ErgatiefDe naamval voor het subject in transitieve zinnen, bijvoorbeeld in Australische talen.
Antoniem: absolutief
ErgoterenHet redeneren op scholastieke wijze
EristiekDe twist- en redeneerkunde
Erlebte RedeEen tussenvorm van de directe en indirecte rede, veelal door impressionisten gebruikt De woordvolgorde is gelijk aan die van de directe rede, maar de zin staat niet in de eerste, maar in de derde persoon, terwijl de tijd het imperfectum van het verhaal is.
Bijvoorbeeld: `Hij zei, hij zou ook meegaan.`
Deze vorm wordt ook style indirect libre of verschleierte Rede genoemd
ErotesisEen retorische vraag die sterke afkeuring of ontkenning impliceert
ErziehungsromanZie bij
ontwikkelingsroman
EssayEen tot het beschouwende of didactische genre behorende verhandeling in proza over een onderwerp uit de wetenschap of kunst.
Bijvoorbeeld: Lier en Lancet door Vestdijk
EschatocolDe slotformule, het sluitstuk van een oorkonde
EsopetEen verzameling 13e eeuwse Nederlandse dierenfabels
Escape-literatuurDe literatuur waarmee aan de werkelijkheid wil ontsnappen
EsbattementEen middeleeuws, komisch toneelstuk, dat tafereeltjes uit het volksleven weergaf.
Een kluchtspel bij de rederijkers.
Bijvoorbeeld: Esbattement van den Appelboom (1578).
EthopoiaEen beschrijving van natuurlijke neigingen
EtymologieDe leer van de afleiding van de woorden; leer van de afkomst van de woorden Afgeleid van het Griekse etumôs (waar, echt)
EtymonDe oorspronkelijke wortel of bron van een woord Afgeleid van het Griekse etumôs (waar, echt)
Et-tekenDe ampersand: &
EtnofaulismeEen discriminerend scheldwoord voor iemand van een andere etnische herkomst
EucharistiaHet stijlmiddel waarbij een dankzegging wordt gedaan tijdens een rede
EucheEen belofte of eed tijdens een rede Ook wel orcos genoemd
EufemismeEen verbloemde, verzachtende benaming van iets onaangenaams Van het Griekse eufêmia (een mooie naam voor een slecht ding) Politici maken een dankbaar gebruik van deze stijlfiguur Wanneer zij bijvoorbeeld een bezuiniging (negatief) moeten aankondigen, spreken zij over bestedingsbeperking (neutraal).
Veel eufemismen hebben betrekking op geslachtsorganen en menstrueren.
Antoniem: dysfemisme
EulogiaEen persoon of voorwerp aanprijzen tijdens een rede
EuphuïsmeEen gekunstelde schrijftrant; een (overdreven) ingewikkelde stijl; een retorische stijl Naar John Lyly`s Euphues, the anatomy of wyt (1578) en Euphues and his England (1580) Een vorm van maniërisme Vergelijk gongorisme, marinisme, preciositeit en Schwulst
EustathiaEen gelofte van standvastigheid tijdens een rede
EuhemerismeHet interpreteren van mythen als geschiedenis, bijvoorbeeld door goden te zien als verheerlijkte bijzondere mensen Genoemd naar Euhemerus, mythograaf uit de 4e eeuw v.G.T
EufonieEen klankverandering om uitspraakgemak (of welluidendheid)
EvidentiaEen levendige, gedetailleerde beschrijving van personen of zaken Ook demonstratie, descriptie, diatypose, effiguratie, ekfrase, enargia, hypotypose en illustratie genoemd
ExegeseEen tekstverklaring, in het bijzonder van bijbelse tekst
ExcerptEen uittreksel
ExclamatieEen uitroep; een luid geroep
ExcursusZie bij
digressie
ExcerperenEen uittreksel maken.
Het maken van aantekeningen uit een geschrift met een bepaald doel.
ExaggeratieZie bij
amplificatie
ExempelEen middeleeuws stichtelijk verhaal, dat een treffend voorbeeld geeft van de liefde van God of Zijn Heiligen Afgeleid van het Latijnse exemplum (voorbeeld).
Bijvoorbeeld: Exempla van Cornelius Nepos
ExemplumEen geciteerd voorbeeld, waar gebeurd of niet; een illustratief voorbeeld
ExergasiaHet herhalen van dezelfde gedachte in vele figuren
ExhortatiefAanmanend; vermanend
Existentiëel werkwoordEen werkwoord dat een bestaan uitdrukt.
Bijvoorbeeld: `zijn`
ExodosHet laatste deel van de klassieke tragedie Na het laatste stasimon verliet het koor het podium en zong het lied van de aftocht, de exodos Het stuk had zijn ontknoping gekregen, de held was geslagen en had het lot ondergaan, zoals hij het had verdiend De katharsis lag voor hem
ExoniemDe eigen vorm in een taal voor een buitenlandse geografische aanduiding.
Bijvoorbeeld: `Rome` in plaats van `Roma`
ExordiumDe inleiding van een rede Vergelijk corpus en peroratie.
Zie meer informatie over de indeling van een klassieke rede op de pagina over Ordening
ExpeditioHet verwerpen van alle alternatieven behalve één Ook apofasis genoemd
ExpiratiedrukDe kracht waarmee bij het vormen van klanken de lucht uit de longen gedreven wordt
Expletief / ExpletivumEen woord dat als onnodig in een zin kan worden beschouwd; een stopwoord Afgeleid van het Latijnse ex (zeer) en plere (vullen)
ExplicatioHet deel van een rede waarin de gebruikte termen worden gedefinieerd en de zaken geopend die moeten worden behandeld Werd ook definitio genoemd.
Zie meer informatie over de indeling van een klassieke op de pagina over Ordening
ExplicietUitdrukkelijk.
Antoniem: impliciet, stilzwijgend
ExplicitDe laatste woorden van een tekst of een handschrift Afkomstig van het Latijnse explicitum est volumen, explicitus est liber (de boekrol is geheel uitgerold, het boek is ten einde)
ExplosiefZie bij
Occlusief
ExpressieEen uitdrukking, een gezegde
ExpressiefDe eigenschap van klanken die een bepaald gevoel aanduiden
ExquisitieZie bij
percontatie
Ex-temporeEen onvoorbereide rede in poëzie of proza
ExtrapositieHet verplaatsen van de ingebedde zin naar het eind van de zin
ExtravaganzaEen fantastisch stuk, meestal een parodie.
ExuscitatioEmotionele uitingen die de toehoorders moeten bewegen tot soortgelijke gevoelens
FabliauEen kleine humoristische en gewaagde vertelling of verhalend gedicht, in octosyllabische paarsgewijs rijmende verzen, uit het dagelijks leven Ook boerde, Schwank of sproke genoemd
FabelEen verhaal in dichtvorm behorende tot het beschouwende of didactische genre De fabel is van allegorische aard en bevat een moraal (levensles) De hoofdpersonen zijn in hoofdzaak dieren.
Bijvoorbeeld: de fabels van Lafontaine.
De eerst bekende dichter, die als schrijver van fabels te boek staat, is de Griek Aesopus (6e eeuw v.G.T.) Van zijn fabels zijn in de dertiende eeuw een aantal in het Middelnederlands uitgegeven onder de titel Esopet.
In feite echter is dit genre veel ouder: reeds bij de Egyptenaren en Indiërs vinden wij fabels (al zijn de bekendste verzamelingen, Pançatantra en Hitopadeça, van later datum)
Fabula atellanaZie bij
atellana
Fabula palliataEen vorm van blijspel of tragedie door Livius Andronicus in Rome ingevoerd in de derde eeuw v.G.T., grotendeels in navolging van Griekse voorbeelden De personages droegen Griekse kledij Afgeleid van het Latijnse pallium (mantel).
Bijvoorbeeld: Miles gloriosus van Plautus (±200 v.G.T.)
Fabula praetextataEen soort historisch drama waarvan de inhoud gebaseerd was op de Romeinse geschiedenis en met bekende Romeinse helden als personages De spelers droegen Romeinse kledij Afgeleid van het Latijnse toga praetexta (de toga met de purperen band).
Bijvoorbeeld: Alimonium Romuli et Remi van Naevius (±200 v.G.T.)
Fabula togataEen vorm van blijspel gebaseerd op Griekse modellen, maar aangepast aan Romeinse toestanden De spelers droegen Romeinse kledij.
Bijvoorbeeld: Divortium van Afranius (tweede eeuw v.G.T.)
FacetieEen korte, grappige vertelling met erotische of scatologische inslag Verwant aan de boerde, maar vernuftiger naar vorm en inhoud Afgeleid van het Latijnse facetiae (komische invallen)
FactieEen dramatisch genre van de Rederijkers, zonder intrige Het was een aaneenschakeling van monologen, gebracht door personages uit alle rangen en standen.
Bijvoorbeeld: Van den Coninc Philippus van P de Herpener (1556)
FactitiefEen werkwoord dat een doen uitdrukt; met bepaling bij het direct object; causatief
Fallisch gedichtEen bacchisch vers
FamilieromanHet episch genre waarbij de schrijver het wel en wee beschrijft van een gezin of een familie gedurende enkele generaties
FantastiekDe literatuur van de verbeelding.
Bijvoorbeeld: de mythen van de mensheid
FarceEen kort en komisch toneelstuk uit de late middeleeuwen, vaak als tussenspel tussen scènes van religieus toneel Door het opvoeren van karikaturiale personages liet men de toeschouwers om hun eigen gebreken lachen Afgeleid van het Franse farce (opvulling)
FaryngaalEen in de keelholte gevormde klank
FatischAfgeleid van het Griekse femi (zeggen) De woordvormen in de zin betreffend.
Communicatie omwille van de gevoelens en gezelligheid, in plaats van als doel te hebben informatie, ideeën of een mening uit te wisselen.
Bijvoorbeeld: `Nou, ik zou zo zeggen: pas goed op jezelf.`
FaucaalEen keelklank Afgeleid van het Latijnse fauces (keel)
FeaturesDe kenmerken van (spraak)klanken
FeminimumHet vrouwelijk grammatisch geslacht.
Een vrouwelijk substantief.
FictieDe vorm van schrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van verzonnen elementen
Figura etymologicaHet verbinden van twee woorden van éénzelfde stam vergelijk paronomasia en polyptoton.
Bijvoorbeeld: `een leven leven`
FiguurElke pakkende of ongewone samenstelling van woorden of frasen
FiguurdichtZie calligram en carmen figuratum
FilippicaEen strafrede; een smaadrede Met name sommige redevoeringen van Demosthenes en Cicero zijn in deze stijl opgezet Demosthenes gebruikte deze redestijl bijvoorbeeld om de Atheners tegen Philip II van Makedocië (de vader van Alexander de Grote) op te zetten
FilologieDe historische en/of vergelijkende taal- en literatuurwetenschap; de wetenschap van de taal met op teksten geconcentreerde aandacht; de taalkunde
Finale (bij)zinEen doelaangevende (bij)zin
FinietPersoons-
FinitieDe vorm van de hoofdvraag van een strafproces, waarbij wordt gevraagd of de beschuldigde precies dát heeft gedaan waarvan hij beschuldigd wordt (an hoc fecerit) Vergelijk coniectura, qualitas en translatie
FlorilegiumEen anthologie; een bloemlezing Afgeleid van het Latijnse flos (bloem) en legere (verzamelen)
FlexiemorfeemHet gebonden morfeem dat alleen een grammaticale functie en geen betekenis heeft.
Vergelijk: stammorfeem
FlagellanticaDe literatuur die betrekking heeft op het geselen (als seksuele prikkel)
FlexieEen buiging; een verbuiging
FlashforwardHet op het verhaal vooruitlopen
FlecterenHet verbuigen, het vervoegen
FlashbackEen verslag binnen een verhaal van wat voorheen of vroeger gebeurd is Ook analepsis of retroversie genoemd
FlandricismeEen woordvorming of uitdrukking die in strijd is met de regels in het Frans, wanneer het woord of de uitdrukking te letterlijk vertaald is uit het Vlaams
FonetiekDe leer van de fysieke en fysiologische vorming van de spraakklanken Fonetische poëzie
Zie concrete poëzie
FoniekDe leer der klankverschijnselen; de samenvattende benaming voor fonetiek en fonologie (zie hieronder)
FoneemHet kleinste betekenisonderscheidende klankcomponent van klankbouwsels
FormansEen vormend element, met name prefixen en affixen Afgeleid van het Latijnse formare (vormen) en -ant (een (effect) bepalend voorwerp of persoon)
FormantElk van de geluidsfrequenties die samen een bepaalde spraaklank vormen.
Een affix.
FortisEen klank die met een krachtige spiersamentrekking (en dus met een sterke beklemtoningsenergie) wordt uitgesproken.
Bijvoorbeeld: `p`, `t`, `k`
FossielEen ouderwets woord
FraseEen volzin;
Een mooi klinkende uitdrukking met weinig inhoud.
FraseologieEen verzameling spreekwijzen (gezegdes, uitdrukkingen en idiomatische wendingen).
Woordenkeus en zinsbouw.
Het gebruik van frasen 2 (zie hierboven).
FranciserenEen Frans karakter geven aan een (Nederlands) woord.
Bijvoorbeeld: `slijtage` van `slijten` met de typisch Franse vervoeging `-age`
FranglaisEngelse woorden in het Frans
Frankische romanEen romanvorm van het chanson de geste De roman is vóórhoofs, omdat de zeden nog ruw zijn en de houding tegenover de vrouw van weinig verfijning getuigt