod-ho-universitair-structuur.htm.
vaste benoeming
Sociaal statuut voor leerkrachten dat hen werk- en loonzekerheid biedt, naast het recht op een hele reeks verlofstelsels, ziekteverlof en een overheidspensioen. Een leerkracht wordt vastbenoemd door zijn inrichtende macht. Tot de voorwaarden om benoemd te worden, behoort onder meer een minimumleeftijd, een minimum aantal jaren ervaring, een positief verslag van de schooldirectie, enz.
vakopleiding
De vakopleiding duurt twee tot vier jaar en leidt op tot niveau drie van de beroepsopleidingen. Er zijn vier niveaus, het vierde niveau is het hoogste niveau. Als toelatingseis gelden een diploma voorbereidend beroepsonderwijs (vbo), middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) of drie jaar hoger algemeen voorgezet onderwijs (havo) of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Leerlingen zijn dan vijftien à zestien jaar oud. Zie ook beroepsonderwijs.
verzuiling
Zie: zuilen.
vervangingspool
Systeem van vervangleerkrachten waarvan scholen gebruik kunnen maken. In Nederland: Groep van docenten die het hele schooljaar in dienst zijn van het schoolbestuur en die worden ingezet waar dat nodig is. De vervangingspool is bedoeld om kortdurende vervangingen op te vangen, zoals ziekte. Nieuwe leerkrachten in de vervangingspool krijgen een aanstelling in tijdelijke dienst voor 1 jaar. Het hangt van de vacatureruimte in de pool af voor hoeveel uren iemand als lid van de vervangingspool krijgt. Een vervanger werkt minimum drie dagen en maximum vijf dagen per week. Na een jaar in de vervangingspool te hebben gewerkt kan de leerkracht doorstromen naar reguliere formatie. De vervanger krijgt een school toegewezen als standplaats. Op deze school werkt de vervanger als er geen vervangingswerkzaamheden zijn. In Vlaanderen: Groep van leerkrachten die binnen elke onderwijszone klaar staat om afwezige collega's te vervangen (Vlaanderen en Brussel zijn ingedeeld in 44 onderwijszones.) Scholen die zich bij de vervangingspool aansluiten, kunnen veel sneller een vervanger vinden. Het systeem werd in 2000 door de onderwijsminister gelanceerd in heel Vlaanderen en voor alle onderwijsnetten, met als voornaamste doel jonge leerkrachten in de scholen houden. Beginnende leerkrachten die zich voor de pool inschrijven, verwerven werk- en loonzekerheid voor de periode van één jaar. Poolleerkrachten worden administratief verbonden aan een ankerschool. Die zorgt voor opvang en begeleiding. Zo kan een ervaren leerkracht de starters begeleiden bij hun eerste leservaringen. Het systeem is in september 2005 afgeschaft. In de plaats daarvan is er nu de lerarendatabank.
versterkt talenonderwijs
(vto) Onderwijsprogramma door het ministerie voor OCW is georganiseerd met als doel het (vreemde)taalonderwijs in het voortgezet onderwijs te stimuleren. In de praktijk betekent dit meestal dat er extra lesuren taalonderwijs bovenop de in het curriculum verplichte aantal uren komen.
vernieuwd secundair onderwijs
(vso) Onderwijshervorming van 1975 waarmee de overheid de studiekeuze na het lager onderwijs wou uitstellen door leerlingen samen te brengen in een gemeenschappelijke start van het secundair onderwijs. Zo wou men iedereen, verstandig of minder verstandig, uit hogere of lagere sociale klasse, uit sterke of minder sterke lagere scholen, eenzelfde startkans geven. Een van de principes was dat de leerlingen moesten geobserveerd worden, om hun sterke kanten te ontdekken, waarop dan een latere studiekeuze kon worden geënt. De eerste graad van het secundair onderwijs (= de tweejarige middenschool) werd dan ook 'observatiegraad' genoemd. De bedoeling was deze middenschool volledig onafhankelijk (qua directie, infrastructuur, ligging...) te laten functioneren. De tweede graad heette 'doorstromingsgraad', de derde 'determinatiegraad'. Het systeem bleek te duur en ging in 1989 op in het zogenaamde eenheidstype. Zie ook: eenheidstype, onderwijstype.
verhandeling
Uiteenzetting over een wetenschappelijk onderwerp. Opgelet: in Vlaanderen wordt de term soms ook gebruikt als afkorting voor licentiaatsverhandeling.
Vereniging Vlaamse Moedertaaldidactici
(VVM) Voormalige benaming van Netwerk Didactiek Nederlands (NDN).
Vereniging voor Onderwijs in het Nederlands
(VON) Pluralistische vereniging voor leerkrachten en schoolbetrokken actoren uit verschillende netten, sectoren en richtingen, die samenwerken in en rond moedertaal. De vereniging richt zich tot al wie lesgeeft. De VON wil ideeën en werkvormen uit het onderwijs, de volwassenenvorming, de psychosociale begeleiding en het wetenschappelijk onderzoek op een aangepaste en didactisch bruikbare wijze doorgeven. Dat gebeurt o.a. in VONK, het tijdschrift van de vereniging dat vijfmaal per jaar verschijnt.
Vereniging van Openbare en Algemeen Toegankelijke Scholen
(VOS-ABB) Koepelorganisatie die ondersteuning biedt aan het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs in Nederland en die ook optreedt als belangenvereniging. Website: www.vosabb.nl.
Vereniging Vlaamse Leerkrachten
(VVL) Belangenorganisatie voor leerkrachten. De vereniging komt op voor de professionele belangen van leerkrachten en docenten en fungeert als tussenschakel voor overheid en school. Website: www.vvl-onderwijs.be.
Vereniging Samenwerkingsverband Landelijke Pedagogische Centra
(VSLPC) Zie: landelijke pedagogische centra.
Vereniging van Leraren in Levende Talen
(VLLT) De Vereniging van Leraren in Levende Talen is een vakinhoudelijke organisatie die: het talenonderwijs in alle levende talen bevordert en ontwikkelt;talendocenten bijeenbrengt en hen een platform biedt;de belangen van de talendocenten behartigt. Om dit te kunnen bereiken, organiseert de Vereniging van Leraren in Levende Talen studiedagen en congressen over talenonderwijs, informeert ze haar leden overde recente ontwikkelingen binnen hun vakgebied via nieuwsbrieven en via de tijdschriften Levende Talen Magazine en Levende Talen Tijdschrift. Website: www.levendetalen.nl.
Vereniging Lerarenopleiders Vlaanderen
(Velov) Beroepsvereniging voor lerarenopleiders met als opdracht de ondersteuning van personen die werken aan de professionele ontwikkeling van leerkrachten. De Velov richt zich tot lerarenopleiders van universiteiten, hogescholen, en centra voor volwassenenonderwijs; mentoren en anderen die professioneel actief meewerken in de lerarenopleiding; personen die betrokken zijn bij de nascholing en de begeleiding van leraren. Velov vervult voor deze doelgroepen: een platformfunctie: het ondersteunen en organiseren van fora om ervaringen met collega's te delen. Dit kan worden geconcretiseerd in o.a. congressen, studiedagen, een discussieforum op de website, themagroepen, werkgroepen per studiegebied, open leercentra, een nieuwsbrief...; een ontwikkelingsfunctie: het stimuleren van initiatieven m.b.t. de professionalisering van individuele lerarenopleiders. Voorbeelden hiervan zijn opleiding voor opleiders en mentorenvorming, inventariseren van thema's voor onderzoek, opzetten van databanken om wetenschappelijk onderzoek te communiceren, ontwikkelen van een beroepsstandaard voor lerarenopleiders, onderzoeken van randvoorwaarden voor professionalisering...; een communicatiefunctie: een website is het kanaal voor interne en externe communicatie en mededelingen. Velov zorgt transparantie van de functie van de lerarenopleider in het onderwijsveld, het maatschappelijke veld en het beleid en is de spreekbuis bij het behartigen van de professionele belangen van de lerarenopleiders bij de overheid door te ijveren o.a. voor een statuut voor de mentor... Website: http://www.lerarenopleiders-vlaanderen.be.
Vereniging Lerarenopleiders primair onderwijs Nederlands en Nederlands als tweede taal
(Lopon2) Is een Vlaams-Nederlandse vereniging voor lectoren, opleidingsdocenten Nederlands en Nederlands als tweede taal van lerarenopleidingen gericht op het primair onderwijs in Nederland en Vlaanderen.
Vereniging Didaktiek Nederlands
(VDN) Vereniging die een forum wil zijn voor docenten (alle onderwijsniveaus), ontwikkelaars, opleiders, nascholers en onderzoekers op het de terreinen van het onderwijs in het Nederlands.
Vereniging Lerarenopleiders Nederland
(Velon) Vereniging voor alle medewerkers van lerarenopleidingen, inserviceopleidingen voor onderwijsgevenden en nascholingsinstellingen. De Velon wil de kwaliteit van opleiding en nascholing van onderwijsgevenden bevorderen. De vereniging biedt een platform aan iedereen die binnen de opleidingen en scholen een bijdrage wil leveren aan de realisering van dit doel. De leden van Velon zijn afkomstig uit lerarenopleidingen voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Website: www.velon.nl.
vensterschool
Samenwerkingsverband tussen minstens één basisschool en andere organisaties die zich bezighouden met kinderen, ouders en andere wijkbewoners. Partners zijn bijvoorbeeld peuterspeelzalen, kinderopvang, sociaal-cultureel werk (buurthuizen), bibliotheken, volwasseneneducatie, sportverenigingen, de muziekschool, maatschappelijke dienstverlening enzovoort. Bedoeling van de vensterschool is de dienstverlening van al deze instanties beter op elkaar af te stemmen. De deelnemende scholen en organisaties werken aan een groot gezamenlijk aanbod van onderwijs, opvoeding, gezondheidszorg, sport, spel, muziek ... Hun bestaande activiteiten vallen onder de vensterschool, en uit de samenwerking komen ook nieuwe activiteiten voort. Ook aan samenwerking met de ouders wordt veel belang gehecht. De eerste vensterscholen werd in 1995 in Groningen opgericht. Zie ook: brede school.
vierde graad
Ook 'vierde graad beroepsonderwijs' genoemd. Opleiding die aansluit aan bij het beroepssecundair onderwijs (bso). Zie ook: aanvullend secundair beroepsonderwijs
visitatiecommissie
Commissies van externe deskundigen die in het hoger onderwijs op basis van door opleidingen opgestelde zelfevaluatie rapporten, een openbare beoordeling geven van de kwaliteit van een bepaalde opleiding. Op deze wijze leggen universiteiten en hogescholen publiekelijk verantwoording af over de kwaliteit van hun onderwijs.
Vlaamse Scholierenkoepel
(VSK) Koepelorganisatie van leerlingenraden en leerlingen in Vlaanderen en de officieel erkende spreekbuis van de scholieren. De VSK verdedigt de belangen van alle scholieren in Vlaanderen. Hij informeert, organiseert activiteiten en vertolkt de mening van de scholieren over onderwijs en hiermee verband houdende maatschappelijke ontwikkelingen.
Vlaamse Interuniversitaire Raad
(VLIR) Autonoom overlegorgaan, gefinancierd door de universiteiten.
Vlaamse Onderwijsdagen
(Vlod) Tweejaarlijkse Vlaamse onderwijsbeurs. Equivalent van de Nederlandse Onderwijstentoonstelling (NOT).De laatste editie had plaats in 2007. Of er in de toekomst nog beurzen zullen worden georganiseerd, is niet duidelijk.
Vlaamse Onderwijsraad
(VLOR) Onafhankelijk advies- en overlegorgaan. De Vlaamse Onderwijsraad bestaat uit vertegenwoordigers uit het hele onderwijslandschap: netten en koepels, ouders, vakbonden, leerkrachten, enz. Zij overleggen over het onderwijs- en vormingsbeleid en geven adviezen aan de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming en het Vlaamse Parlement. Daarnaast kan de VLOR overleg organiseren over alle onderwijsthema's waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is. De raad besteedt veel aandacht aan studie en documentatie.
Vlaamse Gemeenschap
België is een federale staat, die bestaat uit drie gemeenschappen (en drie gewesten): de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap. Een gemeenschap is een autonome deelentiteit die bevoegd is voor onderwijs, cultuur, gezondheidsbeleid, bijstand aan personen en - behalve in Brussel - het taalgebruik. De wetgevende norm van de gemeenschappen wordt decreet genoemd.
Vlaamse Hogescholenraad
(Vlhora) Officieel overleg- en adviesorgaan van de hogescholen. De raad adviseert de Vlaamse overheid over alle beleidsaspecten van het hogeschoolonderwijs, het projectmatig wetenschappelijk onderzoek, de maatschappelijke dienstverlening en de beoefening van de kunsten. Daarnaast organiseert en stimuleert de Vlhora het overleg tussen de instellingen aangaande alle materies die de hogescholen aanbelangen. Website: www.vlhora.be. Niet te verwarren met: VLOR, VLIR.
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
(VDAB) Dienstverlenende organisatie voor werkzoekenden, werkgevers en werknemers.Werkzoekenden worden uitgenodigd om praktijkgerichte beroepsopleidingen-op-maat te volgen.Voor werklozen is er ook de Individuele Beroepsopleiding (ibo), een on-the-jobtraining die erop gericht is op heel korte tijd een vacature in te vullen.Werknemers kunnen bij de VDAB terecht voor training en advies over opleidingsplanning, interne klantgerichtheid, projectwerking rond veranderingsprocessen enz. en over niet-technische vaardigheden, zoals leiding geven, communiceren, telefoneren, verkoop, management, evaluatie, enz. Werknemers kunnen ook een opleiding krijgen voor technische vaardigheden.Werkgevers kunnen vacatures kenbaar maken via de website van de VDAB.Het opleidingsaanbod is met meer dan 200 opleidingen bijzonder ruim, met ook een aanbod Nederlands als tweede taal. De gevolgde didactiek richt zich volledig op volwassenen. Website: www.vdab.be.
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs
(VVKSO) Zie: 'VSKO'.
Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen
(VCOV) Koepelorganisatie voor ouders en ouderverenigingen van het vrij onderwijs. Zij behartigt de belangen van alle schoolgaande kinderen via hun ouders en promoot een schoolomgeving waarin het welzijn van de leerling centraal staat. De organisatie ondersteunt ouders en oudervereniging en biedt vorming aan.
Vlaams Verbond van het Katholiek Hoger Onderwijs
(VVKHO) Vroegere benaming van het Vlaams Verbond van Katholieke Hogescholen (VVKHO). Het is de Koepelorganisatie van de 13 Vlaamse katholieke hogescholen.
Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs
(VVKBaO) Zie: 'VSKO'.
Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs
(VSKO) Het Vlaams onderwijs kent vier onderwijskoepels. De grootste daarvan is het VSKO, de koepelorganisatie van de rooms-katholieke scholen in Vlaanderen. Als koepelorganisatie heeft het VSKO een ondersteunende functie voor de besturen (inrichtende machten) van deze scholen. Het VSKO is onderverdeeld in: Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs (VVKBaO); Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs (VVKSO); Vlaams Verbond van katholieke hogescholen (VVKHO). website: www.vsko.be.
Vlaams Minderhedencentrum
(VMC) Expertisecentrum dat onderzoekt hoe mensen met een verschillende afkomst of cultuur met elkaar kunnen samenleven en evenwaardig burger zijn. Het centrum verspreidt deze kennis naar organisaties en verenigingen en adviseert de overheid.
Vlaams Ondersteuningscentrum voor Basiseducatie
(VOCB) Oude benaming van het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs (Vocvo), de koepelorganisatie die instaat voor de ondersteuning van de centra voor basiseducatie en de koepelloze centra voor volwassenenonderwijs.Vocvo link is ook de uitgever van Wablieft, een krant in eenvoudig Nederlands.
Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen
(VIZO) Oude benaming voor Syntra Vlaanderen.
Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité
(Vesoc) Drieledig overlegorgaan tussen de Vlaamse regering, de Vlaamse werkgevers- en de Vlaamse werknemersorganisaties. Deze drie groepen hebben onderling een protocol afgesloten. Als binnen het Vesoc een consensus wordt bereikt, verbindt de regering zich ertoe deze consensus uit te voeren. De sociale partners zullen de consensus bij hun leden verdedigen en meewerken aan de uitvoering ervan. Het Vesoc kan overleg plegen over alle beleidsaangelegenheden met een sociaal-economische dimensie die ofwel behoren tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, ofwel het akkoord, advies of de betrokkenheid van de Vlaamse regering vereisen. Het kan ook andere punten op zijn agenda plaatsen.
voortijdig schoolverlater
(vsv'er) Jongeren tot 23 jaar die geen onderwijs volgen en die geen startkwalificatie hebben.
voortgezette lerarenopleiding
Lerarenopleiding die houders van een diploma uit de initiële lerarenopleiding de kans geeft een aanvullend diploma te behalen voor een ander onderwijsniveau, bv. een kleuteronderwijzer die als onderwijzer wil lesgeven in het lager onderwijs.
voortijdig schoolverlaten
(vsv) Zie voortijdig schoolverlater.
voortgezet speciaal onderwijs
(vso) Onderwijs voor leerlingen met een handicap vanaf 3 à 4 jaar tot circa twaalf jaar. Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is bedoeld voor leerlingen met een handicap van twaalf tot maximaal twintig jaar. Het vso is, net zoals het so, verdeeld naar onderwijssoort op basis van de soort handicap of onderwijsbelemmering van de leerlingen.
voortgezet onderwijs op juniorenniveau
(voj) Het voortgezet onderwijs voor junioren heeft een duur van achttien maanden tot vier jaar. Voor de leerlingen zijn er na de lagere school de volgende mogelijkheden: meer uitgebreid lager onderwijs (mulo); lager beroepsgericht onderwijs (lbgo); lager technisch onderwijs (lto); lager nijverheidsonderwijs (lno); eenvoudig technisch onderwijs op een driejarige eenvoudige technische school (ets) en eenvoudig beroepsonderwijs (ebo).
voortgezet onderwijs
(vo) Onderwijs dat wordt gegeven na het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs, voor leerlingen vanaf twaalf jaar. Het bestaat uit: het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo); het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo); het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Het vmbo neemt vier jaar in beslag, havo vijf jaar en vwo zes jaar.
voortgezet montessorionderwijs
(vmo) montessorionderwijs op voortgezet niveau, d.w.z. als vervolg op het primair onderwijs.
voorschoolse opvang
Georganiseerde opvang voor leerlingen die (ruim) voor de officiële schooluren al op school aanwezig zijn (analoog: naschoolse opvang). Niet te verwarren met: voorschoolse educatie, eersteopvangschool. Zie ook: voorbewaking.
voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
(vavo) Vorm van voortgezet onderwijs voor volwassenen, dat wordt gegeven aan avondscholen of dag- en avondscholen. Sinds augustus 1997 is het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs naar aanleiding van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) opgegaan in de opleidingsniveaus van het nieuwe beroepsonderwijs. Officieel kent de vavo een minimum leeftijdsgrens van achttien jaar, maar in de praktijk maken omstreeks 20 000 'drop-outs' van zestien en zeventien jaar gebruik van de 46 scholen voor volwassenenonderwijs om alsnog een vmbo-diploma te behalen. Zie ook: beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve).
voorbewaking
Georganiseerde opvang voor leerlingen die (ruim) voor de officiële schooluren al op school aanwezig zijn. (Analoog: nabewaking). Zie ook: voorschoolse opvang.
voorschoolse educatie
Niet te verwarren met voorschoolse opvang. Opvoedingsondersteuning aan ouders van baby's en peuters, bv. in kinderdagverblijven, bij gastouders, in peuterspeelzalen. In Vlaanderen gebeurt een deel van de voorschoolse educatie in het kleuteronderwijs.
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
(vwo) Een van de drie typen voortgezet onderwijs, naast het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) en het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo). De opleiding duurt zes jaar, voor leerlingen van twaalf tot achttien jaar, en bereidt leerlingen voor op de universiteit. Als een vwo ook de klassieke talen (Grieks, Latijn) aanbiedt, is het een atheneum. Als de leerling de klassieke talen verplicht in het lespakket heeft, is het een gymnasium (voor een leerling die later bepaalde studies wil doen, bv. dokter, is kennis van klassieke talen bijna een vereiste). Binnen het vwo is het gymnasium dus de moeilijkste studie.
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
(vmbo) Een van de drie types voortgezet onderwijs en verzamelterm voor de hogere leerjaren van mavo, vbo en sommige vormen van voortgezet speciaal onderwijs (vso). Deze onderwijsvormen werden samengevoegd in 1999. Daarmee wilde de onderwijsoverheid de aansluiting op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) verbeteren. In het vmbo kiest een leerling na de basisvorming een leerweg. Er zijn vier leerwegen: de theoretische: hierbij is doorstroming mogelijk naar mbo-niveau 3 en 4 of naar havo; de gemengde: vier uur per week praktijkvakken gericht op één specifieke richting, en verder algemene vakken. Doorstroming is mogelijk naar mbo-niveau 3 en 4; de kaderberoepsgerichte: twaalf uur per week aandacht voor praktijkvakken die gericht zijn op één beroep, en verder algemene vakken. Doorstroming is mogelijk naar mbo-niveau 3 en 4; de basisberoepsgerichte: hierbij is doorstroming mogelijk naar mbo-niveau 1 en 2.
voorbereidend beroepsonderwijs
(vbo) Vorm van voortgezet onderwijs, voor leerlingen van twaalf tot zestien jaar. Het voorbereidend beroepsonderwijs bestaat sinds 1992, ter vervanging van het lager beroepsonderwijs (lbo, ook ambachtsschool genaamd). Het duurt vier jaar en biedt algemene en op het beroep gerichte vakken, voor de eerste fase van het voortgezet onderwijs. De hogere leerjaren van het vbo vormen samen met de hogere leerjaren van het mavo en sommige vormen van voortgezet speciaal onderwijs (vso) sinds 1 augustus 1999 het vmbo.
Voor- en vroegschoolse educatie
(vve) Overheidsbeleid in Nederland dat voorziet in aanvullende budgetten om voor twee- tot zesjarige kinderen in achterstandssituaties een intensievere begeleiding te voorzien. Deze begeleiding gebeurt meestal met educatieve programma's die erop gericht zijn de ontwikkeling van deze kinderen te stimuleren, zodat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke positie wordt vergroot. Meer toelichting: www.taalsite.nl, www.ontwikkelingsstimulering.nl.
volwassenenonderwijs
Vroeger 'onderwijs voor sociale promotie' of 'avondonderwijs' genoemd. Het is onderwijs, georganiseerd op zowel secundair niveau (bso en tso) als op het niveau van het hoger onderwijs (ho). Op enkele opleidingen na is het onderwijsaanbod een afspiegeling van het aanbod van het voltijds onderwijs. Voor dit onderwijs kan men terecht in ruim 130 centra voor volwassenenonderwijs. .Doordat ze verspreid liggen over heel Vlaanderen en Brussel, kan iedereen in zijn buurt wel een centrum vinden. Het aanbod van cursussen is heel breed en uiteenlopend.
volwasseneneducatie
De volwasseneneducatie richt zich op het opleiden van cursisten voor een zelfstandige positie in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Tot de volwasseneneducatie worden gerekend: het vormings- en ontwikkelingswerk; de basiseducatie; het onderwijs aan de erkende onderwijsinstellingen; het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo).
voltijdonderwijs
Hoger onderwijs dat ten minste 16 klokuren of 19 lesuren per week en gedurende minstens 7 maanden wordt gegeven aan studenten voor wie het volgen van onderwijs de voornaamste bezigheid is. Zie ook: deeltijdonderwijs.
voetklas
Zie: kopklas.
voldoende geacht diploma
Gelijkwaardig geacht diploma om - in het geval van leerkrachten - een ander vak te geven dan waarvoor ze gestudeerd hebben. De domeinen van een voldoende geacht diploma zijn wettelijk vastgelegd. Zo mag een taalleerkracht het vak geschiedenis geven, omdat zijn taaldiploma voor dit vak als voldoende wordt geacht, maar hij mag geen lichamelijke opvoeding of wetenschappelijke vakken geven.
vrije scholen
Scholen die behoren tot het gesubsidieerd vrij onderwijs. Opgelet: in Nederland heeft de term vrije scholen een andere betekenis.
vrije scholen
Benaming voor een bepaald type zogenaamde bijzondere scholen, namelijk de bijzondere scholen die werken vanuit de antroposofie en de pedagogie van Rudolf Steiner. Opgelet: in Vlaanderen heeft de term vrije scholen een andere betekenis.
vrijstelling
Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld een aansluitende en-of verwante vooropleiding, kan een student vrijstelling worden gegeven van een of meer vakken of practica binnen een studie. Hij hoeft voor dit vak dan geen examen af te leggen.
vrije opleidingen hbo
Ook 'samengestelde programma's'. Opleidingen in de vorm van zelf door de hogescholen, vaak met promotionele doeleinden samengestelde pakketten met vakken uit verschillende opleidingen. Sinds 1998 bij wet aan banden gelegd.
vrij onderwijs
Onderwijs dat niet wordt georganiseerd door de overheid, steden en gemeenten of provincies. Zie ook: gesubsidieerd vrij onderwijs.