Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
populatie
Een biologische populatie is een groep individuen van dezelfde soort die zich onderling voortplant en als zodanig geïsoleerd is van andere zulke groepen. Alternatieven: populaties
Populier
(Genus Populus) -Populier- Volledige wetenschappelijke naam: Populus L.
Populieremummiekelkje
(Ciboria caucus) -Nederlandse naam:- Populieremummiekelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot schotelvormig, Ø 3-8 mm. Binnenzijde okerbruin. Buitenzijde zwak berijpt, met gekerfde rand, bleekbruin, (lang)gesteeld. Steel lichtbruin. -Voorkomen- Op gevalle
Populierenbladsteelgalmug
(Contarinia petioli) populierenbladsteelgalmug -Kenmerken- Een eerst groene, later rode, bijna ronde gal van 8-10 mm doorsnede aan de bladstelen van populierenbladeren. Vaak ontwikkelen zich meerdere gallen dicht bij elkaar. -Voorkomen- Op verschillende soorten populieren, maar in het bijzonder op ratelpopulier of esp (Populus tremula L.). Tamelijk algemeen in Nederlan...
Populierevuurzwam
(Phellinus populicola) -Nederlandse naam:- Populierevuurzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meerjarig, hard, vlak tot hoef- of consolevormig, breed aangehecht, 5-15 x 5-10 cm en 3-13 cm dik. Bovenzijde glad, concentrisch gezoneerd, radiaal barstend, grijsbruin tot zwart, met een
Populierleemhoed
(Agrocybe cylindracea) -Nederlandse naam:- Populierleemhoed (Zuidelijke leemhoed) -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak uitgespreid, Ø 4-10 cm, mat, wittig of crème-gelig, met een donkerder tot hazelnootbruin centrum. Lamellen crème tot donkerbruin. Steel 5-10 x 1-2 cm, fijnschu
Populiermelkzwam
(Lactarius controversus) -Nederlandse naam:- Populiermelkzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak schotel- of trechtervormig, Ø 8-20 cm, glad, ivoorwit tot bleek gelig, vaak met wijnrode vlekken, met een ingerolde, donzige rand. Lamellen dicht opeen, smal, aflopend, bleek gelig-
Populiervezelkop
(Inocybe squamata) -Nederlandse naam:- Populiervezelkop -Beschrijving- Hoed kegelvormig tot uitgespreid bultig, Ø 3-8 cm, radiair bruinvezelig gestreept op een gele tot geelbruine ondergrond, met bruine schubjes in het centrum, de rand vaak gespleten. Lamellen bleek olijfge
Porfieramaniet
(Amanita porphyria) -Nederlandse naam:- Porfieramaniet -Beschrijving- Hoed stomp kegelvormig, dan gewelfd tot vlak, Ø 5-9 cm, glad, zijde-achtig glanzend, grijs- tot roodbruin. Lamellen wit. Steel 10-13 cm x 8-15 mm, gestreept, wittig met grijsviolette basis, met een dunne,
Porie
de tenminste met een loep zichtbare uiteinden of mondjes van de buisjes van polypore houtzwammen en van Boleten.(27.jpg) (28.jpg) (770B.jpg) (780B.jpg) Alternatieven: poriën
Porseleinhoen
(Porzana porzana) -Wetenschappelijke naam: - Porzana porzana (Linnaeus, 1766) -Nederlandse naam: - Porseleinhoen -Vogelgroep:- Rallen -Veldkenmerken.- 22-24 cm. Zo groot als Waterral maar met veel kortere, anders gebouwde snavel. Moeilijk te observeren, maar heeft kenmerke
Porseleinvlinder
(Calospilos sylvata) porseleinvlinder Spanwijdte vleugels 30-38 mm, mei-augustus -Kenmerken- Vleugels wit met ronde, bruine vlek aan de basis van de voorvleugel en 2 anderen aan de achterrand van de voor- en achtervleugel, verder met wolkachtige, lichtbruine vlekken. -Voorkomen- Vrij algemeen, ook in tuinen. -Levenswijze- Met de vlektekening op de vleugels is de vlinde...
Porseleinzwam
(Oudemansiella mucida) -Nederlandse naam:- Porseleinzwam -Beschrijving- Hoed bolvormig, dan uitgespreid, Ø 3-12 cm, jong licht grijs, later ivoorwit met een gelig-grijzig centrum, halfdoorschijnend, slijmerig. Lamellen wit. Steel 5-14 cm x 4-12 mm, gestreept of geschubd, wit, m
Postelein
(Genus Portulaca) -Postelein- Volledige wetenschappelijke naam: Portulaca L.
Postelein
(Portulaca oleracea) -Postelein- RH. 0984 Volledige wetenschappelijke naam: Portulaca oleracea L. Diagnostische kenmerken: Bladen verspreid, maar onder de bloemen meestal dicht opeen en in schijnkransen. Bloemen 1-3 bijeen. Kelkbladen gekield, aan de voet vergroeid. Kroonblad
Posteleinfamilie
(Familie Portulacaceae) -Posteleinfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Portulacaceae Kruiden. Bladen vaak vlezig, meestal tegenoverstaand, enkelvoudig, met of zonder steunblaadjes. Bloemen tweeslachtig. Kelkbladen (steelblaadjes) 2. Kroonbladen (bloemdekbladen) 4-6, vrij o
posterieur
betreffende of bij de achterzijde.
postscutellum
een klein gedeelte van het mesonotum, vlak achter het scutellum; gewoonlijk zeer klein of afwezig, maar bij bepaalde vliegen goed ontwikkeld.
Potamanthus luteus
Spanwijdte vleugels 25-30 mm, juni-augustus -Kenmerken- Imago (niet afgebeeld) is zwavelgeel met groene ogen en 3 staartdraden. Nimf (032 2 g) heeft aan beide zijden van het achterlijf een rij vertakte, draadvormige tracheekieuwen. -Voorkomen- In grotere, schone, stromende rivieren. Door watervervuiling sterk achteruit gegaan. -Levenswijze- De nimf...
Potamogeton gramineus x natans
(Potamogeton sparganifolius(x)) -Potamogeton gramineus x natans- RH. 5116 Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton xsparganifolius Fries Diagnostische kenmerken t.o.v. Potamogeton natans: De (onvruchtbare) bastaard tussen Potamogeton natans en Potamogeton gramineus heeft een minder
Potamophylax soort
Lengte 10-17 mm, Spanwijdte vleugels 30-44 mm, mei-augustus -Kenmerken- Bruine schietmotten, grijze vleugels met onduidelijk lichte tekening. Veel sterk op elkaar gelijkende soorten. Familie Limnephilidae. -Voorkomen- Larven in snel stromende beken met zandige of stenige bodem. Tamelijk algemeen in bergachtige streken, in het vlakke land van Nederl...
Potloodrussula
(Russula rosea) -Nederlandse naam:- Potloodrussula -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak met een verdiept midden, Ø 6-7 cm, droog, mat, rozerood tot rood. Lamellen deels gevorkt, wit tot licht geel. Steel 5-6 cm x 10-15 mm, vlokkig, wit, soms met een roze vleug. Vlees wit
Prachtamaniet
(Amanita ceciliae) -Nederlandse naam:- Prachtamaniet -Beschrijving- Hoed kegelvormig, dan breed klokvormig tot uitgespreid, Ø 7-12 cm, glad, okerbruin tot donker grijsbruin, met een gegroefde rand en grote, vuilgrijze plakken. Lamellen wit. Steel 10-13 cm x 15-30 mm, bleek
Prachtanjer
(Dianthus superbus) -Prachtanjer- RH. 0405 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Dianthus superbus L. Diagnostische kenmerken: Plaat der kroonbladen tot over de helft franjevormig ingesneden, 15-30 mm lang, roze of paarsachtig, zelden wit. Stengel glad (loep!). Bl
Prachtboleet
(Boletus speciosus) -Nederlandse naam:- Prachtboleet -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot kussenvormig of gewelfd, 5-12 cm, droog, mat, bruinrood tot roze- of bloedrood, soms zwak olijfkleurig of met bruine of gelige vlekken, bij druk donkerder wordend. Buisjes bochtig aang
Prachtframboos
(Rubus spectabilis) -Prachtframboos- RH. 5133 Volledige wetenschappelijke naam: Rubus spectabilis Pursh Diagnostische kenmerken: Kroonbladen langer dan de kelk, helder paarsachtig rood. Bladen van onderen groen, bijna kaal, 3-tallig. Blaadjes grof gezaagd tot veerspletig. Bl
Prachtgordijnzwam
(Cortinarius triumphans) -Nederlandse naam:- Prachtgordijnzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot afgevlakt, Ø 6-8 cm, vochtig kleverig, droog mat, geeloker of goudkleurig tot citroengelig of gelig-bruin. Lamellen wit of crème-beige tot kaneelbruin, met een witte, gezaagde lamelsned
Prachtkevers
(Familie Buprestidae) prachtkevers -Kenmerken- De prachtkevers zijn meestal vrij slank van lichaamsvorm, naar achteren toegespitst en vaak fraai gekleurd. Vaak op boomstammen en bloemen. Snel verontruste, goede vliegers. -Voorkomen- Veel tropische soorten; in Midden-Europa 125 soorten; in Nederland een kleine 25 soorten. -Behandelde taxa- Agrilus biguttatus (eikenpracht...
Prachtklokje
(Campanula persicifolia) -Prachtklokje- RH. 0194 -Rode Lijst 1. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Campanula persicifolia L. Diagnostische kenmerken: Plant vrijwel geheel kaal. Doosvrucht rechtopstaand. Bloemkroon 25-40 mm lang, wijd klokvormig, tot 0,3-0,25 van de len
Prachtmycena
(Mycena crocata) -Nederlandse naam:- Prachtmycena -Beschrijving- Hoed kegel- tot klokvormig uitgespreid, Ø 1-2 cm, glad, fluwelig mat, van af de rand tot de helft fijn gestreept, licht tot donker olijfbruingrijs, vaak oranje of rood vlekkend, met een lichtere scherpe gevo
Prachtschubwortel
(Lathraea clandestina) -Prachtschubwortel- BB. 2448 Volledige wetenschappelijke naam: Lathraea clandestina L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lathraea squamaria: Plant zonder bovengrondse stengel. Bloemen lang gesteeld, rechtstreeks op de wortelstok ingeplant ter hoogte van het
Prachtvlamhoed
(Gymnopilus junonius) -Nederlandse naam:- Prachtvlamhoed -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid, Ø 5-15 cm, goudgeel tot oranjegeel, met aangedrukte, vezelige, geelbruine schubjes bedekt. Lamellen geel tot roestbruin. Steel 5-12 x 1-3 cm, vezelig-schubbig, chroom- tot oke
Prachtwapenvlieg
(Chloromyia formosa) prachtwapenvlieg Lengte 7-9 mm, april-augustus. -Kenmerken- Donker gekleurde, tamelijk slanke wapenvlieg met blauwe, groene of violette metaalglans. Ogen opvallend behaard en scutellum zonder doorntjes -Voorkomen- Eén van de algemeenste soorten in vochtige bossen, hagen en tuinen. -Levenswijze- Vliegt vaak op schermbloemen. Larve leeft in vo...
Praon soort
Lengte 2-3 mm, april-september. -Kenmerken- Een groep van kleine sluipwespen die alleen door specialisten kunnen worden gedetermineerd (wespen niet afgebeeld). -Voorkomen- Overal algemeen voorkomend. -Levenswijze- De wespenlarve ontwikkelt zich solitair in een bladluis, die ze van binnenuit geheel leeg eet. Vervolgens spint de larve een sokkelvormi...
pre-apicaal
vlak voor de top. Vele vliegen hebben bijvoorbeeld pre-apicale borstels, vlak voor de top van de schenen.
predatie
Predatie is het consumeren van individuen van een soort, door leden van, meestal, een andere soort, de predator. Een groot aantal vogelsoorten dient tot prooi voor andere dieren; aan de andere kant zijn er ook veel roofvogels (ordes Falconiformes en Strigiformes bijvoorbeeld) die op andere dieren, waaronder vogels, prederen. Zij worden zelden zelf ...
Prei
(Allium porrum) -Prei- BB. 5008 Volledige wetenschappelijke naam: Allium porrum L. Diagnostische kenmerken: Plant (bij de cultivars!) zonder duidelijk afgescheiden bol, met dicht opeen geplaatste, 2-4(-8) cm brede bladen. Bloemdekbladen 4-5,5 mm lang, roze of wit, met gr
prementum
het distale gedeelte van de onderlip, waaraan de labiale palpen en de ligula bevestigd zijn.
prementum
eindsegment van het labium (vangmasker), waar op het uiteinde twee beweeglijke lobben zijn bevestigd. Bij sommige Zygoptera lepelvormig, in dat geval wordt vaak het basale gedeelte steel genoemd. Alternatieven: prementale prementum steel steel
prepupa
een ruststadium dat vele larven doormaken voor ze in een pop veranderen. In dit stadium zijn de larven gewoonlijk enigszins verschrompeld en misvormd.
Priemkruid
(Subularia aquatica) -Priemkruid- RH. 1257 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Subularia aquatica L. Diagnostische kenmerken: Alle bladen wortelstandig, priemvormig. Bloemen wit, klein, in armbloemige, losse trossen. Vrucht elliptisch, 2-5 mm lang. 0,01-0,08. Jun
Priemvetmuur
(Sagina subulata) -Priemvetmuur - RH. 1113 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Sagina subulata (Sw.) C.Presl Diagnostische kenmerken t.o.v. Sagina nodosa: Kroonbladen even lang als de kelkbladen. Bladen genaald. Bloemsteel 2-4 cm lang, na de bloei aan de top g
priemvormig
Bladen die rolrond zijn en geleidelijk puntig uitlopen. Alternatieven: priemvormige
Primitieve vliegen
(Onderorde Orthorrhapha) primitieve vliegen -Kenmerken- Vliegen met korte, forse antennen. Het derde antennelid is al dan niet borsteldragend en vaak geringd. In de larve is de kop onvolledig ontwikkeld en ten dele intrekbaar in de romp. Poppen niet in een puparium, met lichaamsaanhangsels in schedes die vergroeid zijn met het lijf. -Behandelde taxa- Familie Acroceridae (k...
Primordium
een zich vanuit het mycelium ontwikkelende knopvormige, compacte hyfenmassa, waaruit zich het vruchtlichaam ontwikkelt.
Prionotropis hystrix
Lengte 30-54 mm, juni-augustus -Kenmerken- Grote, plompe sprinkhaan met een hoog en scherp gekield halsschild. Vleugels zijn kort en bedekken hooguit de helft van het achterlijf. -Voorkomen- In droge, rotsige gebieden. Mediterrane soort, die nergens algemeen is. Van de Alpes Maritimes in Frankrijk tot aan de oostelijke, Adriatische kust. -Levenswij...
proboscis
benaming die wordt gebruikt voor verschillende typen zuigende insectenmonden, waarvan enkele monddelen zijn verlengd tot een lange buis.
proboscis
Verlengde mondopening bij hydroïden. Alleen in geopende toestand goed zichtbaar.
prognaath
met een min of meer horizontale kop, waarbij de monddelen aan de voorzijde zitten.
prolarve
tussenstadium tussen ei en eerste larvestadium, met niet functioneel vangmasker, en slechts zeer kort durend Alternatieven: prolarven pronymph
Pronkboon
(Phaseolus coccineus) -Pronkboon- BB. 5105 Volledige wetenschappelijke naam: Phaseolus coccineus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Phaseolus vulgaris: Blaadjes kort toegespitst. Tros veelbloemig, langer dan het blad. Vrucht ruw. Kroonbladen scharlakenrood, of wit, of rood en w
Pronkhertezwam
(Pluteus umbrosus) -Nederlandse naam:- Pronkhertezwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 5-10 cm, mat, bleekbruin tot bruin, radiair donkerbruin tot bruinzwart geaderd. Lamellen wittig-gelig tot roze, met een donkerbruine lamelsnede (623B.jpg). Steel 6-8 cm x 8-10 mm,
Pronkridders
(Genus Calocybe) -Nederlandse naam:- Pronkridders De Pronkridders van het genus Calocybe vormen een groep van saprofiete, Ridderzwamachtige Plaatjeszwammen met bochtig aangehechte of met een tandje op de steel aflopende lamellen. Sporeekleur is wit tot crème. In Nederland
pronotum
bovenste deel van het eerste thoraxsegment.
propodeum
eerste abdomensegment bij bijen, wespen, sluipwespen.
propodus
Pootsegment direct voor de dactylus bij kreeftachtigen.
Propolomyces versicolor
-Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam door het hout naar buiten brekend, langgerekt lens- tot spoelvormig, Ø 1-5 x 1-3 mm. Oppervlak bruin, wit bepoederd. -Voorkomen- Op ontschorst loofhout. Saprofiet. -Status- Zeer Zeldzaam.
Prosena siberita
Lengte 8-12 mm, juni-oktober. -Kenmerken- Goed herkenbare grijze sluipvlieg met een zeer karakteristieke, lange naar onderen gebogen zuigsnuit. -Voorkomen- In zandige gebieden en op droge (kalk)graslanden. Algemeen in Nederland en België. -Levenswijze- De vlieg bezoekt bloemen en kan met de lange zuigsnuit vrij diep gelegen nectarbronnen in bl...
prosternum
de ventrale zijde van het eerste thoracale segment.
prothorax
eerste van de drie thoraxsegmenten.
prothorax
eerste thoraxsegment Alternatieven: prothoracaal
Protoctisten
(Rijk Protoctista) De protoctista bevat alle eukaryotische groepen die niet tot de planten, dieren of schimmels behoren.
Protonemura soort
Lengte 5-10 mm, maart-oktober -Kenmerken- De Protonemura-soorten lijken erg op Nemoura-soorten, doch de nimfen bezitten helemaal aan de voorzijde van het borststuk 6 aan de buikzijde ingeplante, vingervormige kieuwen, die ook op het plaatje goed te zien zijn. De restanten van deze kieuwen blijven ook zichtbaar in de volwassen dieren, maar hebben da...
Provençaals bleek blauwtje
(Polyommatus hispana) (Herrich-Schäffer, 1852) Provençaals bleek blauwtje -Beschrijving: - Het Provençaals bleek blauwtje is te vinden op droge, kalkrijke bodems die begroeid zijn met een bloemrijke grazige vegetatie en waar vaak hier en daar struiken groeien. De eieren worden op de bladeren van de waardplant Hippocrepis comosa (paardenhoefklaver) gel...
Provencaalse cicade
(Lyristes plebejus) Provencaalse cicade Lengte 40-50 mm, juni-september -Kenmerken- Met een vleugelspanwijdte van bijna 100 mm is dit de grootste, Europese, zangcicade (familie Cicadidae). Breed lichaam vleugels zonder duidelijke tekening. -Voorkomen- Middellandse Zeegebied noordelijk tot in Zuid-Tirol. In struiken en bomen. -Levenswijze- De soort zit overdag vaak teg...
Provençaalse erebia
(Erebia scipio) (Boisduval, 1832) Provençaalse erebia -Beschrijving: - Het leefgebied van de Provençaalse erebia bestaat uit steile rots- of puinhellingen van kalksteen met schaarse, grazige vegetatie. De enige bekende waardplant van deze erebia-soort is Heliotrichon sedense , een grassoort met een zeer beperkte verspreiding, hetgeen het eveneens bep...
Provençaalse Grasmus
(Sylvia undata) -Wetenschappelijke naam: - Sylvia undata (Boddaert, 1783) -Nederlandse naam: - Provençaalse Grasmus -Vogelgroep:- Grasmussen -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Lijkt op Sardijnse Grasmus. Klein donker zangertje met lange staart. Bovendelen, ook vleugels en staart,
proximaal
betreffend het basale deel van een aanhangsel, het dichtste bij het lichaam.
proximaal
nabij een referentiepunt (meestal kop, zie ook distaal) Alternatieven: proximale
Pruikenboomfamilie
(Familie Anacardiaceae) -Pruikenboomfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Anacardiaceae Bomen of heesters, een- of tweehuizig, of bloemen tweeslachtig. Bladen verspreid, enkelvoudig, 3-tallig of oneven geveerd, zonder steunblaadjes. Bloemen regelmatig. Kelk meestal 3-5-slip
Pruikzwam
(Hericium erinaceus) -Nederlandse naam:- Pruikzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam kussen- tot consolevormig, Ø tot 25 cm. Hoed knolvormig, door afhangende stekels omgeven, kort gesteeld of steelloos. Stekels tot 6 cm lang, wit tot crème of vuil(oranje)geel. Vlees wit. Sporeekle
Pruikzwammen
(Familie Hericiaceae) -Nederlandse naam:- Pruikzwammen Een kleine groep van Basidiomyceten met lange stekels aan de onderzijde van de console- of vertakte, spatelvormige hoeden. -Opgenomen taxa:- - Creolophus cirrhatus, Gelobde pruikzwam - Hericium coralloides, Kammetjesstekel
Pruimenpage
(Satyrium pruni) pruimenpage Spanwijdte vleugels 25-28 mm, mei-juli -Kenmerken- Bovenzijde vleugels donkerbruin; onderzijde eveneens bruin met aan de zoom brede, oranje band met zwarte punten en uit witte streken samengestelde, witte band (386 3a g). -Voorkomen- Grensvegetaties met opgaande struwelen, langs bosranden. Dwaalgast in Nederland, in Zuid-België eni...
Pruimenpage
(Satyrium pruni) (Linnaeus, 1758) Pruimenpage -Beschrijving: - De pruimenpage komt voor bij sleedoornstruweel. Dit kan in een matig droog bos staan, in een heg of houtwal of ook een solitair groepje sleedoornstruwelen zijn. Ze hebben nectar nodig en willen er daarom graag wat braamstuweel bij. De eitjes worden voornamelijk op sleedoorn (Prunus spinosa) afgezet. De ...
Prunus
(Genus Prunus) -Prunus- Volledige wetenschappelijke naam: Prunus L.
Prunus domestica
BB. 2257 Volledige wetenschappelijke naam: Prunus domestica L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Prunus cerasifera: Jonge takken bijna kaal tot dicht behaard, meestal dof. Bladen van boven vrij spoedig kaler wordend, van onderen meestal behaard blijvend. Bloemstelen meestal behaard. Bloemen 2 (of 3) bijeen. Kroonbladen wit tot groenwit. Vrucht bolrond...
pseudopoda
stompe, uitstulpbare organen in de huid aan de onderkant van het abdomen bij rupsen die dienen als hechtorganen of zuignappen. Alternatieven: schijnpoten pseudopoten
Psyche casta
Spanwijdte vleugels mannetje 10-14 mm. L vrouwtje 4-5 mm, mei-augustus -Kenmerken- Alleen het mannetje (336 3a g) is gevleugeld. De vleugels zijn rookbruin met een metaalglans. Vrouwtje (336 3b g) is ongevleugeld, gelig of licht bruin van kleur met donkerbruine rugplaten. Poten goed ontwikkeld. -Voorkomen- Algemeen in bossen en open landschappen. -...
Pteroscopus trifasciatus
Lengte 3-5 mm, september-november. -Kenmerken- Kleine roodbruine sluipwesp met zwarte kop en zwarte uiteinden van de voelsprieten. Mannetje normaal gevleugeld, vrouwtje vleugelloos met uitstekende legboor (250 4 g). -Voorkomen- In vochtige bossen, niet algemeen. -Levenswijze- De larve van deze wesp ontwikkelt zich in een op het land levende kokerju...
Pterostichus niger
Lengte 15-21 mm, januari-december. -Kenmerken- Dekschilden glanzend zwart met diepe lengtegroeven. Halsschild enigszins hartvormig. -Voorkomen- Eén van de algemeenste soorten streeploopkevers in diverse biotopen.
pterostigma
1. een klein gekleurd gebied aan de voorrand van de voorvleugel bij veel insecten.2. een opvallende cel in de vleugel van stofluizen.
Pterothamnion plumula
Pterothamnion plumula (Ellis) Thur. in Le Jol. -Beschrijving:- Dit mooie licht- tot helderrode wiertje wordt ca. 10 cm hoog. Aan de hoofdsteel zitten zeer veel zijtakjes dicht opeen, meestal tegenoverstaand en in één vlak liggend. Deze vertakkingswijze is binnen de familie der Ceramiaceae karakteristiek voor dit geslacht. Bij andere g...
pterygota
een onderklasse van de insecten, alle insecten behalve de franjestaarten, springstaarten, diplura en protura.
ptilinum
een klein ballonachtig structuurtje, dat bij bepaalde vliegen wordt gevonden, als ze uit het puparium komen. Het ptilinum ontspringt aan de voorzijde van de kop. Als het wordt opgeblazen, drukt het het 'dekseltje' van het puparium. Hierna verschrompelt het en wordt het teruggetrokken. De plaats wordt aangegeven door de ptilinale sutuur.
Ptychoptera albimana
Lengte 9-12 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Lijkt op een kleine langpootmug, maar behoort tot de familie Ptychopteridae met 5 soorten in Nederland. Groef op de thorax U-vormig. Achterlijf knotsvormig verdikt en bont rood-geel getekend. Poten donkerbruin tot zwart met stevige stekels en metatars van de achterpoten opvallend wit. -Voorkomen- Op vochtig...
Puccinellia distans
BB. 2400 Volledige wetenschappelijke naam: Puccinellia distans (L.) Parl. De volgende ondersoorten worden gevonden: Puccinellia distans borealis Puccinellia distans distans puccinl2.jpg puccinl4.jpg Diagnostische kenmerken: Bloeiwijzetakken na de bloei rechtafstaand of meestal sterk teruggeslagen. Lemma van de onderste bloemen breed vliezig gerand ...
Puccinellia distans subsp. distans
Stomp kweldergras RH. 1023 Volledige wetenschappelijke naam: Puccinellia distans subsp. distans Zie soort: Puccinellia distans Diagnostische kenmerken: Top van de lemma breed afgerond tot afgeknot; lemma 1,8-2,5 mm lang, vaak van onderen af rood aangelopen. Bladen vaak vlak. Plant grijsgroen. Standplaats: Op open, zilte gronden; binnenlands zich st...
Puitaal
(Zoarces viviparus) Zoarces viviparus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Puitaal -Beschrijving:- Palingachtige vis van maximaal 50 cm lengte, maar de meeste die we tegenkomen zijn zo rond de 30 cm. Hij heeft een forse kop en een bek met vlezige lippen. Een beetje slijmvisachtig uiterlijk, maar langer. Een bijnaam is: levendbarende slijmvis. Belangrijk kenmerk is de ...
pulvillus
het kussentje dat zich onder elk klauwtje van een vliegepoot bevindt. Alternatieven: pulvillen pulvillae
Pulvinaria vitis
Lengte 4-6 mm, mei-juni -Kenmerken- Lichaam is verhard en bedekt door een hoornig bruin schild (familie Coccidae). Bij het leggen van eieren wordt het schild van achteren uit omhoog gebogen en er wordt een wollige wasafscheiding geproduceerd die als eizak dient (124 4 g). -Voorkomen- Op takken van verschillende soorten houtige gewassen, zoals popul...
Punctaria latifolia
Punctaria latifolia Greville -Beschrijving:- Deze soort lijkt qua vorm op het dunsteeltje (Petalonia fascia ). Hij heeft een hechtschijf met daarop een steel en daarop zit een langwerpig ovaal blad van maximaal ca. 10 cm lengte en enkele cm’s breedte. De kleur is olijfgroen en er zit verspreid over de hele bladoppervlakte een groot aantal don...
Puntig fonteinkruid
(Potamogeton mucronatus) -Puntig fonteinkruid - RH. 0992 Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton mucronatus Sond. Diagnostische kenmerken t.o.v. Potamogeton obtusifolius: Aarsteel 2-3(-6) cm lang. Aar losbloemig, meestal met 3 of 4 (-10) bloemen. Buitenste zijnerven (indien
Puntig kaalkopje
(Psilocybe semilanceata) -Nederlandse naam:- Puntig kaalkopje -Beschrijving- Hoed kegelvormig met een spits bultje, Ø 5-15 mm, 6-13 mm hoog, kleverig, olijf- tot grijsbruin, droog strogeel tot okerkleurig, jong met een ingerolde rand. Lamellen bleek bruin-grijs tot purperbruin. S
Puntkroos
(Lemna trisulca) -Puntkroos- RH. 0724 Volledige wetenschappelijke naam: Lemna trisulca L. Diagnostische kenmerken: Niet-bloeiende schijfjes meestal lancetvormig, 4-10 mm lang, aan de top gezaagd, aan 1 eind steelachtig versmald, meestal verscheidene kruiswijs samenhangend
Puntmutswasplaat
(Hygrocybe acutoconica) -Nederlandse naam:- Puntmutswasplaat Hygrocybe acutoconica var. acutoconica -Beschrijving- Hoed spits kegelvormig tot afgevlakt met een bultje, Ø 2-6 cm, kleverig gestreept, droog glanzend, geel tot geeloranje. Lamellen geel tot geeloranje, met een gele l
Puntwederik
(Lysimachia punctata) -Puntwederik- BB. 1867 Volledige wetenschappelijke naam: Lysimachia punctata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lysimachia vulgaris: Bloemen met 2-8 in schijnkransen in de bladoksels. Kelkslippen 5-10 mm lang, geheel groen. Kroonslippen klierachtig gewimpe
pupa
pop; pupa obtecta is een mummiepop, pupa exarata is een pop met vrije aanhangsels.
puparium
het tonnetje waarin de pop van vele vliegen zit verborgen. Het wordt gevormd uit de laatste larvehuid en in tegenstelling tot de eigenlijke pop geeft het puparium geen aanwijzingen omtrent de plaats van de vleugels en andere aanhangsels.
pupipaar
insecten die volwassen larven ter wereld brengen welke bijna ogenblikkelijk verpoppen, worden pupipaar genoemd. Voorbeelden zijn hoofdzakelijk te vinden bij verschillende parasitaire vliegen.
Purperbeer
(Rhyparia purpurata) purperbeer Spanwijdte vleugels 40-55 mm, juni-juli -Kenmerken- Voelsprieten geelgrijs, bij het mannetje lang gekamd, bij vrouwtje gezaagd. Kop en borststuk citroengeel. Achterlijf okergeel. Met zwarte rug en zijvlekken. Voorvleugels geel met 5 dwarsrijen van matgrijze tot bruinige vlekken, die naar de voorrand toe in grootte toenemen. Achtervleugel...