Orthodontistenpraktijk Almelo

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch > Orthodontistie
Datum & Land: 29/08/2022, NL
Woorden: 1808


Locale anesthesie
Plaatselijke verdoving.

Locale superpositie
Het over elkaar heen leggen van overtrektekeningen (tracings) van röntgenfoto’s die op verschillende tijdstippen van dezelfde persoon zijn gemaakt. Hiermee kunnen de verschillen tussen de foto’s worden bestudeerd en kunnen onder meer veranderingen in de stand van het gebit, kaken en gezicht tijdens groei en behandeling zichtbaar worden gemaakt. Meestal worden gaat het hierbij om veranderingen op laterale schedelröntgenfoto’s. In tegenstelling tot bij een totale superpositie worden bij een locale superpositie de veranderingen van een gedeelte van het gezicht onderzocht, bijvoorbeeld die van gebit, bovenkaak of onderkaak. Bij superposities kan gebuik worden gemaakt van cefalometrische punten of van structuren waar weinig of geen groei plaatsvindt (structurele methode).

Locale superpositie van de dentitie
Superpositie op de lijn tussen de cefalometrische punten Nasion en A met Nasion als registratiepunt. De superpositie geeft een indruk van de veranderingen van gebit, kaken en profiel in het dentale deel van het gezicht tijdens groei en behandeling.

Locale
(regionale) Superpositie op de canalis mandibularis, de cortex van de symphysis mandibularis tussen referentiepunten B en Pg en de bodem van de crypte van een nog niet actief erupterende onderverstandskies. De superpositie geeft een indruk van de veranderingen van het ondergebit en de onderlip tijdens groei en behandeling. De structurele methode voor de locale superpositie van de onderkaak is in 1983 door de orthodontist professor Arne Björk en zijn medewerkster Vibeke Skieller geïntroduceerd.

Locale
(regionale) Superpositie op het spinavlak en het meest horizontale deel van de contour van het gehemelte. De superpositie geeft een indruk van de veranderingen van het bovengebit en de bovenlip tijdens groei en behandeling. Bij de in 1977 geïntroduceerde structurele methode van Björk en Skieller wordt op de voorrand van de processus zygomaticus van de maxilla gesuperponeerd.

Lock pin
Kleine pin die de boog bij een Begg beugel in het slotje vasthoudt.

Logopedist
Een logopedist is een paramedische zorgverlener die zich bezighoudt met behandelingen van communicatiestoornissen met betrekking tot taal, spraak, de stem, gehoor en/of slikken.

Lokar appliance
De Lokar appliance is een beugel die aan metalen ringen (banden) om de eerste blijvende bovenkiezen vastzit en met een pelotte tegen de voorzijde van het gehemelte afsteunt. De beugel wordt gebruikt om de eerste bovenmolaren met behulp van veren (coil springs) naar achteren te verplaatsen. De beugel kan in combinatie met vaste apparatuur worden gebruikt.

Long handle
Lang handvat.

Loop
Een lus in de boog van een vastzittende beugel.

Loop tang
Tang voor het aanbrengen van een loop in een boog van een vastzittende beugel.

Low-pull headgear
Buitenbeugel met een band in de nek. Wordt ook wel Kloehn headgear genoemd, naar de Amerikaanse orthodontist Silas J. Kloehn (1902-1985) die de beugel in 1947 geïntroduceerd heeft. Een andere benaming is cervicale headgear of nekbeugel.

LSU activator
Modificatie van de activator van Andresen volgens het ontwerp van de Amerikaanse orthodontist Robert Shaye, hoogleraar aan de Louisiana State University (LSU). Bij deze uitvoering bevinden zich Adamsankers ter plaatse van de eerste bovenmolaren in de beugel. De beugel wordt ook Shaye activator genoemd.

Luchtgat
Opening in de voorzijde van een functioneel apparaat om ademhaling door de mond mogelijk te maken.

Lusveer
Metalen lusvormige draad van een uitneembare beugel die tussen twee gebitselementen ligt.

Luxatie
Ontwrichting. In de orthodontie kan deze betrekking hebben op een gebitselement (tandluxatie) of het kaakgewricht (kaakluxatie).

Macrodontie
Te grote gebitselementen.

Macroglossie
Te grote tong.

Macrognathie
Te grote kaak.

Macrostomie
Te grote mondspleet.

Main arch
Relatief dikke metalen draad (boog of orthodontische boog) die in de slotjes en buizen van een vastzittende onder- of bovenbeugel wordt geplaatst. Naast de hoofdboog is er ook een dunnere boog in de slotjes aanwezig, bijvoorbeeld een torque boog. Wordt ook wel hoofdboog genoemd.

MAD
Het MAD (mandibular advancement appliance) is een uitneembare beugel die veel gebruikt wordt bij de behandeling van sociaal hinderlijk snurken en het obstructieve slaapapneu syndroom (OSAS). Deze behandeling met beugels is in 1987 door de Almelose orthodontist dr. Hayé Remmelink in Nederland geïntroduceerd. De beugel wordt ook mandibulair repositie-apparaat (MRA) genoemd.

Magnetic telescopic device
Een Herbst-scharnier waarbij de pennen en buizen van het telescopische gedeelte door middel van neodymium-ijzer-boor magneten van elkaar worden afgestoten. De scharnieren zijn zoals bij de MALU Herbst apppliance door middel van koperen pinnetjes aan buizen op banden om de eerste bovenmolaren en aan de boog van vaste apparatuur distaal van de onderhoektanden bevestigd. Het scharnier houdt de onderkaak naar voren.

Malocclusie
Gebitsafwijking.

Malpraxis
Ondeskundige en soms schadelijke medische of tandheelkundige diagnostiek of behandeling.

MALU Herbst appliance
Een telescopisch Herbst-scharnier waarbij de scharnieren door middel van koperen pinnetjes aan buizen op banden om eerste bovenmolaren en aan de boog van vaste apparatuur distaal van de onderhoektanden zijn bevestigd. Het scharnier houdt de onderkaak naar voren.

Mammelons
Kleine knobbeltjes op de snijranden van blijvende snijtandentanden. Worden ook wel tubercula of randtubercula genoemd.

Mandibula
Onderkaak.

Mandibulair
Van de onderkaak.

Mandibulair anesthesie
Blokkering van de prikkelgeleiding van de nervus alveolaris inferior door omspuiting met een verdovingsmiddel.

Mandibulair Dysfunctie Syndroom
Combinatie van klachten aan de kauwspieren en het kaakgewricht. Tegenwoordig wordt deze combinatie van klachten meestal temporomandibulaire dysfunctie (TMD) genoemd.

Mandibulair repositie-apparaat
Het MRA (mandibulair repositie-apparaat) is een uitneembare beugel die veel gebruikt wordt bij de behandeling van sociaal hinderlijk snurken en het obstructieve slaapapneu syndroom (OSAS). Deze behandeling met beugels is in 1987 door de Almelose orthodontist dr. Hayé Remmelink in Nederland geïntroduceerd. De beugel wordt ook mandibular advancement device (MAD) genoemd.

Mandibular protraction appliance
(MPA) Een vastzittende functionele beugel die bestaat een 0,8 mm dikke roestvrij stalen draden die tussen de onder- en bovenbogen van vastzittende apparatuur loopt. Boven liggen de draden met een lus om de boog mesiaal tegen buizen op de eerste molaren aan. Onder steun de draden met een lus tegen stops in de boog aan. De draden houden de onderkaak in een voorwaartse stand. De beugel is in 1995 door Coelho Filho bedacht en kan door de orthodontist zelf worden gemaakt. Er zijn later diverse andere uitvoeringen van de beugel ontwikkeld.

Mandibulavlak
Lijn tussen de cefalometrische referentiepunten gonion (Go) en gnathion (GN). De lijn geeft het verloop van de onderrand van het corpus mandibulae weer.

Mandibulavlak hoek
Hoek gevormd door de cefalometrische lijnen SN en GoGn. De hoek geeft het verloop van de onderrand van het corpus mandibulae ten opzichte van de voorste schedelbasis weer. De hoek is in 1953 door de Amerikaanse orthodontist Cecil C. Steiner (1896-1989) geïntroduceerd in de naar hem vernoemde cefalometrische analyse.

Mandibulaire verlengingsosteotomie
Operatie waarbij het voorste deel van de onderkaak chirurgisch naar voren wordt verplaatst.

Mandibular protraction appliance
(MPA) Een vastzittend functioneel apparaat dat bij een vastzittende beugel wordt gebruikt. Het bestaat uit twee 0,8 mm dikke roestvrij stalen draden met rond gebogen lussen aan de uiteinden die om de bogen lopen en boven mesiaal tegen buizen op de eerste molaren en distaal tegen brackets op de onderhoektanden aanliggen. De draden houden de onderkaak in een voorwaartse stand. Er bestaan verschillende versies van de beugel, zoals een waarbij deze beiderzijds bestaat uit twee draaddelen die met rond gebogen lussen aan de uiteinden in elkaar passen. Veertjes om de draden oefenen een voorwaartse druk op de onderhoektanden uit.

MARA
De Mandibular Anterior Repositioning Appliance (MARA) is een functioneel apparaat dat bestaat uit banden om de eerste bovenmolaren met labiaal een metalen lus. Om de eerste ondermolaren zit banden met labiaal een metalen staafje dat naar boven uitsteekt. Bij dichtbijten passen de lussen en de staafjes zodanig tegen elkaar dat de ondermolaren en de onderkaak naar voren worden gehouden. De staafjes kunnen ook van schroeven worden voorzien, zodat ze tijdens de behandeling verder naar voren kunnen worden verplaatst. De beugel is in 1991 door Douglas E. Toll geïntroduceerd.

MARPE
Miniscrew-Assisted Rapid Palatal Expansion. Sutuurexpansie van de bovenkaak waarbij het expansie-apparaat aan vier orthodontische minischroefjes bevestigd is.

Masticatie
Kauwen.

Mathieu
Pincet waarmee elastiekjes (modules) voor het vastzetten van een boog om brackets geplaatst kunnen worden. Het instrument wordt ook wel mosquito of hemostat genoemd.

Maxilla
Bovenkaak.

Maxillator
Van de bovenkaak.

Maximale occlusie
(MO) De occlusie waarbij de gebitselementen maximaal contact met elkaar hebben. Andere benamingen zijn habituele occlusie en intercuspid position (ICP).

MBT-systeem
Een veelgebruikte modificatie van de straightwire vastzittende beugel van de uitvinder van deze behandelingstechniek, Andrews. Het MBT-systeem is in 1997 door de orthodontisten Richard McLaughlin (USA), John Bennett (Engeland) en Hugo Trevisi (Brazilië) geïntroduceerd.

McNamara
De Amerikaanse orthodontist professor James A. McNamara introduceerde in 1984 de McNamara-amalyse, een bekende cefalometrische analyse die gebaseerd is op onderzoeksgegevens van drie longitudinale groeistudies.

Mediaanlijn deviatie
De mate waarop het midden van het onder- en bovengebit ten opzichte van elkaar afwijken. Wordt ook wel midline deviation genoemd of als MLD afgekort.

Mediaanvlak
Een vlak door het midden van de bovenkaak loodrecht op het occlusievlak. Op een gebitsmodel wordt dit vlak bepaald door de lijn tussen het voorste en achterste punt van de raphe palati.

Meerdimensionale röntgenfoto
Een meerdimensionale röntgenfoto is een driedimensionale röntgenfoto van het hoofd, het gezicht of de kaken. Wordt ook wel Cone Beam CT genoemd (CBT).

Meerfunctiespuit
Tandheelkundig instrument waarmee in de mond water en/of lucht gespoten kan worden.

Meerfunctiespuittip
Uiteinde van tandheelkundig instrument waarmee in de mond water en/of lucht gespoten kan worden.

Melkgebit
Gebit met uitsluitend melkgebitselementen. Het melkgebit bestaat uit 20 gebitselementen.

Melkmolaar
Melkkies.

Melksteunzone
Melkhoektand en eerste en tweede melkmolaren. Deze melkgebitselementen gaan de voorwaartse verplaatsing van de eerste blijvende molaren tijdens de gebitsontwikkeling tegen. Wordt ook wel steunzone genoemd.

Melsen
De Deense orthodontist professor dr. Birte Melsen werd ondermeer wereldwijd bekend door haar in 1974 gepubliceerde proefschrift waarin zij de groei en ontwikkeling van de menselijke schedelbasis op basis van autopsiemateriaal onderzocht. Haar onderzoeksresultaten worden gebruikt tijdens het superponeren van tracings van laterale schedelröntgenfoto’s bij cefalometrisch onderzoek.

Mengbakje
Plastic bakje voor het mengen van alginaatpoeder met water in een alginaatmengapparaat.

Mengblok
Blok bestaande uit gladde papieren vellen waarop poeder, vloeistof en pasta’s met een spatel kunnen worden gemengd. De vellen zijn disposable.

Mengnap
Plastic nap voor het mengen van alginaat- of gipspoeder met water.

Mengspatel
Instrument voor het mengen van alginaat, pasta, cement en composiet.

Mentalis habit
Gewoonte waarbij de kinspier (musculus mentalis) overmatig wordt aangespannen en deze een grote kracht op de ondersnijtanden kan uitoefenen.

Menton
Cefalometrisch referentiepunt dat het laagst gelegen punt op de kin aangeeft.

Mesenchym
Embryonaal bindweefsel. Een gelatineuze massa die collageenbundels en fibroblasten bevat. Uit mesenchym ontstaan bindweefsel, kraakbeen, botweefsel, lymfevaten, bloedvaten en bijbehorende organen.

Mesh pad
Plaatje met minuscule gaatjes of inkepingen waarop een bracket of buis is bevestigd.

Mesiaal
In de gebitsboog naar voren gericht.

Mesiale drift
Van nature optredende naar voren in de gebitsboog gerichte migratie van gebitselementen.

Mesialiseren
In de gebitsboog naar voren bewegen van gebitselement.

Mesiodens
Boventallig gebitselement tussen de centrale bovenincisieven.

Mesiogressie
Voorwaartse opschuiving in de tandboog.

Mesio-occlusie
Ondergebitselementen staan ten opzichte van bovengebitselementen in voor-achterwaarste zin te ver naar voren. Wordt ook Klasse III-occlusie genoemd.

Mesocefaal
Antropologische aanduiding voor een schedelvorm met gemiddelde afmetingen.

Mesoderm
Het middelste kiemblad van een embryo. Uit het mesoderm ontstaan het bloed, het skelet, de spieren, het bindweefsel en het urogenitaal stelsel.

Metal primer
Vloeistof om het oppervlak van een kunsttand van metaal bij het plakken van een bracket mee voor te behandelen.

Mewing
Een bepaald type doe-het-zelf houdingstraining van de mond die naar de Engelse hoogleraar John Mew is vernoemd. Mewing maakt deel uit van het door Mew geïntroduceerde behandelconcept orthotropie.

Microabrasie
Het verwijderen van oppervlakkige verkleuringen van het glazuur door het te polijsten met een mengsel van zuur en schuurmiddel.

Microdontie
Te kleine gebitselementen.

Microglossie
Te kleine tong.

Micrognathie
Te kleine kaak.

Midline shift, midlijn deviatie
(MLD) Afwijkende stand van het midden van een gebitsboog ten opzichte van het mediaanvlak.

Micro-implantaat, microschroef, mini-implantaat, minischroef
Klein metalen schroefje dat tijdelijk in de kaak wordt bevestigd en waaraan krachten kunnen worden ontleend voor het orthodontisch verplaatsen van gebitselementen en kaken. Andere term hiervoor is: orthodontisch implantaat. De term microschroef wordt ook gebruikt voor een kleine schroef in een uitneembaar apparaat waarmee een individueel gebitselement kan worden verplaatst.

Midline deviation
De mate waarop het midden van het onder- en bovengebit ten opzichte van elkaar afwijken. Wordt ook wel mediaanlijn deviatie genoemd of als MLD afgekort.

Minne expander
Vastzittende beugel met een speciale veer (Minne expander) waarmee in korte tijd de bovenkaak en het bovengebit kan worden verbreed door het openen van de schedelnaad (sutuur) in de bovenkaak. Deze behandeling heet snelle sutuurexpansie, rapid maxillary expansion (RME) of rapid palatal expansion (RPE). De beugel is een sutuurexpansie-apparaat. Kunsthars maakt geen deel uit van de beugel. Patiënten noemen de beugel vaak een spin. De officiële naam van de beugel is Isaacson-apparaat.

MKA-chirurg, Mond- Kaak- en Aangezichtschirurg
Tandarts en arts die een specialistenopleiding in de mondziekten en kaak- en aangezichtschirurgie aan de universiteit of academisch ziekenhuis heeft afgerond en in het BIG-register als kaakchirurg staat ingeschreven. De zorgverlener wordt ook vaak kaakchirurg genoemd.

MLD
Midline deviation of mediaanlijn deviatie. De mate waarop het midden van het onder- en bovengebit ten opzichte van elkaar afwijken.

Mm.
Musculi. Meervoud van musculus, spier.

Modellendoos
Doos voor het bewaren van gebitsmodellen van gips van een patiënt.

Modellenkast
Kast voor het bewaren van gebitsmodellen van gips van een patiënt.

Modelleerwas
Was voor het maken van een was- of constructiebeet, wasafdruk en voor het maken van een proefversie van een uitneembare beugel.

Module
Klein elastiekje voor het bevestigen van een boog in een bracket bij een vastzittende beugel. Wordt ook wel elastisch ligatuur of elastiekje genoemd.

Molaar
Grote kies. De voorste grote kies wordt eerste molaar genoemd. De achterste grote kies is de tweede molaar. In het blijvende gebit bevindt zich daarachter vaak nog een derde molaar. Deze blijvende molaar wordt vaak verstandskies genoemd.

Molaarband
Metalen ringetje om een molaar waarop een buis(je), bracket of attachment gelast kan worden.

Molar distaliser
Een bovenbeugel waarmee de blijvende eerste bovenmolaren zonder buitenbeugel naar achteren kunnen worden verplaatst. De beugel is aan de voorzijde met ankers, banden of composiet aan bovenpremolaren bevestigd. Aan de voorzijde van de beugel kan een kunsthars gedeelte (pelotte) zitten, dat tegen het gehemelte afsteunt. De beugel kan ook aan tijdelijke implantaten in het gehemelte bevestigd zijn. De eerste molaren worden met veren of schroeven naar achteren bewogen. De beugel wordt ook distalizer genoemd.

Moment
Het moment van een koppel is het product van de krachtgrootte van een van beide krachten met de kortste afstand tussen de beide krachten.

Mond
Os.

Mondgewoonte
Houding en bewegingen van onder- en bovenkaak, mond, tong en lippen en afwijkende mondgewoonten zoals duim- en vingerzuigen.

Mondheelkunde
Deelvakgebied van de tandheelkunde dat betrekking heeft op afwijkingen in de mond en het aangezicht waarvoor chirurgische behandelingen nodig zijn. Dit deelvakgebied wordt door kaakchirurgen uitgeoefend, een tandarts en arts die een specialistenopleiding in de mondziekten en kaak- en aangezichtschirurgie aan de universiteit of academisch ziekenhuis heeft afgerond en in het BIG-register als kaakchirurg staat ingeschreven. Het vakgebied heet tegenwoordig officieel: Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie. De kaakchirurg: Mond- Kaak- en Aangezichtschirurg of MKA-chirurg.

Mondholte
Cavum oris.

Mondhygiëne
Reiniging van het gebit, tandvlees en tong.

Mondhygiënist
Iemand die de voltijd hbo-opleiding Mondzorgkunde heeft afgerond. Een mondhygiënist richt zich op preventie en mondverzorging, om zo tandbederf en tandvleesaandoeningen te voorkomen en te bestrijden.

Mond- Kaak- en Aangezichtschirurg, MKA-chirurg
Tandarts en arts die een specialistenopleiding in de mondziekten en kaak- en aangezichtschirurgie aan de universiteit of academisch ziekenhuis heeft afgerond en in het BIG-register als kaakchirurg staat ingeschreven. De zorgverlener wordt ook vaak kaakchirurg genoemd.

Mondmasker
Verwijderbaar masker dat uit hygiënische overwegingen over de mond van de zorgverlener kan worden gedaan. Meestal wordt ook de neus door het masker afgedekt.