12 letters |
| eenmaligheid eentaligheid fatterigheid feilbaarheid foutloosheid gasdichtheid ∙ geduldigheid geelrijpheid ∙ geergerdheid ∙ gehoudenheid ∙ gemelijkheid gestadigheid gevangenheid glijsnelheid ∙ godzaligheid golfwaarheid ∙ grondeenheid ∙ gruwzaamheid ∙ hatelijkheid ∙ honkvastheid hoofdeenheid hoorstomheid ∙ hufterigheid ∙ huislijkheid ∙ ijselijkheid ∙ illegaalheid indirectheid kansloosheid kansrijkheid kerftaaiheid ∙ klagerigheid klimsnelheid ∙ knalafscheid ∙ knoestigheid koortsigheid kruislamheid ∙ laatdoofheid ∙ lacherigheid lawaaiigheid leervrijheid ∙ lieflijkheid ∙ loopsnelheid ∙ maalfijnheid ∙ melkrijpheid ∙ merkbaarheid miezerigheid modderigheid moeizaamheid ∙ neuswijsheid ∙ onbewustheid ongeremdheid ∙ ongewoonheid onheiligheid onhelderheid onnuttigheid ∙ onrustigheid onthechtheid ontijdigheid ordelijkheid ∙ oubolligheid overrijpheid pafferigheid papperigheid pesterigheid pijnlijkheid ploertigheid plukvastheid ∙ poezeligheid pregnantheid ∙ prekerigheid puntvastheid ∙ randerigheid ∙ redderigheid ∙ rederijkheid ∙ redewaarheid ∙ regeleenheid reissnelheid ∙ rellerigheid roerbaarheid ∙ rommeligheid ∙ roodbrosheid ∙ rozenmoeheid ∙ rumoerigheid schamperheid ∙ schattigheid schimmigheid seinsnelheid ∙ slagvastheid slechtigheid slipsnelheid ∙ snijsnelheid ∙ spichtigheid spontaanheid ∙ stemvastheid ∙ stolbaarheid ∙ straffigheid ∙ strammigheid ∙ strijdigheid ∙ stuureenheid taalvrijheid ∙ teksteenheid terloopsheid tijdloosheid trefsnelheid ∙ triestigheid twee-eenheid uitheemsheid veedichtheid ∙ veegvastheid ∙ venijnigheid ∙ verdooldheid ∙ verfijndheid ∙ vergeefsheid ∙ vergetenheid ∙ verholenheid verkniptheid versaagdheid verveeldheid vervoerdheid ∙ verwevenheid ∙ verwijfdheid ∙ verzorgdheid verzuildheid vindbaarheid voeglijkheid ∙ voldoendheid ∙ volkseenheid ∙ vormloosheid vormvastheid ∙ vreemdigheid ∙ waaierigheid waanwijsheid ∙ weervastheid wekelijkheid wenssnelheid ∙ werksnelheid wilsvrijheid ∙ wilszwakheid ∙ witharigheid ∙ woonvrijheid ∙ zijloopsheid ∙ zinksnelheid ∙ zinledigheid |
13 letters |
aangenaamheid ∙ aangepastheid aartsgoedheid ∙ afgeleefdheid ∙ afgemetenheid afgewogenheid ∙ afstemeenheid ∙ aftapbaarheid aftelbaarheid afzetbaarheid argwanendheid asfaltmoeheid ∙ ashoeveelheid ∙ baanzekerheid ∙ basissnelheid beeldrijkheid beeldsnelheid behoudendheid bermschuwheid ∙ besteleenheid bezitloosheid ∙ bietenmoeheid ∙ bioveiligheid ∙ blauwbrosheid ∙ blijkbaarheid ∙ bloedrijkheid ∙ bloemvastheid ∙ bochtvastheid ∙ brandsnelheid breukvastheid ∙ broeierigheid buigstijfheid ∙ crisiseenheid dagelijksheid ∙ dierdichtheid ∙ discodoofheid ∙ dobsoneenheid ∙ dolzinnigheid doordachtheid draaisnelheid ∙ drammerigheid drieledigheid ∙ drinkbaarheid echteloosheid ∙ eenhandigheid eenzijdigheid ∙ eerbiedigheid eigenwijsheid ∙ elite-eenheid ergerlijkheid feitelijkheid ∙ fijnmazigheid gasnijverheid ∙ gedateerdheid gedrongenheid gedwongenheid ∙ genie-eenheid gezeglijkheid gladharigheid gluiperigheid godgelijkheid ∙ goedgevigheid graaflijkheid ∙ grafelijkheid ∙ grapdichtheid ∙ griezeligheid groeisnelheid ∙ groeizaamheid groenrijpheid ∙ gruwelijkheid ∙ |
