Retorica - effectief spreken en schrijven

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Retorica
Datum & Land: 17/11/2012, NL offline
Woorden: 2239


Causaal
Redengevend.

Causalis
(Causatief, Causalis) Een zwak werkwoord aanduidend dat het onderwerp bewerkt wat door het verwante sterke werkwoord wordt uitgedrukt.
Bijvoorbeeld: `vellen` is causatief ten opzichte van `vallen`.

Causatief
(Causatief, Causalis) Een zwak werkwoord aanduidend dat het onderwerp bewerkt wat door het verwante sterke werkwoord wordt uitgedrukt.
Bijvoorbeeld: `vellen` is causatief ten opzichte van `vallen`.

Cavatina
Een korte aria, zonder herhaling, in het bijzonder aan het slot van een recitatief.

Cesuur
De rust in een vers ín het versvoet.
Een woordeinde dat niet samenvalt met het einde van een versvoet Men onderscheidt:
a mannelijke cesuur: - ¦ U U.
b vrouwelijke cesuur: - U ¦ U.

Cerebraal
(Van occlusieven) gevormd met teruggebogen tongpunt waarvan de rand articuleert met het voorste deel van het harde verhemelte; ook cacuminaal genoemd.

Cento
Een werk, stuk of gedicht dat is samengesteld uit werk van andere auteurs Ook pastiche genoemd.

Centumtaal
De benaming voor elk van de westelijke groep van de Indogermaanse talen Genoemd naar de onderscheidende benaming voor `honderd` (Latijn: centum) Vergelijk satemtaal.

Chanson de femme
Een vorm van lyrische poëzie uit de twaalfde eeuw, bestaande uit enkele eenvoudige strofen met refrein Het thema is de liefde en wordt bezongen door de vrouw In vage bewoordingen zingt ze een aantal typische situaties, zoals tegengewerkte liefde Ook chanson d`histoire of chanson de toile genoemd.
Bijvoorbeeld: Bel Idoine (twaalde eeuw).

Chanson d`histoire
Zie chanson de femme (hierboven).

Chanson balladée
Een uit de ballade onstane dichtvorm met cyclische structuur In zijn eenvoudigste vorm telt dit kunstlied vijf strofen, samen 21 versregels, die als volgt verdeeld worden:
refrein (vijf versregels)
eerste strofe (drie versregels)
tweede strofe (drie versregels)
derde strofe (vijf versregels)
refrein (vijf versregels)
Na het refrein komt een keerpunt (le lai vire) en kan de dichter verdergaan met drie strofen en een refrein Het patroon kan zo vaak herhaald worden als de dichter wenst.

Chanson
(d`amour) Een vorm van liefdeslied, vooral door de Provençaalse troubadours beoefend Het chanson telt vijf of zes strofen en een envoi De dichter streeft naar technische virtuositeit binnen eenzelfde thematiek: de hoofse minne.

Chanson de geste
De Franse ridderepiek, de bakermat van de middeleeuwse letterkunde Zij verheerlijken de ridder en bezingen zijn moed, vechtlust en trouw Het beroemdste van deze liederen, La chanson de Roland, is vertaald of bewerkt in het Nederlands, Duits, Noors en Italiaans Tegen het midden van de 12e eeuw treedt het heroïeke meer op de achtergrond, de vrouw gaat een belangrijker plaats innemen Nu ontstaat de hoofse ridderroman, waarin Britse, klassieke en Oosterse verhaalstof verwerkt zijn.

Chanson de mal-mariée
Een chanson de femme (zie hierboven) waarin wordt bezongen dat de vrouw aan een oude man is uitgehuwelijkt.

Chanson de toile
Zie chanson de femme (hierboven).

Characterismus
Het beschrijven van een lichaam of geest.

Charade
Een lettergreepraadsel.

Charivaria
Stijlbloempjes en `ismen`, verzameld in de Groene Amsterdammer, door Charivarius, pseudoniem van Dr G Nolst Trénité.

Chauceriaanse stanza
Een strofevorm van zeven decasyllabische jambische pentameters met het rijmschema ababbcc Chaucer gebruikte deze vorm in sommige van zijn verhalende gedichten, waaronder in The Canterbury Tales Ook rhyme royal genoemd.

Chiasma
(Chiasma, chiasme) De kruisstelling van woorden Afgeleid van de Griekse letter `X (chi)`.
Bijvoorbeeld: `katten en honden, honden en katten`.
Het chiasma kan subtiel en diep verborgen zijn, zoals in de volgende regels uit Boutens` Goede Dood:
Voor wien kinderen en wijzen
Lachend laten boek en spel,

chiasme
(Chiasma, chiasme) De kruisstelling van woorden Afgeleid van de Griekse letter `X (chi)`.
Bijvoorbeeld: `katten en honden, honden en katten`.
Het chiasma kan subtiel en diep verborgen zijn, zoals in de volgende regels uit Boutens` Goede Dood:
Voor wien kinderen en wijzen
Lachend laten boek en spel,

Choliambe
Een zesvoetig jambisch vers met een trochee of spondee als laatste voet: U - ¦ U - ¦ U ¦ - ¦ U - ¦ U ¦ - U.
Ook hinkjambe genoemd Afgeleid van het Griekse chôlos (verminkt) en iambôs (jambe).

Choree
Zie trochee.

Choriambus
De klassieke vierlettergrepige versvoet met het accentschema:
- U U -.

Chorografie
Het beschrijven van een natie.

Chrestomathie
Een bloemlezing, met name van een schrijver in een vreemde taal, om deze taal te leren Ook anthologie genoemd Afgeleid van het Griekse chrestôs (nuttig) en manthano (leren).

Chrie
Het schrijven van een verhandeling over een gnome als één van de klassieke oefeningen op de retorenschool Het aangeduide onderwerp werd telkens volgens een vaststaand schema behandeld Na de tekst van de gnome volgde een lofprijzing op de auteur ervan en het bewijs van de juistheid van het gezegde Daarop volgde een nadere toelichting van de gnome met voorbeelden en getuigenissen, een weerlegging van de tegenwerpingen en een samenvattend slot De andere klassieke oefeningen waren: declamatio, controversia, suasoria, laudatio en vituperatio.
Een korte uitwijding over de daad of een uitspraak van een persoon die wordt genoemd in een (juridische) rede

Christogram
De ineengeschreven Griekse beginletters van Christos: `X (chi)` en `P(rho)` Afgeleid van het Griekse christôs (Christus, gezalfde).

Chroma
Een rede voor het gerecht, waarbij hier en daar de mening niet regelrecht wordt gezegd, maar in dubbelzinnigheden gehuld wordt.

Chronodistichon
Een chronogram (zie hieronder) in dubbelversvorm.

Chronografie
Het beschrijven van tijd.

Chronogram
Een Latijnse tekst, waarvan de letters die een getal kunnen voorstellen samen een jaartal vormen Zelden ook chronicum genoemd.

Chronosticon
Een chronogram (zie hierboven) van in versvorm.

Chute
Het keerpunt in een sonnet, de wending in de ontwikkelde gedachte tussen het octaaf en het sextet Ook volta genoemd.

Circumflexus
(Circumflex, Circumflexus) Het samentrekkingsteken, ~, ^.
Bijvoorbeeld: `Neêrlands` voor `Nederlands`.

Circumlocutie
Zie perifrase.

Citadelpoëzie
De poëzie waarin de lof wordt gezongen van de verdediging van Antwerpen door Chassé in 1832.

Circumflex
(Circumflex, Circumflexus) Het samentrekkingsteken, ~, ^.
Bijvoorbeeld: `Neêrlands` voor `Nederlands`.

Circuitus verborum
De periodebouw.
Omhaal van woorden.

Circulus (in) probando
Een cirkelbewering.

Cluyte
Een middeleeuwse, realistische klucht, die na de abele spelen werd opgevoerd Deze was dikwijls plat en ruw; er wordt veel in gescholden en geslagen Geliefd was het thema van de vrouw met de broek aan en de sullige echtgenoot.
Bijvoorbeeld: De Buskenblaser en Nu Noch.

Climax
Het stijlmiddel waarbij er gebruik wordt gemaakt van een opeenvolging van steeds sterkere uitdrukkingen (qua betekenis of lengte) Ook gradatie genoemd Afgeleid van het Griekse klimax (ladder, trap).
Bijvoorbeeld: `hij werd boos, woedend, ziedend`.
Antoniem: anticlimax 1.
Het hoogtepunt van spanning in een verhaal.
Antoniem: anticlimax 2.

Clerihew
Een speelde dichtvorm van vier paarsgewijs rijmende verzen.

Cliché
Een veelgebruikte beeldspraak, waardoor deze `afgesleten` is.

Clausule
Een dertienregelige strofe, welke strofevorm uit het Latijn afkomstig is en het rijmschema aabaabaabaabb heeft De Nederlandse dichter Jacob van Maerlant (1235-1300) schreef op deze wijze zijn Strofische Gedichten.

Classicisme
De navolging van de Griekse of Romeinse oudheid in kunst of letteren.

Clausula
De ritmische afsluiting van een zin in de klassieke retorica, gebaseerd op een bepaalde opeenvolging van lange en korte lettergrepen Zij bestaat uit een verbinding van twee voeten uit de volgende reeks: spondee, trochee, dichoree, dactylus, creticus en paeon primus De laatste voet van deze verbinding wordt ook cadens genoemd

Codex
Een oud handschrift Afgeleid van het Latijnse caudex (boomstam, boek).

Cognaat
Een woord van gelijke afstamming.

Coacervatie
Zie accumulatie.

Coda
Een aan een sonnet toegevoegde regel of strofe.

Cognomen
Zie bij antonomasia.

Cohesie
De innerlijke samenhang van de woorden en morfemen in een zin.

Collectaneum
Een verzameling van uittreksels uit boeken en geschriften.

Collectief
Een substantief in enkelvoud, dat echter meerdere personen of zaken omvat.
Bijvoorbeeld: `massa`, `paar`, `groep`, `reeks`, `bos`, etc.
Een verzamelnaam.
Antoniem: appelatief.

Collocatie
Een idiomatische verbinding van twee of meer woorden.

Collocutor
Een gesprekspartner Afgeleid van het Latijnse colloqui (converseren).

Colon
Een onderdeel van een vers waarvan de woorden tussen twee pauzen uitgesproken wordt Deze pauzen hoeven niet noodzakelijk adempauzen te zijn Zie ook isocolon.
Zie membrum.
Een versdeel waarvan twee of meer voeten door een sterkere beklemtoning een ritmische eenheid vormen De (mogelijke) geledingen binnen één colon (van één tot drie woorden) noemt men commata.
De dubbelepunt.

Color
De retorische term voor de manier waarop een spreker het feit `kleurt`.
Bijvoorbeeld: minutio en amplificatie.

Combinatorische variatie
Een verandering in een klank onder invloed van naburige klanken.

Comédie
Een blijspel

Comma
Eén tot drie woorden die een deel vormen van een colon 3.

Commedia all`improviso
Zie comedia dell`arte (zie hieronder).

Commedia dell`arte
Het blijspel waarbij de tekst geïmproviseerd wordt naar aanleiding van een van te voren in grote lijnen vastgesteld intrige Hierbij maakt men gebruik van bepaalde, steeds terugkerende typen, zoals Harlekijn Ook comedia all`improviso genoemd.

Commoratio
Het benadrukken van een hoofdpunt door het verschillende malen te herhalen in verschillende woorden.

Communio
Zie complexio.

Commutatieproef
De proef tot vaststelling van de fonemen van een taal door het vergelijken van woorden die in één klank verschillen.

Commutatio
De volgorde van de eerste clausules omdraaien in de tweede.

Comparatief
(Comparatief, Comparativus) De vergrotende (of vergelijkende) trap Vergelijk positief, superlatief en elatief.
Bijvoorbeeld: `langer (dan)`, `groter (dan)`.
In het Latijn heeft deze trap vier betekenissen: `langer`, `nog al lang`, `te lang` en `langste` (als het gaat over twee personen of twee zaken).

Comparativus
(Comparatief, Comparativus) De vergrotende (of vergelijkende) trap Vergelijk positief, superlatief en elatief.
Bijvoorbeeld: `langer (dan)`, `groter (dan)`.
In het Latijn heeft deze trap vier betekenissen: `langer`, `nog al lang`, `te lang` en `langste` (als het gaat over twee personen of twee zaken).

Compendium
Afgeleid van het Latijnse pendere (wegen) - Een kort begrip.
Een samenvattend overzicht.

Competence
(Competence, competentie) De kennis die de taalgebruiker heeft van zijn moedertaal en die hem in staat stelt op correcte wijze en in een situatie passende zinnen in die taal te vormen en te begrijpen Ook taalvermogen en competence genoemd.
Antoniem: performance.

competentie
(Competence, competentie) De kennis die de taalgebruiker heeft van zijn moedertaal en die hem in staat stelt op correcte wijze en in een situatie passende zinnen in die taal te vormen en te begrijpen Ook taalvermogen en competence genoemd.
Antoniem: performance.

Complainte
De Frans-middeleeuwse en Engels-renaissancistische benaming voor een elegie Vaak was de complainte satirisch bedoeld of is ze een humoristische schijnklacht (zoals bij Chaucer over een lege geldbeurs).

Complement
Een aanvullend begrip.

Complementair antoniem
Zie bij antoniem.

Complementaire distributie
Het elkaar aanvullen van in betekenis gelijkwaardige suffixen.
Bijvoorbeeld: `-er` en `-aar`.

Complexio
De vorm van epanalepsis waarbij zowel het begin als het einde van een vers of een zin worden herhaald Ook communio of symploke genoemd.

Compliment
Het uitvoeren van geëmotioneerde ceremoniën.

Composeren
Iets in dichterlijke vorm opstellen of formuleren

Compositum
Een samengestelde woord.
Een werkwoord dat is samengesteld met een prefix Als prefix worden vaak preposities gebruikt.
Bijvoorbeeld: `posse` is een compositum van `pot-` en `esse` `Pot-sum` werd door assimilatie `pos-sum`.

Comprobatio
Het complimenteren van iemands rechters of toehoorders.

Conatief
De eigenschap van een werkwoord die een bepaald aspect in het imperfectum uitdrukt.

Concatenatie
De techniek om de gedachte waarop een strofe uitloopt te hernemen in het eerste vers van de volgende strofe door middel van herhaling Dit werd gedaan om het herinneren van het gedicht te vergemakkelijken Ook connexio genoemd Afgeleid van het Latijnse catena (keten).

Conceptismo
De beweging in de zeventiende-eeuwse Spaanse literatuur, die zich afzette tegen het gongorisme Ze drong aan op een precieze en correcte stijl, vrij van latinismen, en legden de nadruk op een scherpzinnige inoud.

Concessie
(Concessie, concessio) Het stijlmiddel waarbij de redenaar toegeeft dat de tegenpartij gelijk heeft op een punt van ondergeschikt belang; aldus kan de concessie vaak de ironie benaderen.
Bijvoorbeeld: de rede van Marcus Antonius in Julius Caesar van Shakespeare (±1600)

Concessief
Toegevend Ook consessief genoemd.
Bijvoorbeeld: `hoewel` is een concessief voegwoord.

concessio
(Concessie, concessio) Het stijlmiddel waarbij de redenaar toegeeft dat de tegenpartij gelijk heeft op een punt van ondergeschikt belang; aldus kan de concessie vaak de ironie benaderen.
Bijvoorbeeld: de rede van Marcus Antonius in Julius Caesar van Shakespeare (±1600)

Concetti
Zie ook maniërisme.Gezocht geestige wendingen of zetten.
Stijlkundig valse of overdreven middelen.

Concettismo
Zie marinisme.

Conciliatie
Het stijlmiddel waarbij er een vervaging optreedt van het onderscheid tussen twee aan elkaar tegengestelde meningen of benamingen door de mening van de tegenpartij af te zwakken of door er een correctie op toe te passen Deze techniek wordt vaak in de refutatie gebruikt om de argumenten van de tegenpartij met de eigen stelling te verzoenen, of tot eigen voordeel uit te buiten.

Conclusie
Zie peroratie.

Conclusief
Gevolgaanduidend Ook consecutief genoemd.
Bijvoorbeeld: `derhalve` is een conclusief bijwoord.

Concomitante verschijnselen
De begeleidende (en volgens Van Ginneken irrelevante) verschijnselen van een klank, zoals timbre (klank) en verschil in lengte.

Concrete poëzie
De moderne poëzievormen die allereerst gebruik maken van de materieel-concrete eigenschappen van taal, zoals klank en grafische vorm Wanneer ze een vermenging is van poëzie en muziek spreekt men van akoestische of fonetische poëzie Bij een vermenging van poëzie en grafiek van visuele poëzie Zie ook visieve poëzie.
Bijvoorbeeld: Zimprovisaties van Paul de Vree (1968).

Conditionele uitspraak
Een `als dan...`-redenering Zie bij antecedent, consequens en implicatie.

Conduplicatio
Het herhalen van woorden in opeenvolgende clausula`s.

Confabulatie
Afgeleid van het Latijnse fabulare (praten) Een gemoedelijk gesprek.
Een verzonnen mededeling.

Confirmatie
Het deel van de rede waarin de redenaar de argumenten voor en tegen uiteenzet; de bewijsvoering.
Zie meer informatie over de indeling van een klassieke op de pagina over Ordening.

Confutatie
Het deel van een rede waarin de argumenten van de tegenstander worden weerlegd Ook wel refutatie genoemd.
Zie meer informatie over de indeling van een klassieke op de pagina over Ordening.