Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


culturele intelligentie
Gevoelig zijn voor culturele verschillen en het vermogen met deze verschillen om te kunnen gaan.

cultuurtypologie van Harrison
Harrison onderscheidt vier soorten organisatieculturen: (1) Machtscultuur: Deze cultuur wordt gekenmerkt door de grote waarde die de leiding hecht aan macht. Er is weinig bureaucratie. (2) Rolcultuur: Deze cultuur kent de hoogste waarde toe aan orde en regelmaat. Beheersing vindt plaats door procedures, regels, normen en functiebeschrijvingen. (3) Taakcultuur: Bij deze cultuur is de hoogste waarde dat het werk zo goed mogelijk wordt gedaan. Men is pragmatisch ingesteld, en men laat zich wat betreft de coördinatie leiden door de eisen die het werk stelt. Deskundigheid weegt zwaar en men werkt samen in teams als dat tenminste bijdraagt aan de kwaliteit en effectiviteit van het werk. (4) Persoonscultuur: In deze cultuur wordt de hoogste waarde toegekend aan het individuele belang en de individuele ontwikkeling. Er is vaak een minimum aan regels en voorschriften, hetgeen tot moeilijkheden in de coördinatie kan leiden.

cumulatieve frequentie
Het aantal exemplaren of keren dat een waargenomen grootheid kleiner dan of gelijk is aan een gegeven waarde.

cultuurcyclus van Handy
Het betreft een organisatiecultuur ontwikkelingsmodel dat door voormalig professor Charles B. Handy van de Graduate School of Business Studies werd opgesteld op basis van de cultuurtypologie van Harrison.

cumulatieve ontvangsten
Het bijhouden van een cumulatief aantal (doorlopend aantal) door het tellen van ontvangen onderdelen die in serie of in een volgorde van zendingen zijn ontvangen. De cumulatieve ontvangsten leveren een aantal op dat kan worden vergeleken met de cumulatieve aantallen van een plan dat is ontwikkeld door de cumulatieve MRP.

culture lag
Het blijven gebruiken van verouderde methoden om de doelen van de organisatie na te streven.

customer operations performance center
Het Customer Operations Performance Center (COPC) is in 1995 opgericht door onder andere American Express, Dell Computer Corp., Microsoft, Novell als Amerikaans alternatief voor de ISOcertificeringsprogramma's die onvoldoende aansloten op de customer contact sector. Ontwikkelt en stimuleert initiatieven op gebied van certificering voor customer contact organisaties.

customer value management
Het door een onderneming systematisch doorvoeren van maatregelen die er toe leiden dat de klant een hogere waarde toekent aan de producten/diensten van die organisatie in vergelijking tot producten/diensten van concurrerende aanbieders.

cultuurschok
Het gevoel van onbehagen, verwarring en onzekerheid dat personen soms ervaren als ze in aanraking komen met onbekende culturele waarden.

cumulatieve afschrijvingen
Het totaal aan afschrijvingen op een goed vanaf het moment van ingebruikname van het goed.

cumulative capacity
Het totaal aan beschikbare capaciteit van een bepaald middel dat in ogenschouw wordt genomen om te bezien of men een situatie aan kan. Bijvoorbeeld: zijn er genoeg hotels in de buurt om alle congresbezoekers te kunnen huisvesten; hebben we genoeg productiecapaciteit om deze order op tijd uit te kunnen voeren.

cumulatieve penetratiegraad
Het totaal aantal personen dat over meerdere perioden werd bereikt, uitgedrukt als percentage van de doelgroep.

cumulatief bereik
Het totaal aantal personen dat via een enkele reclame-uiting wordt bereikt.

cultuurverschillen
Het verschil in gedrag, overtuigingen, waarden en normen, gewoonten, gebruiken en dergelijke tussen personen van verschillende achtergrond.

culturele afstand
Het verschil tussen twee culturen op grond van karakteristieken als taal, godsdienst, economie, tradities, geografische ligging, e.d.

cubage
Het volume in kubieke meters dat beschikbaar is voor opslag- of transportdoeleinden.

current reality tree
In de Theorie of Constraints (TOC) een relatiediagram, waarin problemen (of ongewenste gevolgen van een bepaalde situatie) met elkaar in verband worden gebracht.

cultuurgedreven innovatiestrategie
Innovatiestrategie die is gebaseerd op de cultuur binnen een organisatie. Afhankelijk van de cultuur binnen de organisatie (vernieuwend/behoudend) worden vernieuwingen in producten of processen doorgevoerd of juist tegen gehouden

cum dividend
Letterlijk: `met dividend`. De aanduiding dat een aandeel noteert respectievelijk verhandeling kent inclusief het betaalbaar gestelde dividend op een bepaalde datum in de nabije toekomst.

customer service representative
Medewerker van de helpdesk, die klanten telefonisch te woord staat als zij een hulpvraag hebben.

cultuur
Normen, waarden, omgangsvormen en dergelijke zoals die zich manifesteren in een groep of organisatie..

cumulatief systeem
Planning- of besturingsmethodiek die gebruik maakt van cumulatieve MRP, cumulatieve behoeften en cumulatieve aantallen.

cultuurverschillen
Regels, gewoonten, normen en waarden, gedragingen, opvattingen enzovoort die typisch zijn voor een bepaalde cultuur, en die zich daardoor onderscheiden van hetgeen in andere culturen gangbaar is.

cubic space
Ruimte beschikbaar voor transport- of opslagdoelstellingen, uitgedrukt in kubieke meters.

curriculum vitae
Samenvatting van iemands levensloop meestal opgesteld om te gebruiken in een sollicitatieprocedure.

culturele school
Theoretische stroming met betrekking tot strategievorming, die er van uit gaat dat strategievorming een proces is dat gestuurd wordt door krachten die besloten liggen in de cultuur van de organisatie.

customer solution profit
Verdienmodel dat gericht is op maken van winst op basis van investeren in klantrelaties. Na verloop van tijd rendeert deze investering en is de relatie met de klant zodanig hecht en vertrouwd, dat acquireren a.h.w. vanzelf gaat. Dit verdienmodel wordt veelvuldig gevonden bij leveranciers van arbeidsintensieve diensten, zoals accountants, advocaten, softwarebouwers, e.d.

cube
Volume aan vracht of voorraad (lengte x hoogte x diepte).

customer value
Voor de leverancier: de waarde die wordt toegekend aan het feit dat een bepaalde relatie klant is. Voor de klant: de waarde die wordt toegekend aan het feit dat men klant is bij een bepaalde leverancier.

cyclische aandelen
Aandelen van bedrijven die gevoeliger zijn voor ontwikkelingen in de economische cyclus of conjunctuur dan defensieve aandelen. Voorbeelden van cyclische aandelen zijn onder andere chemieen staalfondsen.

cyclische bedrijfstakken
Bedrijfstakken die erg gevoelig zijn voor conjunctuurbewegingen.

cyclus
De achtereenvolgende stappen, via welke een proces bij herhaling wordt doorlopen.

cybernetische haalbaarheid
De mate waarin systemen middels terugkoppeling bestuurbaar zijn.

cyclusproductie
De productie waarbij verschillende producten in een vaste volgorde worden geproduceerd. Die volgorde wordt regelmatig herhaald.

cybernetica
De studie van het gebruik van informatie bij terugkoppeling.

cyclisch
Een cyclus of tijdskring vormend.

cypher
Een manier om een document zodanig te versleutelen dat alleen de ontvanger voor wie het bedoeld is (en die dus beschikt over de juiste ontleutelcode) het kan lezen.

cyclische planning
Een methode waarbij werkplekken in een partijgewijze productie van standaard-producten op een bepaalde wijze van werk worden voorzien. Men maakt hierbij een standaard-werkrooster dat op regelmatige tijdstippen als een dienstregeling wordt gebruikt om de belasting van de werkplek aan te sturen. Om de dienstregeling van een zekere mate van vrijheid te voorzien, teneinde de frequenties in de opdrachten en de bestellingen te kunnen variëren, worden alle onderdelen zó besteld dat ze in frequenties voorkomen die worden geselecteerd uit series van 2, 4, 8, 16, 32 en 64 partijen op jaarbasis.

cyclisch proces
Een proces waarbij bepaalde stappen meerdere malen worden doorlopen of telkens worden herhaald.

cyclic redundancy check
Een techniek om te controleren of bij datacommunicatie de gegevens wel allemaal correct overkomen. Daarbij wordt een uitkomst van een berekening verzonden. Bij de ontvanger wordt dezelfde berekening gemaakt. Vervolgens worden de uitkomsten met elkaar vergeleken.

cyclische inventarisatie
Een voorraadcontrolesysteem waarbij periodiek inventarisaties plaatsvinden met intervallen die per product of productsoort kunnen verschillen.

cyclomatische complexiteit
Het aantal onafhankelijke paden door een programma. De definitie van Cyclomatische complexiteit is: L – N + 2P, waarbij: L = aantal randen, verbindingen in een diagram N = aantal knooppunten in een diagram P = aantal ontkoppelde delen van het diagram (b.v. een aanroep naar een ander diagram, een deelprogramma) [Naar McCabe].

cyberverzuim
Het tijdens werktijd benutten van internet (browsen, e-mailen en dergelijke) voor persoonlijke doelstellingen.

cybernetisch terugkoppelingsmodel
In het model wordt output van een proces vergeleken met een vooraf bepaalde norm, waarna hierover feedback wordt gegeven, zodat het proces of de norm aangepast kan worden (correctieve actie).

cyclusvoorraad
Ook wel seriegroottevoorraad: voorraad die ontstaat als er bij de productie voor een seriegrootte wordt gekozen die groter is dan hetgeen men direct nodig heeft of af kan zetten.

cyclisch adverteren
Veel reclame maken bij opgaande economische trends en weinig bij neergaande ecnomische bewegingen.

cycle profit
Verdienmodel dat gericht is op maken van winst op basis van het inspelen op vraag-aanbodcycli.

cyclische vraag
Vraag naar producten of diensten die qua niveau verschilt op grond van cyclisch optredende factoren, zoals wisseling van seizoenen, conjuncturele patronen, e.d.

cyberfysieke systemen
Zelforganiserende productiesystemen die 'slim', efficiënt en flexibel produceren, waarbij alle elementen (fabrieken, machines en apparaten, transportmiddelen, onderdelen, halffabricaten, etc.) met elkaar communiceren.

cyclische tijd
Zich op regelmatige tijden herhalende verschijnselen.

data-analyse
(1) Evaluatie van de beschrijving en het voorgenomen gebruik van elk data-item in het software ontwerp om er zeker van te zijn dat elk item relevant is en de structuur van het programma en het gebruik ervan beantwoordt aan het doel en probleemloos kan verlopen. Data-structuren worden bekeken op ondermeer afhankelijkheid, deelbaarheid, zuiverheid, overzetbaarheid e.d. (2) Analyse van data-structuren en gebruik in programmeercode om zeker te zijn van een correct gebruik in het programma.

datamining
(1) Het genereren van nieuwe informatie door bewerkingen uit te voeren op bestaande informatie. (2) het gericht zoeken naar specifieke informatie in een grote hoeveelheid beschikbare gegevens.

data verzamelen
(1) Het handmatig of geautomatiseerd verzamelen van data. (2) Het verzamelen van gegevens over hoe een proces verloopt op basis van gedegen kennis van het betreffende proces.

daglichtfactor
Begrip dat gehanteerd wordt voor de beoordeling van de hoeveelheid daglicht op een werkplek.

dagmar
Dagmar is een acroniem dat staat voor: Defining Advertising Goals for Measuring Advertising Results, oftewel: wil je reclame-resultaten meten, dan moet je reclamedoelen stellen.

datacommunicatie
De elektronische overdracht van informatie.

datavisualisatie
De grafische weergave van abstracte gegevens.

data-integriteit
De mate waarin een verzameling van gegevens voldoet aan vereisten van juistheid en volledigheid.

datumwijziging
De wijziging van de datum van de laatste uitgifte van een product of de bij dat product behorende technische productdocumentatie.

data-triangulatie
Driehoeksmeting die wordt bereikt door het gebruik van verschillende databronnen, documenten en menselijke informanten. (Patton)

datum code
Een code op een etiket of verpakking waarop de productiedatum van het product vermeld staat.

databank
Een electronische verzameling gegevens, die op een bepaalde manier is georganiseerd, zodat de gegevens makkelijk kunnen worden opgezocht, gesorteerd, geanalyseerd en bewerkt.

dagorder
Een gelimiteerde order die uitsluitend gedurende de dag van opgave is uit te voeren. Niet uitgevoerde orders vervallen automatisch bij het sluiten van de handel.

dagboekpanel
Een groep respondenten die in het kader van een marktonderzoek gebruik maakt van de dagboekmethode.

daghandelaar
Een handelaar die gebruik probeert te maken van koersbewegingen gedurende de dag. Hij streeft ernaar aan het einde van de handelsdag geen openstaande posities meer te hebben.

days payable outstanding
Een indicatie van de termijn die een onderneming gebruikt om leveranciers te betalen, uitgedrukt in dagen en te berekenen vanaf de dag dat de goederen geleverd werden.

daggeldlening
Een lening die per dag kan worden opgezegd.

database management system
Een manier om het opslaan, verwerken, beheren en distribueren van gegevens op een systematische manier te laten verlopen.

datumplanningssysteem
Een MRP-systeem waarin alle tijdgebonden informatie wordt ontvangen, bewaard, bewerkt en weergegeven op specifieke momenten en niet op wekelijkse (of langere) periodes.

dagelijkse oplevering
Een ontwikkelactiviteit waarbij een compleet systeem elke dag (meestal gedurende de nacht) gecompileerd en gelinkt wordt, om op elk moment een consistent systeem beschikbaar te hebben waarin alle laatste wijzigingen zijn opgenomen.

dagvaarding
Een oproep om te verschijnen op een rechtszitting.

dashboard
Een overzichtelijke weergave (grafisch en/of numeriek)van de status van een beperkt aantal sleutel prestatie-indicatoren aan de hand waarvan men snel een beeld kan krijgen hoe het er voor staat met een project, portfolio, bedrijfsonderdeel, e.d.

datawarehouse
Een punt waar (kopieën van) de informatie uit verschillende bedrijfssystemen samenkomt en gestructureerd wordt opgeslagen ten behoeve van nadere analyse of onderzoek.

dagrapport
Een rapport waarin een medewerker bijhoudt welke werkzaamheden hij die dag heeft verricht.

datagerichte test
Een scenariotechniek die zowel invoer als verwachte uitvoer in een tabel of rekenblad opslaat, zodat één enkel controlescenario alle testen in de tabel kan uitvoeren. Een datagerichte test wordt vaak toegepast tijdens de testuitvoering met behulp van geautomatiseerd test-tool zoals opname- / afspeel-tool. [Fewster and Graham].

datadeclaratie
Een uitvoerbare programmaregel waarbij een waarde wordt toegekend aan een variabele.

data base
Een verzameling logisch ingedeelde informatie.

data mart
Een verzamelpunt van specifieke informatie binnen een bedrijfsonderdeel.

data perturbation
Een vorm van beveiliging van vertrouwelijke informatie in databases.

data
Feitenmateriaal dat gebruikt wordt om te redeneren, rekenen of te discussieren.

dagelijks logboek
Gebruikt om problemen/punten van zorg bij te houden die door de Project Manager informeel kunnen worden afgehandeld.

databasemarketing
Het aanleggen en onderhouden van een database van bestaande en potentiële klanten en hun koopgedrag en het ontwikkelen van marketingactiviteiten speciaal toegespitst op deze groepen.

days supply
Het aantal dagen dat de aanwezige voorraad toereikend is om te produceren/verkopen, ervan uitgaande dat er tussentijds niet aangevuld wordt.

datareductie
Het comprimeren van de data, door verandering aan te brengen in de vorm, expressie of kwantiteit zonder dat dit leidt tot aantasting van de betekenis van de dataset.

daggemiddelde
Het gemiddelde berekend uit dagelijkse cijfers.

data mirroring
Het maken van real-time back-ups van gegevensbestanden.

data-opschoning
Het nalopen van een bestaande gegevensverzameling op incomplete records, incorrecte informatie en doublures.

data logging
Het omzetten van elektrische pulsen van controleinstrumenten in digitale data.

data-extractie
Het ophalen van gegevens uit een databank

daggeldtarief
Het rentetarief waartegen professionele beleggers geld voor maximaal een dag kunnen wegzetten op een deposito.

data-integratie
Het samenbrengen van data uit meerdere bronnen en de verzameling als een geheel geschikt te maken voor gebruik.

databaseintegriteitstest
Het testen van de procedures en processen die gebruikt worden voor toegang tot en beheer van de data(base), om te waarborgen dat toegangsprocedures, processen en regels functioneren zoals verwacht, en om er voor te zorgen dat gedurende de toegang tot de database, gegevens tijdens het databasegebruik niet corrupt raken of onbedoeld verwijderd, aangepast of aangemaakt worden.

datering
Het van een datum voorzien.

data context
Het verband waaraan gegevens betekenis ontlenen.

data-encryptie
Het versleutelen van informatie, waardoor deze onbegrijpelijk wordt. Alleen ontvangers met de juiste sleutel kunnen de gecodeerde boodschap weer omzetten in begrijpelijke informatie.

datasmog
Hiervan is sprake wanneer er zoveel informatie beschikbaar is dat het een probleem wordt de relevante informatie te selecteren.

dataflow
Informatiestroom tussen de verschillende entiteiten van een systeem

dagboekmethode
Methode van marktonderzoek waarbij respondenten een dagboek bijhouden omtrent hun ervaringen.

dagboek
Register waarin in chronologische volgorde mutaties in de grootte en samenstelling van het vermogen worden bijgehouden.

dagelijkse goederen
Relatief goedkope, niet-duurzame consumptiegoederen, welke door de consument worden aangeschaft zonder daar veel tijd en aandacht aan te besteden.