Soortenbank

Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401

Echte libellen en juffers
(Orde Odonata) Orde Odonata Fabricius, 1793 Grieks: odouz, tand Libellen (fig. Agrandim.tif) en juffers (fig. Csplendm.tif). De volwassen dieren zijn jagers, met krachtige kaken (vandaar de naam Odonata, "getand"). De spanwijdte van de adulten varieert van 20 tot 180 mm, hoewel uit fossiele vondsten een spanwijdte van meer dan 650 mm is gebleken, groter...

Echte marjolein
(Origanum majorana) -Echte marjolein - BB. 5101 Volledige wetenschappelijke naam: Origanum majorana L. Diagnostische kenmerken: Kelk ongetand, van voren tot de voet gespleten. Schutbladen bijna cirkelrond, groen. Stengels opstijgend of rechtopstaand, dicht kortharig of vilti

Echte meeldauw
(Uncinula adunca) -Nederlandse naam:- Echte meeldauw -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam tot enkele millimeters grote, alleenstaande zwarte, dunne, ronde schijfjes, die door een krans van bleekwitte, van het centrum afbuigende, aan de uiteinden ingerolde aanhangsels w

Echte salie
(Salvia officinalis) -Echte salie- BB. 5246 Volledige wetenschappelijke naam: Salvia officinalis L. Diagnostische kenmerken: Stengel onderaan houtig. Bladen dik, grijs, met ingezonken adering, fijn gekarteld-getand of bijna gaafrandig. Schijnkransen 4-8-bloemig. Bloemkroon 2-

Echte tijm
(Thymus vulgaris) -Echte tijm- BB. 5152 Volledige wetenschappelijke naam: Thymus vulgaris L. Diagnostische kenmerken: Plant rechtopstaand of opstijgend, met bijna rechtopstaande takken. Bladen bijna zittend, met sterk omgerolde, niet gewimperde rand, van onderen kort vilti

Echte tolzwam
(Coltricia perennis) -Nederlandse naam:- Echte tolzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam tol- tot vlak trechtervormig, gesteeld, tot 6 cm hoog. Hoed Ø 2-8 cm, concentrisch gezoneerd, fijn fluwelig tot glad, kastanje- of roestbruin tot okerkleurig of bleekgrijs. Buisjes 2-3 mm lang

Echte tonderzwam
(Fomes fomentarius) -Nederlandse naam:- Echte tonderzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meerjarig, hoef- tot consolevormig, 10-30 x 5-20 cm, 10-25 cm dik, met een stompe, viltige groeirand. Bovenzijde concentrisch gezoneerd, kaal, met 1-2 mm dikke, donkerbruine korst, oker- of

Echte truffels
(Orde Elaphomycetales) (Orde Elaphomycetales) Een groep van Echte truffels, die zich gedeeltelijk bovengronds of volledig ondergronds ontwikkelen en meestal als ectomycorrhizasymbiont van bomen en struiken voorkomen. Zij hebben operculate asci of zakjes met aan de ascustop een zich bij rijpheid openend dekseltje, dat in Melzer's reagens meestal blauw verkleurt. -Opgenomen taxa:- Familie Elapho...

Echte truffels
(Orde Tuberales) (Orde Tuberales) Een groep van Echte truffels, die zich gedeeltelijk bovengronds of volledig ondergronds ontwikkelen en meestal als ectomycorrhizasymbiont van bomen en struiken voorkomen. Zij hebben operculate asci of zakjes met aan de ascustop een zich bij rijpheid openend dekseltje, dat in Melzer's reagens meestal blauw verkleurt (14.jpg). Naast respectievelijk 6...

Echte valeriaan
(Valeriana officinalis) -Echte valeriaan- RH. 1333 Volledige wetenschappelijke naam: Valeriana officinalis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Valeriana dioica: Alle bladen geveerd; blaadjes 9-21, eirond tot lancetvormig, aan de bovenste bladen tot lijnvormig. Bloemen tweeslachtig

Echte vuurzwam
(Phellinus igniarius) -Nederlandse naam:- Echte vuurzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meerjarig, hard, hoef- tot consolevormig, 10-40 x 5-20 cm, 5-15 cm dik. Bovenzijde concentrisch gegroefd-geribd, glad, gebarsten, roestbruin tot grijszwart of zwart, met een lichtere, stompe

eclips
Een cryptisch gekleurd tussenkleed, dat voor een korte tijd buiten het broedseizoen het kleurrijke broedkleed vervangt. Dit kleed is met name bekend bij een aantal eendensoorten (Anatidae, subfamilie Anatinae), die gedurende de zomer of aan het eind ervan hun verenkleed, waaronder de slagpennen, ruien. Erna ruien ze direct door naar het broedkleed,...

Ectomycorrhiza
of schimmelwortel, een symbiotische samenlevingsvorm tussen paddenstoelen (macrofungi) en boomwortels (35.jpg) en wortels van struiken, waarbij onder andere uitwisseling van in water oplosbare voedingsstoffen plaatsvindt.

ectoparasitoïd
parasitoïde larve die aan de buitenkant van de gastheer leeft.

Ectophasia crassipennis
Lengte 5-9 mm, mei-september. -Kenmerken- Een sluipvlieg behorend tot een groep van vrij zwak behaarde soorten. Het mannetje (240 4 g) heeft sterk verbrede vleugels met donkere vlekken. Achterlijf bruingeel met zeer brede lengteband. -Voorkomen- Deze zuidelijke soort ontbreekt in Nederland en België, maar twee nauwverwante soorten zijn wel inh...

Eekhoorn
(Stauropus fagi) eekhoorn Spanwijdte vleugels 45-60 mm, april-augustus -Kenmerken- Voorvleugels tamelijk lang en smal, grijsbruin tot donkerbruin met een lichte, maar fletse, getande dwarsband en een paar donkere punten voor de rand. Achtervleugels veel korter en wat breder. -Voorkomen- Niet zeldzaam in beukenbossen en beukenlanen, maar ook in grote parken. Soms oo...

Eekhoorngras
(Vulpia bromoides) -Eekhoorngras- RH. 1392 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Vulpia bromoides (L.) S.F.Gray Diagnostische kenmerken: Bovenste kelkkafje 1,5-2 maal zo lang (zonder de tot 2 mm lange naald) als het onderste, 3-nervig. Bloeiwijze enigszins uitsta

Eenarig wollegras
(Eriophorum vaginatum) -Eenarig wollegras- RH. 0479 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Eriophorum vaginatum L. Diagnostische kenmerken: Bovenste stengelblad zonder bladschijf, met een opgeblazen schede. Bloeiwijze uit 1 eindelingse aar bestaand. Plant zonder worte

Eenbes
(Paris quadrifolia) -Eenbes- RH. 0920 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Paris quadrifolia L. Diagnostische kenmerken: Stengel 1-bloemig. Bladen (3 of) 4 (-6), kransstandig, breed elliptisch tot omgekeerd-eirond, kort toegespitst, bijna zittend. Bloem eindeling

Eenbloemig parelgras
(Melica uniflora) -Eenbloemig parelgras- RH. 0808 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Melica uniflora Retz. Diagnostische kenmerken t.o.v. Melica nutans: Aartjes in een pluim met lange, rechtop-afstaande takken, rechtopstaand, elk met 1 tweeslachtige bloem en

Eenbloemig wintergroen
(Moneses uniflora) -Eenbloemig wintergroen- RH. 0833 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Moneses uniflora (L.) A.Gray Diagnostische kenmerken: Bladschijf cirkelrond tot spatelvormig, gekarteld-gezaagd, langer dan de steel en daarin versmald. Bloemen alleenstaan

Eenbloemige zeekraal
(Salicornia pusilla) -Eenbloemige zeekraal - RH. 2428 Volledige wetenschappelijke naam: Salicornia disarticulata Moss Diagnostische kenmerken: Deelbloeiwijzen in meerderheid 1-bloemig. Zijtakken afstaand. Helmhokjes 0,25-0,55 mm lang. Bloemdragende leden (aan de basis van de

Eendagsvliegen
(Orde Ephemeroptera) eendagsvliegen of haften -Kenmerken- Kleine tot middelgrote, fragiele insecten (vleugelspanwijdte 12-50 mm). Vrij kleine kop met grote, goed ontwikkelde facetogen, vooral bij de mannetjes. Voelsprieten heel kort. Monddelen bijtend, maar steeds sterk gereduceerd (adulten eten niet). Slank en teer gebouwd lichaam. Thorax met twee paar driehoekige, vl...

eenden
(Deel van de) Naam van de kleinere leden van de familie Anatidae (Anseriformes, onderorde Anseres). In het meervoud worden er vaak, samen met ganzen en zwanen, alle leden van de familie mee aangeduid. Het suffix ’eend’ verwijst niet per definitie naar een taxonomische onderafdeling. Mannetjes worden ook wel ’woerd’ genoemd, ...

Eendenkroos
(Genus Lemna) -Eendenkroos- Volledige wetenschappelijke naam: Lemna L. Opm. bloeiende planten worden zelden waargenomen.

Eendenkroosfamilie
(Familie Lemnaceae) -Eendenkroosfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Lemnaceae Drijvende of ondergedoken waterplanten met vaak schijfvormige, bladachtige stengels, zonder bladen. Bloemen eenslachtig, eenhuizig, zonder bloemdek, 2 of 3 bijeen aan de rand van de schijfje

eendenmossel
Mariene kreeftachtige dat zich in volwassen stadium met een vlezige steel vasthecht aan rotsen of schepen. Voedselbron voor sommige waadvogels. Alternatieven: eendenmosselen

Eenhoornmestkever
(Copris lunaris) eenhoornmestkever Lengte 16-24 mm, oktober-juli. -Kenmerken- Mannetje met grote doorn op de kop (174 8 g). Vrouwtje met kleine doorn. Dekschilden gestreept. -Voorkomen- Op droge weiden, gewoonlijk in koemest. Zeldzaam in Limburg (NL) en plaatselijk minder zeldzaam in Zuidoost-België. -Levenswijze- Een paartje bouwt dicht onder de mesthoop diep...

eenhuizig
Een plant met eenslachtige bloemen waarbij de manlijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant zitten. Alternatieven: eenhuizige geslachtsverdeling

Eenjarige hardbloem
(Scleranthus annuus) -Eenjarige hardbloem - RH. 1163 Volledige wetenschappelijke naam: Scleranthus annuus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Scleranthus perennis: Kelkslippen na de bloei schuin uitstaand, met vrij spitse top, met een 0,1-0,2 mm brede witte rand. Kelk 3,2-4,5 m

eenslachtig
Alleen met meeldraden of alleen met stampers. Alternatieven: eenslachtige

Eenstaartjes
(Familie Drepanidae) eenstaartjes -Kenmerken- De eenstaartjes worden gekenmerkt door de sikkelvormig naar beneden lopende vleugelpunten. Het achterlijf van de rupsen loopt naar achteren toe uit in een punt (vandaar de naam eenstaart). -Voorkomen- Samen met de onderfamilie Thyatrinae zijn de eenstaartjes met ca. 14 soorten vertegenwoordigd in Nederland en België. -...

Eenstijlige meidoorn
(Crataegus monogyna) -Eenstijlige meidoorn- RH. 0369 Volledige wetenschappelijke naam: Crataegus monogyna Jacq. Diagnostische kenmerken t.o.v. Crataegus laevigata: Bloemen alle met 1 stijl, of ten dele met 1 of ten dele met 2 stijlen (de tweede stijl dan vaak korter of reeds

Eenzaadlobbigen
(Onderklasse Liliidae) -Eenzaadlobbigen- De volgende superorden behoren tot Dit taxon: superorde Alismatiflorae superorde Areciflorae superorde Liliiflorae

Eenzijdig wintergroen
(Orthilia secunda) -Eenzijdig wintergroen- RH. 1039 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Orthilia secunda (L.) House Diagnostische kenmerken: Bladschijf eirond tot langwerpig-eirond, meestal spits, fijn gekarteld-gezaagd, langer dan de steel. Bloemen naar één zi

Egeïsch bruin zandoogje
(Maniola halicarnassus) Thomson, 1990 Egeïsch bruin zandoogje -Beschrijving: - Het Egeïsch bruin zandoogje is op Nissiros te vinden bij droge, open struweelvegetaties en bij landbouwgronden. De vlinders gaan in de zomer tijdelijk in diapauze. De soort heeft één generatie per jaar. -Leefgebied: - Droog kalkgrasland en steppe Sclerofiele struikvegeta...

Egeïsche heivlinder
(Hipparchia mersina) (Staudinger, 1871) Egeïsche heivlinder -Beschrijving: - De egeïsche heivlinder komt in zeer open, droge naaldbossen voor met een ondergroei van grassen en verspreide struiken. De soort vliegt in één generatie per jaar. -Leefgebied: - Naaldbos -Sterk gelijkende soorten: - Hipparchia pellucida Hipparchia christenseni -Versprei...

Egelantier
(Rosa rubiginosa) -Egelantier- RH. 1645 Volledige wetenschappelijke naam: Rosa rubiginosa L, s.l. Diagnostische kenmerken t.o.v. Rosa canina s.l.: Blaadjes over de gehele onderzijde met (naar appels geurende) klieren, daarnaast weinig behaard tot kaal. Zeer variabel. Zie o

Egelboterbloem
(Ranunculus flammula) -Egelboterbloem- RH. 1048 Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus flammula L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ranunculus lingua: Bloem 0,5-1,5 (-2) cm in doorsnede, geel. Vruchtjes 1,2-2 mm lang, met een smalle, zeer korte snavel. Onderste bladen elli

Egelskop
(Genus Sparganium) -Egelskop- Volledige wetenschappelijke naam: Sparganium L.

Egelskopfamilie
(Familie Sparganiaceae) -Egelskopfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Sparganiaceae Kruidachtige, overblijvende, eenhuizige moeras- en waterplanten met een wortelstok. Bladen afwisselend, lijnvormig. Bloemen regelmatig, dicht opeen in bolvormige hoofdjes, de onderste hoofd

Egelskopmot
(Nymphula stagnata) egelskopmot Spanwijdte vleugels 18-22 mm, juni-augustus -Kenmerken- Iets kleiner dan Elophiila nymphaeata en met een variabele tekening op de witte vleugels, maar zonder getande figuren. -Voorkomen- Vrij algemeen bij stilstaand water. -Levenswijze- Rups geel of bleekbruin, leeft onder water op egelskop en andere waterplanten, aanvankelijk in de ste...

Egelslak
(Acanthodoris pilosa) Acanthodoris pilosa (Abildgaard, 1789) -Nederlandse Naam:- Egelslak -Beschrijving:- Doride met een lengte tot 5 cm, maar meestal niet groter dan 3 cm. Het hele lichaam is bedekt met kleine, zachte uitsteeksels. Het lichaam is lichtgrijs of bruin, soms wit of geelachtig van kleur. De donker paarsbruin of anthraciet-kleurige dieren behoren mogelijk t...

Egeria
(Egeria densa) -Egeria- BB. 5059 Volledige wetenschappelijke naam: Egeria densa Planch. Diagnostische kenmerken: Blad lijnvormig, (10-)15-40 mm lang. Mannelijke bloem met 3-4 mm lange kelkbladen en 8-11 mm lange kroonbladen. Bloemdekbuis tot 7,5 cm lang. Juli-herfst. Hy

ei
Ovaal lichaam met beschermende kalkachtige bedekking (schaal), dat door vrouwtjes geproduceerd wordt. Erin bevindt zich een kiem, dat kan uitgroeien tot een nieuw individu, alsmede voeding (dooier) en omliggende lagen. Een vogelei is bij uitstek geschikt voor zowel optimale groei als bescherming van een zich ontwikkelend embryo. De dooier wordt omg...

Eidereend
(Somateria mollissima) -Wetenschappelijke naam: - Somateria mollissima (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Eidereend -Vogelgroep:- Duikeenden -Veldkenmerken.- 50-71 cm. Een grote, zware zeeëend met lange kop. Mannetje is enige eend met zwarte buik en witte rug. Borst wit met

Eierlevendbarend
De eieren komen meteen tijdens het leggen uit, of zeer kort erna. De jongen zijn meestal slechts omgeven door een dun vliesje. Dit wordt ook wel ovovivipaar genoemd.

Eierzakje
(Nidularia deformis) -Nederlandse naam:- Eierzakje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam bol- tot eivormig, Ø 2-10 mm. Buitenzijde poederig tot glad, bleek geelbruin of vleeskleurig- tot kaneelbruin. Openscheurend, waarna de geelbruine, lensvormige "eitjes" van 0,5-1 mm zi

Eigenlijke insecten
(Klasse Insecta) eigenlijke insecten -Kenmerken- Minuscuul kleine tot zeer grote Hexapoda (0,15 mm lange sluipwespen uit de familie Mymaridae tot 15-20 cm lange, tropische boktorren). Alle insecten hebben een tracheestelsel om mee te ademen, altijd 1 paar gesegmenteerde antennen en 3 paar onvertakte, gelede poten, facetogen en-of ocellen. Het lichaam bestaat uit 3 ...

Eik
(Genus Quercus) -Eik- Volledige wetenschappelijke naam: Quercus L.

Eikebladzwammetje
(Collybia dryophila) -Nederlandse naam:- Eikebladzwammetje -Beschrijving- Hoed onregelmatig gewelfd tot vlak, Ø 2-5 cm, glad, bleekoker tot roodachtig bruin, met een bleke, gestreepte rand. Lamellen wittig-gelig. Steel 4-6 cm x 2-5 mm, hol, glad, crème-beige tot oranjebruin.

Eikebloedzwam
(Stereum gausapatum) -Nederlandse naam:- Eikebloedzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam leerachtig korstvormig, met weinig afstaande randen, Ø 1-4 cm. Bovenzijde van de schijnhoedjes fijnharig, gezoneerd, okerbruin-grijzig, rand wittig. Onderzijde glad, bleek tot donker geel- of

Eikeboleet
(Leccinum quercinum) -Nederlandse naam:- Eikeboleet -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 6-15 cm, jong vezelig-schubbig, oranje- tot kastanjebruin, later glad, vaal roestbruin, met een over de rand hangende hoedhuid. Buisjes wit tot bleek geelbruin, wijnkleurig to

Eikelbekertje
(Ciboria batschiana) -Nederlandse naam:- Eikelbekertje -Beschrijving- Vruchtlichaam schotelvormig tot afgeplat, Ø 0,5-1,5 cm. Binnenzijde kaneelkleurig tot bruin. Buitenzijde fijn donzig, kaneelkleurig tot bruin, gesteeld. Steel donkerbruin met zwartbruine basis. -Voorkomen-

Eikeldopzwam
(Hymenoscyphus fructigenus) -Nederlandse naam:- Eikeldopzwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot vlak schotelvormig, Ø 1-4 mm. Binnenzijde witgeel tot wittig okergeel. Buitenzijde wittig geel, gesteeld. Steel wittig geel. -Voorkomen- Op vruchtschalen en napjes van ei

Eikenblad
(Gastropacha quercifolia) eikenblad Spanwijdte vleugels 50-90 mm, juni-augustus -Kenmerken- Vrouwtje 2 keer zo groot als mannetje. Kleur; van diep purper tot bleek bruin. Vleugelranden golfvormig gezaagd. -Voorkomen- In beboste streken langs bosranden en houtwallen. Vroeger vrij algemeen in Nederland en België, tegenwoordig zeldzaam geworden. -Levenswijze- Vlinder vouw...

Eikenbladluis
(Lachnus roboris) eikenbladluis Lengte 4-5 mm, mei-september -Kenmerken- Grote, bruine bladluis met knopvormige siphonen. -Voorkomen- Op eikentakken algemeen. -Levenswijze- De soort wordt regelmatig door mieren bezocht voor de honingdauw.

Eikenbladrolkever
(Attelabus nitens) eikenbladrolkever Lengte 4-7 mm, mei-augustus. -Kenmerken- De soort lijkt in kleurpatroon op de hazelaarbladrolkever, maar heeft zwarte poten. De kop is ook niet zo extreem ingesnoerd, maar is voor een snuitkeverachtige normaal gevormd (kever niet afgebeeld). -Voorkomen- Vooral op jonge eikenbomen. Vrij algemeen in geheel Nederland en België. ...

Eikennapjesgal
(Neuroterus laeviusculus) eikennapjesgal -Kenmerken- Ongeveer 5 mm grote, napvormige gallen met onregelmatig hoog opkrullende rand. -Voorkomen- Aan de onderzijde van eikenbladeren, vrij algemeen.

Eikenpage
(Neozephyrus quercus) eikenpage Spanwijdte vleugels 28-33 mm, juni-augustus -Kenmerken- Achtervleugels met kleine staartjes. Bovenzijde voorvleugels van het mannetje (386 1a g) helder blauw met zwarte zoom. Bij het vrouwtje zwartbruin, voorvleugels met 2 blauwe vlekken (386 1b g). Onderzijde vleugels in beide seksen grijs, achtervleugels met witte W-vormige band en oran...

Eikenpage
(Neozephyrus quercus) (Linnaeus, 1758) Eikenpage -Beschrijving: - De eikenpage is een bewoner van eikenbossen en -struwelen. Hij komt ook voor bij grote solitair staande eikenbomen. De eik is tevens zijn enige waardplant. De eitjes worden afgezet aan de basis van knoppen tegen het hout aan. De kleine rups ontwikkelt zich in het ei, maar verlaat het pas in het volgende j...

Eikenprachtkever
(Agrilus biguttatus) eikenprachtkever Lengte 8-13 mm, mei-juli. -Kenmerken- Zoals alle andere 13 Agrilus soorten een slank gebouwde, groen glanzende prachtkever. Dekschilden elk met 2 witachtig bestoven vlekken op de achterste helft. -Voorkomen- In bossen, vooral op eik. Wordt recentelijk als zeer schadelijk beschouwd in Nederland en België. Oorzaak van de enorme ...

Eikenprocessierups
(Thaumetopoea processionea) eikenprocessierups Spanwijdte vleugels 25-35 mm, juli-september -Kenmerken- Vlinder onopvallend, voorvleugels met onduidelijke, donkergrijze lijntekening. Achtervleugels vuilwit. Niet afgebeeld. -Voorkomen- Warmteminnende soort uit Midden en Zuid-Europa, lokaal talrijk, maar grillig in voorkomen, op eik. Aanwezig in België, was omstreeks 1900 ...

Eikenstuitergalwesp
(Cynips longiventris) eikenstuitergalwesp Lengte 3-4 mm, november-juli. -Kenmerken- de soort lijkt erg op de gewone eikengalwesp (niet afgebeeld). -Voorkomen- doorgaans niet zeldzaam op eiken. -Levenswijze- De galwesp veroorzaakt bijna gelijkvormige gallen met die van Cynips quercusfolii, maar ze blijven echter kleiner en hebben een zeer fraaie, decoratieve kleur: gele ...

Eikeschorsschijfje
(Diatrypella quercina) -Nederlandse naam:- Eikeschorsschijfje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam bol kussenvormig, Ø 2-4 mm, door de schors brekend. Bovenzijde wrattig, papillen nauwelijks zichtbaar, zwart. Stroma wit tot lichtbruin. -Voorkomen- Op dode takken, vooral van

Eiketakstromakelkje
(Poculum firmum) -Nederlandse naam:- Eiketakstromakelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot schotelvormig, Ø 0,5-1 cm. Binnenzijde olijf- tot roodbruin. Buitenzijde, olijf- tot roodbruin, gesteeld. -Voorkomen- Op afgevallen, weinig verteerde eiken- (en el

Eiketandjeszwam
(Hyphodontia quercina) -Nederlandse naam:- Eiketandjeszwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam dun korstvormig, enkele cm tot enkele dm bedekkend. Hymenium met stekels, crème tot crèmegeel. Stekels priemvormig, 1-3 mm lang. -Voorkomen- Op loofhout. Saprofiet. -Status- Zeld

Eiketrilzwam
(Exidia truncata) -Nederlandse naam:- Eiketrilzwam (Stoppeltrilzwam) -Beschrijving- Vruchtlichaam tol- tot knoopvormig, Ø 1-6 cm. Bovenzijde mat tot glanzend, zwart tot bruinzwart. Onderzijde met stompe stekels (stoppels), mat, zwart tot bruinzwart. Vlees gelatineus, taai.

Eikevuurzwam
(Phellinus robustus) -Nederlandse naam:- Eikevuurzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meerjarig, hard, knol- tot hoef- of consolevormig, 8-25 x 5-10 cm, 5-20 cm dik. Bovenzijde glad, roest- tot grijsbruin of zwartbruin, met een stompe, geelbruine rand. Met meerdere buisjeslagen.

Eikeweerschijnzwam
(Inonotus dryadeus) -Nederlandse naam:- Eikeweerschijnzwam (Boomnimf) -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, knollig of kussen- tot dik consolevormig, breed aan het substraat gehecht, 10-25 x 6-15 cm. Bovenzijde knobbelig-gegroefd, mat, fijn viltig, crème tot oranjebruin of

Eikhaas
(Grifola frondosa) -Nederlandse naam:- Eikhaas -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, waaier- tot breed tong- of spatelvormig, met meerdere, leerachtige hoeden uit een centrale, meervoudig vertakte steel groeiend, Ø 20-50 cm. Hoed 4-10 cm breed, 5-10 mm dik, zijdelings gest

Eikvaren
(Genus Polypodium) -Eikvaren- Volledige wetenschappelijke naam: Polypodium L.

Eikvarenfamilie
(Familie Polypodiaceae) -Eikvarenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Polypodiaceae Aard-, boom- of rotsvarens met kruipende, beschubde wortelstok. Bladen verspreid, geleed met de wortelstok, enkel geveerd of veerdelig, kruidachtig; de vruchtbare en de onvruchtbare gelijk;

Eironde leeuwenbek
(Kickxia spuria) -Eironde leeuwenbek- RH. 0744 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Kickxia spuria (L.) Dum. Diagnostische kenmerken t.o.v. Kickxia elatine: Alle bladen met afgeronde of afgeknotte voet. Bloemstelen meestal ruw behaard. Kelkslippen eirond tot l

Eironde watertor
(Hyphydrus ovatus) eironde watertor Lengte 4-5 mm, januari-december. -Kenmerken- Eenkleurig roestrood. Kleine waterroofkever met opvallend kogelvormig lichaam. -Voorkomen- Algemeen in allerlei typen stilstaand water. -Levenswijze- Deze kever slaat niet, zoals bij de meeste waterroofkevers, lucht op onder de dekschilden, maar bewaart het in een luchtbel aan het achter...

Eivormige waterbies
(Eleocharis ovata) -Eivormige waterbies - RH. 0439 -Rode Lijst 0.- Volledige wetenschappelijke naam: Eleocharis ovata (Roth) Roem. & Schult. Diagnostische kenmerken: Planten eenjarig, in polletjes groeiend. Nootje 1 mm lang, lensvormig, scherp gekield, wit of gelig, glanzen

Ekster
(Pica pica) -Wetenschappelijke naam: - Pica pica (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Ekster -Vogelgroep:- Eksters -Veldkenmerken.- 46 cm. Gemakkelijk herkenbaar door contrasterend zwart en wit verenkleed en lange staart, die de helft van lichaamslengte uitmaakt. St

Elasmucha ferrugata
Lengte 6-8 mm, januari-december -Kenmerken- Halsschildranden uitlopend in lange, spitse doornen (familie Acanthosomatidae). -Voorkomen- Langs bosranden met bosbes. Vooral in bergachtige gebieden algemener dan in het vlakke land.

Elbahooibeestje
(Coenonympha elbana) Staudinger, 1901 Elbahooibeestje -Beschrijving: - Het Elbahooibeestje kan worden gevonden op open grazige plekken met hier en daar struiken, op bloemrijke open plekken in bossen en bij struweelvegetaties (maquis). Op warme dagen zijn de vlinders vooral 's ochtends en in de namiddag actief, op het heetst van de dag zitten ze verborgen in de vegetati...

Elegante champignonparasol
(Leucoagaricus melanotrichus) -Nederlandse naam:- Elegante champignonparasol -Beschrijving- Hoed halfbolvormig, dan licht gewelfd met een laag breed bultje, Ø 5-14 mm, glad tot fijn radiair vezelig op een witte ondergrond, donker purperbruin tot bijna zwart. Lamellen wit, met een vlok

Eleonora's Valk
(Falco eleonorae) -Wetenschappelijke naam: - Falco eleonorae Gene, 1839 -Nederlandse naam: - Eleonora’s Valk -Vogelgroep:- Valken -Veldkenmerken.- 36-40 cm, spanwijdte, spanwijdte 90-105 cm. Silhouet lijkt op Boomvalk, maar groter met langere staart en vleugels. Twee kleur

Elfenwasplaat
(Hygrocybe ceracea) -Nederlandse naam:- Elfenwasplaat -Beschrijving- Hoed onregelmatig gewelfd, soms met een bultje, Ø 2-4 cm, kleverig tot glad, citroen- tot dooiergeel met een oranje tint. Lamellen breed, wijd uiteen, lichtgeel. Steel 3-4 cm x 2-4 mm, droog, citroengeel, m

Elis sexmaculata
Lengte 16-28 mm, juli-september. -Kenmerken- Krachtig gebouwde, zwarte dolkwesp met 3 brede, gele banden op het achterlijf, die meestal in het midden onderbroken zijn, zodat er eigenlijk 6 vlekken te zien zijn. Vleugels licht bruin getint. -Voorkomen- Algemeen in het Middellandse Zeegebied bij kustduinen.

Elmis maugetii
Lengte 1,5-2,5 mm, januari-december. -Kenmerken- Zeer kleine, glanzende kever met lange voelsprieten. Zijkanten en onderzijde met fijne, dichte haarbedekking, die een dunne luchtlaag vasthoudt voor de ademhaling (plastron). Behoort tot de beekkevers. -Voorkomen- In schone, snel stromende wateren, vooral bergbeken. Deze soort is in Nederland heront...

Els
(Genus Alnus) -Els- Volledige wetenschappelijke naam: Alnus Gaertn.

elytra
Schubben op de rugzijde van zeerupsen. Alternatieven: elytron

Elytrigia juncea
Van deze soort wordt de volgende ondersoort gevonden: Elytrigia juncea boreoatlantica Dit is de pagina in de Sleutel waar deze soort wordt uitgesleuteld: Pagina 1915

elytron
verharde voorvleugel van een kever of een oorworm (zie ook hemelytron).

Elzeboleet
(Gyrodon lividus) -Nederlandse naam:- Elzeboleet -Beschrijving- Hoed gewelfd, Ø 4-10 cm, kleverig, mat, strokleurig tot bleekgeelbruin, met een roestbruine tint. Buisjes helder zwavelgeel, groenig-blauw tot bruinig verkleurend. Poriën groot, hoekig, helder zwavelgeel, bij

Elzebundelzwam
(Pholiota alnicola) -Nederlandse naam:- Elzebundelzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 3-6 cm, glad, kleverig, helder citroengeel tot olijfkleurig aan de vaak met bruine velumresten behangen randzone. Lamellen bleekgeel tot kaneelbruin. Steel 4-12 cm x 5-11 mm, de st

Elzekatjemummiekelkje
(Ciboria amentacea) -Nederlandse naam:- Elzekatjemummiekelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot schotelvormig, Ø 3-10 mm. Binnenzijde crème-oker tot okerbruin. Buitenzijde zwak berijpt, met wit gewimperde, gekerfde rand, okerbruin, (lang)gesteeld. Steel lic

Elzekrulzoom
(Paxillus filamentosus) -Nederlandse naam:- Elzekrulzoom -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak of verdiept trechtervormig, Ø 5-7 cm, mat, vochtig wat kleverig, bruingeel tot roodachtig bruin, barstend, met bleekbruine scheuren, jong met een ingerolde rand. Lamellen dicht opeen, a

Elzenbladvlo
(Psylla alni) elzenbladvlo Lengte 3-5 mm, juni-oktober -Kenmerken- Lichtgroen met in rust dakvormig gevouwen, glasachtige doorzichtige vleugels (122 1b g). Kan zeer goed springen (familie Psyllidae). -Voorkomen- Op elzen, overal algemeen. -Levenswijze- De nimfen (122 1a g) zitten in het voorjaar in dichte groepen op elzentwijgjes. Ze produceren witte, wasachtige...

Elzenhaantje
(Agelastica alni) elzenhaantje Lengte 6-7 mm, augustus-mei. -Kenmerken- Kleine zwartblauwe kever met sterke, blauwe glans (194 4 g). Bovenkant met dichte, fijne punctuur. -Voorkomen- Een van de algemeenste bladkevers. Overal in geheel Europa op elzen te vinden. -Levenswijze- Larven eten in dichte groepen elzenbladeren.

Elzenvlag
(Taphrina amentorum) -Nederlandse naam:- Elzenvlag -Beschrijving- Vruchtlichaam vormt een groene, naar donkerrood verkleurende worm- of tongvormige woekering vanuit aan de boom hangende, vrouwelijke elzenproppen. -Voorkomen- Op aan de boom hangende elzenproppen. Voorjaar-zome

Elzenzegge
(Carex elongata) -Elzenzegge- RH. 0229 Volledige wetenschappelijke naam: Carex elongata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex echinata: Stengel scherp driekantig, ruw. Aren in omtrek langwerpig-eivormig tot langwerpig. Bloeiwijze 3-10 cm lang. Urntjes niet stervormig ui

Elzepropschoteltje
(Pezizella alniella) -Nederlandse naam:- Elzepropschoteltje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam tol- tot schijfvormig, Ø 0,3-0,7 mm. Binnenzijde crème tot bleekgeel. Buitenzijde melig bestoven, crème. -Voorkomen- Op (delen van) afgevallen, verhoute elzenproppen in bossen

Elzeweerschijnzwam
(Inonotus radiatus) -Nederlandse naam:- Elzeweerschijnzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, vlak, consolevormig, meestal dakpansgewijs groeiend, 3-10 x 2-6 cm, 1-2 cm dik. Bovenzijde fijn viltig tot kaal, radiair gerimpeld, soms concentrisch gezoneerd, roestbruin met e

emarginaat
met een duidelijke inkeping.

embolium
smalle strook langs de voorrand van de voorvleugel bij bepaalde wantsen, van de rest van het corium gescheiden door een groef of sutuur.