CongéDe Frans-middeleeuwse dichtvorm waarbij het Lijden wordt aangeroepen door de dichter die de dood ziet naderen De nadruk ligt op de tegenstelling tussen de smart van de dichter en zijn hoop op eeuwig geluk Zie ook deze pagina.
Bijvoorbeeld: Congés van Jean Bodel (1204).
CongeriesZie accumulatie.
CongruentieHet in vorm en functie overeenstemmen van bij elkaar horende zinsdelen, meestal in persoon en getal van een onderwerp en de daarbij behorende persoonsvorm.
Antoniem: incongruentie.
ConiecturaDe vorm van de hoofdvraag van een strafproces, waarbij wordt gevraagd òf de beschuldigde de misdaad heeft begaan (an fecerit) Vergelijk finitie, qualitas en translatie.
ConjugatieEen vervoeging.
Conjuncte fonemenDe fonemen die een onderlinge samenhang of relatie hebben.
ConjunctieOvergenomen van het Latijnse woord coniunctio (verbinding) Een voegwoord; een verbindingspartikel.
De `en`-verbinding van samenstellende uitspraken tot één (samengestelde) (logische) uitspraak.
Antoniem: disjunctie.
ConjunctivusDe subjectieve modus; het drukt een wens, een wil, een twijfel, een mogelijkheid e.d uit
ConnexioZie concatenatie.
ConnotatieDe met een woord verbonden voorstellingen (van emotionele aard) buiten de eigenlijke betekenis.
Antoniem: denotatie.
ConsecutiefGevolgaanduidend Ook conclusief genoemd.
Bijvoorbeeld: `derhalve` is een consecutief bijwoord.
Consecutio temporumEen grammaticale regel volgens welke het gebruik van een bepaalde tijd in de hoofdzin een bepaalde soort van tijd in de bijzin noodzakelijk maakt.
ConsequensHet tweede argument van een implicatie, een noodzakelijke voorwaarde.
ConsessiefToegevend Ook concessief genoemd.
Bijvoorbeeld: `hoewel` is een consessief voegwoord.
ConsolatieEen elegie waarbij de nadruk ligt op troost.
ConsonantEen medeklinker.
Consonant-coniugatieDe vervoeging die zich voordoet wanneer de stam eindigt op een consonant (zie hierboven) en de conjugatie-suffix begint met een consonant (zie hierboven) Tussen de stam en de uitgang staat dan een bindvocaal.
ConstituentEen zinsdeel; een woordgroep.
Constructio ad sensumHet grammaticaal verschijnsel waarbij het predikaat niet overeenkomt met de grammaticale vorm van het subject, maar wel met de betekenis ervan Ook constructio ad sententiam genoemd Het kan gebruikt worden als stijlfiguur (syllepsis 1).
Bijvoorbeeld: `Capita coniurationis caesi sunt` (de kopstukken van de samenzwering werden gedood).
ConstruerenGrammaticaal combineren of gebruiken.
Uit gegevens en regels afleiden.
ContaminatieEen vermenging van aan elkaar verwante woorden Afgeleid van het Latijnse contaminare (beroeren, bevlekken).
Bijvoorbeeld: `optelefoneren` van `opbellen` en `telefoneren`.
Er zijn echter ook opzettelijke contaminaties, zoals `brunch` (`breakfast` en `lunch`) en `smog` (`smoke` en `fog`).
Een contaminatie kan ook uit meerdere woorden bestaan, zoals bij: `Deze auto kost duur`, waarbij `kost veel` en `is duur` zijn vermengd Zie ook porte-manteau.
ConteEen wonderlijke vertelling; een onwaarschijnlijke novelle.
ContemplatieEen vrome bespiegeling.
Contingente uitspraakEen uitspraak waarvan de waarheidswaarde afhangt van hoe de wereld in elkaar zit Vergelijk tautologie en contradictie.
ContinuantEen glijdende medeklinker; een wrijfklank.
ContinuatioHet gebruik van volle, lange zinnen.
ContourtonenDe tonen die van hoogte veranderen.
Antoniem: level- of registertonen.
ContractieDe samentrekking van klinkers In het algemeen heeft een o-klank de overhand op een a-klank, een a-klank op een e-klank.
ContradictieAfgeleid van het Latijnse contra (tegen) en dicere (spreken) Een tegenspraak; een tegenstrijdigheid Vergelijk met oxymoron.
Een door een negatie noodzakelijk onware tautologie Vergelijk met contingente uitspraak.
Bijvoorbeeld: `het is niet zo dat het regent of niet regent`
ContrapuntEen metrische variatie waarbij de hoofdversvoet jambisch is en afgewisseld wordt met een dactylische of trocheïsche versvoet Ook counterpoint genoemd Zie antimetrie.
ContrariumHet gebruik van één of twee tegengestelde beweringen om een andere te bevestigen.
Contrastieve grammaticaEen spraakkundige beschrijving van de structurele verschillen tussen twee talen.
ContrepèterieZie antistrofe 1.
ControversiaHet uitspreken van een rede over een verzonnen juridisch geval als oefening op de retorenscholen De andere oefeningen waren: chrie, declamatio, suasoria, laudatio en vituperatio.
ConundrumEen raadsel.
ConversieZie transmutatie.
CoördinatieEen nevenschikking.
CoplaEen gedichtje in de Spaanse volkspoëzie van één strofe met drie tot vijf, gewoonlijk echter vier achtlettergrepige regels, de cuarteles, of uit vier regels met afwisselend zeven en vijf lettergrepen, de seguidillas De thema`s zijn gevoelens van liefde, haat, verlangen, smart en heimwee.
CopulaEen koppelwerkwoord Afgeleid van het Latijnse copulare (samenvoegen).
CopulatieDe verbinding van onderwerp en gezegde door de copula (zie hierboven).
CorollaireEen stelling die onmiddellijk uit het voorafgaande volgt.
CorollariumEen bijvoegsel.
CoronaalMet de tongpunt gearticuleerd.
CoronisHet Griekse teken boven klinkers ter aanduiding van samentrekking.
CorpusHet centrale deel van een redevoering Vergelijk exordium en peroratie.
Een verzameling teksten.
CorrectieHet stijlmiddel waarbij de schrijver zijn eigen woorden corrigeert Vaak gebruikt bij het stijlmiddel conciliatie.
De toehoorders voorbereiden op het horen van iets onplezierigs
CorrelatieEen reeks van opposities, elk tussen twee fonemen, die een archifoneem hebben en waartussen tegelijkertijd een gemeenschappelijk verschil bestaat.
CorrelatiefEen antecedent waarop een betrekkingswoord slaat.
CorrelativaDe woorden die door een kleine verandering aan het begin van het woord achtereenvolgens een vragende, aanwijzende of betrekkelijke betekenis hebben.
CorroboratieDe steun voor een argument of redenering.
CoryfeeEen koorleider in de Griekse tragedie.
CounterpointZie contrapunt.
CreoliseringHet geheel van de verschijnselen die zich voordoen bij plotseling contact van een Europese met een inlandse taal.
CrenologieHet nagaan van werken die invloed op een tekst hebben kunnen uitoefenen; letterkundig bronnenonderzoek Afgeleid van het Griekse krene (bron) Vergelijk doxologie 2.
CrasisEen samensmelting van twee klinkers tot één klank, in het bijzonder de laatste en de eerste klinker van twee woorden Letterlijk overgenomen van het Griekse krasis (vermenging).
CreticusDe klassieke versvoet: - U -.
Crux ansataHet teken `_`.
CryptanalyseDe taaltheorie die het mogelijk acht een taal te analyseren zonder daarbij de betekenis der woorden te betrekken.
CuartelEen Spaanse copla-vorm, bestaande uit vier achtlettergrepige regels.
Curiosa felicitasEen gelukkige taalwending of een stijl die berust op toewijding van de schrijver De term werd geïntroduceerd door Petronius.
CursusDe middeleeuwse tegenhanger van de clausula, die ontstond toen het onderscheid tussen lange en korte lettergrepen vervaagde en werd vervangen door het onderscheid tussen beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen
Cyclisch gedichtEen strofisch gedicht waarvan de slotstrofe de beginstrofe herhaalt.
CyclogramEen woord dat eindigt met letters waar het mee begint Ook rondloper of staartbijter genoemd.
Bijvoorbeeld: `weduwe` en `ingeving`.
CyclusEen groep lyrische of epische werken, die samenhangen door een zekere eenheid van onderwerp, sfeer of vorm Zie romancyclus en raamvertelling.
Cyrillisch schriftHet alfabet dat door Cyrillus rond de 9e eeuw werd gebruikt en de basisvorm is van het alfabet van enkele Slavische talen.
Zie ook deze pagina.
DactylusEen versvoet met de vaste combinatie: - U U In de tijd van de Renaissance zijn de klassieke versmaten in West-Europa overgenomen Daar in de Westeuropese talen de lengte van de lettergreep geen duidelijke rol speelt, kon men de afwisseling kort : lang niet overnemen Men verving die door een afwisseling van geaccentueerde en ongeaccentueerde lettergrepen, als in het volgende Nederlandse voorbeeld van Potgieter (waarbij - een geaccentueerde en U een ongeaccentueerde lettergreep voorstelt):
Grauw is uw hemel en stormig uw strand
- U U ¦ - U U ¦ - U U ¦ -
Dativus(Datief, Dativus) De derde naamval Afgeleid van het Griekse dôtike (geneigd tot geven).
Bijvoorbeeld: `Met voorbedachten rade.`
Datief(Datief, Dativus) De derde naamval Afgeleid van het Griekse dôtike (geneigd tot geven).
Bijvoorbeeld: `Met voorbedachten rade.`
DalingZie bij
thesis
DandyismeDe romantisch-aristocratische protesthouding van bepaalde negentiende-eeuwse auteurs.
Bijvoorbeeld: Byron
DagboekromanZie bij
ik-roman
DactylologieDe vingertaal Afgeleid van het Griekse daktulôs (vinger)
DeesisEen heftige smeekbede aan goden of mensen
DeelwoordDe vorm van het werkwoord die de werking als attribuut van een zelfstandigheid voorstelt.
Synoniem: participium
DeductieDe wijze van redeneren waarbij men vanuit algemene verschijnselen een bijzondere regel afleidt Als de premissen wetenschappelijk kunnen worden aangetoond is er sprake van een syllogisme.
Antoniem: inductie 2.
Een redenering die een conclusie heeft die gegarandeerd waar is als de premissen waar zijn Als de premissen slechts waarschijnlijk waar zijn, is er sprake van een enthymema.
Vergelijk: inductie 3.
DedicatieDe opdracht van een geschrift Afgeleid van het Latijnse dicare (opdragen)
DecorumDe mate waarin de stijl van een rede is aangepast aan het publiek en het onderwerp Ook aptum genoemd Een onderdeel van de elocutie
DeclinatieAfgeleid van het Latijnse declinare (van de rechte weg afleiden) Een verbuiging(sgroep).
Downdrift.
DeclamatoriumEen dichtstuk dat bij de voordracht wordt begeleid en afgewisseld door muziek of zang
DeclamatioHet openbaar uitspreken van een rede als klassieke oefening aan de retorenscholen De andere oefeningen waren: chrie, controversia, suasoria, laudatio en vituperatio
DeclamatieEen retorische, hoogdravende rede
DecasyllabusEen tienlettergrepige (vers)regel.
Een tienvoetig jambisch vers.
Defectieve werkwoordenDe werkwoorden die niet alle vormen of tijden hebben
DeficiëntieHet tekort aan redundantie Het treedt op bij polysemie die niet voldoende door de context ingeperkt is
DefinietBepaald
DefinitioZie explicatio
DeflexieHet verdwijnen van buigingsuitgangen
DehortatioEen waarschuwing, een advies het tegenovergestelde te doen
DeiktischAanwijzend, dat wil zeggen: verwijzend naar de concrete taalgebruikssituatie Vergelijk anafoor 2.
Bijvoorbeeld: `hier` is een deiktische uitdrukking
DelabialisatieOntronding
DeletieHet wegvallen van een klank.
Bijvoorbeeld: de `d` in `leder`.
Zie detractie 2.
DeliberatioHet evalueren van verschillende mogelijkheden van handelen
DeliberativumDe soort politieke redevoeringen waarin geprobeerd wordt de toehoorders een voorstel te laten steunen of af te wijzen Vergelijk demonstrativum en iudicale
DeltaDe vierde letter van het Griekse alfabet, geschreven als ? Zie deze pagina voor het volledige Griekse alfabet
DemonstratieEen levendige, gedetailleerde beschrijving van personen of zaken Ook descriptie, diatypose, effiguratie, ekfrase, enargia, evidentia, hypotypose of illustratie genoemd
Demonstratief(Demonstratief, Demonstrativum) (Een) aanwijzend (voornaamwoord).
Bijvoorbeeld: een `demonstratief pronomen` is een aanwijzend voornaamwoord
DemonstrativumDe soort redevoeringen waarin iemand wordt geprezen of afgekeurd Vergelijk deliberativum en iudiciale
Demonstrativum(Demonstratief, Demonstrativum) (Een) aanwijzend (voornaamwoord).
Bijvoorbeeld: een `demonstratief pronomen` is een aanwijzend voornaamwoord
DendrografieHet beschrijven van een boom
DenominaalVan een nomen afgeleid