Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


Slangen
(Onderorde Serpentes) Slangen Slangen zijn ontstaan uit hagedissen die de poten gedurende de evolutie hebben verloren. Enkele primitieve soorten (boa's) hebben nog resten van een bekkengordel. Slangen verschillen naast het ontbreken van poten van de hagedissen door de afwezigheid van een borstbeen, een heiligbeen en een schoudergordel. Daarnaast telt de wervelkolom vele...

Slangen, hagedissen en wormhagedissen
(Orde Squamata) Slangen, hagedissen en wormhagedissen Deze orde omvat de slangen (Serpentes), hagedissen (Sauria) en wormhagedissen (Amphisbaenia). Hagedissen en slangen komen over de hele wereld voor met uitzondering van de open zee en de poolstreken. Zeeslangen en zeeleguanen eten weliswaar in de zee, maar gaan nooit ver uit de kust en planten zich aan land voor...

Slangenkruid
(Echium vulgare) -Slangenkruid- RH. 0431 Volledige wetenschappelijke naam: Echium vulgare L. Diagnostische kenmerken: Stengel dicht kort behaard en met verspreide, langere, op witte of bruine knobbels staande haren. Onderste bladen langwerpig tot lancetvormig, in de steel

Slangenlook
(Allium scorodoprasum) -Slangenlook- RH. 0033 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Allium scorodoprasum L. Diagnostische kenmerken: Blad 5-15(-20) mm breed. Schede der bloeiwijze even lang als of langer dan het gootvormige deel ervan. Bloemdekbladen 4-6,5 mm lang, l

Slangenwortel
(Calla palustris) -Slangenwortel- RH. 0178 Volledige wetenschappelijke naam: Calla palustris L. Diagnostische kenmerken: Wortelstok kruipend. Bladen lang gesteeld, eirond met hartvormige voet, aan de top kort toegespitst. Schutblad van de bloeiwijze van buiten groen, van b

Slangsterren
(Klasse Ophiuroidea) Slangsterren lijken oppervlakkig op zeesterren, maar zijn duidelijk verschillend. Bij de slangsterren is de centrale plaat duidelijk afgescheiden van de slanke armen. De armen zijn zeer beweeglijk door de in de armen gelegen wervels, die onderling gewrichten vormen. Voor de slangsterren, ga naar: pagina 186.

Slank wollegras
(Eriophorum gracile) -Slank wollegras- RH. 0477 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Eriophorum gracile Roth Diagnostische kenmerken t.o.v. Eriophorum latifolium: Plant met lange wortelstokken. Middelste en bovenste stengelbladen driekantig, 1-2 mm breed. Aren 2-5

Slanke aardster
(Geastrum lageniforme) -Nederlandse naam:- Slanke aardster -Beschrijving- Vruchtlichaam gesloten ui- tot flesvormig, met 6-10 slanke, in een lange punt uitlopende slippen, Ø 3-6 cm. Onderzijde slippen glad, vlekkerig geelbruin tot licht vuilbruin. Binnenzijde witachtig of beige

Slanke aardtong
(Geoglossum umbratile) -Nederlandse naam:- Slanke aardtong -Beschrijving- Vruchtlichaam tong- tot knotsvormig, 4-10 cm hoog. Bovenste, tot 8 mm verbrede deel fijn kleiig, mat grijszwart tot zwart, duidelijk van de steel afgegrensd. Steel kleiig of fijnschubbig, mat bruinzwart t

Slanke dennensnuitkever
(Pissodes pini) slanke dennensnuitkever Lengte 6-9 mm, januari-december. -Kenmerken- Donkerbruin met gele haarvlekken, die op de dekschilden tot scheve dwarsbanden zijn gegroepeerd. -Voorkomen- In dennenbossen vrij algemeen. In Zuid-Europa in hoger gelegen streken dan in Noord-Europa. -Levenswijze- Larven ontwikkelen zich in de kroon van oude dennen onder schors.

Slanke gentiaan
(Gentianella amarella) -Slanke gentiaan - RH. 0562 -Rode Lijst 2. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Gentianella amarella (L.) Börner Diagnostische kenmerken t.o.v. Gentianella germanica: Bloemkroon 12-18 mm lang, roodlila, zelden geelachtig wit. Vruchtbeginsel en do

Slanke knotsslak
(Tergipes tergipes) Tergipes tergipes (Forskål, 1775) -Nederlandse naam:- Slanke knotsslak -Beschrijving:- Dit is een klein slakje, nog geen centimeter lang (max. 8 mm). De kleur is bleekdoorschijnend en er zijn veelal rode vlekjes zichtbaar bij de kop en rond rhinophoren en tentakels. Slechts een gering aantal rugpapillen (vaak 8, zelden 10), de eerste twee teg...

Slanke sleutelbloem
(Primula elatior) -Slanke sleutelbloem - RH. 1014 Beschermd! Volledige wetenschappelijke naam: Primula elatior (L.) Hill Diagnostische kenmerken t.o.v. Primula veris: Bladsteel aan de onderzijde tot aan de voet met lange afstaande haren bezet. Kelk nauw, ongeveer buisvormi

Slanke trechterzwam
(Clitocybe gibba) -Nederlandse naam:- Slanke trechterzwam -Beschrijving- Hoed trechtervormig met een golvende rand, Ø 3-8 cm, zijde-achtig glad, bleek roze-achtig geel tot okerkleurig. Lamellen aflopend, dicht opeen, wittig. Steel 3-8 cm x 5-10 mm, taai, bleekgeel met een

Slanke vrouwenmantel
(Alchemilla micans) -Slanke vrouwenmantel - RH. 1647 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Alchemilla micans Buser Diagnostische kenmerken: Bladstelen der wortelbladen met schuin omhooggerichte haren. Stengel in de bloeiwijze kaal tot behaard. Kelkbuis kaal. Bloem

Slanke waaierslak
(Coryphella gracilis) Coryphella gracilis (Alder & Hancock, 1842) -Nederlandse naam:- Slanke waaierslak -Beschrijving:- Heel opvallend aan dit dier is de groepsgewijze inplanting van de rugpapillen; er zijn 5 tot 7 groepen. De kleur daarvan is vaak rood, maar kan ook bruin of groen zijn. Aan deze laatste kleur heeft de soort zijn andere naam te danken: C. smaragdina...

Slanke waterbies
(Eleocharis uniglumis) -Slanke waterbies - RH. 0440 Volledige wetenschappelijke naam: Eleocharis uniglumis (Link) Schult. Diagnostische kenmerken t.o.v. Eleocharis palustris: Onderste (onvruchtbare) kafje de voet van de aar geheel of bijna geheel omsluitend, meestal bruin. Sten

Slanke waterkers
(Rorippa microphylla) -Slanke waterkers- RH. 0859 Volledige wetenschappelijke naam: Rorippa microphylla (Boenn.) Rchb. Diagnostische kenmerken t.o.v. Rorippa nasturtium-aquaticum: Rijpe vruchten 16-22 mm lang. Zaden in ieder hokje meestal 1-rijig, netvormig getekend, beiderzij

Slanke waterweegbree
(Alisma lanceolatum) -Slanke waterweegbree- RH. 0027 Volledige wetenschappelijke naam: Alisma lanceolatum With. Diagnostische kenmerken t.o.v. Alisma plantago-aquatica: Stijl in het onderste deel gebogen; stempel grof papilleus (zonder loep zichtbaar), de helft of meer van de

Slanke wikke
(Vicia tetrasperma subsp. gracilis) -Slanke wikke- RH. 1374 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Vicia tetrasperma subsp. gracilis (DC.) Hook.f. Zie soort: Vicia tetrasperma Diagnostische kenmerken: Bovenste bladen met 4-8 blaadjes. Trossen 1-5-bloemig, de steel in de vruchttijd

Slanke zegge
(Carex strigosa) -Slanke zegge- RH. 0263 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Carex strigosa Huds. Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex pendula: Vrouwelijke aren 2-3 mm dik, losbloemig, de steel ervan glad. Bladen meestal 0,5-1 cm breed. Stengel in het midden

Slankpootvliegen
(Dolichopus soort) slankpootvliegen Lengte 4-8 mm, mei-september. -Kenmerken- Dit is één van de ruim 200 moeilijk te onderscheiden soorten langpootvliegen in Nederland en België. Veel soorten zijn aan bovenzijde helder groen en aan de onderzijde grijzig. Poten bruin en opvallend lang vergeleken bij andere vliegen. De adulte vliegen zijn predatoren....

Slechtvalk
(Falco peregrinus) -Wetenschappelijke naam: - Falco peregrinus Tunstall, 1771 -Nederlandse naam: - Slechtvalk -Vogelgroep:- Valken -Veldkenmerken.- 39-50 cm, spanwijdte 95-115. Een gedrongen valk met lange, puntige vleugels, relatief korte staart en met kenmerkende lichte e

Sleedoorn
(Prunus spinosa) -Sleedoorn- RH. 1021 Volledige wetenschappelijke naam: Prunus spinosa L. Diagnostische kenmerken: Bladsteel 4-10 mm lang. Bladschijf 2-4 cm lang. Vrucht rechtopstaand, donkerblauw en sterk berijpt, 1-1,5 cm lang, hard, zeer wrang, alleenstaand. Jonge takk

Sleedoornpage
(Thecla betulae) sleedoornpage Spanwijdte vleugels 32-37 mm, juni-oktober -Kenmerken- Eén van de grootste Europese, kleine pages. Achtervleugels met oranje gekleurde, kleine staartjes. Vrouwtjes (386 2b g) zijn groter dan de mannetjes, met aan de bovenzijde van de voorvleugels een oranje niervlek. Mannetjes zonder vlekken, bijna egaal bruin. Onderzijde roodb...

Sleedoornpage
(Thecla betulae) (Linnaeus, 1758) Sleedoornpage -Beschrijving: - De sleedoornpage is in zijn vlinderstadium moeilijk waar te nemen, maar de eitjes zijn wel gemakkelijk te vinden. Ze worden afgezet op de grens van oud en jong hout in de oksels van takken van Prunus-bomen en struiken. Vaak is dat sleedoorn (Prunus spinosa), maar ook gekweekte Prunus -soorten, pruimen...

Sleutelbloem
(Genus Primula) -Sleutelbloem- Volledige wetenschappelijke naam: Primula L. Opm. Bij vele soorten van Dit geslacht komt het verschijnsel heterostylie voor. D.w.z. naast planten met bloemen met Een korte stijl en lange meeldraden worden planten met bloemen met Een lange stijl en korte meeldraden gevonden.

Sleutelbloemfamilie
(Familie Primulaceae) -Sleutelbloemfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Primulaceae Meestal kruiden. Bladen verspreid, tegenoverstaand of in kransen, enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemen regelmatig, tweeslachtig, (4- of)5(-9)-tallig. Kelk getand of gespleten. Bloem

Sleutelbloemvlinder
(Hamearis lucina) sleutelbloemvlinder Spanwijdte vleugels 25-28 mm, april-juni -Kenmerken- Lijkt uiterlijk op een parelmoervlinder. Mannetje mist klauwtjes aan de voorpoten. Bovenzijde vleugels bruin-oranje gevlekt (384 1 g). Onderzijde bruin met grote, witte vlekken. -Voorkomen- In Nederland alleen 2x in Zuid-Limburg gevonden; in de Belgische Ardennen alleen bij op...

Sleutelbloemvlinder
(Hamearis lucina) (Linnaeus, 1758) Sleutelbloemvlinder -Beschrijving: - De sleutelbloemvlinder vliegt op open plekken in bossen, langs bosranden en op bermen in het bos. De populaties zijn vaak zeer lokaal, maar er kunnen wel veel vlinders aanwezig zijn. Ze lijken op kleine parelmoervlinders, maar ze horen taxonomisch gezien bij de blauwtjes. Eitjes worden afgezet o...

Slibanemoon
(Sagartia troglodytes) Sagartia troglodytes (Price, in Johnston, 1847) -Nederlandse naam:- Slibanemoon -Beschrijving:- Zuil tot ca. 12 cm lang en iets minder dik. Onderaan is de zuil het dikst – maar dat is bij de meeste zeeanemonen zo. Overigens zie je dat bij deze soort niet, want meestal zit hij tot aan de tentakelkrans in het slib. Zo ongeveer 200 tamelijk kort...

Sliertige broodspons
(Halichondria bowerbanki) Halichondria bowerbanki Burton, 1930 -Nederlandse naam:- Sliertige broodspons -Beschrijving:- Deze soort vormt een dunne overtrek - 0,5 cm dik en tot 10 cm in doorsnede - over elke stevige ondergrond, van waaruit soms tamelijk slanke uitlopers kunnen oprijzen. In plaats van uitlopers kunnen ook een soort richels van sponsweefsel op de overtrek staa...

Slijkgarnaal
(Jassa falcata) Jassa falcata (Montagu, 1808) -Nederlandse naam:- Slijkgarnaal -Beschrijving:- Dit 7 tot 12 mm lange kreeftje heeft als opvallend kenmerk dat met name het mannetje een soort schaarpoten heeft - men noemt dit gnathopoden. Het eerste paar poten van het borstgedeelte heeft zo'n schaar, maar het tweede ook en juist die scharen zijn in verhouding tot he...

Slijkgras
(Genus Spartina) -Slijkgras- Volledige wetenschappelijke naam: Spartina Schreb.

Slijkgroen
(Limosella aquatica) -Slijkgroen - RH. 0739 Volledige wetenschappelijke naam: Limosella aquatica L. Diagnostische kenmerken: Bladen in een wortelrozet, lang gesteeld, lijn-spatelvormig of langwerpig, langer dan de bloemstelen. Planten met lange uitlopers. Bloemkroon 2-5 mm br

Slijkvliegen
(Sialis soort) slijkvliegen Spanwijdte vleugels 23-35 mm, mei-augustus -Kenmerken- Somber zwartbruine, netvleugelige insecten. Vleugels in rust dakvormig gevouwen en met een duidelijk grofmazig adernet aderen niet gevorkt. Zes sterk op elkaar lijkende, Europese soorten. -Voorkomen- De 6 Sialis soorten hebben alle een verschillend biotoop. Zo komt de algemeenste s...

Slijkvliegen en verwanten
(Orde Megaloptera) slijkvliegen en verwanten -Kenmerken- Slijkvliegen en verwanten zijn donker gekleurde insecten die hun membraneuze vleugels in rust in een dakje over het lichaam vouwen. De imago's hebben bijtende monddelen, maar nemen nauwelijks voedsel op. De larven zijn rovers en leven in het water en ademen door middel van gelede tracheekieuwen aan het achterli...

Slijkzegge
(Carex limosa) -Slijkzegge- RH. 0242 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Carex limosa L. Diagnostische kenmerken: Bladen gootvormig tot samengevouwen, 1-1,5 mm breed. Urntjes aan weerszijden met 4 of 5 duidelijke nerven, ca. 4 mm lang, grijsgroen. Schutblad

Slijmerige blekerik
(Pholiota lenta) -Nederlandse naam:- Slijmerige blekerik -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot vlak, Ø 3-8 cm, slijmerig, jong met witte vlokjes, bleek wittig-crème of grijzig-oker, met bruiner centrum en lichtere rand. Lamellen dicht opeen, wittig tot leemkleurig bruin.

Slijmige gordijnzwam
(Cortinarius mucosus) -Nederlandse naam:- Slijmige gordijnzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 4-10 cm, kleverig, geel- tot kastanjebruin, vaak met een gestreepte rand. Lamellen wittig tot kaneelbruin. Steel 5-15 x 1-2 cm, zijde-achtig wit, met roestbruine cortinazone.

Slijmige spijkerzwam
(Gomphidius glutinosus) -Nederlandse naam:- Slijmige spijkerzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak trechtervormig, Ø 5-12 cm, slijmerig, grijzig-violetbruin. Lamellen bleek tot grijsbruin. Steel 3-10 x 1-2 cm, slijmerig, wittig, onder de slijmerige, zwart wordende ringzone wi

Slijmzwammen
de groep van organismen, die zich van alle andere groepen van organismen onderscheidt, omdat zij zowel zich kruipend of zwemmend over het substraat verplaatsende, dierlijk aandoende stadia kennen, als een zich met sporen voortplantend stadium, dat aan schimmels doet denken. (Klasse Acrosiomycota)

Slijmzwammen
(Klasse Acrasiomycota) -Nederlandse naam:- Slijmzwammen Hoewel de Slijmzwammen of Acrasiomycota niet meer tot het schimmelrijk worden gerekend, worden ze, omdat zij zich met in op vruchtlichamen van sommige fungi lijkende voortplantingsorganen, de sporangia of aethalia, ontwikk

Slikkokerworm
(Polydora ciliata) Polydora ciliata (Johnston, 1838) -Nederlandse naam:- Slikkokerworm -Beschrijving:- Deze kleine worm wordt slechts 2 tot 3 cm lang en 1 mm dik. Hij heeft 60 tot 180 borsteldragende segmenten. Op de vijfde daarvan zit een klein aantal grote borstels, met aan het einde een haakje. Kieuwen vinden we op alle segmenten behalve op de voorste 6 en de laat...

Slipbladige ooievaarsbek
(Geranium dissectum) -Slipbladige ooievaarsbek- RH. 0570 Volledige wetenschappelijke naam: Geranium dissectum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Geranium columbinum: Bladsegmenten van de 1e orde met een binnenrandnerf. Middensegment aan de voet meer dan 2 mm breed. Bloemsteel

Slipbladige rudbeckia
(Rudbeckia laciniata) -Slipbladige rudbeckia - RH. 1880 Volledige wetenschappelijke naam: Rudbeckia laciniata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Rudbeckia hirta: Onderste bladen diep 3-7-delig, de slippen grof getand tot dieper ingesneden; middelste bladen meestal 3-delig, bove

slippen
De vrije onderdelen van een verder vergroeid bladachtig orgaan. Alternatieven: slip kelkslip kroonslip bloemdekslip bladslip bloemdekslippen kelkslippen kroonslippen bladslippen

Slobeend
(Anas clypeata) -Wetenschappelijke naam: - Anas clypeata Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Slobeend -Vogelgroep:- Grondeleenden -Veldkenmerken.- 51 cm. Verschilt van alle andere eenden door de grote, lepelvormige snavel. Bovendelen van mannetje grotendeels zwart en wit

Slofhak
(Anthoxanthum aristatum) -Slofhak- RH. 0067 Volledige wetenschappelijke naam: Anthoxanthum aristatum Boiss. Diagnostische kenmerken t.o.v. Anthoxanthum odoratum: Stengels van de voet af sterk vertakt. Onderste bladscheden (op de schedemond na) kaal. Helmknoppen 2,5-3,5 mm lang. P

Slootschrijvertje
(Gyrinus substriatus) slootschrijvertje Lengte 5-7 mm, januari-december. -Kenmerken- Behoort tot de schrijvertjes of draaitorretjes. Drijft op het wateroppervlak met een gestroomlijnd lichaam. Kop met een paar facetogen die in tweeën gedeeld zijn: het bovenste deel om boven water te kijken en het onderste deel voor onder water. Midden- en achterpoten tot zeer korte...

Sluipwespen
(Familie Ichneumonidae) sluipwespen -Kenmerken- Sluipwespen bezitten een legboor die aangepast is om zeer verschillende typen gastheren aan te prikken en er vervolgens eieren in, op of bij te leggen. De bouw en de grootte van de legboor is per soortengroep opmerkelijk verschillend. -Voorkomen- De soortenrijke familie telt wereldwijd enige honderdduizenden soorten, met mee...

sluitspieren
Spieren die door tweekleppigen gebruikt worden om de kleppen te sluiten.

Smakelijke melkzwam
(Lactarius deliciosus) -Nederlandse naam:- Smakelijke melkzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot ondiep trechtervormig, Ø 3-10 cm, bleek vleeskleurig tot oranje-bruin, soms groenig verkleurend, met een ingerolde rand. Lamellen dicht opeen, iets aflopend, bleek oranje tot geel, na

Smal beemdgras
(Poa angustifolia) -Smal beemdgras - RH. 1500 Volledige wetenschappelijke naam: Poa angustifolia L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Poa pratensis: Onderste bladen stijf samengevouwen, vaak stijf rechtopstaand, zelden breder dan 1,5 mm. Bovenste stengelblad hoogstens 2 mm bre

Smal fakkelgras
(Koeleria macrantha) -Smal fakkelgras - RH. 0693 Volledige wetenschappelijke naam: Koeleria macrantha (Ledeb.) Schult. Diagnostische kenmerken t.o.v. Koeleria pyramidata: Bladen van boven zeer dicht bezet met korte haren en, vooral bij de bladvoet en de schedemond, met enkele

Smal longkruid
(Pulmonaria montana) -Smal longkruid- RH. 1031 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Pulmonaria montana Lej. Diagnostische kenmerken t.o.v. Pulmonaria officinalis: Wortelbladen langwerpig tot lancetvormig, met geleidelijk in de bladsteel versmalde voet, niet of ond

Smal streepzaad
(Crepis tectorum) -Smal streepzaad - RH. 0374 Volledige wetenschappelijke naam: Crepis tectorum L. Diagnostische kenmerken: Nootjes eerst geel, dan oranje, tenslotte donkerbruin, aan de top sterk versmald tot kort gesnaveld, fijnstekelig. Stengelbladen met duidelijk naar b

Smal tandzaad
(Bidens connata) -Smal tandzaad- RH. 0142 Volledige wetenschappelijke naam: Bidens connata Willd. Diagnostische kenmerken t.o.v. Bidens cernua: Bloemstelen rechtopstaand. Buitenste bladachtige omwindselbladen meestal 2-6, bijna ongewimperd. Bladen in een gevleugelde steel

Smal vlieszaad
(Corispermum intermedium) -Smal vlieszaad - RH. 0353 Volledige wetenschappelijke naam: Corispermum intermedium Schweigg. Diagnostische kenmerken: Zijnerven in de vruchtwand bovenaan naar de 2 stijlen afbuigend. Vleugelrand (vanaf de nerf gemeten) bovenaan 0,2-0,4(-0,5) mm breed, a

Smalle aster
(Aster lanceolatus) -Smalle aster - RH. 0114 Volledige wetenschappelijke naam: Aster lanceolatus Willd. Diagnostische kenmerken t.o.v. Aster tradescantii: Hoofdjes 12-20 mm breed. Lintbloemen bleeklila, (8-)9-12(-13) mm lang (incl. de buis). Stengelbladen niet geoord. 0,60-1

Smalle beukvaren
(Phegopteris connectilis) -Smalle beukvaren - RH. 0424 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Phegopteris connectilis (Michaux) Watt Diagnostische kenmerken: Wortelstok lang kruipend, dun. Bladen verspreid, in omtrek smal driehoekig, naar de voet nauwelijks versmald, met

Smalle doorwas
(Bupleurum subovatum) -Smalle doorwas- BB. 1669 Volledige wetenschappelijke naam: Bupleurum subovatum Spreng. Diagnostische kenmerken: Scherm met 2 of 3(-5 stralen); omwindselblaadjes bijna rond. Vrucht fijn wrattig, in vooraanzicht eirond, 3-5 mm lang, overigens als Bupleurum

Smalle olijfwilg
(Elaeagnus angustifolia) -Smalle olijfwilg- BB. 2325 Volledige wetenschappelijke naam: Elaeagnus angustifolia L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Elaeagnus commutata: Meestal doornig, boomachtig. Jonge takken zilverwit beschubd. Bladen lancetvormig tot lijnlancetvormig, van onderen

Smalle raai
(Galeopsis angustifolia) -Smalle raai- RH. 0539 -Rode Lijst 2- Volledige wetenschappelijke naam: Galeopsis angustifolia Hoffm. Diagnostische kenmerken t.o.v. Galeopsis ladanum: Bladen langwerpig tot lijnlancetvormig, gaaf of met 1-4 paar weinig uitstekende karteltanden. Kelk met

Smalle rolklaver
(Lotus glaber) -Smalle rolklaver- RH. 0762 Volledige wetenschappelijke naam: Lotus glaber Mill. Diagnostische kenmerken: Blaadjes der bovenste stengelbladen 4 of meer maal zo lang als breed, kaal, grijsachtig groen. Hoofdjes 1-4(-6)-bloemig. Kelktanden meestal korter da

Smalle stekelvaren
(Dryopteris carthusiana) -Smalle stekelvaren- RH. 0426 Volledige wetenschappelijke naam: Dryopteris carthusiana (Vill.) H.P.Fuchs Diagnostische kenmerken t.o.v. Dryopteris dilatata: Schubben der bladsteel alle geheel lichtbruin, doorschijnend. Bladen rechtopstaand, in een stijve

Smalle waterpest
(Elodea nuttallii) -Smalle waterpest- RH. 0442 Volledige wetenschappelijke naam: Elodea nuttallii (Planch.) St.John Diagnostische kenmerken t.o.v. Elodea canadensis: Bladtop spits, met een topspitsje. Bladrand met 26-29 paar tandjes (sterke loep!). Blad vaak sterk teruggekr

Smalle waterweegbree
(Alisma gramineum) -Smalle waterweegbree- RH. 0026 Volledige wetenschappelijke naam: Alisma gramineum Lej. Diagnostische kenmerken: Kroonbladen 1,5 maal langer dan de kelkbladen, lila, of bloemen kleistogaam. Stijlen naar buiten gekromd, hoogstens zo lang als het vruchtbegi

Smalle weegbree
(Plantago lanceolata) -Smalle weegbree- RH. 0946 Volledige wetenschappelijke naam: Plantago lanceolata L. Diagnostische kenmerken: Bladen lancet- tot lijnlancetvormig, zelden breder. Aarstelen duidelijk gegroefd. Kelkslippen schijnbaar 3, doordat beide voorste vergroeid zijn.

Smalle wikke
(Vicia sativa subsp. nigra) -Smalle wikke- RH. 1368 Volledige wetenschappelijke naam: Vicia sativa subsp. nigra (L.) Ehrh. Zie soort: Vicia sativa Diagnostische kenmerken: Bloemen 1-1,8 cm lang, de vlag roodpaars, de zwaarden rood. Kelktanden iets korter dan de buis. Blaadjes 6-12,

Smaragdlibel
(Cordulia aenea) smaragdlibel Spanwijdte vleugels 60-70 mm, mei-augustus -Kenmerken- Lichaam donkergroen tot koperkleurig. Ogen helder groen. Achterste deel achterlijf van mannetje verbreed (056 1a g) bij vrouwtje gelijkmatig cilindrisch, legboor bij haar niet zichtbaar. Nimf gedrongen met zeer lange, spinachtige poten en enige zwak ontwikkelde doornen op de rug (0...

Smaragdlibel
(Cordulia aenea) Cordulia aenea (Linnaeus, 1758) Smaragdlibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Caeneal.tif) (fig. Caeneat.tif)] (naar Gardner, 1977; Lucas, 1930; Ris, 1909, 1911) Lengte 22-25 mm. Breed en plat met lange, dunne poten en knopvormige kleine ogen [(fig. Caenea1.tif), habitus; (fig. Caenea9.tif), kop]. -Kop:- Prementum met 12 + 12 tot 15 +...

Smaragdlibellen
(Geslacht Cordulia) Genus Cordulia Leach, 1815 -Omschrijving- Ogen zijn klein en vormen een verheffing. Antennen bestaan uit 7 segmenten. Het abdomen met afgeknot uiteinde, segmenten 8 en 9 met lange laterale doornen. Dorsale doornen op segmenten 5-9, klein. Het dorsale oppervlak met spaarzame beharing. Labium is sterk lepelvormig, met vele setae. Distale rand van pre...

Smeerwortel
(Genus Symphytum) -Smeerwortel- Volledige wetenschappelijke naam: Symphytum L.

Smeerwortelmycena
(Hemimycena candida) -Nederlandse naam:- Smeerwortelmycena -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak trechtervormig, soms genaveld, Ø 5-15 mm, gestreept, wit. Lamellen aflopend, wit. Steel 2-5 cm x 0,5-1 mm, wittig-grijzig. Vlees wit. Geur zwak. -Voorkomen- Aan de stengelbasis van

Smele
(Genus Deschampsia) -Smele- Volledige wetenschappelijke naam: Deschampsia P.Beauv.

Smelleken
(Falco columbarius) -Wetenschappelijke naam: - Falco columbarius Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Smelleken -Vogelgroep:- Valken -Veldkenmerken.- 25-30 cm, spanwijdte 60-65 cm. Een zeer kleine valk, (grootte als Grote Lijster) lijkt op een miniatuur Slecht- of Boomvalk, m

Smient
(Anas penelope) -Wetenschappelijke naam: - Anas penelope Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Smient -Vogelgroep:- Grondeleenden -Veldkenmerken.- 45-51 cm. Mannetje met kastanjebruine kop, bruingeel voorhoofd en kruin, fijn gestreepte grijze rug en flanken, roze-bruine bo

Sminthurides aquaticus
Lengte 0,5-1 mm, januari-december -Kenmerken- Lichaam groen met duidelijk violette tekening, soms zelfs geheel eenkleurig paars. Mannetjes met 'grijporgaan' in het midden van de lange voelsprieten. -Voorkomen- Op het oppervlak van stilstaand water, vooral in dicht met eendenkroos begroeide slootjes en vijvertjes. Wijd verspreid en heel algemeen. -L...

snavel
A. Het versmalde topdeel van een vrucht; bij Brassicaceae (Kruisbloemen) het gedeelte van de vrucht boven de twee kleppen.B. Bij Carex (Zegge): het bovenste, smallere deel van het urntje dat uitloopt in een aan de top gespleten ('snaveltanden') of een recht afgesneden buisje ('snavel afgeknot') .C. Bij Orchideeën: een der stempellobben; deze o...

Snavelbies
(Genus Rhynchospora) -Snavelbies- Volledige wetenschappelijke naam: Rhynchospora Vahl Opm. Aren in hoofdjesachtige bloeiwijzen. Stijl na de bloei met de vrucht verbonden blijvend maar door een insnoering daarvan scherp gescheiden, afgeplat. Stempels 2. Nootje lensvormig, 1-2

Snavelruppia
(Ruppia maritima) -Snavelruppia- RH. 1107 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Ruppia maritima L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ruppia cirrhosa: Aarsteel na de bloei tot hoogstens 5 cm lang, recht of met 1 winding. Helmhokjes rondachtig. Vruchtjes met zijdelin

snavels
De uítstekende, met hoorn beklede kaken van een vogel (zie afbeelding). De kaken bestaan uit de bovensnavel of maxilla en de ondersnavel of mandibula. De volledige hoornstructuur wordt rhampotheca genoemd, de bovendelen gespecificeerd als rhinotheca en de onderdelen als gnathotheca. De belangrijkste functie is het grijpen van voedsel. In de ...

Snavelvlieg
(Rhagio scolopaceus) snavelvlieg Lengte 8-14 mm, mei-september. -Kenmerken- Eén van de middelgrote snavelvliegen met korte, krachtige zuigsnuit uit de familie Rhagionidae (snip- of snavelvliegen). Borststuk grijs met 3 lengtestrepen. Poten geelbruin met 3 schijfjes. Vleugels donker gevlekt. Achterlijf geelbruin met op de bovenzijde zwarte driehoekjes en zwart ui...

Snavelzegge
(Carex rostrata) -Snavelzegge- RH. 0260 Volledige wetenschappelijke naam: Carex rostrata Stokes Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex vesicaria: Stengel stomp driekantig, meestal vrijwel glad. Urntjes 3-5 mm lang, bijna recht afstaand, plotseling in de 1-1,5 mm lange snave

Sneeuwbal
(Genus Viburnum) -Sneeuwbal- Volledige wetenschappelijke naam: Viburnum L.

Sneeuwbes
(Symphoricarpos albus) -Sneeuwbes- RH. 2107 Volledige wetenschappelijke naam: Symphoricarpos albus (L.) Blake Diagnostische kenmerken: Bladen 3-7 cm lang, rondachtig tot elliptisch, meestal gaafrandig, aan lange loten vaak gelobd, van onderen blauwgroen. Bloemen in eindelingse,

Sneeuwgors
(Plectrophenax nivalis) -Wetenschappelijke naam: - Plectrophenax nivalis (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Sneeuwgors -Vogelgroep:- Gorzen -Veldkenmerken.- 16,5 cm. Mannetje in broedkleed met zwarte rug en middelste staartpennen, rest van verenkleed puur wit. In winterkleed

Sneeuwklokje
(Genus Galanthus) -Sneeuwklokje- Volledige wetenschappelijke naam: Galanthus L.

Sneeuwmug
(Chionea belgica) sneeuwmug Lengte 4-5 mm, december-februari. -Kenmerken- Kleine, donkerbruine mug zonder vleugels, zodat de achtervleugels die bij muggen en vliegen zijn gemodificeerd tot halters goed te zien zijn. -Voorkomen- In bossen en bij bosranden, voornamelijk in gebergten. In Nederland alleen in Zuid-Limburg. -Levenswijze- Deze winteractieve soort is op zac...

Sneeuwuil
(Bubo scandiacus) -Wetenschappelijke naam: - Bubo scandiacus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Sneeuwuil -Vogelgroep:- Uilen -Veldkenmerken.- 53-66 cm. Vrouwtje groter dan mannetje. Enorme, hoofdzakelijk witte uil zonder oorpluimen. Adult mannetje grotendeels wit, met

Sneeuwvink
(Montifringilla nivalis) -Wetenschappelijke naam: - Montifringilla nivalis (Linnaeus, 1766) -Nederlandse naam: - Sneeuwvink -Vogelgroep:- Vinken -Veldkenmerken.- 18 cm. Een tamelijk forse vogel, beperkt tot hooggebergte. Mannetje in broedkleed met donkergrijze kop, witte mondstre

Sneeuwwit franjekelkje
(Dasyscyphella nivea) -Nederlandse naam:- Sneeuwwit franjekelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot schotelvormig, Ø 0,5-2 mm. Binnenzijde wit tot crème. Buitenzijde en rand dicht bezet met witte haren, wit, langgesteeld. -Voorkomen- Op dood loofhout en schors

Sneeuwwitte vedermot
(Pterophorus pentadactylus) sneeuwwitte vedermot Spanwijdte vleugels 26-34 mm, mei-september -Kenmerken- De meest bekende en onmiskenbare, witte vedermot (familie Pterophoridae). Voorvleugels in 2, achtervleugels in 3 geveerde pluimen. -Voorkomen- Algemeen tussen heggen en in ruderaal terreinen. -Levenswijze- In rust zijn de vleugelpluimen opgerold (328 5 g). Rupsen groen en ...

Sneeuwzwammetje
(Hygrocybe virginea) -Nederlandse naam:- Sneeuwzwammetje Hygrocybe virginea var. virginea -Beschrijving- Hoed tolvormig tot vlak trechtervormig, Ø 2-5 cm, glad, vochtig slijmerig-vettig, crèmewit tot gelig wit, soms met een roze tint, droog mat, met een doorschijnend gestreep

Snipvliegen
(Familie Rhagionidae) -Kenmerken- Langpotige, middelgrote vliegen vaak met bruin en geel gekleurd abdomen.Vleugels ook vaak donker gevlekt. Zuigsnuit op die van dazen (familie Tabanidae) gelijkend. -Levenswijze- Larven terrestrisch op vochtige beschaduwde plaatsen, de adulten

Snor
(Locustella luscinioides) -Wetenschappelijke naam: - Locustella luscinioides (Savi, 1824) -Nederlandse naam: - Snor -Vogelgroep:- Karekieten en rietzangers -Veldkenmerken.- 14 cm. Kan verward worden met Krekelzanger of Kleine Karekiet. Ongestreept, geheel bruin, behalve witte buik

Snotolf
(Cyclopterus lumpus) Cyclopterus lumpus Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Snotolf -Beschrijving:- Onmiskenbaar, plomp uiterlijk. Hij heeft een zuigschijf aan de onderzijde die is ontstaan uit de samengegroeide buikvinnen. Daarmee kan hij zich vasthechten aan stenen en andere harde en gladde oppervlakken (een duikpak is niet echt onwaarschijnlijk!). Hij heeft geen schu...

Snuitkevers
(Familie Curculionidae) snuitkevers -Kenmerken- Snuitkevers zijn herkenbaar aan de uitstekende snuit die aan het uiteinde de monddelen draagt, aan de korte en stijve kaaktasters en meestal aan de geknikte sprieten met aan de uiteinden een knots. -Voorkomen- Er zijn meer dan 45.000 soorten bekend, waarvan ca. 700 in Nederland en België. -Behandelde taxa- Chlorophanus ...

Snuitvlieg
(Rhingia campestris) snuitvlieg Lengte 8-11 mm, april-september. -Kenmerken- Gezicht tussen de ogen heel kenmerkend, neusachtig verlengd. Achterlijf roodbruin met donkere tekeningen. -Voorkomen- Bij hagen en in open bossen overal algemeen. -Levenswijze- De zweefvlieg is vaak op bloemen te vinden. De larven ontwikkelen zich in koeienvlaaien en andere mest.