Taalunieversum

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Onderwijs > Onderwijsbegrippen
Datum & Land: 17/06/2013, NE
Woorden: 842


vraagfinanciering
Wetsvoorstel om financiële middelen voor schoolbegeleiding niet langer aan gemeenten maar aan schoolbesturen uit te keren. Daarmee wordt afgestapt van het oude systeem van aanbodfinanciering, waarbij schoolbesturen begeleiding voor hun school moeten afnemen bij de door de gemeente bekostigde dienst. Door de invoering van vraagfinanciering kunnen scholen zelf beslissen of zij schoolbegeleiding inkopen, welke schoolbegeleiding zij inkopen en waar ze dat doen. Het wetsvoorstel wil daarnaast de aansturing van de schoolbegeleidingsdienst verduidelijken en de bureaucratie verminderen. Ten slotte legt het de basis voor de structurele bekostiging van het onderwijs aan zieke leerlingen. In Vlaanderen bestaat een vergelijkbaar systeem voor nascholing: scholen krijgen per leraar een subsidie voor nascholing, die zij zelf vanuit interne behoefte, inhoudelijk invullen.

vzw Werkgroep Immigratie
De vzw Werkgroep Immigratie (verbonden aan het Regionaal Integratiecentrum Foyer) organiseert sinds het begin van de jaren '80 een oetc-project (met talen als Spaans, Italiaans en Turks) in een aantal Nederlandstalige scholen in Bussel. Sinds 1988 wordt de werking van de vzw gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Met haar oetc-project wil de vzw actieve meertaligheid, een evenwichtige persoonlijkheidsontwikkeling en interculturele vaardigheden stimuleren.

watervaleffect
Ook 'watervalsyndroom'. Fenomeen waarbij leerlingen in het secundair onderwijs eerst kiezen voor de moeilijkste onderwijsvorm of studierichting en na (herhaald) falen gradueel 'afdalen' naar een makkelijker onderwijsvorm. Zo kiezen in het secundair onderwijs veel leerlingen voor het algemeen secundair onderwijs (aso), ook als dat duidelijk boven hun mogelijkheden ligt. Als dat te zwaar blijkt, schakelen ze over naar het technisch secundair onderwijs (tso). Eventueel komen ze nog later in het beroepssecundair onderwijs (bso) terecht. De systematische overstap van een hoger naar een lager onderwijstype vindt zijn oorzaak in een foutieve perceptie van onderwijskwaliteit, van de maatschappelijke status van onderwijsvormen en van de mogelijkheden die de verschillende onderwijsvormen bieden. Het watervalsyndroom is vooral nefast voor de motivatie van scholieren en wordt momenteel bestreden door een betere studiekeuzebegeleiding en een opwaardering van tso en bso. Ook in het hoger onderwijs is sprake van het syndroom: studenten proberen eerst de universiteit en schakelen na mislukken over naar de hogeschool voor een minder lange of minder zware studie. Het watervaleffect wordt in Nederland 'afstroom' genoemd.

wachtgelder
Benoemde leerkracht die tijdelijk zonder werk valt (bv. door een vermindering van het aantal leerlingen op de school waar hij of zij werkt). In die periode zonder werk ontvangt zo'n leerkracht 'wachtgeld'. In Vlaanderen kent men deze term niet, daar spreekt men van terbeschikkingstelling.

watervalsyndroom
Zie: watervaleffect.

wetenschappelijk onderwijs
(wo) Onderwijs voor studenten vanaf ongeveer achttien jaar. Wordt gegeven aan dertien universiteiten. Het wo omvat zowel diepgaande theoretische studies als specialistische training voor beroepen. De meeste opleidingen duren vier jaar, maar er zijn beroepen waarvoor een langere opleiding noodzakelijk is. Toelating tot het wetenschappelijk onderwijs is mogelijk na het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs vormen samen het hoger onderwijs.

Wet op het voortgezet onderwijs
Ook wel 'Mammoetwet' genoemd. Wet uit 1968 waarmee de mulo, mms en hbs vervangen werden door de mavo-havo-vwo-structuur. Zie: voortgezet onderwijs.

Wet op het primair onderwijs
(WPO) Wet uit 1985 waarbij in totaal 17 000 kleuter- en lagere scholen fuseerden tot 8 500 nieuwe basisscholen, en het oude systeem met twee kleuterklassen en zes klassen van de lagere school werd vervangen door de acht groepen van de basisschool. Tevens werd de leerplichtige leeftijd vervroegd van zes naar vijf jaar. Daarnaast had de wet op het basisonderwijs nog veel andere doelstellingen zoals het verbeteren van de zorg voor leerlingen met achterstanden, de systematisering van het onderwijs via een schoolwerkplan, de systematisering van het curriculum door landelijke kerndoelen en eindtermen, enz.

Wet op het onderwijstoezicht
(WOT) Wet die stelt dat de kwaliteit van alle scholen door de onderwijsinspectie wordt doorgelicht. Er zijn verschillende manieren waarop de inspectie het toezicht afstemt op de kwaliteit en het eigen karakter van de school. De inspectie doet bijvoorbeeld aan bureauonderzoek, maakt gebruik van de zelfevaluatie van een school of gaat op schoolbezoek. Tijdens de bezoeken spreekt zij met directie, leerkrachten, leerlingen en ouders en bezoekt lessen. Het rapport dat hieruit voortvloeit is openbaar en kan worden geraadpleegd via www.onderwijsinspectie.nl.

Wet op het hoger beroepsonderwijs
(WHB) Wet uit 1986 die ervoor zorgde dat honderden kleine heao's, kweekscholen, verpleegopleidingen, lerarenopleidingen en sociale academies geconcentreerd werden tot grotere en meer autonome hogescholen.

Wet op Expertise Centra
(WEC) Per 1 augustus 1998 is een splitsing aangebracht in de scholen voor speciaal onderwijs. Lom- en mlk-scholen heten vanaf dat moment scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) en vallen samen met de gewone basisscholen onder de Wet op het Primair Onderwijs. De andere scholen voor speciaal onderwijs, zoals ZMLK, Mytyl-Tyltyl, LZ (Langdurig Zieken), ZMOK, Pedalogisch Instituut en scholen voor speciaal onderwijs aan kinderen met visuele, auditieve en communicatieve handicaps vallen vanaf dit moment onder de Wet op Expertise Centra.

Wet inschakeling werkzoekenden
(WIW) Wet die langdurig werklozen, uitkeringsgerechtigden en werkloze jongeren sneller aan een baan wil helpen.

Wet op de onderwijsverzorging
(WOV) Wet uit 1986 die schoolbegeleidingsdiensten, landelijke pedagogische centra (LCP), het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito) en de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) een uniforme wettelijke basis geeft.

Wet inburgering nieuwkomers
(Win) In de Wet inburgering nieuwkomers (Win) staat beschreven dat inburgering in de eerste fase neerkomt op de integratie van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. In de wet wordt bepaald dat nieuwkomers door een vlot en intensief programma zo snel mogelijk tot een vorm van zelfredzaamheid gebracht moeten worden. Sinds 1 januari 2007 is de Wet inburgering nieuwkomers vervangen door de Wet inburgering (Wi).

Wet Inburgering
(WI) Per 1 januari 2007 ging de nieuwe Wet Inburgering (Wi) van kracht in Nederland. De wet vervangt de oude Wet inburgering nieuwkomers (Win). In de Win werd bepaald dat enkel nieuwkomers een inspanningsverplichting verschuldigd waren om in te burgeren. In de nieuwe Wet inburgering moeten naast nieuwkomers ook oudkomers inburgeren. Concreet betekent dit dat beide moeten slagen voor het inburgeringsexamen. De Wet Inburgering kan nagelezen worden op overheid.nl.

Wet educatie en beroepsonderwijs
(WEB) Deze wet uit 1996 regelt de bundeling van verschillende vormen van beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) in 44 regionale opleidingen centra (roc), 18 agrarische opleidingen centra, 13 vakscholen (bijv. grafische lycea) en 8 overige. Naast het beroepsonderwijs vallen ook de volwassenen (basis)educatie, het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) en het cursorisch beroepsonderwijs (cbo) onder de wet.

wereldoriëntatie
Verzamelterm voor aardrijkskunde, geschiedenis en de koppeling van deze vakken aan de actualiteit.

werkstuk
Zie: profielwerkstuk.

Werkverband voor Taal- en Literatuuronderwijs
(WVT) Organisatie die het overleg stimuleerde tussen moedertaalleraren Nederlands en vreemdetaalleraren Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans, van secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs en privé-onderwijs. Via hun website kan de 'Werkmap voor Taal- en Literatuuronderwijs' geraadpleegd worden. Na 1997 verschenen er geen nieuwe bijdragen meer. Meer info: http://fuzzy.arts.kuleuven.ac.be-WvT.

wereldbeschouwing
Ideologische visie die aan de grondslag ligt van de oprichting van een bijzondere school. Confessioneel bijzondere scholen zijn rooms-katholieke, protestants-christelijke, joodse of islamitische scholen. Zij werken vanuit een godsdienst en wereldbeschouwing, en combineren dit met een bepaalde opvoedings- en onderwijsmethode. Algemeen bijzondere scholen gaan uit van de gelijkwaardigheid van levensbeschouwingen en combineren dit vaak met bepaalde opvoedings- en onderwijsmethoden zoals montessori, jenaplan en dalton. Er zijn ook vrije scholen, die een eigen mensvisie combineren met een opvoedingsmethode. Niet te verwarren met de Vlaamse term 'wereldoriëntatie'.

wegingscoëfficiënt
Cijfer dat wordt gehanteerd als basis om de subsidiëring van een school, studierichting, onderwijstype, enz. te berekenen. Op basis van deze coëfficiënt weet de school over hoeveel lestijden, ambten e.d. zij kan beschikken. Zie ook: gelijkekansenindicatoren.

Weer samen naar school
(WSNS) Samenwerkingsverband van scholen om het aantal kinderen dat naar de basisschool voor speciaal onderwijs verwezen wordt te beperken. WSNS moet er mee voor zorgen dat het gewone basisonderwijs leerlingen kan opvangen die leer- en opvoedingsproblemen hebben, of problemen in hun motorische of sociale ontwikkeling. Meestal wordt hierbij een ambulant begeleider ingezet: een leerkracht uit het speciaal onderwijs die het onderwijs aan de zorgleerlingen in de school komt ondersteunen.

wederkerend onderwijs
Wederkerend onderwijs kan beschouwd worden als een vorm van coöperatief leren in kleine groepen. Het doel is dat leerlingen strategieën toepassen die leiden tot beter leesbegrip. Hierbij staat vooral de discussie over de betekenis van de tekst centraal. Concreet leiden de leerkracht en de leerlingen om beurten een discussie over de inhoud van een tekst. Aanvankelijk neemt de leerkracht de rol van discussieleider op zich; later één van de leerlingen. Na het stil of samen lezen van de tekst voert de discussieleider een aantal leesstrategieën uit waarop de andere leerlingen reageren.

witte school
School waar verhoudingsgewijs heel weinig kinderen van allochtone afkomst op de schoolbanken zitten. Het omgekeerde noemt men een zwarte school.

zaakvak
Verzamelnaam voor schoolvakken zoals aardrijkskunde-geologie, geschiedenis, biologie, natuurkunde.

zaakvakonderwijs
Zie: zaakvak.

zeer moeilijk opvoedbare kinderen
(ZMOK) Zie: speciaal onderwijs.

zeer moeilijk lerende kinderen
(ZMLK) Vorm van speciaal onderwijs, afgestemd op de specifieke moeilijkheden die kinderen ondervinden bij het volgen van onderwijs.

zedenleer
Voluit: 'niet-confessionele zedenleer', ook wel 'moraal' genoemd. Schoolvak in het secundair onderwijs in Vlaanderen, voor leerlingen die geen godsdienstles volgen. Komt overeen met 'maatschappijleer' in Nederland. In Nederland wordt de term 'zedenleer' enkel gebruikt als synoniem voor moraal en ethiek in algemene zin (bvb.: 'de christelijke zedenleer').

zittenblijver
Leerling die een jaar overdoet.

zittijd
Synoniem voor examenperiode. Gemeenzaam ook wel afgekort tot 'zit', bv. 'Ze heeft dit jaar opnieuw tweede zit.'

zij-instromer
Kind dat niet vanaf de kleutergroepen onderwijs volgt, maar later is ingestroomd; Nieuwe leerkracht die vanuit andere sectoren (opnieuw) in het onderwijs stapt om er te gaan lesgeven. Zie ook: neveninstromer.

zorgbreedte
Zie: zorgverbreding.

zorgcoördinator
Door de Vlaamse overheid gecreëerde en gesubsidieerde functie op school. De zorgcoördinator, vaak een leerkracht, helpt leerkrachten om leerproblemen bij leerlingen op te sporen, stippelt trajecten uit om die leerlingen te begeleiden en is de schakel met het CLB. Voor die taak wordt hij, afhankelijk van het aantal leerlingen dat extra zorg behoeft, deeltijds of voltijds vrijgesteld. Zie ook: gelijke onderwijskansen.

zorgstructuur
Door de overheid gestimuleerde aanpak van scholen om de instroom van leerlingen naar het speciaal onderwijs te verminderen. Onderwijsinstellingen hebben een zorgstructuur ingericht, met een zorgteam, een coördinator en intern begeleiders.

zorgverbreding
Globale aanpak waarbij overheid, scholen en leerkrachten de leerkansen van alle leerlingen proberen te maximaliseren. Zij doen dit door rekening te houden met de specifieke eigenschappen van die leerlingen en vanuit een zo breed mogelijke kennis van de leefwereld en de sociale, economische en culturele condities waaronder de leerlingen opgroeien. Concreet uit zorgverbreding zich in het organiseren van leerlingvolgsystemen, het differentiëren van het leerproces, taalvaardigheidsonderwijs voor allochtone leerlingen, het bevorderen van de betrokkenheid van ouders bij het schoolse gebeuren, het nemen van maatregelen om ontwikkelings- en leerachterstand te voorkomen en te remediëren, door intercultureel en geïntegreerd onderwijs, enz. Scholen die zorgverbreding correct en effectief toepassen noemt ook wel 'zorgbrede scholen'. Zorgbreed is dan de mate waarin een school haar onderwijs, in aanpak en inhoud, organiseert zodat elke jongere de kans krijgt zich zo goed mogelijk, zonder moeilijkheden en evenwichtig te ontplooien.

zuilen
Instellingen, groepen of organisaties die met elkaar samenwerken op basis van een gedeelde levensbeschouwelijke grondslag. Men spreekt ook van onderwijszuilen of verzuiling van het onderwijs.

zwarte school
Een school waarvan de meerderheid van de leerlingen van allochtone afkomst is. In Vlaanderen noemt men dit ook wel concentratiescholen.

A-attest
Zie attest (A, B, C).

B-attest
Zie: attest (A, B, C).

C-attest
Zie: attest (A, B, C).

D-cursus
Verouderde benaming van Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid (GPB). De GPB-opleiding wordt nu specifieke lerarenopleiding (slo)link genoemd.