13 letters |
| hachelijkheid halftaligheid ∙ hardleersheid ∙ hartelijkheid ∙ heimelijkheid ∙ hittevastheid ∙ hoffelijkheid ∙ hoofdwaarheid ∙ huiselijkheid ∙ hulpeloosheid ikgerichtheid ∙ ingeborenheid ∙ ingekeerdheid ∙ ingesteldheid ∙ innerlijkheid ∙ inzetbaarheid ∙ jazzgrootheid ∙ katholiekheid ∙ keteldoofheid ∙ klankrijkheid ∙ klavermoeheid ∙ kleurrijkheid kleurvastheid ∙ kneuterigheid koersvastheid kostelijkheid ∙ kosteloosheid kouwelijkheid kramperigheid kriebeligheid krimpechtheid ∙ kringerigheid ∙ kwasterigheid laknijverheid ∙ lamsteligheid ∙ landelijkheid lengteeenheid ∙ leverbaarheid liefelijkheid lijdelijkheid ∙ lijfelijkheid ∙ luchtechtheid ∙ makkelijkheid manmoedigheid marineeenheid ∙ meelevendheid melodieusheid ∙ minnelijkheid mismoedigheid moerassigheid oeverloosheid onbewolktheid ∙ onbillijkheid ∙ oneerlijkheid ∙ ongedeeldheid ongegrondheid ∙ ongeneigdheid ongerijmdheid ∙ ongunstigheid onkenbaarheid onmisbaarheid ∙ onooglijkheid ontembaarheid onvervuldheid onzegbaarheid ∙ opeisbaarheid ouderloosheid ∙ ouderwetsheid overladenheid overmatigheid partijdigheid ∙ planmatigheid printsnelheid ∙ protserigheid reddeloosheid ∙ regelbaarheid rekensnelheid rekkelijkheid rijveiligheid roodbroosheid ∙ ruimteeenheid ∙ schaaleenheid ∙ schielijkheid schijneenheid ∙ schokvastheid ∙ schoolmoeheid ∙ schurftigheid ∙ slijmerigheid smakelijkheid smeedbaarheid ∙ smeltbaarheid ∙ smidsdoofheid ∙ smoezeligheid soortechtheid ∙ speelbaarheid sportwaarheid ∙ stadsoverheid ∙ stadsvrijheid ∙ startsnelheid ∙ statelijkheid stedelijkheid ∙ steilorigheid ∙ sterflijkheid ∙ stijgsnelheid ∙ stijlloosheid stofferigheid stumperigheid stunteligheid stuurbaarheid stuurloosheid ∙ tegelwijsheid ∙ thuisloosheid ∙ tijdelijkheid ∙ tijdeloosheid toegewijdheid ∙ trefzekerheid ∙ trillerigheid tuchtoverheid tweeherigheid ∙ uiterlijkheid ∙ uithuizigheid uitlandigheid uitstedigheid uitwendigheid ∙ uitwonendheid vaderlijkheid ∙ veeltaligheid velddichtheid verdraaidheid vergiftigheid ∙ verkleefdheid verknooptheid verkramptheid verveloosheid verzekerdheid ∙ vlakteeenheid ∙ vleselijkheid ∙ vliegsnelheid ∙ voldragenheid ∙ voorlopigheid voorradigheid vormelijkheid ∙ vormeloosheid vrachteenheid ∙ vreeslijkheid ∙ vreselijkheid ∙ vrijgevigheid ∙ vroegrijpheid ∙ walgelijkheid ∙ walviseenheid ∙ warmteeenheid ∙ waterechtheid ∙ werkschuwheid ∙ werkzekerheid ∙ wettelijkheid ∙ wezenlijkheid ∙ wezenseenheid ∙ wijdlopigheid ∙ wijsgerigheid wilddichtheid ∙ wolnijverheid ∙ woondichtheid zaaidichtheid ∙ zelfzekerheid zeurderigheid zielszwakheid ∙ |
14 letters |
| achterlijkheid ∙ afgeslotenheid afkoelsnelheid afkoopbaarheid afleesbaarheid aftrekbaarheid agendawijsheid ∙ ambtsbezigheid ∙ arbeidseenheid ∙ armetierigheid authentiekheid autonijverheid ∙ badgelegenheid ∙ basiszekerheid beangstigdheid ∙ begeerlijkheid ∙ behaaglijkheid beheerseenheid behoorlijkheid ∙ belangrijkheid ∙ benoembaarheid berijdbaarheid betaalbaarheid betamelijkheid ∙ bewegelijkheid bewerkbaarheid bewijsbaarheid bewoonbaarheid ∙ biernijverheid ∙ bijgelovigheid ∙ blauwblindheid ∙ blauwbroosheid ∙ blijmoedigheid bloedeloosheid ∙ bloedschuwheid ∙ bluesgrootheid ∙ boekenwijsheid ∙ boerenwijsheid ∙ botsveiligheid ∙ burgerlijkheid ∙ chloorechtheid ∙ consequentheid ∙ deugdelijkheid ∙ diefachtigheid doelbewustheid dokgelegenheid ∙ doorslepenheid ∙ drievoudigheid ∙ edelmogendheid ∙ eerwaardigheid ∙ eigentijdsheid evenwijdigheid ezelachtigheid ∙ feestelijkheid ∙ fietsdichtheid ∙ flexizekerheid ∙ gashoeveelheid ∙ geamuseerdheid gebeurlijkheid ∙ geblaseerdheid gedragseenheid gefundeerdheid ∙ geïsoleerdheid geldgierigheid genadeloosheid genoeglijkheid geoorloofdheid gerieflijkheid ∙ geruisloosheid gescheidenheid geserreerdheid gevaarlijkheid geverseerdheid gevoeglijkheid gevoelerigheid ∙ geweldseenheid ∙ goedmoedigheid goedwilligheid |
