Kennisconsult Managementwoordenboek

Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274

conflict
Een verschil van mening of een gevoel van onvrede met een bestaande situatie, waardoor de verhouding tussen twee of meer partijen niet optimaal is.

controverse
Een verschil van mening.

conceptversie
Een versie die nog niet definitief is en waaraan nog gewerkt en veranderd wordt.

compilatie
Een verzameling bestaand materiaal van diverse auteurs, die door de samensteller op een bijzondere manier is geordend, vormgegeven en toegankelijk gemaakt;

cognitieve vertekening
Een verzamelnaam voor allerlei gevallen waarin persoonlijke elementen, zoals redeneerfouten, persoonlijke opvattingen en sociale invloeden iemands oordeel beïnvloeden, waardoor het niet meer rationeel is.

corporate intelligence
Een verzamelterm voor allerlei soorten informatie en kennis van een organisatie rondom het vak, de branche, de markt, de concurrentie, en dergelijke.

contingent business interruption insurance
Een verzekering ter dekking van schades als gevolg van het stilvallen van de commerciele activiteiten van een bedrijf waarvan men voor de eigen bedrijfsvoering afhankelijk is, als gevolg van een buiten komende oorzaak, zoals stroomuitval, staking en dergelijke.

consumentenpanel
Een voor onderzoek geselecteerde groep consumenten van wie het aankoopgedrag gedurende langere tijd wordt gevolgd (b.v. via scansystemen in winkels, waarmee hun aankopen worden geregistreerd).

competitive negotiation
Een vorm van aanbesteding, waarbij alleen een aantal geselecteerde aanbieders een offerte mogen uitbrengen.

constructive dismissal
Een vorm van gedwongen ontslag, waarbij door beide partijen de indruk wordt gewekt dat de werknemer uit vrije wil ontslag neemt.

computer-assisted instruction
Een vorm van geprogrammeerd leren, waarbij de computer wordt ingezet als leermiddel.

co-managed inventory
Een vorm van gezamenlijk voorraadbeheer, waarbij de fabrikant zorgt voor de aanvulling van de standaard voorraad en de detaillist zorgt voor de aanvulling van actie-artikelen.

computergebaseerd praktijkleren
Een vorm van leren, waarbij de computer wordt ingezet als instructiemiddel.

consumentenonderzoek
Een vorm van marktonderzoek speciaal gericht op het verzamelen van consumentengegevens.

computer-assisted self-interviewing
Een vorm van ondervragen waarbij de respondent de vragen leest op een computerscherm om de antwoorden vervolgens zelf in te toetsen

continuous flow
Een vorm van produceren waarbij de producten in een bepaald onafgebroken tempo de productielijn doorlopen en daarbij alle noodzakelijke bewerkingen ondergaan.

continuous flow manufacturing
Een vorm van produceren waarbij de producten in een bepaald onafgebroken tempo de productielijn doorlopen en daarbij alle noodzakelijke bewerkingen ondergaan.

competitive advertising
Een vorm van reclame die bedoeld is om de vraag naar een bepaald merk te beinvloeden.

computerangst
Een vorm van technologie-angst, in dit geval: ongefundeerde schrik van computers en wat daar mee samenhangt.

continuity program
Een vorm van verkoop waarbij men probeert een relatie met een klant tot stand te brengen waarin deze gedurende een bepaalde tijd kleine aankopen doet. Het programma begint vaak doordat de verkopende partij iets weggeeft, waardoor de klant een tijdje wordt 'gebonden'. Voorbeelden: boekenclubs, losbladige kookboeken (waarbij je de verzamelband cadeau krijgt).

coworking
Een vorm van zelfstandig werken in een gemeenschappelijke omgeving met anderen. De kracht van coworking zit hem in de diversiteit van de werkenden en de synergie die er vanuit gaat.

controlevraag
Een vraag waarmee je iets kunt nagaan, b.v. of je iets goed hebt uitgelegd, of je voldoende antwoord hebt gegeven op een vraag, e.d.

comparison site
Een website waarop mensen producten, prijzen en leveranciers met elkaar kunnen vergelijken.

computer terminal
Een werkstation dat fysiek of draadloos verbonden is met een computer.

compulsory copyright license
Een wettelijk geregelde bevoegdheid om onder bepaalde omstandigheden en tegen betaling van een vergoeding gebruik te maken van het auteursrecht van een ander.

compulsory license
Een wettelijk geregelde bevoegdheid om onder bepaalde omstandigheden en tegen betaling van een vergoeding gebruik te maken van octrooi- en/of auteursrechten van een ander.

competency-based pay
Een wijze van belonen waarbij ook rekening wordt gehouden met het competentieniveau van de medewerkers.

continue bevoorrading
Een wijze van bevoorraden, waarbij de leverancier verkoopgegevens van de afnemer (meestal een detaillist) gebruikt om aan de hand daarvan automatisch te bepalen wanneer en wat er geleverd moet worden. In dit systeem is de verkoper er verantwoordelijk voor dat er altijd voldoende voorraad aanwezig is bij de afnemer. Wordt ook wel voortdurende bevoorrading genoemd.

contingency pricing
Een wijze van prijsstelling waarbij na afloop van de verleende dienst de prijs wordt opgemaakt.

consumptieve eenheid
Eenheid in het economisch verkeer die een bepaald goed of een bepaalde dienst gebruikt.

consumer life cycle effects
Effecten op het consumentengedrag op basis van de levensfase waarin de consument zich bevindt.

coupure
Effecten zoals aandelen en obligaties zijn uitgeefbaar in verschillende coupures met elk een andere nominale waarde. De nominale waarde van coupures kan variëren van enkele centen tot vele duizenden euro's. Kleinere coupures kunnen beter verhandelbaar zijn.

core knowledge
Essentiele vakkennis die nodig is om in een beroep of branche te kunnen functioneren.

cost based supplier performance evaluation
Evaluatiemodellen om de actuele kosten van toeleveranciers mee te beoordelen.

computational experimentation
Experimenten die worden uitgevoerd door middel van computersimulaties.

contingentiefactoren
Factoren die bepalend zijn voor de inrichting van een organisatie. De belangrijkste zijn: bedrijfsdoelstelling, omgeving, technologie.

complementariteiten
Factoren die elkaars werking/functioneren versterken.

competitive advantage factors
Factoren waaraan een organisatie haar concurrentievoordeel kan ontlenen. Dat zijn bijvoorbeeld: (1) efficiënt zijn; (2) uniek zijn; (3) beschikken over winstaanjagers, zoals goed ontwikkelde netwerken; (4) in staat zijn om te leveren.

contingentiemodel van Fiedler
Fred Edward Fiedler (1922) was als organisatiepsycholoog verbonden aan de University of Washington. Hij hield zich met name bezig met leiderschap. Hij werd onder meer bekend vanwege de door hem ontwikkelde contingentietheorie van leiderschap. De theorie gaat er van uit dat effectieve groepsprestaties afhangen van de afstemming van de stijl van leidinggeven en de mate waarin de leider in de gegeven situatie ruimte heeft/krijgt om leiding te geven.

controlefunctie
Functie binnen de organisatie belast is met het houden van toezicht op een correcte werking van beleid, systemen, processen en procedures.

controller
Functionaris die verantwoordelijk is voor een correcte gang van zaken met betrekking tot de financien van een organisatie.

concerngarantie
Garantie van de moederorganisatie, die instaat voor de kredietwaardigheid van dochterondernemingen.

coderingsschema
Gecontroleerde lijst van alle toegelaten waarden in natuurlijke taal en/of als een tekenreeks met syntaxcodes, die is ontworpen voor machinale verwerking.

cognitief gedrag
Gedrag dat is gebaseerd op oordelen en redeneren.

constructief gedrag
Gedrag dat opnouwend is, dat motiveert, stimuleert en gericht is het bereiken van toegevoegde waarde.

co-opwekking
Gelijktijdige (Co) opwekking (generatie) van elektriciteit én nuttige warmte.

conversatie
Gesprek, bespreking.

costless collar
Geval waarbij met de opbrengst van de verkoop van een short call optie een long put optie kan worden gefinancierd.

consumptiepatroon
Gewoontegedrag van consumenten terzake van aanschaf en gebruik van goederen en diensten.

combinatiereclame
Gezamenlijk reclame van partijen die niet dezelfde producten voeren, maar wel een gemeenschappelijk belang hebben, bijvoorbeeld een reclamekrant van een winkeliersvereniging.

complementaire goederen
Goederen die elkaar aanvullen, zoals printers en toner, auto's en benzine, enz.

collo
Goederen verpakt tot een fysieke eenheid, bijv. armatuur voor 2 halogeenspotjes, twee lampjes, kroonsteentje, bevestigingsbeugeltje voor plafond, plastic zakje met twee plugjes en twee schoeven, montageinstructie, alles samen in een doos

consumenten prijsindex
Graadmeter voor inflatie. In de index, die elke maand wordt gepubliceerd, worden prijzen van consumentengoederen en -diensten opgenomen.

concentratiecurve
Grafiek waarin de samenhang tussen klanten(-groepen) en de omzet waarvoor zij zorgen is afgebeeld.

communications-related antecedent factor
Groepsdenken is een manier van denken waarbij de behoefte aan eensgezindheid binnen de groep helder denken en zakelijk afwegen van belangen gaat overheersen. De factoren die groepsdenken bevorderen noemt men 'antecedent factors'. Ze kunnen liggen op uiteenlopend vlak, zoals de samenhang in de groep of situationele context of in de persoon van de deelnemer.

codicil
Handgeschreven verklaring van een erflater, waarin hij aangeeft wat er met bepaalde persoonlijke zaken na zijn dood moet gebeuren.

compressie
Hercoderen van digitale data waardoor ze sneller kunnen worden getransporteerd of minder opslagruimte vragen.

competentieontwikkeling
Het (verder) ontwikkelen van het dynamisch vermogen van een persoon om zijn kennis, vaardigheden, houding en persoonlijkheid te gebruiken op een manier die effectief is in steeds veranderende situaties.

confrontatiefrequentie
Het aantal keren dat een persoon in een bepaalde periode met een reclameboodschap is geconfronteerd.

corporate spin-off
Het afsplitsen van een bedrijfsonderdeel tot een zelfstandig bedrijf

content analyse
Het analyseren van een tekst op thema's, trends, trefwoorden en dergelijke met het oogmerk de inhoud zo goed mogelijk vindbaar te maken in een zoekstructuur.

conflictbemiddeling
Het begeleiden van partijen bij het oplossen van een conflict buiten de rechter om.

configuratiebeheer
Het beheer dat gedurende de gehele levensloop van een product of proces plaatsvindt om zeker te stellen dat het blijft voldoen aan de gewenste specificaties.

course management
Het beheren van (online) leerprocessen en leer- en communicatiemiddelen.

collegiale raadpleging
Het beleggen van een bijeenkomst of workshop door een persoon of team binnen de organisatie om kennis en ervaring af te tappen, bijvoorbeeld voordat begonnen wordt aan een project of een opdracht.

commercieel beleid
Het beleid dat is opgesteld om doelstellingen van zakelijke aard te bereiken.

cold calling
Het benaderen van mensen met verkoopactiviteiten zonder dat men daarvoor ooit contact gehad heeft met de persoon of organisatie in kwestie.

coöptatie
Het benoemen van iemand in een positie niet door verkiezing maar door aanwijzing.

configureren
Het bepalen of opstellen van een configuratie.

competitive pricing
Het bepalen van de prijs van een product of dienst, gebaseerd op de door concurrenten gehanteerde prijzen.

concurrentiegeorienteerde prijszetting
Het bepalen van de verkoopprijs door de prijzen die concurrenten hanteren als uitgangspunt te nemen.

competitieve pariteit
Het bepalen van het reclamebudget op het huidig niveau van aanwezigheid in de media.

cost roll
Het berekenen van de kosten voor het maken van een product door de kosten van de afzonderlijke componenten (materiaalkosten, arbeidskosten, indirecte kosten) samen te tellen.

consensual validation
Het bespreken van een bepaald onderwerp met anderen om na te gaan of de eigen denkbeelden en opvattingen wel realistisch zijn.

co-creatie
Het betrekken van klanten bij de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten.

cognitief proces
Het cognitief proces heeft te maken met het denkvermogen van de mens. Het is het proces waarbij alles wat wordt waargenomen omgezet wordt in informatie.

cognitivisme
Het cognitivisme is in de psychologie de reactie op het behaviorisme en legt de nadruk veel meer op wat aan het gedrag van mensen ten grondslag ligt: de interne processen en determinanten van gedrag, de cognitie, dus al die psychische processen die te maken hebben met zaken als begrip, kennis, herinneringen en geheugen, probleemoplossen en informatieverwerking (Swanborn, 1991; Wikipedia, 2008).

competentieframework
Het competentie-framework schept een compleet beeld van de activiteiten waaraan, vanuit een integraal perspectief (horizontale en verticale afstemming), aandacht aan moet worden besteed. Bovendien maakt het competentie-framework inzichtelijk welke relaties de onderlinge activiteiten hebben.

concurrentiebeleid
Het Concurrentiebeleid is een economische term van toepassing op het bedrijfsleven. Het omvat staatkundige regelgeving en ingrepen op het gebied v an economische mededinging, met als doel, alle vormen van concurrentiebeperkingen op te heffen, die de welvaart van de gemeenschap verminderen.

concurrerende waarden raamwerk van Cameron & Quinn
Het Concurrerende Waarden Raamwerk van Kim Cameron en Robert Quinn is een model waarmee de kenmerken van een organisatiecultuur en organisatiecultuurveranderingen kunnen worden beschreven. Het model bestaat uit een raster dat gevormd wordt door twee paren tegenover elkaar staande (en dus met elkaar concurrerende) waarden, te weten: stabiliteit vs flexibiliteit; interne gerichtheid vs externe gerichtheid. Aan de hand van de score van een organisatie op de vier waarden kan de cultuur van de organisatie worden getypeerd als: - familiecultuur; - verandergerichte cultuur; - beheersgerichte cultuur; - prestatiegerichte cultuur.

configuration item verification
Het controleren of een productcomponent voldoet aan de ontwerpspecificaties.

couponblad
Het deel van een effect waarop zich een aantal coupons bevindt. Het couponblad heet ook wel dividendblad (bij aandelen) of rentebewijs (bij obligaties).

competitor intelligence
Het doen van onderzoek naar de bedrijfsactiviteiten van concurrenten.

concurreren
Het door meerdere aanbieders van goederen en/of diensten in een markt onafhankelijk en ten koste van elkaar streven naar de realisatie van zakelijke doelstellingen.

cognitive structure analysis
Het door middel van analsye in kaart brengen van de inhoud en de structuur van de kennis van een expert.

codificatie
Het expliciet maken van impliciete kennis door ze in een zodanige vorm te gieten (meestal op schrift) dat ze onafhankelijk van de oorspronkelijk kennisdrager is over te dragen.

codificatie van kennis
Het expliciet maken van impliciete kennis door ze in een zodanige vorm te gieten (meestal op schrift) dat ze onafhankelijk van de oorspronkelijk kennisdrager is over te dragen.

co-lokatie
Het fysiek bij elkaar brengen van projectpersoneel op een plaats (gebouw of standplaats) om samenwerking, overleg en besluitvorming te bevorderen.

computerondersteund produceren
Het gebruik van computertechnieken bij de productie.

computerondersteunde proces planning
Het gebruik van computertechnieken bij het plannen van (productie-) processen.

covered position
Het gebruik van opties, terwijl de onderliggende waarden al in bezit zijn.

continue procesbesturing
Het gebruik van sensoren om een proces te bewaken en het automatisch aanbrengen van wijzigingen in de bewerkingen door het inbouwen van geschikte terugkoppelingssystemen.

cognitieve component van de houding
Het gedeelte van de houding dat is gebaseerd op de meningen, ideeën, kennis en informatie die een persoon heeft.

competentiebehoefte
Het geheel aan competenties waarover een organisatie moet kunnen beschikken om haar organisatiedoelen te kunnen bereiken.

cognitieve kaart
Het geheel aan ervaring, denkbeelden, informatie en ideeën dat een persoon gebruikt om zijn weg te vinden in zijn omgeving.

compensatie
Het geheel of gedeeltelijk vergoeden van ondervonden of nog te ondervinden nadeel.

communicatiesysteem
Het geheel van voorzieningen dat informatieoverdracht mogelijk maakt.

conservering
Het geheel van voorzieningen en maatregelen om goederen in goede staat te krijgen en te houden.

consumentenvoorlichting
Het geven van objectieve voorlichting aan consumenten zodat zij op basis van correcte informatie hun keuzes kunnen maken.

co-branding
Het gezamenlijk naar buiten optreden van merken met de bedoeling de merken wederzijds te versterken, b.v. Philips en Douwe Egberts promoten samen Senseo, Wasmachinefabrikanten bevelen het gebruik van Calgon aan