Retorica - effectief spreken en schrijven

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Retorica
Datum & Land: 17/11/2012, NL offline
Woorden: 2239


Ergatief
De naamval voor het subject in transitieve zinnen, bijvoorbeeld in Australische talen.
Antoniem: absolutief

Ergoteren
Het redeneren op scholastieke wijze

Eristiek
De twist- en redeneerkunde

Erlebte Rede
Een tussenvorm van de directe en indirecte rede, veelal door impressionisten gebruikt De woordvolgorde is gelijk aan die van de directe rede, maar de zin staat niet in de eerste, maar in de derde persoon, terwijl de tijd het imperfectum van het verhaal is.
Bijvoorbeeld: `Hij zei, hij zou ook meegaan.`
Deze vorm wordt ook style indirect libre of verschleierte Rede genoemd

Erotesis
Een retorische vraag die sterke afkeuring of ontkenning impliceert

Erziehungsroman
Zie bij ontwikkelingsroman

Essay
Een tot het beschouwende of didactische genre behorende verhandeling in proza over een onderwerp uit de wetenschap of kunst.
Bijvoorbeeld: Lier en Lancet door Vestdijk

Eschatocol
De slotformule, het sluitstuk van een oorkonde

Esopet
Een verzameling 13e eeuwse Nederlandse dierenfabels

Escape-literatuur
De literatuur waarmee aan de werkelijkheid wil ontsnappen

Esbattement
Een middeleeuws, komisch toneelstuk, dat tafereeltjes uit het volksleven weergaf.
Een kluchtspel bij de rederijkers.
Bijvoorbeeld: Esbattement van den Appelboom (1578).

Ethopoia
Een beschrijving van natuurlijke neigingen

Etymologie
De leer van de afleiding van de woorden; leer van de afkomst van de woorden Afgeleid van het Griekse etumôs (waar, echt)

Etymon
De oorspronkelijke wortel of bron van een woord Afgeleid van het Griekse etumôs (waar, echt)

Et-teken
De ampersand: &

Etnofaulisme
Een discriminerend scheldwoord voor iemand van een andere etnische herkomst

Eucharistia
Het stijlmiddel waarbij een dankzegging wordt gedaan tijdens een rede

Euche
Een belofte of eed tijdens een rede Ook wel orcos genoemd

Eufemisme
Een verbloemde, verzachtende benaming van iets onaangenaams Van het Griekse eufêmia (een mooie naam voor een slecht ding) Politici maken een dankbaar gebruik van deze stijlfiguur Wanneer zij bijvoorbeeld een bezuiniging (negatief) moeten aankondigen, spreken zij over bestedingsbeperking (neutraal).
Veel eufemismen hebben betrekking op geslachtsorganen en menstrueren.
Antoniem: dysfemisme

Eulogia
Een persoon of voorwerp aanprijzen tijdens een rede

Euphuïsme
Een gekunstelde schrijftrant; een (overdreven) ingewikkelde stijl; een retorische stijl Naar John Lyly`s Euphues, the anatomy of wyt (1578) en Euphues and his England (1580) Een vorm van maniërisme Vergelijk gongorisme, marinisme, preciositeit en Schwulst

Eustathia
Een gelofte van standvastigheid tijdens een rede

Euhemerisme
Het interpreteren van mythen als geschiedenis, bijvoorbeeld door goden te zien als verheerlijkte bijzondere mensen Genoemd naar Euhemerus, mythograaf uit de 4e eeuw v.G.T

Eufonie
Een klankverandering om uitspraakgemak (of welluidendheid)

Evidentia
Een levendige, gedetailleerde beschrijving van personen of zaken Ook demonstratie, descriptie, diatypose, effiguratie, ekfrase, enargia, hypotypose en illustratie genoemd

Exegese
Een tekstverklaring, in het bijzonder van bijbelse tekst

Excerpt
Een uittreksel

Exclamatie
Een uitroep; een luid geroep

Excursus
Zie bij digressie

Excerperen
Een uittreksel maken.
Het maken van aantekeningen uit een geschrift met een bepaald doel.

Exaggeratie
Zie bij amplificatie

Exempel
Een middeleeuws stichtelijk verhaal, dat een treffend voorbeeld geeft van de liefde van God of Zijn Heiligen Afgeleid van het Latijnse exemplum (voorbeeld).
Bijvoorbeeld: Exempla van Cornelius Nepos

Exemplum
Een geciteerd voorbeeld, waar gebeurd of niet; een illustratief voorbeeld

Exergasia
Het herhalen van dezelfde gedachte in vele figuren

Exhortatief
Aanmanend; vermanend

Existentiëel werkwoord
Een werkwoord dat een bestaan uitdrukt.
Bijvoorbeeld: `zijn`

Exodos
Het laatste deel van de klassieke tragedie Na het laatste stasimon verliet het koor het podium en zong het lied van de aftocht, de exodos Het stuk had zijn ontknoping gekregen, de held was geslagen en had het lot ondergaan, zoals hij het had verdiend De katharsis lag voor hem

Exoniem
De eigen vorm in een taal voor een buitenlandse geografische aanduiding.
Bijvoorbeeld: `Rome` in plaats van `Roma`

Exordium
De inleiding van een rede Vergelijk corpus en peroratie.
Zie meer informatie over de indeling van een klassieke rede op de pagina over Ordening

Expeditio
Het verwerpen van alle alternatieven behalve één Ook apofasis genoemd

Expiratiedruk
De kracht waarmee bij het vormen van klanken de lucht uit de longen gedreven wordt

Expletief / Expletivum
Een woord dat als onnodig in een zin kan worden beschouwd; een stopwoord Afgeleid van het Latijnse ex (zeer) en plere (vullen)

Explicatio
Het deel van een rede waarin de gebruikte termen worden gedefinieerd en de zaken geopend die moeten worden behandeld Werd ook definitio genoemd.
Zie meer informatie over de indeling van een klassieke op de pagina over Ordening

Expliciet
Uitdrukkelijk.
Antoniem: impliciet, stilzwijgend

Explicit
De laatste woorden van een tekst of een handschrift Afkomstig van het Latijnse explicitum est volumen, explicitus est liber (de boekrol is geheel uitgerold, het boek is ten einde)

Explosief
Zie bij Occlusief

Expressie
Een uitdrukking, een gezegde

Expressief
De eigenschap van klanken die een bepaald gevoel aanduiden

Exquisitie
Zie bij percontatie

Ex-tempore
Een onvoorbereide rede in poëzie of proza

Extrapositie
Het verplaatsen van de ingebedde zin naar het eind van de zin

Extravaganza
Een fantastisch stuk, meestal een parodie.

Exuscitatio
Emotionele uitingen die de toehoorders moeten bewegen tot soortgelijke gevoelens

Fabliau
Een kleine humoristische en gewaagde vertelling of verhalend gedicht, in octosyllabische paarsgewijs rijmende verzen, uit het dagelijks leven Ook boerde, Schwank of sproke genoemd

Fabel
Een verhaal in dichtvorm behorende tot het beschouwende of didactische genre De fabel is van allegorische aard en bevat een moraal (levensles) De hoofdpersonen zijn in hoofdzaak dieren.
Bijvoorbeeld: de fabels van Lafontaine.
De eerst bekende dichter, die als schrijver van fabels te boek staat, is de Griek Aesopus (6e eeuw v.G.T.) Van zijn fabels zijn in de dertiende eeuw een aantal in het Middelnederlands uitgegeven onder de titel Esopet.
In feite echter is dit genre veel ouder: reeds bij de Egyptenaren en Indiërs vinden wij fabels (al zijn de bekendste verzamelingen, Pançatantra en Hitopadeça, van later datum)

Fabula atellana
Zie bij atellana

Fabula palliata
Een vorm van blijspel of tragedie door Livius Andronicus in Rome ingevoerd in de derde eeuw v.G.T., grotendeels in navolging van Griekse voorbeelden De personages droegen Griekse kledij Afgeleid van het Latijnse pallium (mantel).
Bijvoorbeeld: Miles gloriosus van Plautus (±200 v.G.T.)

Fabula praetextata
Een soort historisch drama waarvan de inhoud gebaseerd was op de Romeinse geschiedenis en met bekende Romeinse helden als personages De spelers droegen Romeinse kledij Afgeleid van het Latijnse toga praetexta (de toga met de purperen band).
Bijvoorbeeld: Alimonium Romuli et Remi van Naevius (±200 v.G.T.)

Fabula togata
Een vorm van blijspel gebaseerd op Griekse modellen, maar aangepast aan Romeinse toestanden De spelers droegen Romeinse kledij.
Bijvoorbeeld: Divortium van Afranius (tweede eeuw v.G.T.)

Facetie
Een korte, grappige vertelling met erotische of scatologische inslag Verwant aan de boerde, maar vernuftiger naar vorm en inhoud Afgeleid van het Latijnse facetiae (komische invallen)

Factie
Een dramatisch genre van de Rederijkers, zonder intrige Het was een aaneenschakeling van monologen, gebracht door personages uit alle rangen en standen.
Bijvoorbeeld: Van den Coninc Philippus van P de Herpener (1556)

Factitief
Een werkwoord dat een doen uitdrukt; met bepaling bij het direct object; causatief

Fallisch gedicht
Een bacchisch vers

Familieroman
Het episch genre waarbij de schrijver het wel en wee beschrijft van een gezin of een familie gedurende enkele generaties

Fantastiek
De literatuur van de verbeelding.
Bijvoorbeeld: de mythen van de mensheid

Farce
Een kort en komisch toneelstuk uit de late middeleeuwen, vaak als tussenspel tussen scènes van religieus toneel Door het opvoeren van karikaturiale personages liet men de toeschouwers om hun eigen gebreken lachen Afgeleid van het Franse farce (opvulling)

Faryngaal
Een in de keelholte gevormde klank

Fatisch
Afgeleid van het Griekse femi (zeggen) De woordvormen in de zin betreffend.
Communicatie omwille van de gevoelens en gezelligheid, in plaats van als doel te hebben informatie, ideeën of een mening uit te wisselen.
Bijvoorbeeld: `Nou, ik zou zo zeggen: pas goed op jezelf.`

Faucaal
Een keelklank Afgeleid van het Latijnse fauces (keel)

Features
De kenmerken van (spraak)klanken

Feminimum
Het vrouwelijk grammatisch geslacht.
Een vrouwelijk substantief.

Fictie
De vorm van schrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van verzonnen elementen

Figura etymologica
Het verbinden van twee woorden van éénzelfde stam vergelijk paronomasia en polyptoton.
Bijvoorbeeld: `een leven leven`

Figuur
Elke pakkende of ongewone samenstelling van woorden of frasen

Figuurdicht
Zie calligram en carmen figuratum

Filippica
Een strafrede; een smaadrede Met name sommige redevoeringen van Demosthenes en Cicero zijn in deze stijl opgezet Demosthenes gebruikte deze redestijl bijvoorbeeld om de Atheners tegen Philip II van Makedocië (de vader van Alexander de Grote) op te zetten

Filologie
De historische en/of vergelijkende taal- en literatuurwetenschap; de wetenschap van de taal met op teksten geconcentreerde aandacht; de taalkunde

Finale (bij)zin
Een doelaangevende (bij)zin

Finiet
Persoons-

Finitie
De vorm van de hoofdvraag van een strafproces, waarbij wordt gevraagd of de beschuldigde precies dát heeft gedaan waarvan hij beschuldigd wordt (an hoc fecerit) Vergelijk coniectura, qualitas en translatie

Florilegium
Een anthologie; een bloemlezing Afgeleid van het Latijnse flos (bloem) en legere (verzamelen)

Flexiemorfeem
Het gebonden morfeem dat alleen een grammaticale functie en geen betekenis heeft.
Vergelijk: stammorfeem

Flagellantica
De literatuur die betrekking heeft op het geselen (als seksuele prikkel)

Flexie
Een buiging; een verbuiging

Flashforward
Het op het verhaal vooruitlopen

Flecteren
Het verbuigen, het vervoegen

Flashback
Een verslag binnen een verhaal van wat voorheen of vroeger gebeurd is Ook analepsis of retroversie genoemd

Flandricisme
Een woordvorming of uitdrukking die in strijd is met de regels in het Frans, wanneer het woord of de uitdrukking te letterlijk vertaald is uit het Vlaams

Fonetiek
De leer van de fysieke en fysiologische vorming van de spraakklanken Fonetische poëzie
Zie concrete poëzie

Foniek
De leer der klankverschijnselen; de samenvattende benaming voor fonetiek en fonologie (zie hieronder)

Foneem
Het kleinste betekenisonderscheidende klankcomponent van klankbouwsels

Formans
Een vormend element, met name prefixen en affixen Afgeleid van het Latijnse formare (vormen) en -ant (een (effect) bepalend voorwerp of persoon)

Formant
Elk van de geluidsfrequenties die samen een bepaalde spraaklank vormen.
Een affix.

Fortis
Een klank die met een krachtige spiersamentrekking (en dus met een sterke beklemtoningsenergie) wordt uitgesproken.
Bijvoorbeeld: `p`, `t`, `k`

Fossiel
Een ouderwets woord

Frase
Een volzin;
Een mooi klinkende uitdrukking met weinig inhoud.

Fraseologie
Een verzameling spreekwijzen (gezegdes, uitdrukkingen en idiomatische wendingen).
Woordenkeus en zinsbouw.
Het gebruik van frasen 2 (zie hierboven).

Franciseren
Een Frans karakter geven aan een (Nederlands) woord.
Bijvoorbeeld: `slijtage` van `slijten` met de typisch Franse vervoeging `-age`

Franglais
Engelse woorden in het Frans

Frankische roman
Een romanvorm van het chanson de geste De roman is vóórhoofs, omdat de zeden nog ruw zijn en de houding tegenover de vrouw van weinig verfijning getuigt