14 letters

gokgelegenheid ∙ gramstorigheid grenzeloosheid groenblindheid ∙ halfhartigheid handelbaarheid handnijverheid hardhandigheid ∙ hardhorendheid hardlijvigheid ∙ hardnekkigheid ∙ heilszekerheid ∙ heldhaftigheid herkenbaarheid ∙ hersenloosheid hoofdbezigheid ∙ hoofdelijkheid hooghartigheid ∙ hoogmoedigheid ∙ houtnijverheid ∙ huisnijverheid ∙ ijlhoofdigheid ∙ ijshoeveelheid ∙ inadequaatheid ∙ indelicaatheid ∙ indringendheid instelbaarheid kabeldichtheid ∙ kantnijverheid ∙ kernachtigheid kernmogendheid ∙ keukenwaarheid ∙ kieskeurigheid kinderlijkheid ∙ kinderloosheid kindveiligheid kitscherigheid kittelorigheid Klankdichtheid kleinzerigheid knoopdichtheid ∙ koeienwaarheid ∙ koopbereidheid kortademigheid ∙ krachtseenheid ∙ kunstmatigheid ∙ kustveiligheid laaghartigheid laattijdigheid langdradigheid langwerpigheid lankmoedigheid ∙ lawaaidoofheid ∙ lawaaierigheid leenroerigheid ∙ leergierigheid ∙ leesbereidheid ∙ lekenvroomheid ∙ lesbevoegdheid ∙ letterlijkheid levensbangheid ∙ levensblijheid ∙ levensechtheid ∙ levenswaarheid ∙ levenswijsheid ∙ lezerswaarheid ∙ lichtschuwheid ∙ liederlijkheid ∙ liefdeloosheid lieftalligheid loodnijverheid ∙ losgelegenheid ∙ luchtdichtheid ∙ maagdelijkheid ∙ machteloosheid ∙ machtsgeilheid marine-eenheid massadichtheid massatraagheid mededogendheid ∙ meerduidigheid ∙ meervoudigheid Meerzinnigheid meeslependheid mensenwijsheid ∙ merkbekendheid milieuwaarheid ∙ misplaatstheid ∙ moederlijkheid moedwilligheid ∙ mondgezondheid moorddadigheid naambekendheid nachtblindheid ∙ najaarsmoeheid ∙ natuurlijkheid ∙ nauwkeurigheid ∙ nauwnemendheid ∙ neuswijzigheid ∙ noodlottigheid noodwendigheid ∙ olienijverheid ∙ omkeerbaarheid omkoopbaarheid Omloopsnelheid ∙ omslachtigheid ∙ omtreksnelheid ∙ omvangrijkheid ∙ onachtzaamheid ∙ onafgewendheid ∙ onbedorvenheid ∙ onbedrevenheid onbegrensdheid ∙ onbegrepenheid ∙ onbehendigheid ∙ onbeholpenheid ∙ onbehouwenheid onbenulligheid ∙ onbeschoftheid ∙ onbevangenheid ∙ onbezonnenheid ∙ onbezwaardheid ∙ onbuigzaamheid ∙ ondankbaarheid ∙ ondeelbaarheid ∙ onderdanigheid ∙ onderhevigheid onderhorigheid ∙ onderloopsheid ondienstigheid ∙ ondoenlijkheid ∙ onfeilbaarheid ∙ ongastvrijheid ongebondenheid ∙ ongeduldigheid ongelukkigheid ongeoefendheid ongeregeldheid ∙ ongeschiktheid ∙ ongestadigheid ∙ ongeveinsdheid ∙ ongevoeligheid ∙ ongezelligheid ongezoutenheid ∙ onhaalbaarheid onhoudbaarheid onleefbaarheid onleesbaarheid ∙ onmeetbaarheid onmetelijkheid ∙ onmogelijkheid ∙ onordelijkheid ∙ onredelijkheid ∙ onschuldigheid ontevredenheid ∙ ontspannenheid ontworteldheid ontzaglijkheid Onverdeeldheid ∙ onvermengdheid ∙ onversaagdheid ∙ onvervaardheid onverwachtheid onverwijldheid onverzorgdheid ∙ onvindbaarheid onvolgzaamheid ∙ onvolkomenheid ∙ onvolledigheid ∙ onvolmaaktheid ∙ onvoltooidheid ∙ onwerkbaarheid ∙ onwrikbaarheid ∙ onzedelijkheid ∙ Oogstzekerheid oorlogsmoeheid openhartigheid ∙ opgeblazenheid ∙ opgeslotenheid opgewondenheid ∙ opmerkzaamheid ∙ opneembaarheid opneemsnelheid ∙ opvliegendheid ∙ opzoeksnelheid overdragenheid ∙ overdrevenheid ∙ overmoedigheid ∙ overtolligheid ∙ pantsereenheid pasgelegenheid ∙ petieterigheid pietluttigheid ∙ pixeldichtheid ∙ plaatsbaarheid plaatsvastheid ∙ Plantdichtheid platvloersheid ∙ ploerterigheid ∙ politieeenheid ∙ pseudoopenheid ∙ pseudowijsheid ∙ radeerbaarheid railveiligheid rechteloosheid rechtmatigheid ∙ rechtshoogheid ∙ rechtswaarheid ∙ recordsnelheid regeerbaarheid regeldichtheid ∙ regelmatigheid ∙ reinigbaarheid rekenblindheid ∙ rentezekerheid ∙ reserveeenheid ∙ ridderlijkheid ∙ rijbevoegdheid ∙ rijvaardigheid ∙ rijwaardigheid roofgierigheid ∙ ruimhartigheid ruimtelijkheid samenhorigheid ∙ schaakwaarheid ∙ schaalbaarheid schadelijkheid ∙ schijnvrijheid schijnwaarheid ∙ schijnwijsheid ∙ schoolrijpheid ∙ schoolwijsheid ∙ schootsverheid ∙ schraperigheid schrijnendheid schuifvastheid ∙ schutterigheid smarteloosheid smetteloosheid spierstijfheid ∙ splitsbaarheid spraakzaamheid sprakeloosheid spreeksnelheid sprintsnelheid standzekerheid ∙ stapelbaarheid stapelvrijheid ∙ sterfelijkheid ∙ stoffelijkheid ∙ stopveiligheid ∙ straalsnelheid ∙ strijdbaarheid stroomsnelheid ∙ studievrijheid ∙ systeemeenheid taalminderheid ∙ taalzuiverheid ∙ talentloosheid teerhartigheid tenniswaarheid ∙ teugelloosheid tochtdichtheid toegenegenheid toepasbaarheid ∙ toereikendheid ∙ toonzuiverheid ∙ troepeneenheid trouweloosheid ∙ Tuchteloosheid ∙ tweehandigheid ∙ tweevoetigheid ∙ tweevoudigheid ∙ tweezijdigheid ∙ uiergezondheid uitgebreidheid ∙ uitgelatenheid ∙ uitmuntendheid ∙ uitstekendheid ∙ uitzetbaarheid ∙ vakbekwaamheid ∙ varenswijsheid ∙ veelduidigheid veelvormigheid ∙ veelvoudigheid ∙ veelvuldigheid ∙ veelzijdigheid verbitterdheid ∙ verdrietigheid verfnijverheid ∙ vergenoegdheid verlekkerdheid ∙ verscheurdheid ∙ verstandigheid ∙ verstrooidheid ∙ vervulbaarheid verwijderdheid ∙ vethoeveelheid ∙ vingervlugheid vishoeveelheid ∙ vlasnijverheid ∙ vlekkeloosheid ∙ vluchtsnelheid ∙ vogeldichtheid ∙ volbloedigheid ∙ volksvroomheid ∙ voorkomendheid ∙ voorwetendheid ∙ voorzienigheid ∙ vormschoonheid ∙ vorstelijkheid vrijmoedigheid ∙ vrijpostigheid ∙ vrijwilligheid vrijzinnigheid vrouwelijkheid ∙ vruchtbaarheid ∙ waanzinnigheid ∙ waarachtigheid ∙ waardeloosheid ∙ waardevastheid waardevrijheid wankelbaarheid ∙ wanschapenheid wanstaltigheid ∙ wantrouwigheid ∙ warmte-eenheid wasgelegenheid ∙ waterdichtheid waterschuwheid ∙ wederkerigheid ∙ weefnijverheid ∙ weekhartigheid ∙ weetgierigheid ∙ welbezeildheid ∙ weldenkendheid welgemaaktheid ∙ welgesteldheid ∙ welluidendheid ∙ welwillendheid ∙ wereldoverheid wereldwijsheid ∙ werkheiligheid ∙ wijfachtigheid ∙ wijkveiligheid wijzigbaarheid Winterhardheid wintervastheid wonderlijkheid ∙ woordblindheid ∙ zaakkundigheid ∙ zeewaardigheid zelfbewustheid ∙ zitgelegenheid ∙ zonderlingheid ∙ zorgvuldigheid ∙ zuigersnelheid zwakzinnigheid ∙ zwartbenigheid ∙

15 letters

aandoenlijkheid ∙ aannemelijkheid ∙ aantoonbaarheid aanzienlijkheid ∙ aardsgezindheid achterhaaldheid achterloopsheid actiebereidheid ∙ afbraaksnelheid afbreekbaarheid afdwingbaarheid afgetrokkenheid ∙ afgrijslijkheid afhankelijkheid ∙ afspeelsnelheid afstotelijkheid alomvattendheid ∙ angstvalligheid ∙ antennevrijheid ∙ artsendichtheid ∙ atoommogendheid ∙ baatzuchtigheid basisveiligheid batiknijverheid ∙ bedachtzaamheid ∙ bedenkelijkheid bederfelijkheid bedrieglijkheid ∙ bedrijfseenheid beestachtigheid ∙ beheersbaarheid belachelijkheid ∙ belangeloosheid beleidsvrijheid beminnelijkheid ∙ benaderbaarheid berekenbaarheid beroepsfierheid beschikbaarheid ∙ bestaanbaarheid ∙ bestuurbaarheid betrouwbaarheid ∙ betwistbaarheid bevattelijkheid ∙ bevindelijkheid bewerkelijkheid bewusteloosheid ∙ blijgeestigheid ∙ bliksemsnelheid ∙ boekgeleerdheid ∙ boetvaardigheid ∙ bootgelegenheid ∙ boventalligheid brandveiligheid brandwerendheid breedvoerigheid ∙ breukveiligheid ∙ brinellhardheid ∙ broederlijkheid ∙ buitenissigheid ∙ cameradichtheid ∙ christelijkheid cijferblindheid ∙ clichématigheid collegaoverheid ∙ contextvrijheid cultuurloosheid cultuuroverheid cyberveiligheid ∙ dansgelegenheid ∙ datahoeveelheid ∙ deelvaardigheid ∙ denkbeeldigheid ∙ dichterlijkheid ∙ dicteersnelheid ∙ Doelgerichtheid ∙ doopgelegenheid doorluchtigheid ∙ doortastendheid ∙ doorzichtigheid ∙ draaihartigheid ∙ driekleurigheid ∙ eendrachtigheid eensluidendheid eigenaardigheid ∙ eigengereidheid eigenzinnigheid ∙ enkelvoudigheid erkentelijkheid ∙ evenwaardigheid evenwichtigheid fatsoenlijkheid ∙ fietsveiligheid flauwhartigheid gedecideerdheid geëngageerdheid geestesvrijheid ∙ geheugeneenheid geïrriteerdheid geldhoeveelheid ∙ geleidelijkheid ∙ gelijkmatigheid ∙ gelijknamigheid geloofsvrijheid ∙ geloofswaarheid ∙ geluidssnelheid ∙ gemakkelijkheid ∙ gemoedelijkheid ∙ gemotiveerdheid genuanceerdheid geobsedeerdheid geriefelijkheid ∙ geurenblindheid ∙ gevechtseenheid ∙ gewelddadigheid ∙ gewetenloosheid gewichtloosheid ∙ gewichtseenheid ∙ gezamenlijkheid godvruchtigheid goedgelovigheid goedgunstigheid ∙ goedwillendheid goudhoeveelheid ∙ grauwvlezigheid ∙ grondwettigheid groothartigheid grootmoedigheid haatdragendheid ∙ halsstarrigheid handelsvrijheid ∙ handvaardigheid ∙ hanteerbaarheid hardvochtigheid ∙ heethoofdigheid helderziendheid ∙ heliumdichtheid ∙ herbergzaamheid herhaalbaarheid herkiesbaarheid Herleidbaarheid

Woorden met een ∙ zijn geldige Scrabble woorden (Onofficiële ENCYCLO Scrabblelijst)