Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


kreek
Stilstaand water, vaak zijarm van een rivier(tje), dat meestal gevoed wordt door water uit het achterland.

Krekels
(Familie Gryllidae) krekels -Kenmerken- Krekels hebben maar 3 tarsale segmenten. De kleur groen komt niet voor in deze groep. Bij het striduleren (080 2 g, Gryllus campestris) strijkt het mannetje met de rechter vleugel over de de linker. -Voorkomen- In Nederland en België komen oorspronkelijk maar 2 inheemse soorten voor in Zuid-België heeft de boomkrekel z...

Krekelzanger
(Locustella fluviatilis) -Wetenschappelijke naam: - Locustella fluviatilis (Boddaert, 1783) -Nederlandse naam: - Krekelzanger -Vogelgroep:- Karekieten en rietzangers -Veldkenmerken.- 13,5 cm. Bruin en ongestreept als Snor. Bovendelen olijf- of grijsbruin, stuit iets rossiger. Ond

Krentenboompje
(Genus Amelanchier) -Krentenboompje- Volledige wetenschappelijke naam: Amelanchier Medik.

Kretablauwtje
(Plebeius psylorita) (Freyer, 1845) Kretablauwtje -Beschrijving: - Het Kretablauwtje komt in de bergen voor op rotsachtige terreinen begroeid met struiken en met veel Astragalus (hokjespeul), de voedselplant van de rupsen. De soort komt maar lokaal voor, maar kan op de vliegplaatsen wel talrijk rondvliegen. De vlinders vliegen snel en vaak dicht bij de waardplant. Als ...

Kretaheivlinder
(Hipparchia cretica) (Rebel, 1916) Kretaheivlinder -Beschrijving: - De Kretaheivlinder vliegt bij droge struweelvegetaties, vaak met hier en daar bomen. Ook in olijfboomgaarden zijn de vlinders aan te treffen. De soort heeft één generatie per jaar. -Leefgebied: - Phrygana vegetaties Sclerofiele struikvegetatie -Sterk gelijkende soorten: - Hipparchia arist...

Kretahooibeestje
(Coenonympha thyrsis) (Freyer, 1845) Kretahooibeestje -Beschrijving: - Het Kretahooibeestje is een soort van grazige vegetaties en open struweel. De vlinders vliegen snel en dicht bij de grond. Ze houden in rust altijd hun vleugels gesloten. Het is onduidelijk hoeveel generaties de soort per jaar heeft: één generatie met een lange vliegperiode of twee of m...

Kretapijpbloemvlinder
(Zerynthia cretica) (Rebel, 1904) Kretapijpbloemvlinder -Beschrijving: - De Kretapijpbloemvlinder vliegt vaak bij droge, open struweelvegetaties, maar wordt ook bij landbouwgronden, olijfboomgaarden, wijngaarden en soms op vochtige plekken aangetroffen. Als waardplant wordt Aristolochia cretica gebruikt en mogelijk ook A. sempervirens . De soort heeft éé...

Kriebelmugjes
(Simulium soort) kriebelmugjes Lengte 3-6 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Ietwat gebochelde, gedrongen mugjes met tamelijk brede vleugels en met een korte, maar krachtige zuigsnuit (214 2a g). Kleur meestal donkergrijs met lichte vlekken op de poten. -Voorkomen- Bij stromend, helder tot matig verontreinigd water. In Nederland maar 5 soorten bekend. -Levenswijze- De m...

Kroeskoppelikaan
(Pelecanus crispus) -Wetenschappelijke naam: - Pelecanus crispus Bruch, 1832 -Nederlandse naam: - Kroeskoppelikaan -Vogelgroep:- Pelikanen -Veldkenmerken.- 160-180 cm. Moeilijk te onderscheiden van Roze Pelikaan. Meestal wat groter, in vlucht bovenvleugels met grijze armpenn

Krokus
(Genus Crocus) -Krokus- Volledige wetenschappelijke naam: Crocus L. Opm. Diverse andere soorten zijn in cultuur, o.a. in de herfst bloeiende planten. Voor het verschil met Colchicum autumnale zie daar.

Krombekstrandloper
(Calidris ferruginea) -Wetenschappelijke naam: - Calidris ferruginea (Pontoppidan, 1763) -Nederlandse naam: - Krombekstrandloper -Vogelgroep:- Strandlopers -Veldkenmerken.- 18 cm. Kop, nek, boven- en onderdelen tot aan onderstaart in zomerkleed warm roodbruin; kruin en bovende

Kromhals
(Anchusa arvensis) -Kromhals- RH. 0779 Volledige wetenschappelijke naam: Anchusa arvensis (L.) Bieb. Diagnostische kenmerken: Bloemkroon tweezijdig symmetrisch, met knievormig gekromde buis. Bladen langwerpig tot lijnlancetvormig, bochtig getand. Bloemkroon lichtblauw, met

kromnervig
Met aan top en voet zich verenigende nerven, waarbij de middennerf recht is en de overige nerven krom zijn.

Krompootdoodgraver
(Nicrophorus vespillo) krompootdoodgraver Lengte 10-26 mm, januari-december. -Kenmerken- Dekschilden iets verkort en recht afgeknot, zwart met 2 oranje dwarsbanden. Achterschenen sterk gekromd. -Voorkomen- Vooral in lente en zomer in velerlei biotopen algemeen. -Levenswijze- Zodra een mannetje een klein kadaver (bijv. een muis, 154 1 g) heeft gevonden neemt hij een karak...

Kroonbekerzwam
(Sarcosphaera crassa) -Nederlandse naam:- Kroonbekerzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam jong blaasvormig gesloten, in de bodem verzonken, dan bol- tot bekervormig openend met een stervormig inscheurende rand, Ø 3-20 cm. Binnenzijde jong bleekviolet, dan violet tot bruinviolet, g

Krooneend
(Netta rufina) -Wetenschappelijke naam: - Netta rufina (Pallas, 1773) -Nederlandse naam: - Krooneend -Vogelgroep:- Duikeenden -Veldkenmerken.- 53-57 cm. Een grote duikeend met plomp lichaam en grote, ronde kop. Mannetje met vermiljoenrode snavel, vosrode kop en bruine b

Kroonkruidblauwtje
(Plebeius argyrognomon) kroonkruidblauwtje Spanwijdte vleugels 30-35 mm, mei-september -Kenmerken- Bovenzijde mannetjes lichtblauw (moeilijk te onderscheiden van andere blauwtjes); vrouwtjes bruin met blauwe bestuiving (388 3 g). -Voorkomen- In kalkgraslanden met ruige begroeiing en grensvegetaties. Niet in Nederland; zeer plaatselijk in Zuid-België. -Levenswijze- Gr...

Kroonkruidblauwtje
(Plebeius argyrognomon) (Bergsträsser, 1779) Kroonkruidblauwtje -Beschrijving: - Het kroonkruidblauwtje komt voor op schrale graslanden op droge tot vochtige plaatsen langs bossen en struweelranden. De eitjes worden afgezet op Coronilla varia (kroonkruid) en Astragalus glycyphyllos (wilde hokjespeul). Meestal kiest het vrouwtje een houtige plek, waar het eitje eventu...

Kroontjeskruid
(Euphorbia helioscopia) -Kroontjeskruid- RH. 0495 Volledige wetenschappelijke naam: Euphorbia helioscopia L. Diagnostische kenmerken: Doosvrucht glad. Zaden gegroefd. Scherm meestal 5-stralig. Bladen evenals de schutblaadjes omgekeerd eirond, wigvormig in de steel versmald, naar

Kroonvogeltje
(Ptilodon capucina) kroonvogeltje Spanwijdte vleugels 35-40 mm, april-augustus -Kenmerken- Borststuk met een opvallende bleke haarkroon (als kapucijner hoed). Voorvleugels roodbruin met getande, zwarte dwarsbanden, in het midden van de achterrand voortgezet met een zwart beschubde, tandachtige structuur. -Voorkomen- Tamelijk algemeen in bossen en terreinen met hagen e...

Kroosvaren
(Genus Azolla) -Kroosvaren- Volledige wetenschappelijke naam: Azolla Lam.

Kroosvarenfamilie
(Familie Azollaceae) -Kroosvarenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Azollaceae Drijvende, sterk vertakte kleine planten met echte wortels. Bladen diep 2-lobbig, de bovenste lob drijvend, groen of roodachtig, papilleus; de onderste ondergedoken, vliezig en doorschijnend

Kroosvlindertje
(Cataclysta lemnata) kroosvlindertje Spanwijdte vleugels 15-25 mm, juni-september -Kenmerken- Voorvleugels van het mannetje (332 3a g) wit met zeer zwakke, bruinige tekening; die van het vrouwtje zijn lichtbruin met een wazige, donkere tekening. Achtervleugels in beide seksen wit met donkere vlekjes en banden en een zwarte, geel omrande zoom parallel lopend met de vleu...

krop
Zakachtig uitstulpsel van de vogelslokdarm waarin voedsel bewaard en gedeeltelijk voorverteerd wordt. Zie ook ’spijsverteringskanaal’.

Kropaar
(Dactylis glomerata) -Kropaar - RH. 0390 Volledige wetenschappelijke naam: Dactylis glomerata L. Diagnostische kenmerken: Plant in dichte pollen groeiend, soms met korte of zelden met langere (en soms ten dele ondergrondse) uitlopers. Blad en bladschede scherp gekield, meesta

Kropaar
(Genus Dactylis) -Kropaar- Volledige wetenschappelijke naam: Dactylis L.

Kruidkers
(Genus Lepidium) -Kruidkers- Volledige wetenschappelijke naam: Lepidium L.

Kruidvlier
(Sambucus ebulus) -Kruidvlier- RH. 1132 -Rode Lijst 2- Volledige wetenschappelijke naam: Sambucus ebulus L. Diagnostische kenmerken: Kruidachtige plant met onaangename geur. Steunblaadjes bladachtig, eirond, gezaagd. Helmknoppen rood, later bruinrood. Stengel gegroefd. Blo

kruin
Het bovenste gedeelte van de kop. Zie ’vogeltopografie’. Alternatieven: kruinen

Kruipbrem
(Genista pilosa) -Kruipbrem - RH. 0560 Volledige wetenschappelijke naam: Genista pilosa L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Genista tinctoria: Kelk, vlag, kiel en vrucht aangedrukt bruin behaard. Stengel liggend-opstijgend, zelden rechtopstaand. Bladen van onderen aangedruk

Kruipend moerasscherm
(Apium repens) -Kruipend moerasscherm- RH. 0079 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Apium repens (Jacq.) Lag. Diagnostische kenmerken t.o.v. Apium nodiflorum: Stengel kruipend, aan de meeste knopen wortelend. Bladscheden onopvallend, klein, nauwelijks vliez

Kruipend stalkruid
(Ononis repens subsp. repens) -Kruipend stalkruid- RH. 0876 Volledige wetenschappelijke naam: Ononis repens subsp. repens Zie soort: Ononis repens Diagnostische kenmerken: Jonge takken rondom behaard. Dorens zwak en alleenstaand, of afwezig. Takken kruipend, vaak wortelend, met opstij

Kruipend zenegroen
(Ajuga reptans) -Kruipend zenegroen - RH. 0024 Volledige wetenschappelijke naam: Ajuga reptans L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ajuga pyramidalis: Plant met lange bebladerde uitlopers. Stengel aan de voet kaal of weinig behaard, naar boven 2-rijig of rondom zachtharig.

Kruipende basterdwederik
(Epilobium inornatum) -Kruipende basterdwederik- BB. 5062 Volledige wetenschappelijke naam: Epilobium inornatum Melville Diagnostische kenmerken: Stengel over de gehele lengte kruipend, wortelend op de knopen, tot 20 cm lang. Bladen alle tegenoverstaand, elliptisch tot rond, 2

Kruipende boterbloem
(Ranunculus repens) -Kruipende boterbloem- RH. 1056 Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus repens L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ranunculus polyanthemos: Onderste bladen 3-tallig, het middelste blaadje lang gesteeld. Plant met lange, op de knopen wortelende bovengro

Kruipende klokpoliep
(Calicella syringa) Calicella syringa (Linnaeus, 1767) -Nederlandse naam:- Kruipende klokpoliep -Beschrijving:- Deze soort is een kleine kolonievormende hydroïd. De kolonie bestaat uit kruipende uitlopers (hydrorhiza), waarvan zich de hydrotheca verheffen. De hydrotheca is ongeveer 3 tot 5 maal zo lang als breed en eindigt naar de basis in een kort gespiraliseerd...

Kruipende moerasweegbree
(Echinodorus repens) -Kruipende moerasweegbree- RH. 0430 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Echinodorus repens (Lam.) Kern & Reichg. Diagnostische kenmerken t.o.v. Echinodorus ranunculoides: Plant vaak, maar niet steeds, kruipend, aan de knopen van de bloeiwijze

Kruipertje
(Hordeum murinum) -Kruipertje- RH. 0636 Volledige wetenschappelijke naam: Hordeum murinum L. Diagnostische kenmerken: Middelste der 3 aartjes weinig groter en breder dan de zijdelingse. Kelkkafjes van de middelste bloem naar de voet geleidelijk iets verbreed en bij de voet

Kruipganzerik
(Potentilla anglica) -Kruipganzerik- RH. 1005 Volledige wetenschappelijke naam: Potentilla anglica Laich. Diagnostische kenmerken t.o.v. Potentilla erecta: Stengel liggend, op de knopen wortelend. Vruchtjes 20-50. Kroonbladen 4 of 5, 5-8 mm lang, tot dubbel zo lang als de kel

Kruiptijm
(Thymus praecox) -Kruiptijm- RH. 1420 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Thymus praecox Opiz Diagnostische kenmerken t.o.v. Thymus serpyllum: Planten tamelijk losse zoden vormend. Bladen elliptisch tot bijna rond, met aan de onderzijde nauwelijks verdikte ne

Kruipwilg
(Salix repens) -Kruipwilg - RH. 1124 Volledige wetenschappelijke naam: Salix repens L. Diagnostische kenmerken: Bladen vlak of met iets omgerolde rand, kaal tot beiderzijds dicht zilverig glanzend behaard. Bladtop afgerond of stomp. Bladen 0,5-4,5 cm lang, zeer variabel

Kruisbek
(Loxia curvirostra) -Wetenschappelijke naam: - Loxia curvirostra Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Kruisbek -Vogelgroep:- Vinken -Veldkenmerken.- 16,5 cm. Beide sexen met unieke gekruiste korte snavel en grote kop, die samen met acrobatische fourageermethode een papegaai-a

Kruisbes
(Ribes uva-crispa) -Kruisbes- RH. 1072 Volledige wetenschappelijke naam: Ribes uva-crispa L. Diagnostische kenmerken: Takken gestekeld. Trossen 1-3-bloemig. Bladen rondachtig, 3-5-lobbig, van onderen, evenals de stelen, zachtharig. Kelkbuis klokvormig. Kelkslippen langwerpi

Kruisbladgentiaan
(Gentiana cruciata) -Kruisbladgentiaan - RH. 0566 -Rode Lijst 3. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Gentiana cruciata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Gentiana pneumonanthe: Bladen langwerpig tot lancetvormig, 3-5-nervig, de onderste aan de voet tot een lange sch

Kruisbladige wolfsmelk
(Euphorbia lathyrus) -Kruisbladige wolfsmelk- RH. 1689 Volledige wetenschappelijke naam: Euphorbia lathyrus L. Diagnostische kenmerken: Bladen kruisgewijs tegenoverstaand. Scherm groot, 2-4-stralig. Randklieren kort-tweehoornig. Doosvrucht zwak gerimpeld, 9-13 mm breed. Zaden

Kruisbladwalstro
(Cruciata laevipes) -Kruisbladwalstro- RH. 0548 Volledige wetenschappelijke naam: Cruciata laevipes Opiz Diagnostische kenmerken: Bloemkroon geel. Schijnkransen korter dan de bladen, in vruchttijd omlaag gebogen. Bladen 3-nervig, in kransen van 4, elliptisch tot lancetvormig

Kruisbloemenfamilie
(Familie Brassicaceae) -Kruisbloemenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Brassicaceae Kruiden, zelden lage heesters. Bladen verspreid, zonder steunbladen, de onderste meestal in een rozet. Bloemen tweeslachtig, meestal in trossen zonder schutbladen. Kelkbladen 4, in 2 kru

Kruisdistel
(Genus Eryngium) -Kruisdistel- Volledige wetenschappelijke naam: Eryngium L. Opm. Bloemen in dichte, stekelige hoofdjes.

Kruisdisteloesterzwam
(Pleurotus eryngii) -Nederlandse naam:- Kruisdisteloesterzwam -Beschrijving- Hoed schelp- of trechtervormig tot gewelfd, gesteeld, Ø 5-10 cm, mat, fijn vezelig-viltig, vuilwit of crème-oker tot grijsbruin, met een ingerolde rand. Lamellen wit tot geel of oranjegeel. Steel 2-

kruisen
Het paren van individuen behorende tot verschillende soorten, ondersoorten of populaties, of de nakomelingen ervan. Alternatieven: kruising hybride

Kruiskruid
(Genus Senecio) -Kruiskruid- Volledige wetenschappelijke naam: Senecio L. Opm. Bloemen geel. Pappus met haren. Bloemhoofdjesbodem vlak of hol, zonder stroschubben.

Kruismuur
(Moenchia erecta) -Kruismuur- RH. 0831 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Moenchia erecta (L.) Gaertn., B.Mey. & Scherb. Diagnostische kenmerken: Plant blauwgroen, kaal. Stengel 1-4-bloemig, rechtopstaand. Bladen smal driehoekig, korter dan de stengelleden. K

Kruldistel
(Carduus crispus) -Kruldistel - RH. 0208 Volledige wetenschappelijke naam: Carduus crispus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Carduus acanthoides: Vleugels van de stengel en de toppen der bladslippen met hoogstens 3 mm lange stekels. Bladen van onderen iets spinnenwebachtig

Krulzomen
(Genus Paxillus) -Nederlandse naam:- Krulzomen Een kleine groep van bruine, trechter- of schelp- tot waaiervormige, aan de Boleten verwante Plaatjeszwammen, met gemakkelijk van de hoed te stropen lamellen en een ingerolde hoedrand. Saprotroof of ectomycorrhizavormend. Spo

Krulzuring
(Rumex crispus) -Krulzuring- RH. 1098 Volledige wetenschappelijke naam: Rumex crispus L. Diagnostische kenmerken: Vruchtkleppen eirond tot rondachtig, bijna altijd met knobbels, 3,5-5(-6) mm lang. Bladen lancetvormig, zelden breder, niet of zwak hartvormig, ten minste de

krummholz
Bos nabij de boomgrens, vaak open en oud met sterk vergroeide bomen als gevolg van de barre klimatologische omstandigheden.

Kuhls Pijlstormvogel
(Calonectris diomedea) -Wetenschappelijke naam: - Calonectris diomedea (Scopoli, 1769) -Nederlandse naam: - Kuhls Pijlstormvogel -Vogelgroep:- Pijlstormvogels -Veldkenmerken.- 45-56 cm, spanwijdte 100-125 cm. Een forse pijlstormvogel, zwaarder dan Grote Pijlstormvogel met brede

kuif
Veerpluim(en) bovenop een vogelkop; zie bijvoorbeeld de afbeelding van de Kievit.

Kuifaalscholver
(Phalacrocorax aristotelis) -Wetenschappelijke naam: - Phalacrocorax aristotelis (Linnaeus, 1761) -Nederlandse naam: - Kuifaalscholver -Vogelgroep:- Aalscholvers -Veldkenmerken.- 65-80 cm. Kleiner en slanker dan Aalscholver met slankere snavel, kortere nek en kleinere kop met steile

Kuifduiker
(Podiceps auritus) -Wetenschappelijke naam: - Podiceps auritus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Kuifduiker -Vogelgroep:- Futen -Veldkenmerken.- 31-38 cm. Groter dan Dodaars, kleiner dan Fuut. In broedkleed met zwarte kop, goudkleurige pluim vanaf ogen tot voorbij achte

Kuifeend
(Aythya fuligula) -Wetenschappelijke naam: - Aythya fuligula (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Kuifeend -Vogelgroep:- Duikeenden -Veldkenmerken.- 40-47 cm. Bij mannetje contrasteren helder witte flanken en buik sterk met zwart van overig verenkleed. Lange, zwarte, afha

Kuifhyacint
(Muscari comosum) -Kuifhyacint- RH. 0838 -Rode Lijst 2- Volledige wetenschappelijke naam: Muscari comosum (L.) Mill. Diagnostische kenmerken: Volwassen vruchtbare bloemen met een bruinachtige kroonbuis en groenwitte slippen. Steriele (bovenste) bloemen zeer lang gesteeld,

Kuifkoekoek
(Clamator glandarius) -Wetenschappelijke naam: - Clamator glandarius (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Kuifkoekoek -Vogelgroep:- Koekoeken -Veldkenmerken.- 40 cm. Kruin, kuif, voorhoofd en teugels blauwgrijs; achterhoofd en nek bruinzwart; bovendelen, vleugels en staart do

Kuifleeuwerik
(Galerida cristata) -Wetenschappelijke naam: - Galerida cristata (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Kuifleeuwerik -Vogelgroep:- Leeuweriken -Veldkenmerken.- 17 cm. Gemakkelijk te herkennen aan lange, puntige kuif, evenals Theklaleeuwerik; kuif valt zelfs op als hij niet o

Kuifmees
(Parus cristatus) -Wetenschappelijke naam: - Parus cristatus Linnaeus 1758 -Nederlandse naam: - Kuifmees -Vogelgroep:- Mezen -Veldkenmerken.- 11,5 cm. De enige mees met een kuif. Heeft bruine bovendelen en witte onderdelen met oranje-beige flanken. Kuif zwart en wit gevlek

Kuifvleugeltjesbloem
(Polygala comosa) -Kuifvleugeltjesbloem- RH. 0961 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Polygala comosa Schkuhr Diagnostische kenmerken t.o.v. Polygala vulgaris: Schutbladen 2-5 mm lang, duidelijk langer dan de bloemsteel. Bloeiwijze tamelijk dichtbloemig, aan d

Kuifvlinder
(Shargacucullia verbasci) kuifvlinder Spanwijdte vleugels 45-50 mm, april-juni -Kenmerken- Op het borststuk heeft deze soort een naar voren stekende haartoef en lijkt in rust op takje. Voorvleugel gelig met donkerbruine voor- en achterrand. -Voorkomen- Niet zeldzaam langs bosranden en in de duinen bij met toortsbestanden. -Levenswijze- Rups (350 5b g) crèmekleurig me...

Kussenvormige houtzwam
(Hapalopilus rutilans) -Nederlandse naam:- Kussenvormige houtzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, kussen- tot halfrond console- of niervormig. Hoed 3-12 x 2-8 cm, met een scherpe, omgebogen rand. Bovenzijde fluwelig-viltig, kaneel- tot okerbruin, reageert op loog (KOH) m

Kussenvormige kogelzwam
(Camarops polysperma) -Nederlandse naam:- Kussenvormige kogelzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam vlak kussen- tot aflopend korstvormig, 5-7 x 3-4. Bovenzijde bruinzwart tot (glanzend) zwart, met papillen. -Voorkomen- Op rottende stammen van loofbomen (els). Saprofiet. -Status- Z

kustgebonden
Verwijst naar watervogels en zeevogels die in de nabijheid van de kust op zee verblijven, in tegenstelling tot pelagische vogels, die zich boven (zeer) diep water ophouden, vaak honderden kilometers van land verwijderd de rand van het continentale plat, en daar een groot deel van het jaar verblijven. Kustgebonden vogels rusten vaak op het land. Ond...

Kustmelde
(Atriplex glabriuscula) -Kustmelde - RH. 0120 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Atriplex glabriuscula Edmondston Diagnostische kenmerken: Steelblaadjes der vrouwelijke bloemen tot halverwege vergroeid, in de vruchttijd sponsachtig verdikt en verhard. Worteltje van

Kustsprinkhaan
(Chorthippus albomarginatus) kustsprinkhaan Lengte 13-21 mm, juni-oktober -Kenmerken- De kiel boven aan de zijkant van het halsschild loopt bijna recht. Kleur bruin, grijs, gelig of groen, heel variabel. Vrouwtjes (092 4a g) hebben een witte streep aan de rand van de voorvleugel, die bij de mannetjes (092 4b g) ontbreekt. -Voorkomen- Vooral op vochtige terreinen en graslanden....

Kwak
(Nycticorax nycticorax) -Wetenschappelijke naam: - Nycticorax nycticorax (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Kwak -Vogelgroep:- Roerdompen -Veldkenmerken.- 58-65 cm. Een kleine, gedrongen reiger met vrij korte poten. Volwassen met zwarte rug, lichte onderdelen, zwarte kruin en

Kwartel
(Coturnix coturnix) -Wetenschappelijke naam: - Coturnix coturnix (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Kwartel -Vogelgroep:- Hoenders -Veldkenmerken.- 16-18 cm. Een kleine Patrijsachtige vogel die meestal ontdekt wordt door kenmerkende zang van mannetje. Lichaam grotendeels

Kwartelkoning
(Crex crex) -Wetenschappelijke naam: - Crex crex (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Kwartelkoning -Vogelgroep:- Rallen -Veldkenmerken.- 27-30 cm. Zeer moeilijk te observeren vanwege stiekeme, deels nachtelijke levenswijze. Aanwezigheid wordt gewoonlijk alleen in v

Kwartsblauwtje
(Polyommatus albicans) (Herrich-Schäffer, 1851) Kwartsblauwtje -Beschrijving: - Het kwartsblauwtje kan worden aangetroffen op droge, kalkrijke, rotsachtige plaatsen met een grazige vegetatie en bij open, droog struweel. Belangrijkste waardplant is Hippocrepis comosa (paardenhoefklaver), mogelijk wordt ook H. multisiliquosa gebruikt. Het vrouwtje legt de eieren op de...

Kwastwier
(Ectocarpus siliculosus) Ectocarpus siliculosus (Dillw.) Lyngb. -Nederlandse naam:- Kwastwier -Beschrijving:- Er zijn diverse kwastwiersoorten, die buitengewoon lastig van elkaar te onderscheiden zijn. Deze soort komt echter het meeste voor in onze streken. De planten zijn 10 tot 30 cm hoog en bestaan uit bundels onregelmatig vertakte, zeer dunne draden. De celdraden zijn ...

Kwastwier
(Pilayella littoralis) Pilayella littoralis (Linnaeus) Kjellm. -Nederlandse naam:- Kwastwier -Beschrijving:- Dat deze soort kwastwier heet, maakt het er niet simpeler op, want er is ook al een andere bruine wiersoort die zo heet: Ectocarpus siliculosus . Pilayella littoralis vormt eveneens dicht in elkaar gedraaide, weinig vertakte 'kwasten' van dunne draden. Ze worden t...

Kweek
(Elytrigia repens) -Kweek- RH. 0446 Volledige wetenschappelijke naam: Elytrigia repens (L.) Nevski Diagnostische kenmerken: Ribben aan de bovenzijde van het blad op doorsnede afgerond of weinig uitspringend. Bladscheden kaal tot dicht behaard, niet uitsluitend lang gewimper

Kweekdravik
(Bromopsis inermis subsp. inermis) -Kweekdravik - RH. 0159 Volledige wetenschappelijke naam: Bromopsis inermis (Leyss.) Holub subsp. inermis Zie soort: Bromopsis inermis Diagnostische kenmerken t.o.v. Bromopsis erecta : Kafnaalden zeer kort of ontbrekend, soms tot 3 mm lang. Bladen 6-12 mm

Kweekgras
(Genus Elytrigia) -Kweekgras- Volledige wetenschappelijke naam: Elytrigia Desv,

Kwelderchampignon
(Agaricus bernardii) -Nederlandse naam:- Kwelderchampignon -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot onregelmatig vlak gewelfd, Ø 5-15 cm, witttig tot licht bruin, in ruwe, bruinige schubben opbrekend, roodachtig verkleurend na beschadiging. Lamellen bleekgrijs of vleeskleurig- t

Kweldergras
(Genus Puccinellia) -Kweldergras- Volledige wetenschappelijke naam: Puccinellia Parl.

Kwelderzegge
(Carex extensa) -Kwelderzegge- RH. 0231 Volledige wetenschappelijke naam: Carex extensa Good. Diagnostische kenmerken: Bladen gootvormig of samengevouwen, 2-3 mm breed, grijsgroen. Snavel aan de buitenzijde glad of zelden met enkele tandjes (loep!), de tanden ervan aan d

kwikstaarten
(Deel van de) Triviale naam voor de 10 soorten kwikstaarten in het genus Motacilla in de familie Motacillidae (Passeriformes, onderorde Oscines). Eveneens in deze familie zijn de piepers van het genus Anthus opgenomen. Kwikstaarten zijn kleine tot middelgrote zangvogels met een lange staart die continu op en neer gewipt wordt. Piepers wippen minder...

Kwispelgerst
(Hordeum jubatum) -Kwispelgerst- RH. 1695 Volledige wetenschappelijke naam: Hordeum jubatum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Hordeum secalinum: Kelkkafjes 2-6 mm lang. Naald van de lemma van het middelste aartje tot 10 maal zo lang als de rest van de lemma. Zijdelingse aa

Laagveendistrict
De grens met het Drents district is ietwat gewijzigd ten opzichte van de kaart in ed. 21. Heukels' Flora van Nederland. Dat geldt ook voor de grens tussen het Laagveen- en Noordelijk kleidistrict in Noord-Holland.Dit district omvat laagveenstreken en gebieden waar in mozaïek laagveen en klei of zand voorkomen. De laagveenplanten zijn de meest ...

labellum
het verbrede uiteinde van het labium, dat door vele vliegen wordt gebruikt om vloeistoffen op te zuigen.

labiaal
het labium betreffende. Alternatieven: labiale

Labidura riparia
Lengte 13-26 mm, januari-december -Kenmerken- Grote soort. Basis kleur geel met zeer variabele, donkere tekening. Tangen lopen in beide seksen recht, die van het mannetje (064 4a g) hebben aan de binnenkant een tand. -Voorkomen- Typische bewoner van zowel de kust- als de rivierduinen, aldaar in het fijne zand. Zeldzaam. -Levenswijze- Deze insecten ...

labium
de onderlip, gevormd door versmelting van twee maxille-achtige aanhangsels.

labium
onderlip bij insecten, ontstaan uit de vergroeide tweede maxillen; op de onderlip betrekking hebbend Alternatieven: labiale vangmasker

labrum
de bovenlip; geen echt aanhangsel, maar een beweegbaar scleriet aan de voorzijde van de kop.

Lachstern
(Gelochelidon nilotica) -Wetenschappelijke naam: - Gelochelidon nilotica (Gmelin 1789) -Nederlandse naam: - Lachstern -Vogelgroep:- Sterns -Veldkenmerken.- 38 cm. Lijkt op Grote Stern. Heeft evenals deze zwarte snavel en poten, grijze rug en bovenvleugels en witte onderdelen. Ve

lacinia
de binnenste tak van de maxillen (de buitenste is de galea).

Lacon punctatus
Lengte 14-19 mm, april-juni. -Kenmerken- Grote, diep matzwarte kniptor met verspreid liggende, witte haarschubben. -Voorkomen- Op loof- en naaldhout in het Middellandse Zeegebied. In Midden-Europa verdwenen. Verborgen levenswijze.

Lactarius mairei
-Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak of verdiept trechtervormig, Ø 2-8 cm, gezoneerd, licht tot donker crème, met opstaande, over de rand uitstekende, donker crème tot bruine, harige schubjes. Lamellen dun, dicht opeen, iets aflopend, wittig tot bleek crè

Ladder populierenbok
(Saperda scalaris) ladder populierenbok Lengte 12-18 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Zwart met contrastrijk patroon van gelige tot groenige beharing. Langs de naad van de dekschilden vormt zich een lengtestreep met dwars daarop zijtakken of -treden, die aan een ladderachtig figuur doet denken. -Voorkomen- Vooral in vochtige loofbossen met populieren. Vliegt wel eens op...

lagune
Ondiep meer aan de kust, al of niet met zee in verbinding staand, of een inham die van zee is afgesloten door zand, rotsen of koraalrif. Alternatieven: lagunes