Orthodontistenpraktijk Almelo
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch > Orthodontistie
Datum & Land: 29/08/2022, NL
Woorden: 1808
NVM-mondhygiënisten
Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten, de beroepsorganisatie voor mondhygiënisten in Nederland.
NVOS
Nederlandse Vereniging voor Orthodontische Studie, een vereniging die congressen op het gebied van de orthodontie organiseert.
NVSCA
Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen, landelijke wetenschappelijke vereniging voor de behandeling van patiënten met schisis en aanverwante afwijkingen in teamverband.
NVTS
Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde, landelijke wetenschappelijke vereniging voor de tandheelkundige behandeling van patiënten met slaapstoornissen zoals snurken en obstructieve slaapapneu (OSA).
NVvO
Nederlandse Vereniging van Orthodontisten (NVvO), de in 1953 opgerichte landelijke wetenschappelijke beroepsvereniging van orthodontisten. Oorspronkelijk heette de vereniging Nederlandse Vereniging van Orthodontisten ‘DMO’ (DMO). Vanaf 2007 luidde de naam Vereniging van Orthodontisten (VvO). In 2015 is de naam van de specialistenvereniging in NVvO gewijzigd.
NWVT
Nederlandse Wetenschappelijk Vereniging van Tandartsen. In 1904 opgericht als NVT.
NZa
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is een zelfstandig bestuursorgaan dat tarieven, prestaties, budgetten en regels voor de gezondheidszorg vaststelt.
Obesitas
Overgewicht. Deze wordt met de body mass index (BMI) omschreven. De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht in kilo’s te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Mensen met een BMI hoger dan 30 kg/m2 worden als obees beschouwd.
Obstructie
Afsluiting.
Obstructief Slaap Apneu Syndroom, Obstructieve Slaapapneu
Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS) of Obstructieve Slaap Apneu (OSA), een beperkte doorgankelijkheid van de bovenste luchtweg tijdens de slaap die wordt gekenmerkt door snurkgeluiden en tijdelijke adempauzes. OSAS kan tot een scala aan gezondheidsproblemen leiden, zoals ernstige vermoeidheid, hart- en vaatziekten en hoge bloeddruk. Voor de behandeling van OSAS worden tegenwoordig vaak beugels gebruikt (mandibulaire repositie-apparaten ofwel MRA’s).
Obstructieve mondademhaling
Door de mond adem halen als gevolg van een beperkte of afgesloten doorgankelijkheid van de bovenste luchtweg.
Occipital pull headgear
Buitenbeugel met petje op het hoofd. Wordt ook wel pariëtale of high-pull headgear genoemd.
Occludator
Apparaat waarmee gebitsmodellen ten opzichte van elkaar kunnen worden gefixeerd in de positie waarin de constructiebeet is gemaakt.
Occlusaal
Aan de occlusiezijde ofwel kauwvlakzijde.
Occlusale opbeet röntgenfoto
Röntgenfoto van (een deel van) het gehemelte en de boventandboog.
Occlusale röntgenfoto
Tandfilm van de bovenkaak om de positie van een bovenhoektand in de bovenkaak vast te stellen.
Occlusale steun
Metalen draadje van een uitneembare beugel dat op een kies ligt.
Occlusie
Wijze waarop onder- en bovengebitselementen bij dichtbijten tegen elkaar aan komen. Wordt ook statische occlusie genoemd.
Occlusale vlak, occlusievlak
Kauwvlak. Op een gebitsmodel is dit het vlak dat de knobbels van de bovenmolaren en bovenpremolaren met elkaar verbindt. Op een röntgenschedelprofielfoto is dit de verbindingslijn tussen het midden van de verticale overbeet van de centrale incisieven en knobbels van de eerste grote kiezen.
Odontoblast
Cel die predentine vormt.
Odontoom
Boventallige onderontwikkelde tandachtige structuur.
Offset
Een in het horizontale vlak gebogen knik in een boog bij een vastzittende beugel. Andere benamingen zijn: first-order bend, in-out bend en bayonet bend.
Oligodontie
Het niet aangelegd van diverse gebitselementen.
OMFT
OMFT staat voor oro-myofunctionele therapie. Deze therapie bestaat uit oefeningen die gericht zijn op verbetering van afwijkende mondgewoonten en mondspierfunties.
Omgekeerde headgear
Buitenbeugel die op het gezicht afsteunt. De beugel wordt ook wel Delaire, face mask, protractie facemask of reverse-headgear genoemd.
Omgekeerde sagittale overbeet, omgekeerde overbeet
Situatie waarbij de ondertanden voor de boventanden dichtbijten.
Omloop assistent
Assistent die zorgt voor de verplaatsing van tandheelkundige instrumenten tussen behandelkamer(s) en sterilisatieruimte.
Onderlipinterpositie
Onderlip bevindt zich in rust tussen de onder- boventanden. Wordt ook wel lipinterpositie genoemd.
ONT
Organisatie van Nederlandse Tandprothetici.
Ontkalking
Beginstadium van een gaatje (cariës) in een gebitselement.
Onzichtbare beugel
Dun, doorzichtig plastic hoesje waarmee het gebit rechter kan worden gemaakt. Het hoesje is uitneembaar en past op het boven- en/of ondergebit. Het is vrijwel niet te zien. Bij de behandeling wordt een serie hoesjes gebruikt, die allemaal net een klein beetje van elkaar verschillen. Door een hoesje tijdens de behandeling telkens te vervangen door een nieuwe wordt het gebit geleidelijk steeds rechter gezet. Een onzichtbare beugel wordt ook wel aligner of clear aligner genoemd.
Oordoppen
Met behulp van de twee oordoppen van de hoofdhouder (röntgencefalostaat) en de orbitastaaf, een staaf die naar de onderrand van het de linker oogkas (orbitale) wijst, kan het hoofd in de Frankfurter Horizontale worden gefixeerd.
Opbeet
Beugel(gedeelte) waarop de ondertanden dichtbijten.
Opbeetplaat
Uitneembare beugel met aan de voorzijde een kunstharsgedeelte waarop de ondertanden dichtbijten.
Open activator
Activator die aan de voorzijde helemaal open is. Het oorspronkelijke idee voor het ontwerp is afkomstig van de Duitse orthodontist Georg Klammt (1907-2003), die de beugel in 1960 introduceerde.
Open beet
Verticale afstand tussen onder- en bovengebitselementen bij dichtbijten.
Open coil
Klein veertje om bij een vaste beugel tanden en kiezen van elkaar af te duwen. Wordt ook wel push coil spring genoemd.
Open-mondgedrag
De situatie waarbij de mond uit gewoonte wordt open gehouden zonder dat er door de mond wordt adem gehaald.
Open-mondhouding
Het in rust open houden van de mond.
Open schroef
Schroef in een beugel die kan worden dichtgedraaid voor het versmallen van gebit en kaak.
Opleider
Degene die verantwoordelijk is voor de opleiding tot specialist.
Opleidingsinstelling
Instelling waar een opleiding tot specialist kan worden gevolgd.
Oprichten
Tandbeweging waarbij het gebitselement evenwijdig aan de kaakwal wordt gekipt.
Opstijgende tak
Het achterste opstijgende gedeelte van de onderkaak. Wordt ook wel ramus mandibulae genoemd.
Oral screen
Kunststof scherm die los in de mondholte aan de binnenzijde van de wangen en lippen ligt. Het hulpmiddel is bedoeld om mondademhaling en afwijkende zuiggewoonten bij kinderen tegen te gaan. Een andere namen voor oral screen zijn vestibulair apparaat of vestibulaire plaat.
Orbita
Oogkas.
Orbitaalstaaf
Staafvormig onderdeel van de hoofdhouder (röntgencefalostaat) die naar de onderrand van het de linker oogkas (orbitale) wijst. Met behulp van dit staafje en twee oordoppen kan het hoofd in de Frankfurter Horizontale worden gefixeerd.
Orbitale
(Or) Cefalometrisch referentiepunt dat het onderste punt van de onderrand van de linker oogkas aangeeft.
Orbitavlak
Vlak loodrecht op de Frankfurter Horizontale en het mediaanvlak.
Orofaciaal fysiotherapeut
Fysiotherapeut die een speciale opleiding op het gebied van orofaciale fysiotherapie heeft gevolgd. Deze is er op gericht om klachten met betrekking tot het kaakgewricht, kauwspieren en andere spieren en functiestoornissen in het hoofd-, halsgebied door middel van oefentherapie te verminderen. De zorgverlener wordt ook kaakfysiotherapeut genoemd.
Orofarynx
Mond-keelholte.
Oro-myofunctionele therapie
(OMFT) Oefentherapie die gericht is op verbetering van afwijkende mondgewoonten en mondspierfunties. Wordt ook myofunctionele apparatuur genoemd.
Orthodontics & Craniofacial Research
(Orthod Craniofac Res) Internationaal wetenschappelijk orthodontisch tijdschrift.
Orthodontie
Deelvakgebied van de tandheelkunde dat zich bezig houdt met het verbeteren van de stand van gebitselementen en kaken door middel van beugels. Wordt ook wel dentomaxillaire orthopedie (afgekort DMO) genoemd. De term orthodontie (Eng.: orthodontics) is uit het oud-Grieks afgeleid van het voorvoegsel ortho (recht) en het zelfstandig naamwoord odon (tand; 2e naamval odontos). Het woord orthodontics komt vanaf 1905 in de tandheelkundige literatuur voor. Voor die tijd (vanaf 1840) werd in plaats hiervan de op basis van het Latijn aangepaste term orthodontia gebruikt.
Orthodontie-assistent, orthodontist-assistent
Iemand die ondersteuning biedt aan de orthodontist bij de voorbereiding, uitvoering en afronding van behandelingen. De orthodontie-assistent voert bepaalde onderdelen van orthodontische behandelingen uit.
Orthodontisch-chirurgische behandeling
Behandeling waarbij de stand van het gebit met een beugel wordt veranderd en (een deel of delen van) de kaak of kaken chirurgisch wordt verplaatst. Wordt ook gecombineerde orthodontisch-chirurgische behandeling genoemd.
Orthodontische boog
Metalen draad die in de slotjes en buizen van een vastzittende beugel wordt bevestigd. Wordt ook wel boog genoemd.
Orthodontische diagnose
Beschrijving van de stand van het gebit en de kaken en andere in dit verband relevante bevindingen.
Orthodontische tandenborstel
Tandenborstel waarbij het middelste gedeelte van de haren van de borstelkop korter zijn. Hierdoor sluiten de haren van de borstelkop tijdens het poetsen op de brackets van vastzittende apparatuur aan.
Orthodontisch implantaat
Klein metalen schroefje dat tijdelijk in de kaak wordt bevestigd en waaraan krachten kunnen worden ontleend voor het orthodontisch verplaatsen van gebitselementen en kaken. Andere termen hiervoor zijn: micro-implantaat, microschroef en mini-implantaat.
Orthodontisch laboratorium
Tandtechnisch laboratorium gespecialiseerd in het maken van gebitsmodellen en beugels.
Orthodontisch technicus
Tandtechnicus gespecialiseerd in het maken van gebitsmodellen en beugels.
Orthodontist
Tandarts die een 4-jarige fulltime specialistenopleiding aan de universiteit of het academisch ziekenhuis heeft afgerond en in het BIG-register als orthodontist staat ingeschreven. Om in dit register ingeschreven te blijven moet een orthodontist zich iedere 5 jaar herregisteren (herregistratie).
Orthofosforzuur
Zuur dat als etsmiddel kan worden gebruikt. Vaak in een percentage van 38%. Wordt ook fosforzuur of triwaterstoffosfaat genoemd.
Orthognaat
Van opzij gezien wijkt de stand van de kaken in voor-achterwaarste zin niet ten opzichte van de voorste schedelbasis af.
Orthognathische chirurgie
Kaakchirurgische operatie (kaakosteotomie) om de stand van de kaken te verbeteren.
Orthopantomogram
(OPG, OPT) Overzichtsröntgenfoto van het gebit en de kaken. Wordt ook wel panoramische röntgenfoto genoemd.
Orthotropie, orthotropics
Een in 1966 door de Engelse hoogleraar John Mew ontwikkelde groeitheorie en hierop gebaseerde behandelmethode. Volgens de theorie worden malocclusies veroorzaakt door de hedendaagse levensstijl van de mens. Hierbij zijn de kauwspieren door zacht voedsel verslapt, is de neus door allergieën als gevolg van het binnenshuis leven vaker verstopt en ontstaat er bij jonge kinderen dikwijls een afwijkende tonghouding door een gebrek aan borstvoeding. Hierdoor zouden de kaken en het gebit tijdens de groeiperiode vervormd worden. De behandelmethodes bestaan uit verbreding van het gehemelte, dieet verandering en tongoefeningen. De behandelingsfilosofie lijkt veel op die van myofunctionele orthodontie. De term orthotropie is afgeleid van de oud-Griekse woorden orthos (recht) en tropos (groei). Een bepaald type doe-het-zelf houdingstraining van de mond is naar John Mew vernoemd en staat bekend als mewing.
Os zygomaticum
Jukbeen. Wordt ook wel zygoma genoemd.
Os
Mond en bot.
OSA(S)
Obstructief Slaap Apneu Syndroom of Obstructieve Slaap Apneu, een beperkte doorgankelijkheid van de bovenste luchtweg tijdens de slaap die wordt gekenmerkt door snurkgeluiden en tijdelijke adempauzes. OSAS kan tot een scala aan gezondheidsproblemen leiden, zoals ernstige vermoeidheid, hart- en vaatziekten en hoge bloeddruk. Voor de behandeling van OSAS worden tegenwoordig vaak beugels gebruikt (mandibulaire repositie-apparaten ofwel MRA’s).
Os ethmoidale
Zeefbeen.
Os frontale
Voorhoofdsbeen.
Os hyoideum
Tongbeen. Wordt vaak hyoïd genoemd.
Os incisivum, os intermaxillare
Embryonaal botstukje aan de voorzijde tussen de beide helften van de bovenkaak. In het botje zitten de kiemen van de bovensnijtanden. Bij de mens groeit het tijdens de embryogenese aan de beide bovenkaakdelen vast. Bij een dubbelzijdige schisis (hazenlip) vindt deze versmelting echter niet plaats en steekt het vaak als afzonderlijk botje naar voren uit. Het botje wordt ook wel premaxilla genoemd.
Os lacrimale
Traanbeen.
Os nasale
Neusbeen.
Os occipitale
Achterhoofdsbeen.
Os palatinum
Gehemeltebeen.
Os parietale
Wandbeen.
Os sphenoidale
Wiggebeen.
Os temporale
Slaapbeen.
Osteoblasten
Botaanmakende cellen.
Osteoclasten
Botafbrekende cellen.
Osteodistractie
Procedure waarbij een kaak na het chirurgisch doorzagen van de buitenste botlaag met in het bot bevestigde schroeven en een uitdraaimechanisme wordt verlengd. Wordt ook wel distractie of distractie-osteogenese genoemd.
Osteogeen
Botvormend.
Osteoïd
Eiwitmengsel dat door botaanmakende cellen (osteoblasten) wordt uitgescheiden. Het mengsel wordt na mineralisatie botweefsel.
Osteonecrose
Afsterven van botweefsel.
Osteosynthese
Verbinding tussen kaakgedeelten bij osteotomie met metalen schroeven of draden.
Osteotomie
Chirurgische operatie waarbij (een deel van) een kaak wordt verplaatst.
Otitis
Oorontsteking.
Ouderentandarts
Tandarts met een speciale opleiding (differentiatie) die gericht is op de diagnostiek en behandeling van ouderen. De zorgverlener wordt ook wel tandarts-geriatrie genoemd.
Overbeet
Voor-achterwaartse afstand tussen onder- en bovensnijtanden bij dichtbijten. Wordt ook wel sagittale overbeet (SOB), horizontale overbeet (HOB) of overjet genoemd.
Overbite
Verticale overlap van onder- en bovensnijtanden bij dichtbijten. Wordt ook wel verticale overbeet genoemd.
Overcorrectie
Behandeling waarbij een bepaald afwijkend kenmerk van een maloccusie wordt overgecorrigeerd, omdat het resultaat van de orthodontisch verkregen correctie na afloop de neiging heeft gedeeltelijk of volledig terug te lopen (recidief).
Over-eruptie
Het te ver uitgroeien van een gebitselement.
Overjet
Voor-achterwaartse afstand tussen onder- en bovensnijtanden bij dichtbijten. Wordt ook wel overbeet, sagittale overbeet (SOB) of horizontale overbeet (HOB) genoemd.
Overkapping
Kunstharsgedeelte dat gebitselementen omvat.
Ovoid
Eivormig. Een Engelse term die in de orthodontie vaak wordt gebruikt voor het beschrijven van de vorm van tandbogen en de metalen bogen voor een vastzittende beugel.
Palatal bar, palatinale boog
Vastzittende metalen draad, ook wel transpalatal arch, TPA of (naar de Amerikaanse uitvinder ervan) Goshgarian genoemd. De draad loopt langs het gehemelte van de linker naar de rechter kies.