Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
Purperbruine parasolzwam
(Lepiota fuscovinacea) -Nederlandse naam:- Purperbruine parasolzwam -Beschrijving- Hoed halfbolvormig, dan golvend uitgespreid met een stomp bultje, Ø 3-5 cm, aangedrukt schubbig, zwartpurper, later met concentrisch geplaatste, donker wijnrode schubjes op een wittige ondergrond
Purperknolcollybia
(Collybia tuberosa) -Nederlandse naam:- Purperknolcollybia -Beschrijving- < 1cm: loep Hoed gewelfd tot vlak, Ø 3-13 mm, wit, met een gelig-bruine tint in het centrum. Lamellen dicht opeen, wit. Steel 15-25 x 1 mm, wit of bleek, op een roodbruin sclerotium. Vlees wit. -Voorko
Purperkoet
(Porphyrio porphyrio) -Wetenschappelijke naam: - Porphyrio porphyrio (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Purperkoet -Vogelgroep:- Koeten -Veldkenmerken.- 45-50 cm. Veel groter dan Meerkoet en Waterhoen en met langere poten en tenen. Bovendelen en vleugels warm violet-blauw,
Purperorchis
(Orchis purpurea) -Purperorchis - RH. 0891 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Orchis purpurea Huds. Diagnostische kenmerken t.o.v. Orchis militaris: Helm eivormig, van buiten roze, donkerpurper gevlekt of zwartpurper, donkerder dan de lip. Middenslip der lip
Purperreiger
(Ardea purpurea) -Wetenschappelijke naam: - Ardea purpurea Linnaeus, 1766 -Nederlandse naam: - Purperreiger -Vogelgroep:- Reigers -Veldkenmerken.- 78-90 cm. Verschilt van Blauwe Reiger door kleiner formaat en duidelijk donkerder verenkleed. Rug en vleugels leigrijs, in br
Purperrode franjehoed
(Psathyrella bipellis) -Nederlandse naam:- Purperrode franjehoed -Beschrijving- Hoed klokvormig tot gewelfd, soms met een bultje, Ø 2-4 cm, mat, rood- of purperbruin tot kastanjebruin, grijs-roze tot grijs-beige verblekend. Lamellen grijs-roze tot bruinig. Steel 4-6 cm x 3-5 mm
Purperrode russula
(Russula queletii) -Nederlandse naam:- Purperrode russula -Beschrijving- Hoed gewelfd tot onregelmatig afgevlakt, Ø 6-8 cm, mat, donker purper tot zwartachtig-wijnrood, met een blekere rand. Lamellen dicht opeen, wit tot crème-gelig. Steel 6-8 x 1,5-2 cm, karmijnrood, wit d
Purperslak
(Nucella lapillus) Nucella lapillus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Purperslak -Beschrijving:- Een dikke schelp van ca. 1 tot 4 cm lang, met 4 of 5 windingen. Op z'n breedste punt ruim 2 cm. De laatste winding neemt zeker 80% van de schelplengte in beslag. Spiraalvormige tekening en soms ook ribbels. Vaak met duidelijke groeilijnen. Buitenlip van de opening dik ...
Purperstreepparelmoervlinder
(Brenthis ino) (Rottemburg, 1775) Purperstreepparelmoervlinder -Beschrijving: - De purperstreepparelmoervlinder is een bewoner van vochtige tot natte bloemrijke ruigten in de beschutting van bos. Vaak gaat het om beekdalbegeleidende vegetatie, verlaten hooilanden, moerassen en venen. De eitjes worden apart of met twee bij elkaar afgezet op de bladeren en bloemhoo...
Purperwier
(Porphyra umbilicalis) Porphyra umbilicalis (Linnaeus) J. Agardh -Nederlandse naam:- Purperwier -Beschrijving:- Thallus bladvormig, slechts 1 cellaag dik, tot 20 cm in doorsnede – maar de flappen kunnen wel 50 cm lang worden! Onregelmatig van vorm en dun maar stevig. Het wier zit in het midden vast aan de ondergrond. Kleur rood tot diep paarsrood. Jonge planten zij...
Purpuricaenus kaehleri
Lengte 9-20 mm, mei-juli -Kenmerken- Zeer opvallende boktor met beide zijden van de dekschilden bloedrood (182 7 g). Lichaam verder vrijwel zwart. -Voorkomen- Licht beboste, warme hellingen; verwaarloosde boomgaarden. Grote delen van Zuid-Europa en zuidelijk Midden-Europa. Niet in Nederland en België. -Levenswijze- De soort is warmteminnend. V...
Putter
(Carduelis carduelis) -Wetenschappelijke naam: - Carduelis carduelis (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Putter -Vogelgroep:- Vinken -Veldkenmerken.- 12 cm. Mannetje en vrouwtje eender. Opvallende zwartgele vleugels, zwart-witte staart, helder rood-zwart-witte kop en bruine
Pyjamazweefvlieg
(Episyrphus balteatus) pyjamazweefvlieg Spanwijdte 10-11 mm, januari-december. -Kenmerken- Relatief smal gebouwde zweefvlieg met metalig glanzend, koperkleurig borststuk met 3 grijze lengtestrepen, Achterlijf geel, segmenten 2-4 met zwarte achterrandbanden, het tweede met zwart kruis. De segmenten 3-4 bezitten nog een tweede smallere, centrale dwarsstreep die in het midd...
Pyreneeëndauwerebia
(Erebia sthennyo) Graslin, 1850 Pyreneeëndauwerebia -Beschrijving: - De Pyreneeëndauwerebia lijkt sterk op de gewone dauwerebia, maar de twee soorten komen - voor zover bekend - niet op dezelfde plekken voor. De Pyreneeëndauwerebia is vooral te vinden op steile, rotsachtige hellingen met stukken grazige vegetatie. De rupsen voeden zich met verschillen...
Pyreneeënzijde-erebia
(Erebia gorgone) Boisduval, 1833 Pyreneeënzijde-erebia -Beschrijving: - De Pyreneeënzijde-erebia is te vinden op puinhellingen met stukken grazige vegetatie en op steile, grazige hellingen. Als waardplanten worden vooral Poa -soorten (beemdgras) gebruikt. De soort overwintert als rups. -Leefgebied: - Sub-alpien grasland Puinhellingen -Sterk gelijkende soo...
pyrenoid
Kleurloos, sterk lichtbrekend onderdeel van de cel, verbonden met de chromatofoor.
Pyrgomorpha conica
Lengte 15-30 mm, april-juli -Kenmerken- Karakteristieke lichaamsbouw met de verlengde kop. Grijs, bruin of groen gekleurd, achtervleugels aan de basis een beetje roze. -Voorkomen- In droge, rotsige gebieden of zandige vlaktes. In het Middellandse Zeegebied plaatselijk niet zeldzaam. -Levenswijze- Overwintert als nimf en verschijnt al zeer vroeg in ...
Pyropteron chrysidiformis
Spanwijdte vleugels 12-22 mm, mei-augustus -Kenmerken- Voelsprieten en palpen zwart. Borststuk zwart, zonder gekleurde kraag. Voorvleugel met zwarte rand en zwarte vlek en opvallende rode tekening (340 7 g). Achterlijf voornamelijk zwart met twee zeer smalle, witte dwarsbanden. Haarbosje achterlijf geelrood met zwarte strepen aan de zijkanten. Pote...
Pyropterus nigroruber
Lengte 7-10 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Sterk afgeplat. Halsschild zwart. Dekschilden rood met scherpe lengteribben, daartussen een rechthoekig traliewerk. -Voorkomen- In vochtige bossen. Zeldzaam in Nederland (Limburg) en België. Bij zonnig weer op bloemen. -Levenswijze- Een soort uit de roodschildkeverfamilie. De afgeplatte larven jagen i...
Pyrrhidium sanguineum
Lengte 8-12 mm, mei-juni. -Kenmerken- Lichaam bruinzwart, maar de dekschilden zijn bruingeel tot roodgeel en de bovenzijde is bedekt met een dichte, zijdeglanzende, rode beharing. -Voorkomen- In eikenbossen op eik te vinden. Plaatselijk algemeen in Nederland en België. -Levenswijze- Kevers zijn te vinden op de bomen waar ze de eieren afzetten....
Raaf
(Corvus corax) -Wetenschappelijke naam: - Corvus corax Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Raaf -Vogelgroep:- Kraaien -Veldkenmerken.- 62 cm. De grootste kraai. Heeft zeer krachtige snavel, geheel zwart, glanzend verenkleed en verlengde keelveren, die ruig uiterlijk ver
Raaigras
(Genus Lolium) -Raaigras- Volledige wetenschappelijke naam: Lolium L. Opm. Bladscheden met halfstengelomvattende oortjes.
Raapzaad
(Brassica rapa) -Raapzaad - RH. 1804 Volledige wetenschappelijke naam: Brassica rapa L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Brassica napus: Onderste bladen grasgroen, borstelig behaard. Bovenste bladen meer blauwgroen, kaal, met diep hartvormige voet stengelomvattend. Open bl
Raatzwammetje
(Trechispora mollusca) -Nederlandse naam:- Raatzwammetje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam wattig-week, raat-korstvormig, Ø tot enkele cm. Hymenium met fijne, onregelmatige poriën, sneeuwwit tot witoker, met een wattig-harige rand. Poriën Ø 0,3-1 mm. Sporeekleur wit. -Vo
Rabarber
(Genus Rheum) -Rabarber- Volledige wetenschappelijke naam: Rheum L.
Radijs
(Genus Raphanus) -Radijs- Volledige wetenschappelijke naam: Raphanus L. Opm. Kelkbladen rechtopstaand. Vrucht 2-ledig, het onderste lid zeer klein en veel smaller dan het bovenste. Bladen liervormig veerdelig met grote eindlob, stijf behaard. Kroonbladen meestal paars gea
Radijs
(Raphanus sativus) -Radijs- BB. 1827 Volledige wetenschappelijke naam: Raphanus sativus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Raphanus raphanistrum: Vruchten langwerpig-ei-kegelvormig, 3-9 cm lang, 8-14 mm breed, bij rijpheid niet of zwak ingesnoerd, met opgeblazen, sponsachtig
Radijsvaalhoed
(Hebeloma crustuliniforme) -Nederlandse naam:- Radijsvaalhoed -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 4-10 cm, kleverig, wittig, met een bruingeel of bleek okerbruin centrum, jong met een ingerolde rand. Lamellen bleek leemkleurig, met door druppeltjes ontstane, bruine vle
radius
een van de longitudinale aders voorin de vleugel, gewoonlijk afgekort tot r. De radius splitst naar achteren een ader af, de radiale sector. De vertakkingen van r en rs worden achtereenvolgens genummerd r1, r2, enz.
radula
Wrijfplaat, rasptong. Een meestal met veel tanden bezette tong bij sommige weekdieren, waarmee algen van de rotsen of stukjes van een dierlijke prooi worden afgeraspt.
Rafelige parasolzwam
(Macrolepiota excoriata) -Nederlandse naam:- Rafelige parasolzwam -Beschrijving- Hoed eivormig, dan gewelfd met een verhoogd centrum, Ø 6-10 cm, glad, wit tot crème, vaak met een bruinig centrum, met aangedrukte, tot over de rand afhangende, okergele tot bleekbruine schubben. Lam
Raket
(Genus Sisymbrium) -Raket- Volledige wetenschappelijke naam: Sisymbrium L. Opm. Vrucht meer dan 10 maal zo lang als breed.
Ralreiger
(Ardeola ralloides) -Wetenschappelijke naam: - Ardeola ralloides (Scopoli, 1769) -Nederlandse naam: - Ralreiger -Vogelgroep:- Reigers -Veldkenmerken.- 44-47 cm. Een gezette vogel met dikke nek, strokleurig verenkleed en lange, gelig en zwart gestreepte kruinveren, afhangend
randklier
Algemeen: aan de rand geplaatste klier.Bij Euphorbia (Wolfsmelk): op de rand van het 'bloemdek' (cyathium) geplaatste klier, deze elliptisch of halvemaanvormig. Alternatieven: randklieren
randnerf
Nerf die de zijnerven verbindt in de bladrand zelf. Alternatieven: randnerven
rank
Draadvormig deel (van een blad) dat zich vasthecht aan of windt om andere voorwerpen. Alternatieven: ranken
Rankende duivenkervel
(Fumaria capreolata) -Rankende duivenkervel - RH. 1691 Volledige wetenschappelijke naam: Fumaria capreolata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Fumaria muralis: Vruchtstelen sterk omlaag gekromd. Trossen vrij dicht, 12-20-bloemig. Bloemkroon eerst geelwit en aan de top zeer don
Rankende helmbloem
(Ceratocapnos claviculata) -Rankende helmbloem - RH. 0362 Volledige wetenschappelijke naam: Ceratocapnos claviculata (L.) Lidén Diagnostische kenmerken: Plant kruipend of klimmend door middel der bladen die in hechtranken eindigen. Bloemkroon 5-6 mm lang, bleek geelachtig, soms iet
Ranonkelfamilie
(Familie Ranunculaceae) -Ranonkelfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculaceae Meestal kruiden, soms houtig. Bladen meestal verspreid, vaak gedeeld. Bloemen meestal tweeslachtig, regelmatig of tweezijdig symmetrisch. Kelkbladen 3 of meer, meestal 5, soms gekleurd. Kro
Ransuil
(Asio otus) -Wetenschappelijke naam: - Asio otus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Ransuil -Vogelgroep:- Uilen -Veldkenmerken.- 36 cm. Lijkt op miniatuur-Oehoe of Velduil, maar donkerder, met langere oorpluimen dan Velduil. Vleugels langer dan van Bosuil. Gehele
Ranunculus ficaria
Van deze soort wordt o.a. de volgende ondersoort gevonden: Ranunculus ficaria bulbilifer
Ranunculus polyanthemos
BB. 1052 Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus polyanthemos L. De volgende ondersoorten worden gevonden: Ranunculus polyanthemos nemorosus Ranunculus polyanthemos polyanthemoides Diagnostische kenmerken t.o.v. Ranunculus repens: Onderste bladen 3-5-delig of soms bijna samengesteld, het middelste blaadje dan kort gesteeld. Plant zonder uitlop...
Rapunzel
(Genus Phyteuma) -Rapunzel- Volledige wetenschappelijke naam: Phyteuma L.
Rapunzelklokje
(Campanula rapunculus) -Rapunzelklokje- RH. 0196 -Rode Lijst 3. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Campanula rapunculus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Campanula patula: Wortel dik, vlezig. Bladen gekroesd. Pluim smal, met korte, rechtopstaande takken. Bloemstelen
ras
Term die synoniem is met ondersoort. ’Ondersoort’ is de officiële term (volgens de International Code of Zoological Nomenclature 1961) en vervangt ras. Alternatieven: rassen
Ratelaar
(Chorthippus biguttulus) ratelaar Lengte 13-22 mm, juli-november -Kenmerken- Lijkt sterk op de bruine sprinkhaan, doch zijn de vleugels iets korter en relatief breder bij het mannetje (092 2 g) 3 mm. breed en ongeveer 12 mm lang, bij het vrouwtje 15 mm. lang. -Voorkomen- Op droge terreinen en in zonnige wegbermen. In het noorden en westen van Nederland zeldzaam, elders alg...
Ratelaar
(Genus Rhinanthus) -Ratelaar- Volledige wetenschappelijke naam: Rhinanthus L. Opm. De soorten van Dit geslacht zijn zeer variabel. Een belangrijk deel van deze variabiliteit hangt samen met De bloeitijd en-of het milieutype waarin De planten groeien. vroeg bloeiende exemplaren zijn niet of weinig vertakt en hebben weinige lange internodiën; laatbloeiende exempla...
Ratelpopulier
(Populus tremula) -Ratelpopulier - RH. 0983 Volledige wetenschappelijke naam: Populus tremula L. Diagnostische kenmerken: Bladrand niet doorschijnend, grof gekarteld-getand. Jonge takken zwak behaard of kaal. Knoppen vrijwel kaal, kleverig. Bladen bijna cirkel- of breed ei
receptaculum
Verzameling van holten met meerdere voortplantingsorganen (bij Fucus soorten). Alternatieven: receptacula
Rechte alsem
(Artemisia biennis) -Rechte alsem- RH. 1663 Volledige wetenschappelijke naam: Artemisia biennis Willd. Diagnostische kenmerken: Bladen aan beide zijden kaal. Planten eenjarig. Hoofdjes rechtopstaand, in korte aren in de bladoksels, de bovenste in een smalle pluim verenigd. 0
Rechte driehoeksvaren
(Gymnocarpium robertianum) -Rechte driehoeksvaren - RH. 0425 -Rode Lijst 4. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Gymnocarpium robertianum (Hoffm.) Newm. Diagnostische kenmerken t.o.v. Gymnocarpium dryopteris: Bladsteel en vooral bladspil dicht bezet met korte klierharen (l
Rechte ganzerik
(Potentilla recta) -Rechte ganzerik- RH. 1727 Volledige wetenschappelijke naam: Potentilla recta L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Potentilla intermedia: Gehele bloeiwijze 0,7 of minder van de totale hoogte van de stengel in beslag nemend. Kroonbladen (6-)8-12 mm lang. Onde
Rechte koraalzwam
(Ramaria stricta) -Nederlandse naam:- Rechte koraalzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meervoudig vertakt, koraalvormig, 4-10 cm hoog, 3-8 cm breed. Vertakkingen 1-5 mm dik, loodrecht parallelstaand vertakt, met meervoudig vertakte, doorn- of tandachtige toppen, geeloker met
Rechte rolklaver
() -Rechte rolklaver- RH. 2465 Volledige wetenschappelijke naam: Lotus corniculatus L. var. sativus Chrtková Zie soort: Lotus corniculatus Diagnostische kenmerken t.o.v. Lotus corniculatus corniculatus : Stengels rechtopstaand, hol. Kroonbladen lichtgeel, in
rechtop
Hierbij gaat het om de hoek die een tak, bloem of blad met de as maakt. Zie multimedia Alternatieven: rechtopstaand rechtopstaande rechtop recht schuin rechtop
Regenboogrussula
(Russula cyanoxantha) -Nederlandse naam:- Regenboogrussula -Beschrijving- Hoed bolvormig tot vlak met een ingedeukt centrum, Ø 5-15 cm, nat vettig glanzend, droog dof, soms eenkleurig, meestal met een mengsel van roze of grijsachtig lila, wijnkleurig, purper, gelig-groenig tot
regenworm
Lange, gesegmenteerde wormen van de stam (fylum) Annelida (ringwormen). Alternatieven: regenwormen worm wormen
Regenwulp
(Numenius phaeopus) -Wetenschappelijke naam: - Numenius phaeopus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Regenwulp -Vogelgroep:- Steltlopers -Veldkenmerken.- 43-47 cm. Vrouwtje groter dan mannetje, maar verschil tussen sexen minder groot dan bij Wulp. Lijkt sterk op Wulp, maar
regio
Een biogeografische regio is elk gebied in de wereld waarbinnen een karakteristieke levensgemeenschap voorkomt. Alternatieven: regio’s
reigers
Deel van de) Triviale naam voor soorten behorend tot de subfamilie Ardeinae van de familie Ardeidae (Ciconiiformes, onderorde Ardae) en in het meervoud de naam voor alle leden van deze kosmopolitische familie (64 soorten, vooral met (sub)tropische verspreiding). Ook wordt met ’reiger’ alle grauwe reigers behorende tot het geslacht Ardea...
Reigersbek
(Genus Erodium) -Reigersbek- Volledige wetenschappelijke naam: Erodium L'Hérit.
Reptielen
(Klasse Reptilia) Reptielen Reptielen vormen een groep van koudbloedige gewervelden. Traditioneel wordt het opgevat als een klasse die de volgende ordes met nog levende vertegenwoordigers omvat • Squamata (Slangen, hagedissen en wormhagedissen) • Chelonii (Schildpadden) • Crocodilia (Krokodilachtigen) • Rhynchocephalia (Brughagedissen) Reptielen ademen door longen; ...
Reseda
(Genus Reseda) -Reseda- Volledige wetenschappelijke naam: Reseda L.
Resedafamilie
(Familie Resedaceae) -Resedafamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Resedaceae Meestal kruiden. Bladen verspreid, enkelvoudig tot samengesteld, met kleine steunblaadjes. Bloemen in trossen, tweeslachtig, tweezijdig symmetrisch. Kelkbladen 4-8, meestal onregelmatig ingesned
Resedawitje
(Pontia daplidice) Pontia daplidice complex (Linnaeus, 1758) Resedawitje -Beschrijving: - Tegenwoordig wordt het resedawitje opgesplitst in twee soorten: het resedawitje zelf (Pontia daplidice) en het oostelijk resedawitje (Pontia edusa). Deze twee soorten zijn in het veld echter niet te onderscheiden. Hun levenswijze is overeenkomstig. Ze komen voor op warme, stenig...
Resupinaat
vlak korstvormig of vlak kussenvormig, geen hoedjes of schijnhoedjes ontwikkelend.(239.jpg) (264.jpg)
reticulaat
bedekt met een netvormig patroon.
retina
Netvlies; binnenste lichtgevoelige laag in het oog.
Retinia resinella
Spanwijdte vleugels 16-20 mm, mei-juni -Kenmerken- Een motje met donkere, bruingrijze en zilvergrijze dwarsbanden op de voorvleugels en effen donkergrijze achtervleugels (mot niet afgebeeld) -Voorkomen- Algemeen in dennenbossen. -Levenswijze- De rups knaagt aan de schors halverwege de krans van een takje. Hierdoor stroomt hars naar buiten dat zij m...
Reukeloze kamille
(Tripleurospermum maritimum) -Reukeloze kamille- RH. 0795 Volledige wetenschappelijke naam: Tripleurospermum maritimum (L.) Koch Diagnostische kenmerken t.o.v. Matricaria recutita: Bladen al of niet vlezig. Nootjes 1,3-2,5 mm lang, aan één zijde met 3 sterke dicht opeenstaande ribben
Reukgras
(Genus Anthoxanthum) -Reukgras- Volledige wetenschappelijke naam: Anthoxanthum L.
Reuzenbalsemien
(Impatiens glandulifera) -Reuzenbalsemien- RH. 1862 Volledige wetenschappelijke naam: Impatiens glandulifera Royle Diagnostische kenmerken: Bladen tegenoverstaand of in kransen van 3, scherp getand. Stengel op de knopen verdikt en met gesteelde klieren. Bloemen in pluimen, paarsr
Reuzenberenklauw
(Heracleum mantegazzianum) -Reuzenberenklauw- RH. 0606 Volledige wetenschappelijke naam: Heracleum mantegazzianum Somm. & Lev. Diagnostische kenmerken t.o.v. Heracleum sphondylium: Stengel rood gevlekt. Bladen enkelvoudig, dubbel geveerd, vaak meer dan 1 Maritiemdistrict lang. Sche
Reuzenbovist
(Langermannia gigantea) -Nederlandse naam:- Reuzenbovist -Beschrijving- Vruchtlichaam onregelmatig tot regelmatig bolvormig, Ø 10-80 cm. Buitenzijde leerachtig, rimpelig of glad, mat, wit, met myceliumstrengen aan de basis. Vlees wit, bij rijpheid zwavelgeel tot olijfkleurig bru
Reuzenchampignon
(Agaricus augustus) -Nederlandse naam:- Reuzenchampignon -Beschrijving- Hoed eivormig tot uitspreidend gewelfd, Ø 10-20 cm, met vezelige kastanjebruine schubjes op een geelbruine ondergrond. Lamellen vrij, wit tot bruin. Steel 10-20 x 2-4 cm, wit, onder de grote witte hangen
Reuzenertswesp
(Leucospis dorsigera) reuzenertswesp Lengte 10-12 mm, mei-juli. -Kenmerken- Tamelijk grote, zijdelings afgeplatte sluipwesp: zwart met gele tekeningen. Vleugels worden in rust vaak tegen het lichaam gehouden. -Voorkomen- Op zonnige, warme locaties, in Zuid-Nederland en de Ardennen doorgaans zeer zeldzaam. -Levenswijze- De soort ontwikkelt zich in het broed van behangers...
Reuzengoudhaan
(Timarcha tenebricosa) reuzengoudhaan Lengte 15-20 mm, april-juni. -Kenmerken- Groot en bol. Zwart van kleur met lichte blauwglans. Dekschilden langs de naad vergroeid. Tarsleden opvallend dik en stevig. -Voorkomen- Vooral op droog, grazig (kalk)grasland in berg- en heuvelland. In Nederland sterk achteruit gegaan, maar nog zeldzaam bij de IJsselvallei en in Zuid-Limburg....
Reuzenhoutwesp
(Urocerus gigas) reuzenhoutwesp Lengte 15-40 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Zeer grote, gevaarlijk uitziende naaldhoutwesp, die op een hoornaar lijkt. Mannetje met rood, vrouwtje (248 3 g) met grotendeels geel achterlijf en een gele vlek achter de facetogen. De legboor steekt ca. 10 mm onder de achterlijfspunt uit. -Voorkomen- Meestal niet zeldzaam in naaldbossen. ...
Reuzenknotszwam
(Clavariadelphus pistillaris) -Nederlandse naam:- Reuzenknotszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam slank tot breed knotsvormig, 10-20 x 2-6 cm, met een afgronde top. Buitenzijde in de lengte gerimpeld, mat, lichtgeel tot oranjebruin of bruingeel, soms kaneelbruin met lila tint, donkerder
Reuzenlangpootmug
(Tipula maxima) reuzenlangpootmug Spanwijdte 55-65 mm, mei-juli. -Kenmerken- De grootste, inheems langpootmug. Vleugel met 3 scherp begrensde, ongeveer driehoekige vlekken, aan de achterrand onscherp grijs getekend. -Voorkomen- Vooral in bossen in heuvelland bij bronnen en beken. Plaatselijk algemeen in Nederland en België. -Levenswijze- De tot 5 cm lange lar...
Reuzenlevensboom
(Thuja plicata) -Reuzenlevensboom - BB. 2275 Volledige wetenschappelijke naam: Thuja plicata D.Don Diagnostische kenmerken: Zijdelingse bladen ongeveer even lang als de overige, spits, de bovenste en onderste met een onduidelijke harsklier, aan de onderzijde met zwakke w
Reuzenmier
(Camponotus ligniperda) reuzenmier Lengte 6-18 mm, januari-december. -Kenmerken- Grootste mierensoort in Midden- en Noordwest-Europa. Lichaam tamelijk glanzend, kop en grootste deel van het achterlijf (metasoma) zwart; borststuk (mesosoma), poten, schubje en voorste deel van het metasoma roodbruin. Grootteverschillen tussen de werksters aanzienlijk. -Voorkomen- Bij zonnig...
Reuzenpaardenstaart
(Equisetum telmateia) -Reuzenpaardenstaart - RH. 0469. -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Equisetum telmateia Ehrh. Diagnostische kenmerken: Stengel bleek, ivoorwit, ca. 1 cm dik, met dichte kransen van schuin afstaande of iets overhangende, bijna steeds onvertak
Reuzenstern
(Sterna caspia) -Wetenschappelijke naam: - Sterna caspia Pallas, 1770 -Nederlandse naam: - Reuzenstern -Vogelgroep:- Sterns -Veldkenmerken.- 50 cm. Grootste stern, ongeveer zo groot als Zilvermeeuw. Makkelijk herkenbaar aan enorme rode snavel en zwarte gekuifde kopkap. O
Reuzenzilverspar
(Abies grandis) -Reuzenzilverspar - BB. 2203 Volledige wetenschappelijke naam: Abies grandis (D.Don) Lindl. Diagnostische kenmerken t.o.v. Abies alba: Twijgen olijfgroen. Knoppen met hars. Bladen 2-6 cm lang. Kegels 5-10 cm lang, dekschubben korter dan de kegelschubben.
Reuzenzwam
(Meripilus giganteus) -Nederlandse naam:- Reuzenzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, bestaande uit een meervoudige toef van naast en boven elkaar staande, waaier- tot half cirkelvormige hoeden, Ø 20-80 cm. Hoed 10-30 cm breed, 1-3 cm dik. Bovenzijde golvend, concentrisc
Reuzenzwenkgras
(Festuca gigantea) -Reuzenzwenkgras- RH. 0515 Volledige wetenschappelijke naam: Festuca gigantea (L.) Vill. Diagnostische kenmerken: Lemma met een 10-18 mm lange, bochtige, witte naald. Oortjes kaal. Blad 6-18 mm breed, meestal overhangend en met de sterk glanzende onderzij
RH.
Rijksherbarium-nummer: soorten (taxa) uit de Standaardlijst van de Nederlandse Flora 1996.
Rhagium sycophanta
Lengte 15-26 mm, mei-juli. -Kenmerken- Lijkt sterk op de gemarmerde eikenbok, maar is robuuster. Dekschilden zonder donkere vlek. -Voorkomen- In loofbos op bloemen en vaak ook aan uitvloeiende boomsappen. Vrij zeldzaam. In Nederland onder andere in bossen rond Apeldoorn.
Rhamphomyia anthracina
Lengte 7-9 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Een diepzwarte dansvlieg met donkere vleugels die enigszins op een roofvlieg lijkt. Het lichaam is ruig behaard en de poten hebben stevige doornen. -Voorkomen- Een plaatselijk algemene soort van de hoge Alpen (op 3000 m), aldaar wijd verspreid. Niet in Nederland en België.
Rhantus pulverosus
Lengte 10-13 mm, januari-december. -Kenmerken- Lijkt op de bruine duiker, maar de dekschilden zijn zwart gepuncteerd zonder dwarsgroefjes. Onderkant zwart. -Voorkomen- In stilstaand water, ook in plasjes die regelmatig geheel uitdrogen.
rheofiel
prefereert stromend water Alternatieven: rheofiele
Rheotanytarsus soort
Lengte 5-8 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Imago's moeilijk van andere dansmuggen te onderscheiden, maar de larven zijn zeer kenmerkend. -Voorkomen- In licht verontreinigd (eutroof), stromend water. Een aantal soorten in Nederland en België. -Levenswijze- De groenachtige larve bouwt een kantig, aan de buitenkant met fijne slijkdeeltjes bedekt sp...
rhinophoren
Uitsteeksels op de bovenzijde van de kop van naaktslakken, waarin tastlichaampjes en chemische zintuigen liggen.
Rhitrogena soort
Spanwijdte vleugels 15-25 mm, juni-augustus -Kenmerken- Imago met 2 staartdraden, vleugels duidelijk geelbruin getint (familie Heptageniidae). Nimf (036 2 g) met 3 staartdraden, sterk afgeplat. Eerste paar kieuwen ligt aan de buikzijde verborgen onder twee lappen die elkaar over de lengte raken (vanaf de rugzijde op het plaatje niet zichtbaar). -Vo...
rhizoid
Vasthechtingsorgaan bij de grotere bruinwieren.
Rhizomorfen
pluizige witte myceliumstrengen of door een zwarte laag omgeven schoenveterachtige strengen, die zich in en op het substraat over grote afstanden kunnen verplaatsen om levende bomen of hout rechtstreeks te kunnen infecteren.(37A.jpg) (37B.jpg)
Rhizopus stolonifer
-Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam knopvormig, van onderen ingedeukt, gesteeld, Ø 1-2 mm, doorschijnend wit, bij rijping zwart verkleurend. Steel 2-5 mm, waterig wit, doorschijnend, op een wit web van myceliumdraden groeiend. -Voorkomen- Op koele do
Rhododendroncicade
(Graphocephala fennahi) rhododendroncicade Lengte 8-9 mm, juli-november -Kenmerken- Zeer fraai getekende soort. Buikzijde en poten geel rugzijde met diepgroen met 2 rode lengtestrepen op de voorvleugels. -Voorkomen- Noord-Amerikaanse soort. Ingeburgerd in tuinen en parken met Rhododendron-struiken. -Levenswijze- De ontwikkeling vindt uitsluitend plaats op Rhododendron pla...
Rhogogaster punctulata
Lengte 11-12 mm, mei-juli. -Kenmerken- Eén van de opvallende helder geelgroene soorten met op de kop een zwart, omega-achtig figuur. -Voorkomen- Op planten en bloemen langs bosranden. Niet zo algemeen in Nederland en België. -Levenswijze- De wespen vangen vaak kleine insecten op bloemen; larven op verschillende loofhoutsoorten, zoals wi...