genoteerd.
genoteerd.
, van een steekproef als schatting van het gemiddelde, m, van een populatie.

waarin d = x -
en n is de steekproefomvang. Het aantal vrijheidsgraden is n - 1, notatie n
Sample variance
(Eng) Synoniem: steekproefvariantie
Schatting van de populatievariantie op basis van de gegevens van een steekproef. De steekproefvariantie is:

waarin d = x -
en n is de steekproefomvang. Het aantal vrijheidsgraden n = n - 1.
Sampling
(Eng) Synoniem: steekproeftrekking
De procedure van het kiezen van een steekproef uit een populatie.
Sampling distribution
(Eng) Synoniem: steekproefverdeling
Kansverdeling van steekproefgrootheden, niet de verdeling van de uitkomsten in een steekproef.
Sampling variation
(Eng) Synoniem: steekproefvariabiliteit
Het verschijnsel, dat de steekproefresultaten van meerdere steekproeven van elkaar verschillen, doordat iedere steekproef uit andere elementen van de populatie bestaat.
Scale
(Eng) Synoniem: schaal
Alle mogelijke meetwaarden van een variabele vormen samen een schaal. Schaal wordt (minder juist) ook wel gebruikt in de betekenis van meetniveau.
Scattering
(Eng) Synoniem: spreiding, strooiing, variabiliteit, dispersion (Eng)
Fluctuaties in de uitkomsten van experimenten of waarnemingen, die we niet nader kunnen of willen verklaren en die we daarom toeschrijven aan het toeval.
Scatterplot
(Eng) Synoniem: spreidingsdiagram, strooidiagram
Een grafiek met op de horizontale en de verticale assen de uitkomsten op twee continue (kans)variabelen, Y1 en Y2, uitgezet.
Schaal
Synoniem: scale (Eng)
Alle mogelijke meetwaarden van een variabele vormen samen een schaal. Schaal wordt (minder juist) ook wel gebruikt in de betekenis van meetniveau.
Schatten en toetsen
Eerste scherm van het hoofdstuk over schatten en toetsen.
Schatter
Synoniem: estimator (Eng)
Steekproefgrootheid, die een populatieparameter schat uit de gegevens van een steekproef.
Schatting
Synoniem: estimate (Eng)
Een schatting is een concrete uitkomst (realisatie) van een schatter. Een schatter is een steekproefgrootheid, die een populatieparameter schat uit de gegevens van een steekproef.
Schatting van de populatieproportie
De populatieproportie, p, wordt meestal geschat met de steekproefproportie, p.
Schatting van de populatievariantie
De variantie van de populatie, s2 schatten we met de steekproefvariantie:

waarin d = x -
en n is de steekproefomvang. Het aantal vrijheidsgraden n = n - 1.
Schatting van kwantielen
Schatting van de kwantielen van een populatie uit een steekproef door interpolatie met behulp van de cumulatieve frequentie of het cumulatief histogram.
Schatting van kwantielen
In voorbereiding
Scheefheid
Synoniem: skewness (Eng)
De mate waarin een frequentie- of kansverdeling asymmetrisch is.
Scheve verdeling
Asymmetrische frequentie- of kansverdeling kan zowel rechtsscheef (staart naar rechts) als linksscheef (staart naar links) zijn.
Schietoefening: een metafoor
Illustratie van het verschil tussen validiteit en betrouwbaarheid.
Schijncorrelaties
Synoniem: spurious correlations (Eng) , nonsense correlations (Eng)
Toevallige of schijnbare correlaties, die verdwijnen bij herhaling van de waarnemingen of bij controle voor een derde variabele.
Scores
Antwoorden op een enquêtevraag worden vaak scores genoemd.
SE
(Eng) Synoniem: standaardfout, standard error (Eng)
Standaardafwijking van een steekproefgrootheid of schatter. Kleiner naarmate de steekproef groter is.
Sectordiagram
Synoniem: cirkeldiagram
In een cirkeldiagram worden de uitkomsten van een variabele weergegeven door de sectoren van een cirkel ('taartpunten'). De oppervlakte van een sector is evenredig met de frequentie van de betreffende uitkomst.
Selectie
Treedt op als niet alle elementen in een populatie een gelijke kans hebben gehad in de steekproef te worden opgenomen.
Selectie bij de randomisatie
Onbedoelde selectie als gevolg van een incorrecte randomisatie-procedure.
Selectie door nonrespons
Treedt op als nonrespondenten (weigeraars, afwezigen) bij een enquête of onderzoek andere (voor het onderzoek relevante) kenmerken hebben dan de deelnemers.
Selectie door uitval van patiënten
Treedt op als bepaalde kenmerken sommige proefpersonen een grotere kans geven om het onderzoek waaraan zij deelnemen vroegtijdig te verlaten.
Selectiebias
Systematische fout als gevolg van selectie bij de steekproeftrekking.
Selectief
Steekproeftrekking, die geen aselecte steekproef oplevert, omdat niet alle elementen in de onderzoekspopulatie een gelijke kans hebben om in de (deel)steekproef te worden opgenomen.
Selectiemechanisme
Procedurefout bij de steekproeftrekking, die tot selectie en dus tot niet-representatieve steekproeven kan leiden.
Selectiemechanismen
Procedurefouten bij de steekproeftrekking, die tot selectie en dus tot niet-representatieve steekproeven kunnen leiden.
Sensitiviteit
Synoniem: gevoeligheid, sensitivity (Eng)
In de medische diagnostiek: de kans, dat een diagnostische test positief is, als de onderzochte patiënt de betreffende ziekte heeft.
Sensitivity
(Eng) Synoniem: sensitiviteit, gevoeligheid
In de medische diagnostiek: de kans, dat een diagnostische test positief is, als de onderzochte patiënt de betreffende ziekte heeft.
Seriële correlatie
Synoniem: autocorrelatie, autocorrelation (Eng)
In een reeks waarnemingen is er een correlatiepatroon tussen de opeenvolgende uitkomsten. Bijvoorbeeld bij de residuen van een regressie-analyse of ANOVA of bij een reeks waarnemingen in de tijd.
Set theory
(Eng) Synoniem: verzamelingenleer
Behandelt de numerieke eigenschappen van groepen objecten en hun onderlinge verhoudingen.
Sign test
(Eng) Synoniem: tekentoets
Verdelingsvrije toets, waarbij de uitkomsten binair (plus of min) zijn.
Significance level
(Eng) Synoniem: significantieniveau, onbetrouwbaarheid
Grenswaarde, a, van de overschrijdingskans, waaronder de nulhypothese wordt verworpen. Het significantieniveau is de kans, dat de nulhypothese ten onrechte wordt verworpen.
Significant
Synoniem: statistisch significant
Als de nulhypothese wordt verworpen, is het resultaat van het experiment statistisch siginificant.
Significantie versus relevantie
Een waargenomen effect of verschil kan (statistisch) significant zijn, maar toch zo klein, dat het inhoudelijk (bijvoorbeeld klinisch) niet relevant is. Omgekeerd is een relevant effect soms statistisch niet significant aan te tonen, bijvoorbeeld omdat de steekproefomvang te klein was.
Significantieniveau
Synoniem: onbetrouwbaarheid, significance level (Eng)
Grenswaarde, a, van de overschrijdingskans, waaronder de nulhypothese wordt verworpen. Het significantieniveau is de kans, dat de nulhypothese ten onrechte wordt verworpen.
Simple hypothesis
(Eng) Synoniem: enkelvoudige hypothese
In tegenstelling tot een samengestelde hypothese: een hypothese, waarin een parameter een enkele waarde heeft (en niet meerder waarden of een interval van waarden).
Simulaties van de kansverdelingen
Van de belangrijkste kansverdelingen zijn simulaties beschikbaar, waarmee je overschrijdingskansen en kritische waarden kunt opzoeken, zie rechtsonder in de kennisbasis.
Simultane en voorwaardelijke kansen
Illustratie van het verschil tussen de simultane en de voorwaardelijke kans. (Voorbeeld en animatie.)
Simultane kans
Synoniem: simultaneous probability (Eng)
De kans op de doorsnede van de gebeurtenissen A en B, notatie P(A
B).
Simultane nulhypothese
Synoniem: simultaneous null hypothesis (Eng)
Nulhypothese, waarin meerdere parameters tegelijk een waarde krijgen. Bijvoorbeeld: H0: p1 = p2 = ... = pc.
Simultaneous null hypothesis
(Eng) Synoniem: simultane nulhypothese
Nulhypothese, waarin meerdere parameters tegelijk een waarde krijgen. Bijvoorbeeld: H0: p1 = p2 = ... = pc.
Simultaneous probability
(Eng) Synoniem: simultane kans
De kans op de doorsnede van de gebeurtenissen A en B, notatie P(A
B).
Skewness
(Eng) Synoniem: scheefheid
De mate waarin een frequentie- of kansverdeling asymmetrisch is.
Slope
(Eng) Synoniem: helling
b in het lineaire regressiemodel y = b0 + bx + e. De helling is de toename van y als x met één eenheid toeneemt.
Somregel
De kans op de vereniging van twee elkaar uitsluitende (disjuncte) gebeurtenissen is gelijk aan de som van de kansen op ieder van de gebeurtenissen. Notatie P(A
B) = P(A) + P(B).
Specificiteit
In de medische diagnostiek: de kans, dat een diagnostische test negatief is, als de onderzochte patiënt de betreffende ziekte niet heeft.
Spreiding
Synoniem: strooiing, variabiliteit, dispersion (Eng) , scattering (Eng)
Fluctuaties in de uitkomsten van experimenten of waarnemingen, die we niet nader kunnen of willen verklaren en die we daarom toeschrijven aan het toeval.
Spreidingsbreedte
Synoniem: variatiebreedte, range (Eng)
De spreidingsbreedte is het verschil tussen de hoogste en de laagste uitkomst of tussen de hoogst en de laagst mogelijke waarden van een kwantitatieve variabele.
Spreidingsbronnen
Synoniem: variantiebronnen
Oorzaken van spreiding in de waarnemingen, bijvoorbeeld meet- en waarnemingsfouten, natuurlijke variabiliteit of steekproefvariabiliteit.
