Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


Ruwe klaver
(Trifolium scabrum) -Ruwe klaver- RH. 1307 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Trifolium scabrum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Trifolium striatum: Zijnerven der blaadjes naar de rand opzijgebogen en verbreed. Kroonbladen witachtig, verder als bij Trifolium s

Ruwe paardenstaart
(Equisetum trachyodon(x)) -Ruwe paardenstaart - RH. 0470. Volledige wetenschappelijke naam: Equisetum xtrachyodon A.Braun Diagnostische kenmerken: De bastaard tussen Equisetum hyemale en Equisetum variegatum onderscheidt zich als volgt: Stengel ruw, tot 4 mm dik, met 10-15 ribben.

Ruwe russula
(Russula virescens) -Nederlandse naam:- Ruwe russula -Beschrijving- Hoed bolvormig tot vlak met een ingedeukt centrum, vaak golvend en gelobd, Ø 5-12 cm, droog, oppervlakte in platte hoekige schilfertjes opbrekend, koper- of grijsgroen met okergele tot crème vlekjes. Lamelle

Ruwe smele
(Deschampsia cespitosa) -Ruwe smele- RH. 0397 Volledige wetenschappelijke naam: Deschampsia cespitosa (L.) P.Beauv. Diagnostische kenmerken: Kafnaalden der [t]lemma's[-t] niet buiten de kelkkafjes uitstekend. Bladen 2-5 mm breed, meestal vlak of los ingerold, van boven op de ner

Ruwe zeerasp
(Hydractinia echinata) Hydractinia echinata (Flemming, 1826) -Nederlandse naam:- Ruwe zeerasp -Beschrijving:- In Amerika noemt men dit dier heel toepasselijk de 'snail fur', hetgeen zoveel betekent als de slakkenvacht. De Nederlandse naam komt van het uiterlijk van een dode kolonie, die vooral gekenmerkt wordt door de pukkels op het oppervlak. Hij vormt een donkerbruin h...

Ruwknoopmier
(Myrmica scabrindis) ruwknoopmier Lengte 3,5-6.5 mm, januari-december. -Kenmerken- Een knoopmier die makkelijk te herkennen is aan de achterlijfssteel met 2 knoopvormige, afgesnoerde en verdikte segmenten. Knoopmieren hebben een functionele angel. Meestal zijn ze rood van kleur met op het eind van het borststuk 2 lange, schuin afstaande, spitse doorns. -Voorkomen- Alge...

Sabelsprinkhanen
(Familie Tettigoniidae) sabelsprinkhanen -Kenmerken en voorkomen- De sabelsprinkhaanvrouwtjes bezitten een duidelijk zichtbare, zijdelinks afgeplatte legboor ("de sabel´), alle hebben ook een zijdelinks afgeplat lichaam, tarsen met 4 segmenten en lange, beweeglijke voelsprieten. De mannetjes striduleren door hun linker vleugel over de rechter heen en weer te be...

Sachalinse duizendknoop
(Fallopia sachalinensis) -Sachalinse duizendknoop- RH. 1875 Volledige wetenschappelijke naam: Fallopia sachalinensis (Maxim.) Ronse Decr. Diagnostische kenmerken t.o.v. Fallopia japonica: Zijnerven der bladen 8-12 paar. Bovenste bladen 14-30 cm lang, met iets hartvormige voet. Bl

Saffloer
(Carthamus tinctorius) -Saffloer - BB. 5033 Volledige wetenschappelijke naam: Carthamus tinctorius L. Diagnostische kenmerken: Plant kaal. Bladen eirond tot eirond-lancetvormig, met hartvormige voet zittend, stekelig getand, stijf. Buitenste omwindselbladen bladachtig. Bloemen

Saga pedo
Lengte 53-75 mm, augustus-oktober -Kenmerken- Zeer grote sprinkhaan onmiskenbaar door zijn lange lichaam, vleugels bijna rudimentair en de zaagvormige doorns aan de poten. -Voorkomen- Zeer warme steppeachtige gebieden, vooral in Zuid-Europa. Noordelijkste vindplaatsen: onder andere Rhônedal, Zuid-Zwitserland en Zuid-Oostenrijk. Aldaar bekend ...

Sakervalk
(Falco cherrug) -Wetenschappelijke naam: - Falco cherrug Gray, 1834 -Nederlandse naam: - Sakervalk -Vogelgroep:- Valken -Veldkenmerken.- 45-55 cm, spanwijdte 110-125 cm. Verschilt van Slechtvalk door donkerbruine (niet leigrijze) bovendelen en brede, roodbruine randen aa

Saksische wesp
(Dolichovespula saxonica) Saksische wesp Lengte 11-18 mm, januari-december. -Kenmerken- Deze soort behoort tot de zogenaamde "langkoppen´ (het geslacht Dolichovespula): tussen de basis van de kaken en de onderrand van de facetogen liggen goed ontwikkelde wangen (272 2c g). Voorhoofd meestal met ankervormig of blokvormig verbrede zwarte tekening. Slapen boven en o...

Salamanders
(Orde Caudata) Salamanders In tegenstelling tot hagedissen, waar salamanders morfologisch op lijken en soms mee worden verward, hebben salamanders geen schubben en zijn mede daarom vaak zeer gevoelig voor uitdroging. In het water levende amfibieën hebben een water- en zuurstofdoorlatende huid, die daarom zeer dun is. Veel salamandersoorten verblijven alleen ...

Saldula saltatoria
Lengte 3,5-4,5 mm, januari-december -Kenmerken- Ovaalvormig afgeplat lichaam. Kop met uitpuilende, grote ogen en grote ocelli. Donkerbruin van kleur met gelige gloed en stippeltjes (familie Saldidae). -Voorkomen- Op kale, zanderige oevers van vijvers, plassen en slootjes. Algemeen. -Levenswijze- Vooral in de zon actief. De wants kan snel lopen en g...

Salie
(Genus Salvia) -Salie- Volledige wetenschappelijke naam: Salvia L.

Salieblauwtje
(Pseudophilotes bavius) (Eversmann, 1832) Salieblauwtje -Beschrijving: - Het salieblauwtje is te vinden in bloemrijke, droge graslanden; op droge, stenige hellingen; op open plekken tussen struweel en in wijngaarden. De soort komt vaak op kalkrijke grond voor. Als waardplant worden verschillende Salvia -soorten gebruikt zoals S. nutans , S. officinalis (echte salie), S. v...

Salix cinerea
BB. 1119 Volledige wetenschappelijke naam: Salix cinerea L. De volgende ondersoorten worden gevonden: Salix cinerea cinerea Salix cinerea oleifolia salix_i3.jpg salix_i5.jpg Diagnostische kenmerken t.o.v. Salix aurita: Jonge takken grijsviltig, knopschubben behaard. Bladen langwerpig of omgekeerd eirond, 2,5-6 cm lang, van onderen voornamelijk op d...

Salomonsstromabekertje
(Stromatinia rapulum) -Nederlandse naam:- Salomonsstromabekertje -Beschrijving- Vruchtlichaam kelk- tot bekervormig, Ø 1-3 cm. Binnenzijde hazelnoot- tot donkerbruin, glad. Buitenzijde donkerbruin, diep wortelend. Steel bruin. -Voorkomen- Op wortelstokken van de Welriekende sa

Salomonszegel
(Genus Polygonatum) -Salomonszegel- Volledige wetenschappelijke naam: Polygonatum Mill. Opm. Bloemdek geelachtig wit, naar de top groen.

Salsola kali
BB. 2356 Volledige wetenschappelijke naam: Salsola kali L. De volgende ondersoorten worden gevonden: Salsola kali kali Salsola kali ruthenica salsola2.jpg Diagnostische kenmerken: Plant grijsgroen. Stengel sterk vertakt. Bladen lijn-priemvormig, met stekelpunt. Bloemen meestal 1-3 in de bladoksels, zittend. Bloemdekslippen in de vruchttijd van onde...

samengesteld
De insnijdingen in een blad gaan tot op de middennerf, waardoor het blad wordt opgedeeld in afzonderlijke delen (blaadjes ).Het blad kan op verchillende manieren in blaadjes verdeeld zijn (zie multimedia).Opmerking . Bij een veerdelig blad bereiken de insnijdingen de middennerf niet. Alternatieven: geveerd handvormig enkel geveerd even geveerd onev...

Sandelhoutfamilie
(Familie Santalaceae) -Sandelhoutfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Santalaceae Houtige of kruidachtige halfparasieten met meestal tweeslachtige bloemen. Bladen verspreid, enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemdek (3 of) 4 of 5 (of 6)-slippig of -bladig, met evenveel

Saprofieten
de recyclers of omzetters van dood organisch materiaal.

Sapygina decemguttata
Lengte 8-10 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Eén van de 4 vertegenwoordigers van de knotswespen met smal cilindrisch lichaam, knotsvormig verdikte voelsprieten, zwart met ivoorkleurige vlektekening. -Voorkomen- Op dood hout, oude muren en rieten daken. Zeldzaam in Nederland en België. -Levenswijze- Larven ontwikkelen zich in nesten van met...

Sardijns bruin zandoogje
(Maniola nurag) Ghiliani, 1852 Sardijns bruin zandoogje -Beschrijving: - Het Sardijns bruin zandoogje is vooral te vinden bij struikvegetaties met Cistus, op met struiken begroeide graslanden, op open plekken in bossen, en op licht beboste plekken bij beekjes. De vlinders vliegen vaak dicht bij de grond. Vergeleken met M. jurtina - die op dezelfde plekken voorkomt...

Sardijns tijmblauwtje
(Pseudophilotes barbagiae) De Prins and Poorten, 1982 Sardijns tijmblauwtje -Beschrijving: - Het Sardijns tijmblauwtje is te vinden op droge, rotsachtige berghellingen en op kruidenrijke plekken bij open struwelen. Als waardplanten worden Thymus -soorten (tijm) gebruikt. De soort vliegt in één generatie per jaar. -Leefgebied: - Sclerofiele struikvegetatie -Ster...

Sardijnse Grasmus
(Sylvia sarda) -Wetenschappelijke naam: - Sylvia sarda Temminck, 1820 -Nederlandse naam: - Sardijnse Grasmus -Vogelgroep:- Grasmussen -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Klein zangertje met lange staart. Kan alleen verward worden met Provençaalse Grasmus. Mannetje is donker loodg

Satijnen knoopjesgal
(Neuroterus numismalis) satijnen knoopjesgal Lengte 11-12 mm, mei-juli. -Kenmerken- Schijfvormige, bruinige galletjes van 2-3 mm doorsnede met dikke, opgezwollen rand. Soms wel tot over de honderd op een blad. -Voorkomen- Algemeen aan de onderkant van eikenblad.

Satijnslak
(Jorunna tomentosa) Jorunna tomentosa (Cuvier, 1804) -Nederlandse naam:- Satijnslak -Beschrijving:- Deze slak is zandkleurig tot grijs en heeft een klein aantal donkerbruine vlekjes op de rug, mogelijk in twee rijen of een aantal paren, maar dat is niet zo duidelijk (j_toment.tif). Hij kan wel tot 5,5 cm lang worden. Aan de achterzijde van het lichaam bevindt zich een...

Satijnzwammen
(Genus Entoloma) -Nederlandse naam:- Satijnzwammen Een omvangrijke groep van voornamelijk in graslanden en struwelen, en bij uitzondering (zijdelings gesteeld) op hout voorkomende Plaatjeszwammen met door de sporen roze verkleurende, aangehechte, aflopende of bijna vrijst

Saucijsjeswier
(Scytosiphon lomentaria) Scytosiphon lomentaria (Lynbye) Link -Nederlandse naam:- Saucijsjeswier -Beschrijving:- Dit bruinwier vormt vrij slappe, 15 tot 30 cm lange buizen, elk met hun eigen kleine hechtschijfje. Ze kunnen overigens wel 1 meter lang worden. Die 0,5 tot 1 cm dikke buizen zijn op tamelijk regelmatige afstanden ingesnoerd, zodanig, dat het geheel net een stre...

savanne
Open landschap in droge regio waar droog en nat seizoen elkaar afwisselen. Savannes liggen in de tropen en subtropen en bestaan meestal uit uitgestrekte grasvlaktes met verspreide losse bomen, boomgroepen en struiken. Juist ten zuiden van de Sahara bevindt zich een over de gehele breedte van Afrika van west naar oost lopende strook savanne. Alterna...

Scabiosa
(Genus Scabiosa) -Scabiosa- Volledige wetenschappelijke naam: Scabiosa L.

scapular
Engelse term, in het Nederlands ingeburgerd, voor de schouderveerpartij (zie afbeelding bij ’vogeltopografie’). Alternatieven: scapulars schouderveren

scapus
eerste segment van de antenna.

scapus
basissegment van antenne

scarabaeiform
scarabaeiforme larven hebben een dik, zacht lichaam, een goed ontwikkelde kop en thoracale poten, maar geen poten aan het abdomen. Vaak voortdurend c-vormig gebogen. Bijvoorbeeld de larven van de bladsprietkevers.

Sceliphron spirifex
Lengte 16-25 mm, juli-september. -Kenmerken- Zeer grote, opvallend langgerekte graafwesp met de lichaamsvorm van een Ammophila; echter zonder rode kleuren, maar met gele achterlijfssteel en deels gele poten (284 1a g). -Voorkomen- In Zuid-Europa wijd verbreid, ook in parken en stedelijke gebieden. Niet in Nederland; een aantal keren in Zuid-Belgi&e...

Schaafstro
(Equisetum hyemale) -Schaafstro - RH. 2420 Volledige wetenschappelijke naam: Equisetum hyemale L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Equisetum moorei(x) en Equisetum ramosissimum: Stengel zeer ruw, donker blauw- of olijfgroen, rechtopstaand met overhangende top, soms in bundels

Schaalhoren
(Patella vulgata) Patella vulgata Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Schaalhoren -Beschrijving:- Alhoewel het een zeer wijd verspreide soort is, zien we hem in Nederland toch relatief weinig. Het is een heel typerende kegelvormige schelp, die meestal vastzit op een stenige ondergrond. Hij kan ook kruipen, maar wel heel langzaam. Als hij dat doet, zorgt hij meestal t...

Schaapje
(Lactarius vellereus) -Nederlandse naam:- Schaapje -Beschrijving- Hoed breed trechtervormig, Ø 10-25 cm, fijn wollig, wit tot crème, met gelige tot bleek roodachtig-kaneelkleurige vlekken, jong met een ingerolde rand. Lamellen broos, aflopend, bleek oker tot crème. Steel 4-7 x

Schaatsenrijders
(Gerris soort) schaatsenrijders Lengte 10-17 mm, januari-december -Kenmerken- Midden- en achterpoten duidelijk langer dan het lichaam ze staan kruisgewijs gespreid op de waterspiegel. De korte voorpoten langs het lichaam buigen in een hoek naar buiten. Er zijn een aantal soorten lastig te onderscheiden schaatsenrijders. -Voorkomen- Op stilstaande en langzaam stro...

Schaduwgras
(Poa nemoralis) -Schaduwgras- RH. 0956 Volledige wetenschappelijke naam: Poa nemoralis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Poa chaixii: Bladscheden afgerond of flauw gekield, bladen aan de voet niet waaierachtig uitstaand. Blad hoogstens 2,5 mm breed. Bloeiwijze meestal kn

Schaduwkruiskruid
(Senecio ovatus) -Schaduwkruiskruid- RH. 1187 Volledige wetenschappelijke naam: Senecio ovatus (Gaertn. B.Mey. & Scherb.) Willd. Diagnostische kenmerken t.o.v. Senecio fluviatilis: Tanden aan de bladrand met ongeveer even lange rechte zijden, opzij wijzend. Binnenste omwi

Schapenhorzel
(Oestrus ovis) schapenhorzel Lengte 10-12 mm, mei-juli. -Kenmerken- Gedrongen, grijsbruine horzel met korte grijze beharing en dikke kop. Monddelen sterk gereduceerd; de vlieg neemt geen voedsel meer tot zich. -Voorkomen- Wereldwijde verspreiding, overal waar schapen voorkomen. -Levenswijze- Larven worden in neusgaten van schapen, of soms van geiten gelegd en ont...

Schapenzuring
(Rumex acetosella) -Schapenzuring - RH. 1094 Volledige wetenschappelijke naam: Rumex acetosella L. Diagnostische kenmerken: Vruchtkleppen niet of nauwelijks langer dan de rijpe vrucht, 1-1,5 mm lang, ongetand en geheel zonder knobbels. Overblijvende plant met veel uitlopers

Schar
(Limanda limanda) Limanda limanda (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Schar -Beschrijving:- Lengte meestal 20-30 cm, kan echter uitgroeien tot ruim 40 cm. Kenmerkend en anders dan bij andere platvissen zijn de zijlijn, die ter hoogte van de borstvinnen een scherpe boog maakt en de ruw aanvoelende rug (l_limand.tif). Dat laatste komt, doordat de randen van de schubb...

Scharlaken wasplaat
(Hygrocybe coccinea) -Nederlandse naam:- Scharlaken wasplaat -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 2-5 cm, vochtig glanzend, droog mat, bloed- tot kersrood, later okergeel verblekend. Lamellen breed, rood- tot geeloranje. Steel 4-6 cm x 5-8 mm, vezelig, kers- tot o

Scharrelaar
(Coracias garrulus) -Wetenschappelijke naam: - Coracias garrulus Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Scharrelaar -Vogelgroep:- Scharrelaars -Veldkenmerken.- 31 cm. Makkelijk herkenbaar. Kop, nek en onderdelen blauw met groenige waas; mantel, rug, schouder en tertials licht k

Schedefonteinkruid
(Potamogeton pectinatus) -Schedefonteinkruid- RH. 0998 Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton pectinatus L. Diagnostische kenmerken: Steunblaadjes met de bladschede vergroeid en op de grens van bladschede en -schijf als een tot 1 cm lang tongetje uitstekend; bladschede 1-6

Schedegeelster
(Gagea spathacea) -Schedegeelster- RH. 0536 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Gagea spathacea (Hayne) Salisb. Diagnostische kenmerken Gagea villosa: Bloemstelen en bloemdekbladen kaal. Bloemen 1-3(-5). Grondstandige bladen buisvormig. Schutblad 1, met bredev

Scheefbloem
(Genus Iberis) -Scheefbloem- Volledige wetenschappelijke naam: Iberis L. Opm. Vrucht zonder de vleugels rond tot elliptisch, in het bovenste deel met twee breed-driehoekige vleugels.

Scheefbloemwitje
(Pieris mannii) (Mayer, 1851) Scheefbloemwitje -Beschrijving: - Het scheefbloemwitje, dat sterk op het klein koolwitje (P. rapae) lijkt, is te vinden bij droge, grazige vegetaties (zowel op kalkrijke als niet-kalkhoudende bodems), bij open struweel en bij open bossen. Belangrijkste waardplanten zijn Iberis sempervirens en I. saxatilis (scheefbloemsoorten), maar oo...

Scheefkelk
(Genus Arabis) -Scheefkelk- Volledige wetenschappelijke naam: Arabis L. Opm. Vruchten smal lijnvormig.

Schelpharpoenzwam
(Hohenbuehelia cyphelliformis) -Nederlandse naam:- Schelpharpoenzwam -Beschrijving- Hoed schelpvormig, ongesteeld, Ø 2-9 mm, glad, vochtig doorschijnend gestreept, droog met kleine witte vlokjes, wittig tot bleekgrijs of grijsbruin tot sepia- of zwartbruin. Lamellen wittig tot bleekoke

Schelpkokerworm
(Lanice conchilega) Lanice conchilega (Pallas, 1766) -Nederlandse naam:- Schelpkokerworm -Beschrijving:- Deze worm wordt ongeveer 30 cm lang en heeft tot 300 segmenten. Er is maar een klein aantal segmenten met borstels, de rest van het lichaam is dun en kwetsbaar. Bij de kop zitten drie paar sterk vertakte kieuwen en een aantal lange tentakels. De koker is opgebouwd ...

Schelpsatijnzwam
(Entoloma byssisedum) -Nederlandse naam:- Schelpsatijnzwam -Beschrijving- Hoed schelp- tot waaiervormig, kort zijwaarts of zijdelings gesteeld, Ø 3-11 mm, radiair vezelig, bleek grijs tot bruin. Lamellen wijd uiteen, wit tot licht grijs. Steel 1-5 x 1 mm, fluwelig gestreept, b

Schelptrechtertje
(Omphalina acerosa) -Nederlandse naam:- Schelptrechtertje -Beschrijving- Hoed schelp- tot trechtervormig, Ø 8-25 mm, droog witviltig, licht en donker gezoneerd, vochtig grijsbruinachtig, met een scherpe, bleke rand. Lamellen breed, grijs tot grijsbruin. Steel 3-10 x 3-5 mm,

Schelpzwammen
(Genus Panellus) -Nederlandse naam:- Schelpzwammen Een kleine groep van schelpvormige, kort of nauwelijks gesteelde Plaatjeszwammen. Sporeekleur is wittig. In Nederland komen 3 soorten van het genus Panellus voor. -Opgenomen taxa:- - Panellus mitis, Denneschelpzwam - Pane

scherm
Bloeiwijze waarbij de bloemen alle aan het eind van de steel zijn geplaatst. Alternatieven: schermen schermpje schermpjes schermvormige

Schermbloemenfamilie
(Familie Apiaceae) -Schermbloemenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Apiaceae Kruiden. Bladen verspreid, meestal samengesteld, met een duidelijke schede aan de voet, evenals de vruchten vaak sterk aromatisch. Bloemen regelmatig of de randstandige tweezijdig symmetris

Schermhavikskruid
(Hieracium umbellatum) -Schermhavikskruid- RH. 0625 Volledige wetenschappelijke naam: Hieracium umbellatum L. Diagnostische kenmerken: Middelste en onderste omwindselbladen tijdens de bloei aan de top naar buiten gebogen en teruggebogen. Hoofdjes weinig in aantal, of in een sch

Schermscheefbloem
(Iberis umbellata) -Schermscheefbloem - BB. 1861 Volledige wetenschappelijke naam: Iberis umbellata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Iberis amara: Bladen gaafrandig of de onderste ondiep getand, kaal. Bloeiwijze ook na de bloei afgeplat blijvend. Kroonbladen aanvankelijk w

Scherpe boterbloem
(Ranunculus acris) -Scherpe boterbloem- RH. 1040 Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus acris L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ranunculus auricomus: Bladen behaard, de onderste in omtrek hoekig, 5-7-delig. Vruchtjes kaal. Opm. Variabel in bladvorm, beharing en de len

Scherpe fijnstraal
(Erigeron acer) -Scherpe fijnstraal- RH. 0474 Volledige wetenschappelijke naam: Erigeron acer L. Diagnostische kenmerken: Lintbloemen niet of weinig langer dan de omwindselbladen, draaddun (0,1-0,3 mm breed), lila, paarsachtig of roze. Hoofdjes 6-14 mm breed. Wortelblade

Scherpe kamrussula
(Russula amoenolens) -Nederlandse naam:- Scherpe kamrussula -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak met een ingedeukt centrum, Ø 3-6 cm, kleverig, sepiabruin tot grijsachtig sepiabruin, met een gevoord-gegroefde rand. Lamellen smal aangehecht, crème tot vuil wittig, de lamelsned

Scherpe schelpzwam
(Panellus stipticus) -Nederlandse naam:- Scherpe schelpzwam -Beschrijving- Hoed waaier- tot niervormig, zijdelings gesteeld, Ø 2-4 cm, fijnschubbig, mat, bleek okerbruin tot kaneelkleurig. Lamellen kleverig, bleek kaneelkleurig. Steel 5-20 x 2-5 mm, bleek okerbruin. Vlees wit

Scherpe zegge
(Carex acuta) -Scherpe zegge - RH. 0211 Volledige wetenschappelijke naam: Carex acuta L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex nigra: Bladen 2-7(-9) mm breed, gras-, zelden grijsgroen, bij het drogen met naar beneden omrollende randen (alleen aan de onderzijde met huidm

Scherpkruid
(Asperugo procumbens) -Scherpkruid- RH. 0106 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Asperugo procumbens L. Diagnostische kenmerken: Stengel liggend of op andere planten steunend en daardoor klimmend, bros, door gekromde stekeltjes ruw. Bladen ten dele tegenoverstaand

Scheuchzeriafamilie
(Familie Scheuchzeriaceae) -Scheuchzeriafamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Scheuchzeriaceae Kruidachtige moerasplanten. Bladen langs de stengel verspreid, lijnvormig. Bloemen in een tros, met schutbladen, regelmatig, tweeslachtig. Bloemdekbladen 6, groen. Meeldraden 6. Vruc

Scheve hoornbloem
(Cerastium diffusum) -Scheve hoornbloem- RH. 0293 Volledige wetenschappelijke naam: Cerastium diffusum Pers. Diagnostische kenmerken t.o.v. Cerastium semidecandrum en Cerastium pumilum: Alle schutbladen zonder vliezige rand. Bloemen deels 4-tallig, deels 5-tallig. De tegenove

Schietmotten
(Orde Trichoptera) schietmotten -Kenmerken- De schietmotten (orde Trichoptera) doen sterk denken aan nachtvlinders. Zij zijn vrij donker van kleur en vouwen hun vleugels in rust dakvormig over het achterlijf. Echter de vleugels zijn niet beschubd, zoals bij de vlinders en motten, maar behaard. De monddelen van schietmotten zijn bijtend, maar doorgaans sterk gereducee...

Schietwilg
(Salix alba) -Schietwilg- RH. 1116 Volledige wetenschappelijke naam: Salix alba L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Salix fragilis: Bladen van onderen meer of minder dicht zijdeachtig behaard, van boven kaal tot zijdeachtig behaard, niet kleverig, in het midden het bree

Schijfkamille
(Matricaria discoidea) -Schijfkamille- RH. 0796 Volledige wetenschappelijke naam: Matricaria discoidea DC. Diagnostische kenmerken t.o.v. Matricaria recutita: Lintbloemen ontbrekend. Hoofdjes kort gesteeld. Buisbloemen 4-tandig. Nootje met 2 striemvormige olieklieren; pappus kr

Schijfkwallen
(Onderfylum Scyphozoa) Bij schijfkwallen overheerst het vrijzwemmende stadium boven het vastzittende stadium. De bouw van de scyphomeduse lijkt op de hydromeduse van de hydroïdpoliepen. Door ritmische lichaamsbewegingen kunnen ze zwemmen, maar hun snelheid is niet groot genoeg om tegen de getijdenstroming in te zwemmen. Daarom worden deze dieren toot het zoöpla...

Schijn-nonvlinder
(Panthea coenobita) schijn-nonvlinder Spanwijdte vleugels 40-50 mm, mei-augustus -Kenmerken- Wordt meestal tot een aparte familie der donsuilen (Pantheidae) gerekend. Lichaam wit met een zeer contrastrijke tekening van zwarte banden en vlekken. -Voorkomen- In sparrenbossen. Zeldzaam in Nederland en België. -Levenswijze- De bonte rups leeft bij voorkeur op sparren...

Schijn-wolfsmelkwespvlinder
(Chamaesphecia empiformis) schijn-wolfsmelkwespvlinder Spanwijdte vleugels 14-18 mm, mei-augustus -Kenmerken- Vrij kleine, onopvallend getekende wespvlinder met de schubben in glanzend goudkleurige patronen. -Voorkomen- Weinig verspreid in open biotopen (duinen, zandige dijken en rivieroevers) met voldoende bestanden aan cipreswolfsmelk. Niet in Nederland aangetroffen. -Leve...

Schijnaardbei
(Potentilla indica) -Schijnaardbei- BB. 5117 Volledige wetenschappelijke naam: Potentilla indica (Andr.) Wolf Diagnostische kenmerken: Bladen alle 3-tallig. Bijkelkblaadjes aan de top ingesneden, meestal 3-tandig, tijdens de bloei 3-5 mm lang, na de bloei tot 8 mm lang. Kelk

Schijncantharellen
(Genus Hygrophoropsis) -Nederlandse naam:- Schijncantharellen Tot het genus Hygrophoropsis behoren de Schijncantharellen. -opgenomen taxa:- - Hygrophoropsis aurantiaca, Valse hanekam

Schijncipres
(Genus Chamaecyparis) -Schijncipres- Volledige wetenschappelijke naam: Chamaecyparis Spach

schijnkrans
Bij lipbloemen: schijnkransen zijn samengesteld uit 2 tegenoverstaande (en meestal gedrongen) bijschermen die in de oksel van bladen of schutbladen staan. Alternatieven: schijnkransen

Schijnraket
(Erucastrum gallicum) -Schijnraket- RH. 0484 Volledige wetenschappelijke naam: Erucastrum gallicum (Willd.) O.E.Schulz Diagnostische kenmerken: Stengel vrij dicht bezet met merendeels teruggeslagen, aangedrukte, enkelvoudige haren. Bladen veerdelig, meestal met 6-8 paar bochti

Schijnridderzwammen
(Genus Lepista) -Nederlandse naam:- Schijnridderzwammen Een groep van grote, saprofiete Plaatjeszwammen met vlak tot breed trechtervormige vruchtlichamen. Sporeekleur is wit tot bleekroze. In Nederland komen 9 soorten van het genus Lepista voor. -Opgenomen taxa:- - Lepis

Schijnspurrie
(Genus Spergularia) -Schijnspurrie- Volledige wetenschappelijke naam: Spergularia (Pers.) J.&C.Presl

Schijntrechterzwammen
(Genus Pseudoclitocybe) -Nederlandse naam:- Schijntrechterzwammen Tot het genus Pseudoclitocybe behoren de Schijntrechterzwammen. -opgenomen taxa:- - Pseudoclitocybe cyathiformis, Bruine schijntrechterzwam

schijnvrucht
Een vrucht die niet alleen uit het vruchtbeginsel ontstaan is, maar waarbij aan de vorming ook andere delen van de bloem hebben deelgenomen (bijvoorbeeld de bloembodem, de kelk). Alternatieven: schijnvruchten

Schildereprijs
(Veronica scutellata) -Schildereprijs- RH. 1362 Volledige wetenschappelijke naam: Veronica scutellata L. Diagnostische kenmerken: Trossen meestal alleen in de oksel van één blad van een bladpaar. Doosvrucht vlak samengedrukt, iets breder dan lang, aan de top ingesneden, aan de

schildje
een meestal driehoekig overblijfsel van de rugplaat van het tweede thoraxsegment.

Schildluisachtigen
(Onderorde Coccina) schildluisachtigen -Kenmerken- Schildluisachtigen zijn kleine insecten die men op het eerste gezicht niet als insecten zou herkennen, omdat hun lichaam zich sterk heeft aangepast aan het leven op planten. De luizen hebben meestal een lengte van 1-7 mm; sommige soorten blijven met een lengte van 0,5 mm nog kleiner en een enkele reus, Aspidoproctus m...

Schildpadden
(Orde Chelonii) Schildpadden Schildpadden zijn een orde van reptielen die gekenmerkt worden door een stevig en vaak bolvormig schild. Schildpadden komen vrijwel wereldwijd voor en leven in uiteenlopende habitats. De meeste soorten worden niet erg groot, ongeveer 20 tot 30 centimeter, sommige soorten kunnen echter een schildlengte bereiken van bijna 300 centimeter ...

schildvormig
Blad met in of nabij het middelpunt van de bladschijf aangehechte steel. Alternatieven: schildvormige

Schildwantsen
(Familie Pentatomidae) schildwantsen -Kenmerken- Schildwantsen uit deze familie onderscheiden zich van andere schildwantsenfamilies, doordat ze 3-ledige tarsen hebben en van de familie Scutelleridae, doordat het rugschildje meestal klein is en driehoekig van vorm, behalve in het genus Graphosoma (112 1 g). -Behandelde taxa- Aelia acuminata Dolycoris baccarum Eyrydema ole...

Schildzaad
(Genus Alyssum) -Schildzaad- Volledige wetenschappelijke naam: Alyssum L.

Schildzaadwitje
(Pieris krueperi) Staudinger, 1860 Schildzaadwitje -Beschrijving: - Het schildzaadwitje vliegt bij kalkrijke, rotsachtige hellingen met hier en daar lage, kruidenrijke vegetatie. De vlinders komen op warme en droge plekken voor. Het vrouwtje legt de eieren op de bloemkelken van Alyssum saxatile en A. montanum (schildzaadsoorten), waarvan de rupsen de rijpende vrucht...

Schimmel
wordt gebruikt voor zwamvlok en zwamdraad of hyfe, maar ook in de betekenis van de lagere schimmels of microfungi betreffend.

Schimmels
(Rijk Fungi) Rijk van heterotrofe, onbeweeglijke, niet fotosynthetiserende multicellulaire organismen.

Schizomavella linearis
Schizomavella linearis (Hassall, 1841) -Beschrijving:- De kolonie van dit mosdiertje vormt brede roze tot rode korsten op het harde substraat. Vaak zijn deze korsten slechts één zoïde dik. De zoïden liggen in typische lineaire rijen. De voorzijde van de zoïde is geheel verkalkt en het mondveld heeft een u-vormige uitspa...

Schol
(Pleuronectes platessa) Pleuronectes platessa Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Schol -Beschrijving:- Schollen kunnen behoorlijk groot worden, wel tot 1 meter lang - al zul je die niet zo vaak tegen komen. Tussen de 30 en 40 cm is een meer normale maat. Vooral bekend vanwege de duidelijke oranje vlekken op de bovenzijde. Minder bekend, maar zeker zo'n goed kenmerk, is he...

scholekster
(Deel van de) Triviale naam voor alle soorten behorend tot de familie Haematopodidae (Charadriiformes, onderorde Charadrii) en in het meervoud verwijzend naar alle soorten van deze kleine kosmopolitische, kustgebonden familie. In het Nederlands verwijst de naam naar de Scholekster Haematopus ostralegus. Het zijn grote steltlopers (40-53 cm) met ofw...

Scholekster
(Haematopus ostralegus) -Wetenschappelijke naam: - Haematopus ostralegus Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Scholekster -Vogelgroep:- Steltlopers -Veldkenmerken.- 43 cm. Grote, bonte, zwart-witte steltloper met lange oranje snavel en roze poten. Kop, borst, rug en vleugels glan