Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
Familie Ramariaceae
Belangrijkste genera Ramaria en Ramariopsis: In Nederland komen 18 soorten Koraalzwammen van de genera Ramaria en Ramariopsis voor. NB het genus Ramariopsis wordt tegenwoordig geplaatst in de familie Clavariaceae. -Opgenomen taxa:- - Ramaria abietina, Groenwordende koraalzwam - Ramaria flava, Gele koraalzwam - Ramaria formosa, Fraaie koraalzwam - R...
Familie Russulaceae
-Opgenomen taxa:- - Genus Lactarius, Melkzwammen - Genus Russula, Russula's
Familie Simuliidae
-Kenmerken- Ietwat gebochelde, gedrongen mugjes met tamelijk brede vleugels en met een korte, maar krachtige zuigsnuit (214 2a g). Kleur meestal donkergrijs met lichte vlekken op de poten. -Voorkomen- Wereldwijd zijn er ca. 1600 soorten beschreven. Bijna
Familie Strophariaceae
-Opgenomen taxa:- - Genus Pholiota, Bundelzwammen - Genus Psilocybe, Kaalkopjes, Zwavelkoppen en Stropharia's
Familie Syntomidae
-Kenmerken- De vlinders worden meestal tot de beervlinders (familie Arctiidae) gerekend, maar hebben opvallend lange en smalle voorvleugels en ongeveer half zo lange achtervleugels. Verder hebben ze contrasterende vlektekeningen, die aan bloeddrupjes doen
Familie Tricholomataceae
-Opgenomen taxa:- - Genus Armillaria, Honingzwammen - Genus Oudemansiella - Genus Tricholoma, Ridderzwammen - Genus Calocybe, Pronkridders - Genus Lyophyllum, Bundelridderzwammen - Genus Tricholomopsis - Genus Melanoleuca, Veldridderzwammen - Cantharellul
fanerofyt
Levensvorm met winterknoppen minstens 50 cm boven de grond (bomen, heesters of lianen)
fazant
(Deel van de) Triviale naam voor soorten behorend tot de familie Phasianidae (Galliformes, onderorde Galli), in het meervoud gebruikt om de gehele familie mee aan te duiden, in het Nederlands in het enkelvoud betrekking hebbend op de Fazant Phasianus colchicus. De familie Phasianidae worden in het Nederlands ook wel hoenders genoemd en dan gemaksha...
Fazant
(Phasianus colchicus) -Wetenschappelijke naam: - Phasianus colchicus Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Fazant -Vogelgroep:- Hoenders -Veldkenmerken.- 53-89 cm. Jachtvogel met kleine kop en zeer lange staart (maar lengte variabel). Mannetje met metaalgroene kop, nek en pluim
fecunditeit
de potentiële reproductieve capaciteit van een individu of een populatie gemeten naar het aantal gameten (of het aantal eieren bij aseksuele voortplanting). (Onderzoek naar fecunditeit speelt een belangrijke rol bij oecologisch onderzoek en bij de inzet van natuurlijke vijanden bij biologische bestrijding van plaaginsecten in de land- en tuinb...
Felle vuurvlinder
(Lycaena thetis) Klug, 1834 Felle vuurvlinder -Beschrijving: - Al vliegend doen de mannetjes van de felle vuurvlinder hun naam eer aan: de helder oranjerode bovenkant van de vleugels valt sterk op. Als ze met gesloten vleugels ergens stil zitten, zijn ze echter niet gemakkelijk te vinden. De soort komt in de bergen voor op rotsachtige, kalkrijke plekken met een ope...
femur
derde en vaak grootste segment van de insectenpoot. Alternatieven: dij
femur
beensegment, dijbeen Alternatieven: femora
Fenegriek
(Trigonella foenum-graecum) -Fenegriek- BB. 1838 Volledige wetenschappelijke naam: Trigonella foenum-graecum L. Diagnostische kenmerken: Bloemen alleenstaand of 2 bijeen, bijna zittend, 12-18 mm lang, geelachtig-wit en aan de voet vaak paars aangelopen, zelden geheel paarsachtig. Ke
Fertiel
vruchtbaar, tot voortplanting in staat.
Festuca rubra x Vulpia brom.
BB. 2488 Volledige wetenschappelijke naam: Festuca rubra L. x Vulpia bromoides (L.) S.F.Gray Diagnostische kenmerken: Van Festuca rubra x Vulpia myuros verschillend in de volgende kenmerken: Bloeiwijze uitstaand, ver boven de bovenste bladschede uitstekend. Onderste kelkkafje 2,3-3,1 mm lang, bovenste kelkkafje 4,3-5,0 mm lang. Lemma 5,6-6,6 mm lan...
Festuca rubra x Vulpia myuros
BB. 5242 Volledige wetenschappelijke naam: Festuca rubra L. x Vulpia myuros (L.) C.C.Gmel. Diagnostische kenmerken: Bloeiwijze samengetrokken, iets overhangend, aan de voet ingesloten door de bovenste bladschede. Onderste kelkkafje 2,5-3 mm lang, bovenste kelkkafje 4,5-5 mm lang. Lemma 5-6 mm lang, de kafnaalden 3-6 mm lang. Plant met ondergrondse ...
Figuurzaagjes
(Dynamena pumila) Dynamena pumila (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Figuurzaagjes -Beschrijving:- De kolonies van deze soort vormen korte, rechtopstaande en niet vertakte stammetjes van 2 tot 3 cm hoog, op stenen en grotere wieren. Ze zijn op de ondergrond verbonden door een netwerk van buisjes, stolonen genaamd. De kleur is meestal bruin of wit. Ieder individuee...
Fijn akkerscherm
(Ammi visnaga) -Fijn akkerscherm- BB. 1657 Volledige wetenschappelijke naam: Ammi visnaga (L.) Lamk. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ammi majus: Slippen der onderste bladen weinig breder dan die der bovenste. Schermstralen meestal zeer talrijk, in de vruchttijd verdikt e
Fijn buiswier
(Polysiphonia stricta) Polysiphonia stricta (Lightf. ex Dillw.) -Nederlandse naam:- Fijn buiswier -Beschrijving:- Deze soort vormt zoden van ijle draden op het substraat. Vanuit de kruipende draden ontspringen helder- tot donkerrode opstaande draden. Deze draden zijn tot enkele tientallen centimeters lang. Bij deze soort vindt in het geheel geen schorsvorming plaats. Cen...
Fijn goudscherm
(Bupleurum tenuissimum) -Fijn goudscherm- RH. 0170 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Bupleurum tenuissimum L. Diagnostische kenmerken: Schermen met (1 of) 2 of 3 stralen, bijna zittend. Bloemen bijna zittend, veel korter dan de omwindselblaadjes. Vrucht geheel bez
Fijn hoornblad
(Ceratophyllum submersum) -Fijn hoornblad - RH. 0300 Volledige wetenschappelijke naam: Ceratophyllum submersum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ceratophyllum demersum: Bladen 3-voudig gaffelvormig gedeeld, met tot 8 borstelvormige, zachte, iets stekelig getande slippen. Vruchten
Fijn schapengras
(Festuca filiformis) -Fijn schapengras- RH. 1474 Volledige wetenschappelijke naam: Festuca filiformis Pourr. Diagnostische kenmerken t.o.v. Festuca ovina en Festuca cinerea: Lemma kaal, kort toegespitst, het naaldje hoogstens 0,5 mm lang, meestal korter. Blad van niet-bloeien
Fijne kervel
(Anthriscus caucalis) -Fijne kervel- RH. 0068 Volledige wetenschappelijke naam: Anthriscus caucalis Bieb. Diagnostische kenmerken t.o.v. Anthriscus cerefolium: Vrucht in het fertiele deel bezet met korte gebogen stekelharen, (incl. de snavel) ca. 5 mm lang. Stengel kaal. Bloem
Fijne ooievaarsbek
(Geranium columbinum) -Fijne ooievaarsbek- RH. 0569 Volledige wetenschappelijke naam: Geranium columbinum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Geranium dissectum: Bladsegmenten van de 1e orde zonder binnenrandnerf. Middensegment van de grootste bladen aan de voet hoogstens 2 mm b
Fijne waterranonkel
(Ranunculus aquatilis) -Fijne waterranonkel - RH. 1041 Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus aquatilis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ranunculus peltatus: Vruchtstelen zelden langer dan 5 cm. Kroonbladen 3,5-10 mm lang. Drijvende bladen al of niet aanwezig. 'Overgangs
Fijnschubbige bundelzwam
(Pholiota lucifera) -Nederlandse naam:- Fijnschubbige bundelzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid, Ø 3-10 cm, kleverig, helder- of goudgeel tot oranjebruin, met bruine, vezelige vlekjes of schubjes. Lamellen dicht opeen, lichtgeel tot geelbruin. Steel 4-8 cm x 5-1
Fijnschubbige parasolzwam
(Lepiota echinacea) -Nederlandse naam:- Fijnschubbige parasolzwam -Beschrijving- Hoed bolvormig, dan uitgespreid met een stompe bult, Ø 2-5 cm, crèmebruin, met donkerbruine, kegelvormige of vlakke, opgerichte schubjes. Lamellen wit tot crème. Steel 3-6 cm x 3-6 mm, glad, crè
Fijnspar
(Picea abies) -Fijnspar - BB. 2238 Volledige wetenschappelijke naam: Picea abies (L.) Karst. Diagnostische kenmerken t.o.v. Picea pungens: Bladen 1-2,5 cm lang, helder groen. Kegelschubben met gave of gegolfde rand, vaak 2-toppig. Kegels 10-15(-18) cm lang. Tot 45,00.
Fijnstengelige vrouwenmantel
(Alchemilla filicaulis) -Fijnstengelige vrouwenmantel- RH. 1453 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Alchemilla filicaulis Buser Diagnostische kenmerken: Bloemstelen ook in het bovenste deel rondom behaard. Bloemen 3-6 mm breed. Kelkbuis meestal vrij dicht behaard. 0
Fijnstraal
(Genus Erigeron) -Fijnstraal- Volledige wetenschappelijke naam: Erigeron L.
filament
een draadvormige struktuur, vooral aan het uiteinde van een antenne.
filiform
draad- of haarvormig, vooral gebruikt bij antennen.
filiform
draadvormig
Fioringras
(Agrostis stolonifera) -Fioringras - RH. 0018 Volledige wetenschappelijke naam: Agrostis stolonifera L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Agrostis canina: Plant met lange uitlopers, op de knopen met minstens 2 mm brede bladen; deze met een stomp of afgerond tongetje. Bloeiwijze sm
Fitis
(Phylloscopus trochilus) -Wetenschappelijke naam: - Phylloscopus trochilus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Fitis -Vogelgroep:- Loofzangers -Veldkenmerken.- 11 cm. Lijkt op Tjiftjaf; evenals deze zonder duidelijke kenmerken. Bovendelen bruingroen of olijfkleurig, gezicht en
fitness
(in biologische zin):1. korte omschrijving: het relatieve voortplantingssucces.2. wetenschappelijke omschrijving: het relatieve, concurrerende vermogen tot voortplanting van een bepaald genotype in relatie tot adaptieve fysiologische, gedragsoecologische en adaptieve morfologische karakteristieken, uitgedrukt en gekwantificeerd als het gemiddelde a...
fjord
Smalle diepe inham aan rotsige kust, zoals in Noorwegen. Alternatieven: fjorden
flabellaat
met uitstekende klepjes of slipjes aan één zijde, met name gebruikt bij antennen.
Fladderiep
(Ulmus laevis) -Fladderiep- RH. 5154 Volledige wetenschappelijke naam: Ulmus laevis Pallas Diagnostische kenmerken: Bloemen vruchtstelen 6-25 mm lang. Vrucht(beginsel) met dicht behaarde rand, vrucht bij rijpheid ca. 1-1,5 cm lang. Zijnerven vaak alle onvertakt. Bladen
flagellum
het deel van de antenna na het tweede segment.
flamingo
(Deel van de) Triviale naam voor alle soorten behorend tot de familie Phoenicopteridae (Ciconiiformes, onderorde Phoenicopteri) en in het meervoud de algemene aanduiding voor de familie (5 soorten) en onderorde. De systematische positie is niet geheel duidelijk, maar ze zijn waarschijnlijk verwant met ganzen en eenden. Het zijn grote vogels (90-190...
Flamingo
(Phoenicopterus roseus) -Wetenschappelijke naam: - Phoenicopterus roseus Pallas, 1811 -Nederlandse naam: - Flamingo -Vogelgroep:- Flamingo’s -Veldkenmerken.- 125-145 cm. Grote, onmiskenbare, roze, zwarte en witte watervogel met enorme, lange nek en poten, en merkwaardige, naar b
Flevoland
Gebieden buiten de indeling: Een tweetal gebieden kan nog niet of niet meer tot overige floradistricten worden gerekend. Het betreft de Stedelijke gebieden en het Flevoland, gebieden dus waar de mens nog sterker dan elders in Nederland zijn stempel op heeft gedrukt.De flora van de IJsselmeerpolders is nog te jong en tezeer in ontwikkeling voor een ...
Floradistrict
Op grond van onderlinge overeenkomsten tussen de verspreidingspatronen van de verschillende plantensoorten werden reeds omstreeks 1930 in Nederland floradistricten onderscheiden. Voor meer informatie zie: E. Verspreiding in Nederland Alternatieven: Floradistricten
fluit
Geluiden die vrijwel geheel zuiver, van één frequentie zijn. Alternatieven: fluiten fluitend
Fluitenkruid
(Anthriscus sylvestris) -Fluitenkruid- RH. 0070 Volledige wetenschappelijke naam: Anthriscus sylvestris (L.) Hoffm. Diagnostische kenmerken: Bladscheden op de ribben dicht behaard, aan de randen wollig gewimperd. Stengel in de onderste helft op de ribben met korte teruggerichte
Fluiter
(Phylloscopus sibilatrix) -Wetenschappelijke naam: - Phylloscopus sibilatrix (Bechstein, 1793) -Nederlandse naam: - Fluiter -Vogelgroep:- Loofzangers -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Lijkt op grote, extreem helder gekleurde Fitis. Bovendelen groengeel, gezicht, keel en borst helder geel,
Fluweelblad
(Abutilon theophrasti) -Fluweelblad- RH. 1650 Volledige wetenschappelijke naam: Abutilon theophrasti Med. Diagnostische kenmerken: Plant kort zacht behaard. Stengel rechtopstaand. Bladen bijna cirkelrond, met hartvormige voet, toegespitst, gekarteld-getand. Bloemen gesteeld in
Fluweelboleet
(Boletus subtomentosus) -Nederlandse naam:- Fluweelboleet -Beschrijving- Hoed gewelfd, Ø 4-8 cm, fluwelig, mat, olijfgrijsgeel tot bleekbruin. Buisjes helder geel tot groenig- of bruinig-geel. Poriën wijd, onregelmatig hoekig, soms getand, helder geel. Steel 6-9 cm x 15-20 mm, f
Fluweelleemhoed
(Agrocybe putaminum) -Nederlandse naam:- Fluweelleemhoed -Beschrijving- Hoed halfbolvormig of gewelfd tot onregelmatig afgevlakt, Ø 2-7 cm, fluwelig, mat, crème of helder geelbruin tot okerbruin. Lamellen dicht opeen, wittig-bleekgeel tot bleekbruin. Steel 2-8 cm x 4-8 mm, ve
Fluweelpootjes
(Genus Flammulina) -Nederlandse naam:- Fluweelpootjes Tot het genus Flammulina behoren de Fluweelpootjes. -opgenomen taxa:- - Flammulina fennae, Zomerfluweelpootje - Flammulina velutipes, Gewoon fluweelpootje
Fluwelen zeemuis
(Aphrodita aculeata) Aphrodita aculeata Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Fluwelen zeemuis -Beschrijving:- De fluwelen zeemuis behoort binnen de groep van de Borstelwormen (Polychaeta) tot een grote familie (de Aphroditidae), die gekarakteriseerd wordt door de, veelal elkaar overlappende, rugschilden (elytra). De Engelse naam van deze groep luidt dan ook 'scale-worms'...
Fluwelen zwemkrab
(Necora puber) Necora puber (Linnaeus, 1767) -Nederlandse naam:- Fluwelen zwemkrab -Beschrijving:- De grootste zwemkrabbensoort uit onze streken. Het rugschild is vrij plat en hoekig. De lengte is maximaal 6,5 cm. Wijfjes kunnen maximaal 9 cm breed worden, terwijl er mannetjes van 10 cm zijn gevonden. Het oppervlak is bezet met korte haren, hetgeen de naam verkla...
fluwelig
De uiterlijke glans die de beharing aan het blad geeft. De haren zijn lang, zacht en dicht op elkaar geplaatst. Alternatieven: fluweelachtig
Foerageren
Verzamelen van voedsel. Alternatieven: foeragerend
Fonteinkruid
(Genus Potamogeton) -Fonteinkruid- Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton L. Opm. Het schutblad van de bloeiwijze wijkt vaak in enkele kenmerken af van de stengelbladen; in de navolgende tekst wordt onder 'blad' alleen het stengelblad verstaan. In het geslacht komen t
Fonteinkruidfamilie
(Familie Potamogetonaceae) -Fonteinkruidfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Potamogetonaceae Waterplanten, geheel ondergedoken of met drijvende bladen. Bladen verspreid of tegenoverstaand, met een in een tongetje eindigende bladschede of met vrije vliezige steunblaadjes. Blo
Fopelfenbankje
(Lenzites betulinus) -Nederlandse naam:- Fopelfenbankje -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, waaier- tot rozetvormig, meestal zijdelings, soms min of meer centraal aangehecht, vaak in over elkaar groeiende toefen. Hoed 3-10 x 2-5 cm, 1-2 cm dik. Bovenzijde concentrisch gezo
Foptandzwam
(Basidioradulum radula) -Nederlandse naam:- Foptandzwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam korstvormig, ronde tot ovale vlekken van enkele cm tot dm vormend. Hymenium met stekels, witachtig crème tot okergeel, met een witte, scherp afgegrensde of draderig uitlopende rand.
Fopzwammen
(Genus Laccaria) -Nederlandse naam:- Fopzwammen Een groep van kleine, roze, roze- of oranjebruine, steenrode en purperbruine of paarse Plaatjeszwammen met wijd uiteen staande lamellen. Ectomycorrhizavormers. Sporeekleur is wit. In Nederland komen 9 soorten van het genus L
Forez-streepvaren
(Asplenium foreziense) -Forez-streepvaren - BB. 2438 Volledige wetenschappelijke naam: Asplenium foreziense Le Grand Diagnostische kenmerken t.o.v. Asplenium fontanum: Onderste paar deelblaadjes 1e Orde langer dan breed, de helft van de lengte van het langste paar, of langer; o
Forse aardster
(Geastrum coronatum) -Nederlandse naam:- Forse aardster -Beschrijving- Vruchtlichaam gesloten bolvormig, met 7-12 puntige slippen, Ø 4-10 cm. Onderzijde slippen grauw, met vastgegroeide aarde. Binnenzijde lichtbeige of bruinachtig tot grauwwit of licht grijsbruin. Bol Ø 15-30
Forsythia suspensa
BB. 5223 Volledige wetenschappelijke naam: Forsythia suspensa (Thunb.) Vahl Diagnostische kenmerken t.o.v. Forsythia viridissima: Leden der takken en knopen geheel met in plaatjes verdeeld merg. Bloemen aan rechtopstaande takken. Kelkslippen eirond. 1,00-3,00. Maart-april. Fanerofyt. Zeldzaamheid en verspreiding: Sierheester in tuinen en plantsoene...
Forsythia viridissima
BB. 5222 Volledige wetenschappelijke naam: Forsythia viridissima Lindl. Diagnostische kenmerken t.o.v. Forsythia suspensa: Leden der takken hol, de knopen met massief merg. Bloemen aan overhangende takken. Kelkslippen langwerpig. 1,00-3,000. Maart-april. Fanerofyt. Zeldzaamheid en verspreiding: Sierheester in tuinen en plantsoenen. Areaal: China, J...
Fraai borstelbekertje
(Cheilymenia pulcherrima) -Nederlandse naam:- Fraai borstelbekertje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam vlak schotelvormig, Ø 1-2 mm. Binnenzijde dooiergeel tot oranjegeel. Buitenzijde spaarzaam behaard met bleekbruine haren, met vlokkige rand, dooiergeel. -Voorkomen- Op koei
Fraai duizendguldenkruid
(Centaurium pulchellum) -Fraai duizendguldenkruid- RH. 0287 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Centaurium pulchellum (Sw.) Druce Diagnostische kenmerken t.o.v. Centaurium littorale en Centaurium erythraea: Kroonbuis in de vruchttijd aan de top ingesnoerd, duidelijk
Fraai franjekelkje
(Trichopeziza mollissima) -Nederlandse naam:- Fraai franjekelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot schotelvormig, Ø 0,5-2 mm. Binnenzijde grijswit. Buitenzijde en rand dicht bezet met bleekgele tot goudgele haren. -Voorkomen- Op dode stengels van schermbloemigen
Fraai hertshooi
(Hypericum pulchrum) -Fraai hertshooi - RH. 0650 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Hypericum pulchrum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Hypericum montanum: Kelkbladen elliptisch tot omgekeerd eirond, vrij stomp, aan de rand zwart-klierachtig gezaagd. Bladen kaa
Fraaie gordijnzwam
(Cortinarius calochrous) -Nederlandse naam:- Fraaie gordijnzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot afgevlakt met een wat verdiept centrum, Ø 4-6 cm, droog mat, kleverig, vochtig glanzend slijmerig, jong ivoorwit of crème tot bleek okergeel met een donkerder centrum, de omgebogen ran
Fraaie koraalzwam
(Ramaria formosa) -Nederlandse naam:- Fraaie koraalzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meervoudig vertakt, koraalvormig, 10-15 cm hoog, 10-20 cm breed. Vertakkingen 1-2 cm dik, meervoudig U-vormig vertakt, meestal eindigend in een dubbele of drievoudige, spitse top, zalmgeel
Fraaie vrouwenmantel
(Alchemilla mollis) -Fraaie vrouwenmantel- RH. 1648 Volledige wetenschappelijke naam: Alchemilla mollis (Buser) Rothm. Diagnostische kenmerken: Kelkbladen (1,2-)1,5-2 maal zo lang als de kelkbuis, na de bloei uitgespreid. Bijkelkbladen ongeveer even groot als de kelkbladen.
Fraaisteelmycena
(Mycena inclinata) -Nederlandse naam:- Fraaisteelmycena -Beschrijving- Hoed kegelvormig tot klokvormig uitspreidend met een bultje, Ø 2-3 cm, fijn gestreept, rood- tot kastanjebruin, met een geschulpte rand. Lamellen aangehecht, wittig tot roze. Steel 5-10 cm x 2-4 mm, witt
Framboos
(Rubus idaeus) -Framboos- RH. 1091 Volledige wetenschappelijke naam: Rubus idaeus L. Diagnostische kenmerken: Stengel zonder talrijke lange rode klierborstels. Kroonbladen wit, rechtopstaand, later afstaand. Bladen geveerd, 3-7-tallig. Vrucht paarsachtig rood, dof, zeld
Frambozenglasvlinder
(Pennisetia hylaeiformis) frambozenglasvlinder Spanwijdte vleugels 20-25 mm, juli-september -Kenmerken- Voorvleugel met roodbruine en zwarte schubstrepen. Iets groter dan Bembecia ichneumoniformis. -Voorkomen- Zeldzaam, in open loofbossen, tuinen en frambozenkwekerijen. -Levenswijze- De rups leeft in de wortelstokken van frambozen.
Franjegentiaan
(Gentianella ciliata) -Franjegentiaan- RH. 0565 -Rode Lijst 1. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Gentianella ciliata (L.) Borkh. Diagnostische kenmerken: Stengelbladen lijnvormig (soms lancetvormig). Slippen van de bloemkroon met lange franje; keel niet gebaard. St
Franjehoeden
(Genus Psathyrella) -Nederlandse naam:- Franjehoeden De genera Psathyrella en Lacrymaria vormen samen de Franjehoeden. Dit is een grote groep van meestal tere, langstelige, saprofiete Plaatjeszwammen, met bij vocht of uitdroging vaak sterk van kleur veranderende hoeden, jong
Franjeporiezwam
(Polyporus tuberaster) -Nederlandse naam:- Franjeporiezwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam éénjarig, (vlak) trechtervormig met een centrale steel. Hoed Ø 3-10 cm, 10-15 mm dik. Bovenzijde met min of meer concentrisch staande, aangedrukte, spitse, aan de uiteinden harig
Franjevlekplaat
(Panaeolus sphinctrinus) -Nederlandse naam:- Franjevlekplaat -Beschrijving- Hoed ei- tot klokvormig met papil, Ø 1-4 cm, glad, mat, vochtig licht tot donker bruingrijs, wittig-grijzig opdrogend, met witte tandjes van velumresten aan de rand. Lamellen grijs tot zwart. Steel 6-14 c
Franjezwammen
(Familie Thelophoraceae) -Nederlandse naam:- Franjezwammen Een kleine groep van Basidiomyceten met een franjeachtig uiterlijk of met franje-achtige uiteinden aan de meestal vertakte vruchtlichamen. -Opgenomen taxa:- In Nederland komen 8 soorten van het met boomwortels ectomycorrh
Frans spikkeldikkopje
(Pyrgus bellieri) (Oberthür, 1910) Frans spikkeldikkopje -Beschrijving: - Het Frans spikkeldikkopje is een soort van bloemrijke, grazige vegetaties en is zowel in (sub)alpiene graslanden te vinden als bij vochtige, soms ruige, grazige vegetaties. Als waardplanten worden Potentilla -soorten (ganzerik) gebruikt zoals P. sylvestris , P. anserina (zilverschoon), P....
Frans vachtblauwtje
(Polyommatus dolus) (Hübner, 1823) Frans vachtblauwtje -Beschrijving: - Het westelijk vachtblauwtje is te vinden bij droge, bloemrijke, grazige vegetaties met struweel, op ruderale terreinen en op open plekken in loof- of naaldbos. De eieren worden op de bloemen van de waardplant Onobrychis viciifolia (esparcette) gelegd, mogelijk worden ook Medicago -soorten (ru...
Franse aardkastanje
(Conopodium majus) -Franse aardkastanje- RH. 2461 Volledige wetenschappelijke naam: Conopodium majus (Gouan) Koch Diagnostische kenmerken t.o.v. Bunium bulbocastanum: Wortel bijna bolvormig, vlezig. Stengel na de bloei hol. Bladen in omtrek driehoekig, 2- tot 3-voudig gevee
Franse boekweit
(Fagopyrum tataricum) -Franse boekweit - RH. 0512 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Fagopyrum tataricum (L.) Gaertn. Diagnostische kenmerken t.o.v. Fagopyrum esculentum: Nootje met bochtige, getande randen, ca. 3 maal zo lang als het groenige bloemdek. Bladen br
Franse roos
(Rosa gallica) -Franse roos- BB. 5128 Volledige wetenschappelijke naam: Rosa gallica L. Diagnostische kenmerken: Stengel dicht bezet met gekromde stekels, naaldvormige stekels en vaak ook met gesteelde klieren. Bloeiwijze 1(-3) bloemig. Kroonbladen (2,5-)3-4,5 cm lang,
Franse silene
(Silene gallica) -Franse silene - RH. 1203 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Silene gallica L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Silene noctiflora: Bloeiwijze aarvormig, de bloemen alleenstaand, vrij dicht opeen, rechtopstaand. Bloemsteel ca. 1 mm lang, evenal
Franse tamarisk
(Tamarix gallica) -Franse tamarisk - BB. 5282 Volledige wetenschappelijke naam: Tamarix gallica L. Diagnostische kenmerken: Bloemen 5-tallig. Kroonbladen 1,5-2 mm lang, roze. Bladen met halfstengelomvattende voet, 1,5-3 mm lang, heldergroen of blauwachtig. Bloemen in dicht
Franse veldwesp
(Polistes dominulus) Franse veldwesp Lengte 12-18 mm, januari-december. -Kenmerken- Veldwespen zijn slanker dan de hiervoor behandelde kort- en langkoppen (Vespinae). Het achterlijf of metasoma versmalt zich geleidelijk naar voren toe en is niet kort en hoog afgesneden zoals bij Vespinae. Voelsprieten geel en bij de mannetjes aan de top ingerold (zie 274 3b g links). K...
Frater
(Carduelis flavirostris) -Wetenschappelijke naam: - Carduelis flavirostris (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Frater -Vogelgroep:- Vinken -Veldkenmerken.- 13,5 cm. Lijkt op Kneu en Barmsijs. Beide sexen bruin met strepen op kop, bovendelen, borst en flanken. Slag- en staartpen
Freija's parelmoervlinder
(Boloria freija) (Thunberg, 1791) Freija's parelmoervlinder -Beschrijving: - Freija's parelmoervlinder plant zich voort in moeras- en veengebieden. Het vrouwtje zet de eitjes één voor één af op Vaccinium uliginosum (rijsbes), mogelijk ook op Rubus chamaemorus , Arctostaphylos alpina , A. uva-ursi (berendruif) en Empetrum nigrum (kraaihei...
frenulum
het koppelingsmechanisme van de vleugels bij vele vlinders en enkele andere insecten. Het bestaat uit een borstel of een groep borstels, ontspringend aan de 'schouder' van de achtervleugel en onder de voorvleugel lopend, waar het wordt vastgehouden door een haak of een groep borstels, het retinaculum genaamd.
Frigga's parelmoervlinder
(Boloria frigga) (Thunberg, 1791) Frigga's parelmoervlinder -Beschrijving: - Frigga's parelmoervlinder is vooral te vinden in open moerassen en venen met een begroeiing van berken- en wilgenstruiken, in moerassen in berkenbossen en in veenmoerassen in naaldbossen. De eitjes worden afzonderlijk op de waardplant Rubus chamaemorus afgezet. Het is een zeldzame parelmoe...
frons
het voorhoofd; het bovenste gedeelte van het insectengezicht, tussen en onder de antennen en de mediane ocellus bevattend. Bij de Diptera beslaat het frons bijna de gehele voorzijde van de kop, afgezien van de ogen.
Fructificeren
vruchtlichamen produceren, het zich door middel van vruchtlichamen voortplanten.
Fumaria muralis
Van deze soort wordt de volgende ondersoort gevonden: Fumaria muralis boraei
Fungilore
verhalen waarin paddenstoelen ofwel "de kinderen der duisternis" de hoofdrol spelen.
Fungus
het vruchtlichaam van de schimmel, de paddenstoel of zwam. Alternatieven: fungi
furcula
de 'springvork' van de springstaarten (klasse Collembola).
Fuut
(Podiceps cristatus) -Wetenschappelijke naam: - Podiceps cristatus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Fuut -Vogelgroep:- Futen -Veldkenmerken.- 48 cm. Grootste fuut. Makkelijk te herkennen door zwartbruine oorpluimen en in broedkleed door kastanjebruine en zwarte, uitzetba
fylogenie
1: de evolutionaire geschiedenis van een groep of afstammingslijn; de beschrijving en verklaring van de tegenwoordige episode van morfologische, oecologische en biogeografische veranderingen van een taxon.2: de herkomst en evolutie van hogere taxa; de theoretische verklaring van fylogenetische processen. Alternatieven: fylogenetisch