Retorica - effectief spreken en schrijven

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Retorica
Datum & Land: 17/11/2012, NL offline
Woorden: 2239


Auletische nomos
Zie bij nomos

Auslaut
De eindklank van een woord of een lettergreep

Austronesisch
Behorende tot de Maleis-Polynesische taalgroep

Autobiografie
Het episch genre waarbij de schrijver zijn eigen leven beschrijft

Autograaf
Een eigenhandig geschreven stuk

Autologisch
Identiek met het begrip dat door het gebruikte adjectief wordt aangeduid.
Bijvoorbeeld: `vijflettergrepig` is vijflettergrepig

Autoniem
Een woord dat in een zelfnoemfunctie wordt gebruikt.
Bijvoorbeeld: `Lang lijkt op een Chinese naam`

Auto-sacramental
Een genre van het Spaanse klassieke toneel van rond de zeventiende eeuw met een sterk allegorische inslag Het bestaat uit één bedrijf, geschreven ter ere van het Heilig Sacrament en opgevoerd op Sacramentsdag Belangrijke auteur in dit genre is Calderon de la Barca

Auxesis
Het plaatsen van woorden of clausula`s in volgorde van oplopende spanning

Avonturenroman
Het episch genre waarbij de gebeurtenissen (in plaats van de ideeën) rondom een hoofdpersoon worden beschreven Meestal gaat het daarbij om avonturen in het verleden en in onbekende streken Vaak zijn avonturenromans tot op zekere hoogte ook historische romans.
Bijvoorbeeld: Oriënt Express (1934) van A den Doolaard, en Rumeiland (1940) van S Vestdijk

Aversio
De stijlfiguur waarbij de spreker zich afwendt Ook metabasis genoemd

Axioma
Een (onbewezen (volgens sommigen onbewijsbare), apodictische) grondstelling

Badinage
Luchtige scherts

Bahuvrihi(compositum)
Een samengesteld substantief of adjectief, bestaande uit twee delen, een adjectief en een substantief, die gecombineerd iets of iemand karakteriserend beschrijven door wat is aangeduid door het substantief Afgeleid van het Sanskrietse bahu (veel) en vrihi (rijst), zelf dus ook een bahuvrihi.
Bijvoorbeeld: `roodborstje` en `blauwbaard`

Ballad measure
Zie bij tetrameter

Ballade
Een in de Franse lyriek van de 14e eeuw ontstane dichtvorm, die bestaat uit drie strofen van zeven, acht of tien versregels en één strofe (l`envoi = de opdracht) van vier tot zeven regels De vier strofen eindigen alle met dezelfde regel (refreinregel).
De ballade verenigt epische en lyrische elementen in zich De inhoud verschilt enigszins naar de tijd waarin ze geschreven is, maar is dikwijls van heroïsche en tragische aard, bijvoorbeeld: Het lied van Heer Halewijn; Ballade van de zeven dooden (Werumeus Buning).

Barbarisme
Een woordvorming of uitdrukking die in strijd is met de regels in een taal, wanneer het woord of de uitdrukking te letterlijk uit een andere taal is vertaald Zie bijvoorbeeld anglicisme, germanisme en gallicisme Afgeleid van het Griekse barbarôs (vreemd)

Bareia
Accentteken, `

Bargoens
De dieventaal, in het bijzonder die van Noord-Holland, die veel elementen in zich heeft van het Hebreeuws, jiddisch en de zigeunertaal Romani

Barytonon
Een woord dat binnen de Griekse grammatica een onbeklemtoonde eindsyllabe heeft; elk woord dat niet oxytonon heet

Basis
De gereconstrueerde vorm bestaande uit de wortel (wortelbasis) of de stam (stambasis) als grondslag (=basis) voor de ablaut

Basismorfeem
De stam

Bathos
De plotse overgang van het sublieme naar het banale; de anticlimax Afgeleid van het Griekse bathos (diepte)

Battologie
Een vervelende woordenherhaling Afgeleid van het Griekse battalôs (stotteraar)

Bdelygma
Een uitdrukking van haat of afschuw

Bebeloglief
Een profaan, onheilig geschrift

Beeldgedicht
Een gedicht dat is geïnspireerd door een werk uit de plastische kunst.
Bijvoorbeeld: La Galeria van G Marino (±1615)

Belgicisme
Een woordvorming of uitdrukking die in strijd is met de regels in een taal, wanneer het woord of de uitdrukking te letterlijk is overgenomen van uitdrukkingen die in België worden gebezigd

Bestarium
Een middeleeuws didactisch genre, meestal in versvorm, waarin met allegorische bedoelingen de karakteristieke eigenschappen van dieren worden vermeld Het genre kende zijn hoogtepunt van de twaalfde tot de veertiende eeuw in Frankrijk Verwant aan de fabel Afgeleid van het Latijnse bestia (dier).
Bijvoorbeeld: Der Naturen Bloeme van J van Maerlant (±1266)

Beta
De tweede letter van het Griekse alfabet: ß Zie deze pagina voor het volledige Griekse alfabet

Binding
De uitspraak van een eindmedeklinker voor een klinker en stomme `h`

Bindvocaal
Een woordelement dat in sommige werkwoordsvormen wortel en uitgang verbindt.
De vocaal `e` in samenstellingen Ook bindfoneem genoemd.
Bijvoorbeeld: de `e` in `pruimeboom`.

Binarisme
Het voorhanden zijn van een binair systeem in de taalstructuur

Bindfoneem
Een tussenklank in samenstellingen Zie ook bij bindvocaal 2 (zie hieronder).
Bijvoorbeeld: de `s` in `bestuursvergadering`

Bildungsroman
Zie bij ontwikkelingsroman

Biedermeier
De stijl van huiselijke degelijkheid en brave burgerlijkheid uit de periode van 1815 tot 1850 Afgeleid van het Duitse bieder (braaf)

Bigram
Een woord dat bestaat uit twee letters

Bilabiaal
Een met beide lippen voortgebrachte klank.
Bijvoorbeeld: `m`

Biebelebons
De doorspekking van een zin met steeds hetzelfde (bijvoeglijke naam)woord

Bivalent
Tweewaardig Afgeleid van het Latijnse valens (waard)

Biografie
Het episch genre waarbij de schrijver de beschrijving van het leven van een ander geeft Wanneer de biografie de roman nadert, spreekt men van vie romancée

Blijspel
Het komisch drama waarbij uitgegaan wordt van een mogelijke situatie, waarvan het verdere verloop van het stuk de logische ontwikkeling is Het toont in een lachspiegel de mens in zijn kleinheid, met zijn fouten en gebreken

Blason
Een dichtsoort in de Renaissance, waarin iets wordt geprezen of bespot, meestal een deel van het vrouwelijk lichaam Afgeleid van het Franse blasonner (bespotten).
Bijvoorbeeld: Blason du beau tétin van Marot (1535)

Blasfemie
Godslastering Afgeleid van het Griekse blapto (beschadigen) en femi (spreken)

Blanke verzen
De rijmloze, epische gedichten, vooral jambische pentameters.
Bijvoorbeeld: Okeanos van Kloos (1884)

Black comedy
De door cynisme gekarakteriseerde vorm van drama.
Bijvoorbeeld: The Homecoming van Harold Pinter (1965)

Blague
De aanmatigende grootspraak Afgeleid van het Duitse Balg (rekbare zak)

Boerde
Zie bij fabliau

Bombast
Gezwollen taal, met name wanneer beeldspraak wordt gebruikt die geen verhelderende functie heeft en (meestal in de vorm van clichés) slechts als versiersel is aangebracht

Boustrofedon
De stijl waarbij afwisselend van links naar rechts en van rechts naar links wordt geschreven Dit kwam op zeer oude Griekse inscripties voor Afgeleid van het Griekse bôus (stier) en strefo (keren), aangezien een stier bij het ploegen ook de ene keer de ene richting op ploegt, en de andere keer in de tegenovergestelde richting

Brachygrafie
Het schrijven in afkortingen

Brachylogie
De stijlvorm die woorden of gedachten weglaat om in zo weinig mogelijk woorden zo veel mogelijk te zeggen Het is een vorm van brevitas Zie ook abbreviëren Vergelijk percursie.
Bijvoorbeeld: `de klank van de trompet vermengd met (de klank van) de hoorn`

Brachycatalectisch vers
Een slotversregel waarvan de laatste voet volledig is weggevallen Vergelijk met catalectisch

Brabantisme
Een woordvorming of uitdrukking die in strijd is met de regels in een taal, wanneer het woord of de uitdrukking te letterlijk uit het Brabants is overgenomen

Branche
Een verhaal uit een grote cyclus

Brevarium
Een kort uittreksel Ook digesta of epitome genoemd

Breve
Een beknopt schrijven van de paus Afgeleid van het Latijnse brevis (kort)

Breviatuur
Een afkorting Afgeleid van het Latijnse breviare (korter maken)

Brevitas
De stijl die zich kenmerkt door beknoptheid Zie ook abbreviëren, brachylogie en percursie Overdreven brevitas leidt tot obscuritas Afgeleid van het Latijnse breviare (korter maken)

Brief
Een geschreven medeling van private of officiële aard Vaak verlenen brieven een betere kennis van de achtergrond of bedoelingen van de werken van de brievenschrijver Zie ook epistola.
Bijvoorbeeld: de brieven van Paulus of de brieven van Rainer Maria Rilke

Briefgedicht
Een brief in versvorm Zie ook heroïde

Briefroman
De compositievorm van een boek waarin één persoon zijn belevenissen schrijft aan een vriend of vertrouweling Qua stijl verschilt de compositie niet met de dagboekroman, maar de briefroman doet vaak onnatuurlijker aan Het is niet waarschijnlijk dat iemand lange brieven, inclusief dialogen en toelichtingen, schrijft aan een vriend.
Bijvoorbeeld: Die Leiden des jungen Werthers (1774) van J.W von Goethe

Briefwisseling-roman
De compositievorm van een boek waarin het intrige zich ontwikkelt uit de gewisselde brieven Deze romansoort ontstond in Engeland, toen Samuel Richardson in 1739 door een uitgever werd benaderd een brievenboek voor alle mogelijke gelegenheden op te stellen Nog voor het brievenboek verscheen, verscheen zijn briefwisseling-roman Pamela (in 1740).
Stijlopvolger van Pamela, waarin hoofdzakelijk één persoon de brieven schreef, was Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart van de Nederlandse dames Wolff en Deken (in 1782) In deze roman fungeren alle optredende romanfiguren als correspondent, en uit deze zeer afwisselende, goed gerangschikte brieven ontwikkelt zich de prachtige intrige De grote waarde van deze compositievorm is, dat op deze wijze elk der correspondenten zichzelf karakteriseert in zijn stijl De gebeurtenissen worden tevens zeer levendig door ze door verschillende personen te laten toelichten Juist door meerdere personen dezelfde gebeurtenissen te laten beschrijven, ontstaat de mogelijkheid voor de lezer om het geheel objectief te beschouwen.

Bucolisch gedicht
Een arcadisch gedicht; een pastorale herderszang Zie ecloge

Bucolische cesuur
De cesuur na de vierde voet in een hexameter Feitelijk een diëresis 1

Burleske
Afgeleid van het Italiaanse burla (grap) - Een karikaturale overdrijving door discrepantie tussen onderwerp en stijl Zie bij travestie en parodie.
Een klein grof-komisch blijspel of klucht.
Bijvoorbeeld: De min in `t Lazarushuis van Fockenbroch (1674).

Byzantijnse roman
Zie Oosterse roman

Cantiga
Een Spaans of Portugees lied, meestal bestaande uit vijf of zeven strofen van gelijke versregels en gevolgd door en envoi

Cantilene
Een korte melodie of kleine ballade.
Een kerkgezang in het algemeen

Canticum
Het lyrische gedeelte in de Latijnse komedie, waarin de handeling gewoon verdergaat (dit in tegenstelling tot het koorlied in de Griekse toneelwerken) Het werd door één acteur of als antifoon tussen meerdere acteurs gereciteerd onder fluitbegeleiding Vergelijk diverbium.
Een (kerkelijke) lofzang

Cantate
De dramavorm met de combinatie van woord en muziek Het is een dichtwerk dat door zijn dialogiserend karakter een dramatische inslag vertoont, doch dat tevens van lyrisch-epische aard is: lyrisch in de aria`s en koren, episch in de recitatieven.
Bijvoorbeeld: De Starrenhemel (1783) van Hiëronymus van Alphen

Cancione(i)ro
Een verzameling cantiga`s rond één thema.
Bijvoorbeeld: Cancioneiro da Vaticana

Canso
Een Provençaals liefdeslied, meestal bestaande uit vijf tot 7 strofen van gelijke versregels en gevolgd door een envoi, ook tornada genoemd In Spanje en Portugal wordt de canso cantiga genoemd

Cancion
Het Spaans lyrisch genre, oorspronkelijk bestaande uit vijf octosyllabische trocheïsche verzen Het eerste vers geeft het motto aan (meestal een spreekwoord); de volgende vier verzen, waarvan er twee rijmen op de eerste versregel, geven een variatie op dat motto Later wordt de vorm uitgebreider (twaalf verzen, een vierdelig motto)

Calligram(me)
De vorm van visuele poëzie waarbij de versregels zo geordend zijn dat ze als de omtrekken van een tekening werken en de in die woorden benoemde of behandelde onderwerpen iconisch uitbeelden Vergelijk carmen figuratum

Calembour
Een woordspeling die berust op de (bijna) gelijke klank van verschillende woorden

Cadens
Afgeleid van het Latijnse cadere (vallen) - In de klassieke retoriek de slotvoet van de clausula.
Een ritmisch patroon Zie ritme

Cadavre exquis
Het door de surrealisten in de literatuur geïntroduceerd spel (voor vijf personen oorspronkelijk), waarbij zonder elkaars tekst te kennen aan een door de eerste deelnemer neergeschreven substantief, respectievelijk een adjectief, een werkwoord, een substantief en een adjectief toevoegt Zo genoemd naar de eerste op deze wijze verkregen zin: `le cadavre exquis boira le vin nouveau`

Cacuminaal
Zie bij Cerebraal

Cacosyntheton
Een onhandige verplaatsing van delen van een zin

Cacozelia
Geaffecteerde spraak met veel gelatiniseerde woorden

Cacemfaton
Grove scherts, dubbelzinnige toespelingen

Canto
Een deel of boek van een groot verhalend gedicht Afgeleid van het Italiaanse canto (zang).
Bijvoorbeeld: de 100 canto`s waaruit Divina Commedia van Dante bestaat

Canzone
Een lyrische dichtvorm met vijf of tien gelijkgebouwde strofen van een willekeurig aantal verzen De verzen bestonden meestal uit elf lettergrepen, maar later konden het er ook dertien zijn De zevende en tiende regel hadden echter altijd slechts zeven lettergrepen Elke strofe valt uiteen in twee delen (fronte en sirima), die door een kunstvol rijmschema met elkaar waren verbonden Het gedicht wordt afgesloten door een kortere strofe, de envoi De canzone is de aanloop geweest tot het sonnet en de ottava rima De canzone werd gebruikt door Dante en Petrarca

Canzoniere
Een verzameling canso`s rond één thema.
Bijvoorbeeld: Canzoniere van Petrarca (±1370)

Cardinalium
Een hoofdtelwoord Afgeleid van het Latijnde cardo (deurhengsel)

Caret
Het teken dat aangeeft dat iets weggelaten is: ^

Carmen
De Horatiaanse ode

Carmen figuratum
Een vers waarbij door de vorm of plaatsing van letters, woorden en regels figuren worden gemaakt Ook figuurdicht of technopaignion genoemd.
Bijvoorbeeld: het `Glas`, de `Fles`

Carmina Burana
Een verzameling 13-eeuwse Latijnse liederen, die werden opgesteld door de Vaganten, een groep rondtrekkende studenten die van de ene universiteit naar de andere trokken Het handschrift werd gevonden in het Beierse klooster Benediktbeuern, waar de naam Burana van afkomstig is

Carol
De Engelse middeleeuwse dichtvorm met feestelijk karakter met een doorgaans religieuze thematiek De carol bestaat uit vierregelige strofen die telkens worden afgewisseld met een refrein Rond de zestiende eeuw werden de voorschriften voor metrum en vers versoepeld Sinds die periode heeft de carol uitsluitend de betekenis van kerst- of paaslied, ongeacht de formele kenmerken

Cartouche
De ovale omlijsting bij hiërogliefen rond een koningsnaam

Casus
De naamval Afgeleid van het Latijnse cadere (vallen)

Casus obliquus
Een verbogen naamval Ook oblique genoemd.

Catachrese
Het gebruik van een woord in een oneigenlijke betekenis Ze ligt daardoor aan de basis van elke vorm van metafoor Ook abusio genoemd.
Een sterk paradoxale beeldspraak; een onjuist gebruik van een woord of beeld Afgeleid van het Griekse kata (omlaag) en chrao (gebruiken).
Bijvoorbeeld: `De tand des tijds, die al zoveel wonden heeft geheeld.`

Catacosmesis
Het plaatsen van woorden van grootste waardigheid naar kleinste.

Catalectisch
De eigenschap van een vers dat in de laatste versvoet één of meer lettergrepen mist Vergelijk brachycatalectisch, dicatalectisch, hypercatalectisch en hypermetrisch Afgeleid van het Griekse katalêgo (uitkiezen).
Antoniem: acatalectisch.

Cataplexis
Een bedreiging met straf, ongeluk of rampspoed.

Catastrofe
De noodlottige ontknoping van een tragedie.

Catenen
Een verzameling van bijbelverklaringen Afgeleid van het Latijnse catena patrum (keten der vaders).