Katholiek ABC
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Religie en filosofie > Katholiek
Datum & Land: 07/10/2007, NL
Woorden: 845
Soutane
Lange toog van priester (zwart), bisschop (paars), kardinaal (rood), paus (wit). Ook sommige ordes dragen een wit habijt, zoals de norbertijnen, die daarom ook wel witheren genoemd worden.
Springprocessie
Boeteprocessie tegen epilepsie, jaarlijks op de derde pinksterdag te Echternach gehouden, waarbij de deelnemers op de maat van de muziek telkens drie stappen vooruit en twee achteruit zetten.
Zie ook: Pinksteren.
Strijdende Kerk
Zie: gemeenschap der heiligen.
Stola
Of Stool: om de schouders gehangen brede band in liturgische kleur, gedragen bij de eredienst en de toediening van sacramenten.
Stipendium
Aalmoes aan priester voor het opdragen van een heilige mis.
Stille Omgang
Zie: heilige stede.
Stigmatisatie
Het getekend worden met de wonden van Christus bij diep extatische of mystieke ervaring, onder anderen bij Franciscus van Assisi en Catharina van Siëna.
Sticht
Of Stift:
(1) klooster;
(2) gebied plus bewoners onder bisschop of abt.
Zie: abdij.
Statie
Latijn: stilstaan, plaats,
(1) een van de oude kerken te Rome;
(2) standplaats van een missionaris;
(3) een der 14 afbeeldingen van een kruisweg.
Zie ook: zweetdoek.
Stabat Mater Dolorosa
Latijn: de moeder stond (onder het kruis): Mariahymne van Jacopone da Todi uit 1306; van hem is ook de minder bekende pendant Stabat Mater Gloriosa (in tegenstelling tot Dolorosa).
Suppedaneum
Latijn: voetbodem: verhoging vóór in de kerk, waar het altaar zich bevindt.
Superplie
Latijn: superpellicum, bovenkleed: wit linnen koorhemd tot aan de knieën met wijde mouwen.
Zie ook: rochet.
Superior
Officiële titel voor overste van een kloostergemeenschap.
Summa Theologica
Latijnse naam voor een theologisch overzichtswerk door sommige klassieke kerkelijke theologen, met name van Thomas van Aquino.
Zie ook: neothomisme, theologie.
Suisse
Frans: Zwitserland: ordebewaker in de kerk tijdens de dienst, soms met sjerp, steek, hellebaard of degen; de naam van deze ceremoniële lekenfunctie is ontleend aan de Zwitserse garde van het Vaticaan.
Suffragaan
Of Suffragaanbisschop: bisschop die onder gezag van een aartsbisschop zijn ambt uitoefent.
Zie ook: aartsbisdom.
Subdiaken
Geestelijke die de eerste en laagste van de hogere wijdingen heeft ontvangen.
Zie ook: manipel, mis-met-drie-heren, tuniek.
Suspensie
Latijn: suspensio, ophanging, opschorting: straf waardoor kerkelijk bedienaar tijdelijk of blijvend uit zijn ambt wordt ontzet, gesuspendeerd wordt.
Synoptici
De evangelisten Mattheus, Marcus en Lukas van wie de teksten min of meer parallel naast elkaar gelezen kunnen worden voor een vollediger overzicht, een synopsis.
Synode
Kerkvergadering, als in bisschoppelijke of diocesane synode.
Zie ook: concilie.
Symbolum
Aan het Grieks ontleend synoniem voor de geloofsartikelen, het credo.
Sylvesteravond
Synoniem voor oudejaarsavond, genaamd naar paus Sylvester (314-337) wiens feest valt op 31 december.
Syllabus
Lijst van door de kerk veroordeelde stellingen, in 1864 door Pius IX en in 1907 door Pius X uitgevaardigd tegen het Modernisme.
Tantum Ergo
Latijn: derhalve een zo groot (sacrament): beginwoorden van de laatste strofe van de officële sacramentshymne.
Zie ook: lof.
Tafeldienst
Zie: mis.
Tafel Des Heren
Synoniem voor altaartafel of communiebank.
Zie: altaar, communie.
Tabernakel
Kluis op hoofd- of zijaltaar, soms binnenin bekleed met zijde en van buiten omhangen met gordijnen in liturgische kleur, waarin de geconsacreerde hostie bewaard worden.
Zie: altaar, liturgische kleuren, sacramentsaltaar.
Terts
Zie: getijden.
Tertiaris
(1) lid van derde orde;
(2) religieus die een derde jaar noviciaat doet.
Zie ook: novice.
Termijn
In de uitdrukking 'Op termijn gaan': het rondgaan van een bedelmonnik een zgn. terminans, om aalmoezen te verzamelen.
Tenebrae
Zie: donkere metten.
Teleologie
Grieks: teleios, laatste, en: logos, woord: leer van de in alles op één doel gerichte schepping Gods.
Tegenpaus
Zie: Westers Schisma.
Teerspijze
Voedsel voor op reis, met name de communie voor een stervende.
Zie ook: bedienen, heilig oliesel.
Te Deum
Latijn: U God (loven wij): eerste woorden van plechtige feestzang.
Tetrarch
Grieks: viervorst: ondergeschikte lokale heerser onder Romeins oppergezag, zoals Herodes.
Thomisme
Zie: neothomisme.
Theoloog
Godgeleerde.
Theomanie
Godsdienstwaanzin.
Theologant
Student in de theologie
Theologie
Godgeleerdheid.
Zie: dogmatiek, ecclesiologie, exegese, mariologie, missiologie, pastoraaltheologie, patristiek.
Theofanie
Godsverschijning.
Theologaat
Of theologicum: studiehuis voor theologie.
Theodicee
Natuurlijke godsleer, met als een van de thema's het probleem van de verklaring van het kwaad.
Thabor
Berg bij Nazareth waar Jezus werd verheerlijkt door Zijn Vader ten aanschouwe van Petrus, Johannes en Jacobus (Luk. 9, 28).
Tijdeigen
Dat deel van het missaal en het brvier dat de loop van het kerkelijk jaar volgt.
Tientje
Tien weesgegroeten, als deel van het Rozenkransgebed.
Zie: rozenhoedje.
Tien Geboden
Uitspraken van God tot het volk van Israël, vastgelegd in Exodus 20, 1-17 en Deuteronomium 5, 6-21, in een zekere parallelie tussen die twee boeken. Volgens Deuteronomium 4,13 en 10,4 zijn deze uitspraken door God zelf op twee stenen tafelen gegrift en op de berg Sinaï aan Mozes ter hand gesteld. Het de eeuwen door erkende belang van deze uitspraken ligt in de diepe, algemeen menselijke waarheden voor een ethisch verantwoord bestaan die zij bevatten. Als zodanig worden zij wel gezien als een van de mogelijke formuleringen van de zogeheten natuurwet, meer dan als geboden waaraan men zich te houden heeft, maar zich ook aan zou kunnen onttrekken. De eerste drie der tien geboden bevatten voorschriften voor het gedrag tegenover God zelf, de zeven volgende regelen het gedrag van de mensen onderling. De nummering van de oosterse kerken en van de reformatie wijkt af van die der lutherse en katholieke kerken. De in de traditie gegroeide, enigszins ingekorte formulering die in de katholieke kerk ingeburgerd is, luidt:
Ik ben de Heer uw God.
1. Gij zult geen afgoden vereren maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.
2. Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.
3. Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt.
4. Eer uw vader en uw moeder.
5. Gij zult niet doden.
6. Gij zult geen onkuisheid doen.
7. Gij zult niet stelen.
8. Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen.
9. Gij zult geen onkuisheid begeren.
10.Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort.
Tiara
Pauselijke driekroon die de drie functies van priester, koning en leraar symboliseert; de tiara wordt niet gedragen tijdens de eredienst zelf.
Zie ook: paus.
Titulair Bisschop
Bisschop zonder eigen rechtsgebied.
Zie: in partibus infidelium.
Toties Quoties
Latijn: zo vaak als: aflaat die men telkens opnieuw kan verdienen.
Zie: portiuncula, vagevuur.
Tonsuur
Zie: kruinschering.
Triniteit
Zie: Drievuldigheid.
Triduum
Driedaagse periode van gebed en bezinning; Triduum Sacrum worden de drie dagen vóór Pasen genoemd.
Zie ook: Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Paaszaterdag.
Tridentijns
Volgens het Tridentinum, het concilie van Trente.
Treurmetten
Zie: donkere metten.
Transsubstantiatie
Verandering van brood en wijn in lichaam en bloed van Christus.
Zie: canon, eucharistie, mis.
Transfiguratie
Latijn: transfiguratio: gedaanteverandering.
Zie: Thabor.
Transept
Dwarsbeuk van kruiskerk.
Tractus
Gezongen of gebeden misgebed tussen het voorlezen van het epistel en het evangelie in de vastentijd.
Tronen
Zie: engelen.
Tuniek
Liturgisch gewaad van subdiaken.
Zie ook: dalmatiek, kazuifel.
Uitluiden
Het luiden van de kerkklok(ken) bij een begrafenis.
Uitersten
Verzamelnaam van dood, oordeel, hemel of hel.
Zie ook: vagevuur.
Uitbanning
Zie: duivelsuitdrijving.
Uren
Zie: getijden.
Urbi Et Orbi
Zie: pauselijke zegen.
Ut Queant Laxis
Zie: gregoriaans.
Ut Omnes Unum Sit
Latijn: mogen allen één zijn: motto van de oecumene.
Vastentrommeltje
Doosje waarin kinderen tijdens de vasten hun snoep opspaarden.
Vastendoek
Zie: hongerdoek.
Vastenmeditatie
Overweging of preek tijdens de 40-daagse vasten, vooral vóór de tweede wereldoorlog dinsdagsavonds over de radio populair.
Vastenbrief
Schrijven van de bisschop(pen) aan de gelovigen ter gelegenheid van het begin van de 40-daagse vasten, meestal over een actueel onderwerp.
Zie ook: bisschop, mandement.
Vastenavond
Zie: Aswoensdag, carnaval.
Vasten
Het zich geheel of gedeeltelijk onthouden van spijs of drank, soms als boetedoening, soms ter gedachtenis aan
het lijden van Christus. Niet te verwarren met onthouding.
De grote of 40-daagse vasten duurt van Aswoensdag
tot Pasen (zondagen uitgezonderd).
Zie ook: quatertemperdagen.
Vagevuur
Plaats waar de overledenen de - na de vergiffenis in de biecht nog resterende - straffen voor hun zonden uitboeten, alvorens tot de hemel toegelaten te worden. Als Latijns purgatorium (zuiverend vuur) komt dit begrip al bij de vroegste kerkelijke schrijvers voor, o.a. bij Augustinus (Enchiridion 69, Migne Patr. Lat. 40, 265). De Franse, Engelse (etc.) talen hebben de Latijnse term overgenomen (purgatoire, purgatory), terwijl het Nederlandse woord reeds in het Middelnederlands Veghevuer was (WNT XVIII, 209-211 & 1059-1070), samengesteld uit Veeg = ten sterve gedoemd, sterfelijk (vgl. het vege lijf) en Vuur (Duits Feghefeuer).
Zie: aflaat, gelovige zielen.
Zie ook: hel.
Vaticana
Voornaamste Vaticaanse bibliotheek met o.a. 55000 handschriften en 7000 incunabelen.
Vaticaans Concilie
Oecumenisch concilie dat van 1869 tot 1870 als Vaticanum I en van 1959-'60 tot 1965 als Vaticanum II te Rome gehouden is.
Vaticaan
Politiek onafhankelijke stadstaat in het centrum van Rome, waar - naast musea, bibliotheken, studiehuizen, enz. - in de eerste plaats de zetel van het bestuur der katholieke kerk is gevestigd met aan het hoofd de paus.
Zie ook: camerlengo, conclaaf, congregatie, kerkelijke staat, nuntius, pauselijke staat, pauskeuze, sede vacante, suisse.
Verzaken
Synoniem van afzweren, verloochenen, als in: ik verzaak de duivel.
Versterven
Het zich ontzeggen van - dus sterven aan - materiële of geestelijke genoegens om tot grotere geestelijke zelfbeheersing en inkeer te komen.
Verschijning Des Heren
Zie: Driekoningen.
Verrijzenis Des Vleses
De algehele opstanding van alle mensen uit de dood en het laatste oordeel op het einde der tijden.
Veronicadoek
Zie: zweetdoek.
Verlossing
Door menswording en kruisdood heeft Christus de erfzonde en alle andere zonden van heel de mensheid zodanig volledig uitgeboet dat eenieder die er zich voor openstelt met God verzoend en verlost kan worden.
Zie ook: doopsel.
Vergiffenis Der Zonden
De erfzonde wordt vergeven door het doopsel, de zware (dood) zonden door de biecht, de lichte (dagelijkse) zonden door de biecht of door gebed en rechtvaardig leven.
Zie: doodzonde, dagelijkse zonde.
Verering
Het eer brengen aan of aanroepen van heiligen, in tegenstelling tot het aanbidden dat zich uitsluitend tot God richt.
Zie: aanbidden, aanroepen.
Veranderlijke Feestdagen
Zie: roerende feestdagen.
Veni Creator
Latijn: kom Schepper: naam en beginwoorden van bekende lofzang tot de heilige Geest.
Veni Sancte Spiritus
Latijn: kom heilige Geest: naam en beginwoorden van bekende lofzang tot de heilige Geest.
Velum
Latijn: verhulling: (1) langwerpige schouderdoek voor het vasthouden of dragen van een monstrans; (2) zijden of linnen omhulsel van een ciborie met geconsacreerde hosties.
Zie: hostie.
Veertig-Uren-Gebed
Openbare aanbidding van het ten toon gestelde heilig sacrament gedurende 40 uren achtereen, eventueel met nachtelijke onderbreking.
Zie: altijddurende aanbidding.
Veelvuldige Communie
Zie: communie.
Vexilla Regis
Latijn, banier des konings: beginwoorden van bekende hymne uit de lijdensweek.
Zie: Goede Week, Goede Vrijdag.
Vespers
Zie: getijden.
Vesperale
Liturgisch boek met de psalmen van de vespers.
Zie: getijden.
Verzoening
Zie: verlossing.
Vissersring
Pauselijke zegelring met de afbeelding van de vissende sint Petrus (Mattheus 4, 19 enz.), gebruikt voor het bezegelen van pauselijke documenten.
Zie: paus.
Visioen
Bovennatuurlijk schouwen van personen of zaken die op natuurlijke wijze niet waargenomen of verklaard kunnen worden.
Vijf Geboden Der Heilige Kerk
1. Verplichte feestdagen vieren als zondag.
2. op zondagen en verplichte feestdagen de mis bijwonen en geen zware (vroeger 'slafelijke') arbeid verrichten.
3. Zich houden aan vasten- en onthoudingsdagen.
4. minstens eenmaal per jaar biechten.
5. in de paastijd te communie gaan.