Soortenbank

Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401

Roggelelie
(Lilium bulbiferum subsp. croceum) -Roggelelie - RH. 0737 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Lilium bulbiferum L. subsp. croceum (Chaix) Arcang. Zie soort: Lilium bulbiferum Diagnostische kenmerken t.o.v. Lilium martagon : Bladen lijnvormig, meer dan 12 maal zo lang als breed

Rolklaver
(Genus Lotus) -Rolklaver- Volledige wetenschappelijke naam: Lotus L. Opm. De onderste 2, dicht bij de stengel geplaatste blaadjes zijn niet de steunblaadjes; de laatste zijn naast de bladsteel geplaatst en zijn zeer klein. Bloemen geel of oranjegeel, in knop vaak rood

Rolrond vliegend hert
(Sinodendron cylindricum) rolrond vliegend hert Lengte 12-16 mm, mei-juli. -Kenmerken- Lichaam opvallend cilindervormig, glanzend zwart met dichte punktering. Mannetje met lange kopdoorn (180 4 g); vrouwtje met klein knopje op de kop. -Voorkomen- Vooral in oude beukenbossen op uitvloeiende boomsappen. Overal zeldzaam; in Nederland alleen bekend uit Limburg. -Levenswijze- La...

roltong
de lange, oprolbare zuigsnuit van de vlinders, gevormd door de maxillen.

Rombouten
(Familie Gomphidae) rombouten -Kenmerken- De rombouten hebben als enige vertegenwoordigers van de echte libellen of Anisoptera duidelijk van elkaar gescheiden facetogen (054 3b g). De afstand tot elkaar is echter kleiner dan de doorsnede van de ogen, dit in tegenstelling tot de juffers (orde Zygoptera). Mannetjes bezitten aan de basis hoekige achtervleugels en "o...

Rombouten
(Geslacht Gomphus) Genus Gomphus Leach, 1815 -Ontwikkeling- Korte viersegmentige antenne, derde segment lang maar slanker dan tweede segment [(fig. Gomp1.tif), antenne]. Van alle 3 hier voorkomende soorten komen de eieren na ongeveer 5 weken uit. De totale ontwikkelingsduur bedraagt 3 tot 5 jaar. (naar Pinhey, 1982; Duijm & Dutmer, 1985) -Verspreiding- Dit genus ...

Rond buiswier
(Polysiphonia lanosa) Polysiphonia lanosa (Linnaeus) Tandy -Nederlandse naam:- Rond Buiswier -Beschrijving:- Plant tot ca. 7 cm hoog. De stelen en takjes zijn buisvormig en heel dun, bijna draadvormig en sterk vertakt. Maar wel stevig. Vormt kleine, dichte struikjes. Kleur bruinrood. Grote centrale cellen met ongeveer 24 pericentrale cellen. -Leefgebied: - Op grote brui...

Rond kaasjeskruid
(Malva pusilla) -Rond kaasjeskruid- BB. 0791 Volledige wetenschappelijke naam: Malva pusilla Sm. Diagnostische kenmerken t.o.v. Malva neglecta: Kroonbladen even lang als of iets langer dan de kelk, lichtroze of witachtig. Deelvruchten rimpelig, met smalle, scherpe, gave

Rond sterrenkroos
(Callitriche hermaphroditica) -Rond sterrenkroos- RH. 0181 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Callitriche hermaphroditica L. Diagnostische kenmerken: Bladen doorschijnend, bij de voet het breedst en naar de top geleidelijk versmald, (micr.) zonder huidmondjes. Schildvorm

Rond wintergroen
(Pyrola rotundifolia) -Rond wintergroen - RH. 1034 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Pyrola rotundifolia L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Pyrola minor: Bloemkroon wijd klokvormig, open, wit, zelden roodachtig. Stijl naar beneden gekromd, langer dan de bloemkroo

Ronde ooievaarsbek
(Geranium rotundifolium) -Ronde ooievaarsbek- RH.0577 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Geranium rotundifolium L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Geranium pyrenaicum: Kroonbladen afgerond, ongedeeld, 5-7 mm lang, roze. Kelkbladen 5-6 mm lang. Klierharen 0,25-0,4 mm

Ronde zegge
(Carex diandra) -Ronde zegge- RH. 0221 Volledige wetenschappelijke naam: Carex diandra Schrank Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex paniculata: Plant losse, soms dichte pollen vormend. Stengel met iets gewelfde zijden. Onderste bladscheden dof. Bladen 1,5-2 mm breed. Blo

Ronde zonnedauw
(Drosera rotundifolia) -Ronde zonnedauw- RH. 0418 Beschermd! Volledige wetenschappelijke naam: Drosera rotundifolia L. Diagnostische kenmerken: Bladen horizontaal uitgespreid; bladschijf rond, tot 1 cm lang; bladsteel behaard. 0,05-0,30. Juni-aug. Hemikryptofyt. Standplaats: Op

Rondsporig pekzwammetje
(Tephrocybe anthracophila) -Nederlandse naam:- Rondsporig pekzwammetje -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 1,5-2,5 cm, gestreept, vochtig donker okerbruin met een bruinzwart centrum, droog okerbruin. Lamellen wijd uiteen, met een tandje aflopend op de steel, wittig-crème tot be

Rood bosvogeltje
(Cephalanthera rubra) -Rood bosvogeltje- RH. 0291 -Rode Lijst 4. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Cephalanthera rubra (L.) Rich. Diagnostische kenmerken: Bloemen lichtpurper. Voorste lid van de lip langer dan breed, spits. Stengel bovenaan evenals het vruchtbegins

Rood darmwier
(Dumontia contorta) Dumontia contorta (Gmelin) Ruprecht -Nederlandse naam:- Rood darmwier -Beschrijving:- De thallus wordt 15 tot 45 cm hoog. Er is een relatief korte hoofdas met vele onvertakte langere zijassen. De hoofdas en zijtakken zijn hol. Ze zijn wat afgeplat en vaak wat gedraaid in het water: vandaar de naam contorta. De hechtschijf is massief, dit is in de z...

Rood guichelheil
(Anagallis arvensis subsp. arvensis) -Rood guichelheil- RH. 0052 Volledige wetenschappelijke naam: Anagallis arvensis subsp. arvensis Zie soort: Anagallis arvensis Diagnostische kenmerken: Kroonslippen aan de rand dicht klierachtig gewimperd, met meer dan 30 klierharen; deze (zeer sterke loe

Rood hoorntjeswier
(Ceramium rubrum) Ceramium rubrum (Huds.) C. Agardh -Nederlandse naam:- Rood hoorntjeswier -Beschrijving:- De struiken worden zo'n 30 tot 40 cm hoog. Duidelijk rode kleur; cortex over het hele oppervlak van de plant, zodat die soms een wat breekbaar uiterlijk heeft (maar dat is schijn). De toppen van de takjes zijn sterk naar elkaar toe gebogen. -Leefgebied:- Laag i...

Rood peperboompje
(Daphne mezereum) -Rood peperboompje - RH. 0392 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Daphne mezereum L. Diagnostische kenmerken: Bladen lancetvormig, dun, kaal. Bloemen in bundels van (1-)3(of 4), zittend in de oksels van afgevallen bladen, meestal in het voorj

Rood spikkeldikkopje
(Pyrgus cirsii) (Rambur, 1839) Rood spikkeldikkopje -Beschrijving: - Het rood spikkeldikkopje komt voor op warme bloemrijke graslanden. Hij heeft een voorkeur voor graslanden met een beschutte ligging, bijvoorbeeld langs hellingen, bij struweel en bij bosranden. In het noorden van zijn verspreidingsgebied vindt men hem alleen op zeer warme plekken. De eitjes worde...

Rood wasbekertje
(Orbilia alnea) -Nederlandse naam:- Rood wasbekertje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam vlak schotelvormig, Ø 0,5-1 mm. Binnenzijde goud- tot oranjegeel. Buitenzijde oranjegeel tot oranjerood, vochtig wasachtig doorschijnend. -Voorkomen- In groepen op verterend, vo

Rood weeskind
(Catocala nupta) rood weeskind Spanwijdte vleugels 65-75 mm, juli-september -Kenmerken- Voorvleugels grijs met donkere zigzagbanden. Achtervleugels helder rood met zwarte zoom- en middenband, aan de rand wit. -Voorkomen- In lichte bossen, bij houtwallen, tuinen en stadsparken. Algemeen in Nederland en België. -Levenswijze- Vlinder is goed gecamoufleerd tegen b...

Rood zwenkgras
(Festuca rubra) -Rood zwenkgras - RH. 0520 Volledige wetenschappelijke naam: Festuca rubra L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Festuca arenaria: Blad van niet-bloeiende spruiten ingerold (en dan meestal minder dan 1 mm breed), of min of meer vlak; ribben kort stekelharig t

Roodbandheremiet
(Pseudochazara mniszechii) (Herrich-Schäffer, 1851) Roodbandheremiet -Beschrijving: - De roodbandheremiet komt voor op droge, rotsachtige hellingen hier en daar begroeid met lage vegetatie en struiken en bij open naaldbossen. De vlinders zitten vaak op de kale grond of drinken nectar uit forse distelachtige planten. Als waardplant worden grassen gebruikt, welke soorten ...

Roodbloeiende framboos
(Rubus odoratus) -Roodbloeiende framboos - BB. 5131 Volledige wetenschappelijke naam: Rubus odoratus L. Diagnostische kenmerken: Bladen enkelvoudig, handvormig (3- of) 5-lobbig, met breed driehoekige, spitse, dubbel gezaagde lobben. Stengels zonder stekels, met lange rode

Roodbonte parelmoervlinder
(Euphydryas maturna) roodbonte parelmoervlinder Spanwijdte vleugels 45-50 mm, mei-juli. -Kenmerken- Mannetjes met lange en smalle vleugels (408 6a g); die van de vrouwtjes in verhouding van normale breedte en lengte en bonter getekend dan die van de mannetjes. De onderzijde is opvallend roodachtig en in de band voor de rij met maanvlekken langs de rand bevinden zich ge...

Roodbonte parelmoervlinder
(Euphydryas maturna) (Linnaeus, 1758) Roodbonte parelmoervlinder -Beschrijving: - De roodbonte parelmoervlinder komt voor in open gemengde bossen. Daar is hij te vinden op open plekken met jonge essen (Fraxinus excelsior). Het vrouwtje zet de eitjes in een keer af op een blad van deze boomsoort of van Populus tremula (ratelpopulier). Ze legt bij voorkeur eitjes af tuss...

Roodborst
(Erithacus rubecula) -Wetenschappelijke naam: - Erithacus rubecula (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Roodborst -Vogelgroep:- Kleine lijsterachtigen -Veldkenmerken.- 14 cm. Gemakkelijk te herkennen aan aardbruine bovendelen, witte buik en onderstaart, en oranje gezicht en

Roodborsttapuit
(Saxicola torquata) -Wetenschappelijke naam: - Saxicola torquata (Linnaeus, 1766) -Nederlandse naam: - Roodborsttapuit -Vogelgroep:- Tapuiten -Veldkenmerken- . 12,5 cm. Mannetje met zwarte kop, kin en keel, witte vlek aan zijkant van nek en witte vleugelvlek. Bovendelen zeer

Roodbruin trechtertje
(Omphalina pyxidata) -Nederlandse naam:- Roodbruin trechtertje -Beschrijving- Hoed verdiept trechtervormig, Ø 1-2 cm, bruinrood of vleeskleurig bruin tot okerbruin, doorschijnend gestreept. Lamellen wat aflopend, smal, dicht opeen, bleek okerroodbruin. Steel 2-3 cm x 3-4 mm,

Roodbruine botercollybia
(Collybia butyracea) -Nederlandse naam:- Roodbruine botercollybia Collybia butyracea var. butyracea -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak, Ø 3-7 cm, vettig-glibberig, glanzend, bruin of roodachtig bruin tot donker okergeel, crèmebruin tot ivoorkleurig bij opdrogen, met een lic

Roodbruine melkzwam
(Lactarius hysginus) -Nederlandse naam:- Roodbruine melkzwam -Beschrijving- Hoed vlak gewelfd tot ondiep ingedeukt of breed trechtervormig, Ø 4-10 cm, radiair gerimpeld, nat iets kleverig, bruinrood en soms met purper of vleeskleurige tinten, soms met onduidelijke donkerdere

Roodbruine schijnridderzwam
(Lepista flaccida) -Nederlandse naam:- Roodbruine schijnridderzwam (Roodbruine trechterzwam) -Beschrijving- Hoed vlak gewelfd tot breed diep trechtervormig, Ø 5-9 cm, glad, bleek rozegeel of oker- tot geelbruin of oranjebruin, met een ingerolde, bleke rand. Lamellen gevorkt

Roodbruine slanke amaniet
(Amanita fulva) -Nederlandse naam:- Roodbruine slanke amaniet -Beschrijving- Hoed eivormig, dan vlak met een verhoogd centrum, Ø 4-9 cm, glad, oranje- tot roodbruin, met een gestreepte, bleke rand. Lamellen wit. Steel 7-10 cm x 10-15 mm, glad, wit tot crème met oranjebru

Roodbruine stekelzwam
(Hydnellum ferrugineum) -Nederlandse naam:- Roodbruine stekelzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam tolvormig, tot 6 cm hoog. Hoed Ø 3-10 cm, onregelmatig rond, jong kussenvormig, fluwelig, wit tot roze-achtig, rode (guttatie)druppels afscheidend, later afgevlakt tot trechtervormig,

Roodbruine truffel
(Tuber rufum) -Nederlandse naam:- Roodbruine truffel -Beschrijving- Vruchtlichaam regelmatig bolvormig tot wat gelobd, Ø 2-4 cm. Buitenzijde viltig tot glad, met viltig plekje aan de basis, strokleurig tot roestbruin. Vlees stevig, wit tot crème, gemarmerd door witte a

Roodgatje
(Andrena haemorrhoa) roodgatje Lengte 9-10 mm, april-juni. -Kenmerken- Borststuk dicht roodbruin behaard, achterlijf tamelijk kaal; vrouwtje met een roodbruin haarbosje op het eind van het achterlijf (292 4 g). -Voorkomen- In allerlei biotopen, zowel op schraallanden als in weilanden, tuinen en langs wegbermen. Eén van de algemeenste zandbijen in Nederland en Be...

Roodgerande houtzwam
(Fomitopsis pinicola) -Nederlandse naam:- Roodgerande houtzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meerjarig, console- tot hoefvormig, 5-20 x 5-10 cm, 3-15 cm dik, met een witte, afgeronde groeirand. Bovenzijde concentrisch gezoneerd, glad, hard door harsachtige toplaag, oranjerood t

Roodhalsfuut
(Podiceps grisegena) -Wetenschappelijke naam: - Podiceps grisegena (Boddaert, 1783) -Nederlandse naam: - Roodhalsfuut -Vogelgroep:- Futen -Veldkenmerken.- 40-50 cm. Een vrij grote fuut met dikke nek. In broedkleed met bleekgrijze wangen, zwarte kruin (met kleine, zwarte oorpl

Roodhalsgans
(Branta ruficollis) -Wetenschappelijke naam: - Branta ruficollis (Pallas, 1769) -Nederlandse naam: - Roodhalsgans -Vogelgroep:- Ganzen -Veldkenmerken.- 53-56 cm. Kleine gans met onmiskenbaar patroon van zwart, wit en kastanjerood. -Geluid.- Schril, hard ’kie kwa’ of ’ka-ak’.

Roodharige wespbij
(Nomada lathburiana) roodharige wespbij Lengte 11-12 mm, april-juni. -Kenmerken- Borststuk zwart met geel gevlekt schildje en schouderbultjes, vleugelschubjes roestrood. Achterlijf geel met zwarte segmentranden, de eerste 2 segmenten geheel of deels rood. -Voorkomen- Vooral op zandige, schrale plekken met grote nestkolonies van zandbijen. Lokaal niet talrijk in Oost-Ne...

Roodkeelduiker
(Gavia stellata) -Wetenschappelijke naam: - Gavia stellata (Pontoppidan, 1763) -Nederlandse naam: - Roodkeelduiker -Vogelgroep:- Duikers -Veldkenmerken.- 53-69 cm. Kleinste duiker. In broedkleed met egaal donker grijsbruine bovendelen, grijze kop en zijden van nek, dof ro

Roodkeelpieper
(Anthus cervinus) -Wetenschappelijke naam: - Anthus cervinus (Pallas, 1811) -Nederlandse naam: - Roodkeelpieper -Vogelgroep:- Piepers -Veldkenmerken.- 14,5 cm. Lijkt in winter sterk op Graspieper, met bruine bovendelen, gevlekte borst en flanken, witte onderdelen en donker

Roodkopklauwier
(Lanius senator) -Wetenschappelijke naam: - Lanius senator Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Roodkopklauwier -Vogelgroep:- Klauwieren -Veldkenmerken.- 17 cm. Zwart met witte klauwier, lijkt op Maskerklauwier. Adult heeft oranjerode kruin en nek, uitgebreid zwart masker,

Roodkopvuurkever
(Pyrochroa serraticornis) roodkopvuurkever Lengte 10-14 mm, mei-juni. -Kenmerken- Geheel rode vuurkever. Lijkt verder veel op de zwartkoopvuurkever. -Voorkomen- In Nederland onder andere bekend uit wilgenbroekbos, zeldzamer dan Pyrochroa coccinea.

Roodmus
(Carpodacus erythrinus) -Wetenschappelijke naam: - Carpodacus erythrinus (Pallas, 1770) -Nederlandse naam: - Roodmus -Vogelgroep:- Vinken -Veldkenmerken.- 14,5 cm. Mannetje met rode kop, keel, borst en stuit. Bovendelen, vleugels en staart bruin, vaak met twee lichte vleugelstre

Roodoogjuffers
(Geslacht Erythromma) Genus Erythromma Charpentier, 1840 -Omschrijving- Antennae met 6 of 7 segmenten. Vangmasker peervormig, distale rand vooruitstekend en niet ingesneden [(fig. Enajas2.tif), vangmasker]. Caudale lamellen indien voorzien van tekening, dan alleen in distale helft. Nodale lijn haaks op lengterichting lamel. (naar Pinhey, 1982; Gardner, 1983; Duijm &...

Roodpootvalk
(Falco vespertinus) -Wetenschappelijke naam: - Falco vespertinus Linnaeus, 1766 -Nederlandse naam: - Roodpootvalk -Vogelgroep:- Valken -Veldkenmerken.- 29-31 cm, spanwijdte 65-75 cm. Een kleine valk met lange vleugels, in rust bijna tot punt van staart reikend. Mannetje effe

Roodpootwatertor
(Hydrobius fuscipes) roodpootwatertor Lengte 6-9 mm, januari-december. -Kenmerken- Kleine, glanzend zwarte watertor met lange, roestrode poten. Dekschilden vaak met 10 fijne lengtegroeven. -Voorkomen- Talrijk in stilstaand, rijk begroeid water.

Roodporiehoutzwam
(Daedaleopsis confragosa) -Nederlandse naam:- Roodporiehoutzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, waaier- tot halfcirkelvormig, 4-15 x 3-10 cm, 2-4 cm dik. Bovenzijde concentrisch gezoneerd, kaal, mat, okerkleurig tot bruin, naar het midden bruinrood, met een scherpe, wittig-

Roodpotige keverdoder
(Tiphia femorata) roodpotige keverdoder Lengte 5-15 mm, juli-augustus. -Kenmerken- Een soort uit de keverdodersfamilie met een zwart lichaam en voor een groot deel rode poten. Beide seksen gevleugeld. -Voorkomen- Op schrale (kalk)graslanden, dijken en open, zandige terreinen. Algemeen en vaak talrijk in Nederland en België. -Levenswijze- De wesp bezoekt graag s...

Roodpotige kruisspinnendoder
(Episyron rufipes) roodpotige kruisspinnendoder Lengte 8-13 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Zwarte spinnendoder met opvallende witte vlekken op het derde en vaak ook op het tweede achterlijfssegment (tergieten) en tevens een wit vlekje vlak boven de punt van het achterlijf. Poten deels rood. -Voorkomen- Op open zandige terreinen; vrij algemeen in de duinen, bij stuifz...

Roodpotige sprinkhanendoder
(Tachysphex panzeri) roodpotige sprinkhanendoder Lengte 7-13 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Lijkt wat op de wantsendoder, doch is slanker, heeft groene ogen en grotendeels rode poten. Achterste ocellen eveneens groenig en ovaal. -Voorkomen- Uitsluitend in stuifduinen in het binnenland en langs de kust. Mediterrane verspreiding, in Nederland en België zeldzaam, voo...

Roodsprietgarnaal
(Palaemon adspersus) Palaemon adspersus (Rathke, 1837) -Nederlandse naam:- Roodsprietgarnaal -Beschrijving:- De grootste lengte die deze soort kan bereiken is 7 cm. Hij heeft een recht rostrum, met 5 of 6 tanden aan de rugzijde, en 2 tot 4 (meestal 3) aan de onderkant. De kleur is geelgrijs, en het dier is halfdoorschijnend; op de onderste helft van het rostrum bevinde...

Roodsteelfluweelboleet
(Boletus chrysenteron) -Nederlandse naam:- Roodsteelfluweelboleet -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 4-11 cm, mat, in rode en gele scheuren barstend, vuilbruin tot olijfbruin, soms met een rozerode tint. Buisjes zwavel- of citroengeel tot groenig. Poriën groot, ho

Roodstreephooibeestje
(Coenonympha glycerion) roodstreephooibeestje Spanwijdte vleugels 27-32 mm, juni-augustus -Kenmerken- Onderzijde van de achtervleugel met 6 geel omrande oogvlekken, langs de buitenrand loopt een wat vage, rode lijn, begrensd door een vage metaalkleurige lijn. -Voorkomen- In ruig begroeide (kalk)graslanden, maar ook op moerassige locaties. Niet in Nederland, plaatselijk in...

Roodstreephooibeestje
(Coenonympha glycerion) (Borkhausen, 1788) Roodstreephooibeestje -Beschrijving: - Het roodstreephooibeestje is een bewoner van droge tot vochtige bosweiden, hooilanden, heischrale graslanden, kalkgraslanden en open moerassen. De vliegterreinen kunnen vrij intensief begraasd zijn, zoals op kalkgraslanden nog wel eens gebeurt, maar ze kunnen er ook goed tegen als het beheer...

Roodstuitzwaluw
(Hirundo daurica) -Wetenschappelijke naam: - Hirundo daurica Linnaeus, 1771 -Nederlandse naam: - Roodstuitzwaluw -Vogelgroep:- Zwaluwen -Veldkenmerken.- 16-18 cm. Lijkt op bleke Boerenzwaluw. Eenvoudig te herkennen aan oranje stuit, oorstreek en nekband, welke de donkere k

Roodvoetgordijnzwam
(Cortinarius bulliardii) -Nederlandse naam:- Roodvoetgordijnzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid, Ø 4-8 cm, diep roodbruin tot kastanjebruin, okergeelbruin opdrogend. Lamellen violet tot roestbruin. Steel 5-10 cm x 10-15 mm, vanaf een wittige top roestbruin wordend na

Roodvoetknotsje
(Typhula erythropus) -Nederlandse naam:- Roodvoetknotsje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam gesteeld knotsvormig, 1-3 cm hoog. Bovenste kwart tot helft cylindrisch, 0,5-1 mm dik, met een ronde top, glad, wit. Steel draadvormig, 0,1-0,3 mm dik, fijn harig, roodbruin, met

Roodwangbromvlieg
(Calliphora vicina) roodwangbromvlieg Lengte 8-12 mm, maart-november. -Kenmerken- Grijsblauwe tot staalblauwe bromvlieg met roodbruine ogen en geelrode 'wangen'. Wisselende weerschijnvlekken op achterlijf. -Voorkomen- Bijna overal algemeen, ook binnenshuis. -Levenswijze- Deze bromvlieg legt haar witte eieren op allerlei aas, bedorven vlees en rotte vis etcetera. De na...

Roodwangschildpad
(Trachemys scripta subsp. elegans) Roodwangschildpad -Uiterlijke kenmerken- Rugschild plat en ovaal met een lengte tot 30 cm, meestal kleiner. Met het ouder worden wordt deze steeds meer langwerpig. Basiskleur rugschild, kop en poten olijf- tot zeer donker groen met een minder of meer uitgesproken patroon van gele streepjes. Kop, hals en poten zijn geel gestreept met achter de ogen ...

Roodwieren
(Fylum Rhodophyta) Deze wieren bezitten, naast chlorofyl a, de kleurstoffen 'phycocyanine' en 'phycoerythrine'. Ondanks de naam roodwier, kunnen sommige soorten donker paars tot nagenoeg zwart zijn. Ze komen voor in het intergetijdengebied, vaak als ondergroei van bruinwieren, en in ondiepe delen van het sublittoraal. Voor de roodwieren, ga naar: pagina 33.

Roofdieren
(Orde Carnivora) Verreweg de meeste carnivoren (roofdieren) zijn landzoogdieren. Behalve de Pinnipedia (zeehonden, zeeleeuwen en de walrus) bevat de orde Carnivora zeven families van voornamelijk vleesetende zoogdieren, waaronder katten, honden, beren, wasberen, wezels, otters, civetkatten en hyena's.

Roofvliegen
(Familie Asilidae) roofvliegen -Kenmerken- Roofvliegen zijn meestal krachtige, middelgrote tot zeer grote, sterk beborstelde vliegen. Heel kenmerkend is dat hun voorhoofd als het ware tussen de grote ogen is ingezakt. De zuigsnuit is kort en krachtig. Boven de zuigsnuit hebben de vliegen een "knevel´ , die hun gezicht beschermd tegen spartelende prooien. -...

Roofwantsen
(Familie Reduviidae) roofwantsen -Kenmerken- De roofwantsen hebben een zeer stevige en dikke, kort naar achteren gebogen, drieledige steeksnuit (rostrum). Naast dat zij de zuigsnuit bij uitzuigen van hun prooien gebruiken kunnen ze er ook mee striduleren door met de top van het rostrum in een geribde groeve aan de buikzijde van het borststuk te wrijven. -Voorkomen- In ...

Rookzwam
(Bjerkandera fumosa) -Nederlandse naam:- Rookzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarige, enkelvoudig tot dakpansgewijs groeiende, consolevormige hoeden. Hoed 10-15 x 4-8 cm, 2-3 cm dik. Bovenzijde fluwelig, mat, meestal niet gezoneerd, okerkleurig tot koffiebruin, met een sc

Roomse kervel
(Myrrhis odorata) -Roomse kervel- RH. 0853 Volledige wetenschappelijke naam: Myrrhis odorata (L.) Scop. Diagnostische kenmerken: Bladen 3-voudig geveerd, zacht behaard, meestal plaatselijk met een witachtige tekening. Blaadjes der laatste orde langwerpig-eirond tot lancetv

Roos
(Genus Rosa) -Roos- Volledige wetenschappelijke naam: Rosa L. Opm. Een zeer moeilijk geslacht waarover onder taxonomen weinig overeenstemming bestaat betreffende de verdeling ervan in soorten. De opvattingen van Flora Europaea wijken sterk af van die der Nederlandse f

Ross' Meeuw
(Rhodostethia rosea) -Wetenschappelijke naam: - Rhodostethia rosea (MacGillivray, 1824) -Nederlandse naam: - Ross’ Meeuw -Vogelgroep:- Meeuwen -Veldkenmerken.- 29-31 cm. Kleine meeuw met lange vleugels, ronde kop, korte snavel en wigvormige staart. Adulten hebben roze onderde

Rosse Franjepoot
(Phalaropus fulicaria) -Wetenschappelijke naam: - Phalaropus fulicaria (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Rosse Franjepoot -Vogelgroep:- Franjepoten -Veldkenmerken.- 21 cm. Zwemt, evenals andere franjepoten, meer dan welke andere steltloper dan ook. In zomerkleed kop zwart,

Rosse Grutto
(Limosa lapponica) -Wetenschappelijke naam: - Limosa lapponica (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Rosse Grutto -Vogelgroep:- Steltlopers -Veldkenmerken.- 33-42 cm. Vrouwtje groter en met langere snavel dan mannetje. Snavel echter iets omhooggebogen, poten korter en heeft

Rosse metselbij
(Osmia rufa) rosse metselbij Lengte 8-12 mm, maart-juni. -Kenmerken- Kleur donkerbruin met duidelijk groene metaalglans op de chitinehuid. Beharing vrouwtje op gezicht zwart, op borststuk en voorste 3 achterlijfssegmenten lichtbruin met zwarte achterlijfspunt. Buikschuier gelig. Op voorkant van de kop 2 afgestompte hoorns (302 1a g), die bij de mannetjes ontbre...

Rosse populierboleet
(Leccinum rufum) -Nederlandse naam:- Rosse populierboleet -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 8-16 cm, mat, oranje of abrikooskleurig tot rossig-bruin. Buisjes wit, wijnkleurig bij druk. Poriën klein, wit of crème, wijnkleurig bij kneuzing. Steel 8-14 x 2-4 c

Rosse sprinkhaan
(Gomphocerripus rufus) rosse sprinkhaan Lengte 14-24 mm, juli-november -Kenmerken- Voelsprieten met lancetvormige verbrede en afgevlakte top, aan het einde wit, daarvoor zwart gekleurd. -Voorkomen- Langs bosranden en op kalkgraslanden. In Nederland zeer lokaal in Zuid-Limburg. In België in de Ardennen. -Levenswijze- De soort houdt zich in tegenstelling tot andere ko...

Rosse sterslak
(Onchidoris fusca) Onchidoris fusca (Linnaeus, 1767) -Nederlandse naam:- Rosse sterslak -Beschrijving:- Als je hem eenmaal gevonden hebt tussen de begroeiing, zijn deze slakken goed herkenbaar. Ze zijn hoogstens 4 cm lang, vuilwit met bruine vlekken, over het algemeen minder naar de zijkanten toe. Sommige (jonge) individuen zijn bijna helemaal wit. De rug is geheel b...

Rosse vossenstaart
(Alopecurus aequalis) -Rosse vossenstaart- RH. 0038 Volledige wetenschappelijke naam: Alopecurus aequalis Sobol. Diagnostische kenmerken: Kafnaald niet of nauwelijks buiten de kelkkafjes uitstekend. Helmknoppen helder oranje- of goudgeel, na de bloei spoedig afvallend. Aartjes

Rosse Waaierstaart
(Cercotrichas galactotes) -Wetenschappelijke naam: - Cercotrichas galactotes (Temminck, 1820) -Nederlandse naam: - Rosse Waaierstaart -Vogelgroep:- Lijsterachtigen -Veldkenmerken.- 16 cm. Zangerachtige lijster met lange staart. Bovendelen rossig of rossig-grijs, wenkbrauwstreep wi

Rossig fonteinkruid
(Potamogeton alpinus) -Rossig fonteinkruid- RH. 0986 Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton alpinus Balbis Diagnostische kenmerken: Aarstelen overal even dik. Ondergedoken bladen gaafrandig (sterke loep!), dun en doorschijnend, soms roodachtig, langwerpig-spatelvormig t

Rossige kussentjeszwam
(Hypocrea rufa) -Nederlandse naam:- Rossige kussentjeszwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam onregelmatig kussenvormig, Ø 0,5-1 cm. Bovenzijde roodbruin met donkerbruine punten. Onderzijde en rand wittig. Vlees wit. Soms samengedrukt groeiend. Vaak voorafgegaan do

Rossige melkzwam
(Lactarius rufus) -Nederlandse naam:- Rossige melkzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot ondiep vlak trechtervormig met een bultje, Ø 3-10 cm, droog, mat, roodbruin of kastanjebruin tot diep steenrood. Lamellen iets aflopend, gelig tot bleek roodbruin. Steel 4-8 x 1-2 cm, bl

Rossige wilg
(Salix cinerea subsp. oleifolia) -Rossige wilg - RH. 1417 Volledige wetenschappelijke naam: Salix cinerea subsp. oleifolia Macreight Zie soort: Salix cinerea Diagnostische kenmerken: Takken spoedig kaal wordend. Bladen meestal lancetvormig tot omgekeerd eirond-lancetvormig, van boven iet

rostrum
een snavel of langgerekte snuit, met name gebruikt voor de borende monddelen van de wantsen en verwanten en voor de langgerekte snuit van de snuitkevers.

rostrum
Gedeelte van de carapax dat tussen de ogen gelegen is.

Rotgans
(Branta bernicla) -Wetenschappelijke naam: - Branta bernicla (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Rotgans -Vogelgroep:- Ganzen -Veldkenmerken.- 55-60 cm. Kleinste en donkerste van alle ’zwarte ganzen’ (ongeveer zo groot als Wilde Eend), met dofzwarte kop, nek en bovenbors

Rotsduif
(Columba livia) -Wetenschappelijke naam: - Columba livia J. F. Gmelin, 1789 -Nederlandse naam: - Rotsduif -Vogelgroep:- Duiven -Veldkenmerken.- 33 cm. In grootte tussen Houtduif en Holenduif. Lijkt op Holenduif; verenkleed hoofdzakelijk grijs met groene en paarse glans o

Rotsklever
(Sitta neumayer) -Wetenschappelijke naam: - Sitta neumayer Michahelles, 1830 -Nederlandse naam: - Rotsklever -Vogelgroep:- Boomklevers -Veldkenmerken.- 14 cm. Als een Boomklever met een lange snavel, maar veel bleker. Bovendelen leiblauw, zwarte streep vanaf snavel door o

Rotskruiper
(Tichodroma muraria) -Wetenschappelijke naam: - Tichodroma muraria (Linnaeus, 1766) -Nederlandse naam: - Rotskruiper -Vogelgroep:- Rotskruiper -Veldkenmerken.- 16 cm. Onmiskenbaar door rozerood of hardroze op vleugels. Lange gebogen zwarte snavel, boven- en onderdelen donkerg

Rotsmus
(Petronia petronia) -Wetenschappelijke naam: - Petronia petronia (Linnaeus, 1766) -Nederlandse naam: - Rotsmus -Vogelgroep:- Mussen -Veldkenmerken.- 14 cm. Lijkt op vrouwtje Huismus, maar bovendelen bleker, bleekgele vlek op borst (alleen van dichtbij zichtbaar als verenklee

Rotsspringers
(Orde Archaeognatha) rotsspringers -Kenmerken- Middelgrote vleugelloze insecten, tot 15 mm lang. Lichaam spoelvormig en spits toelopend, zijdelings afgeplat en bedekt met schubben. Kop met lange, draadvormige voelsprieten. Facetogen staan boven op de kop; ze zijn groot en goed ontwikkeld bestaande uit honderden lensjes. Ocellen aanwezig, meestal klein of lang en spleet...

Rotsvlinder
(Lasiommata maera) rotsvlinder Spanwijdte vleugels 37-50 mm, mei-september -Kenmerken- Een zeer variabel gekleurde en getekende soort. Bovenzijde vleugels donker- tot geelbruine tekening, meestal met dubbel, zelden met enkel, argusoogvlek op de voorvleugelpunt. -Voorkomen- Vooral in kalkgraslanden in bergachtige streken. Na 1900 niet meer in Nederland gevonden; in de...

Rotsvlinder
(Lasiommata maera) (Linnaeus, 1758) Rotsvlinder -Beschrijving: - De rotsvlinder komt voor in verschillende leefgebieden. Meestal gaat het om warme plekken tegen of bij rotsen en schrale graslanden of ruigten langs bosranden. Deze vlinder kan echter ook voorkomen op vochtige graslanden en ruigten langs bossen. De vlinders hebben veel nectar nodig en bezoeken hiervoor ...

Rotswier
(Cladophora rupestris) Cladophora rupestris (Linnaeus) Kützing -Nederlandse naam:- Rotswier -Beschrijving:- Een stuk kleiner dan de andere drie hier genoemde soorten (Cladophora albida , Cladophora laetevirens en Cladophora sericea ), maar waarschijnlijk wel de best herkenbare. Kleur zeer donkergroen. Hoogte 10 tot maximaal 20 cm. Hoofdassen en topcellen van middelm...

Rotszwaluw
(Ptyonoprogne rupestris) -Wetenschappelijke naam: - Ptyonoprogne rupestris (Scopoli 1769) -Nederlandse naam: - Rotszwaluw -Vogelgroep:- Zwaluwen -Veldkenmerken.- 15 cm. Groter dan Oeverzwaluw met bredere vleugels, staart, kop en lichaam. Lijkt op afstand geheel donker. Bovendelen

Rouwmantel
(Nymphalis antiopa) rouwmantel Spanwijdte vleugels 55-75 mm, januari-december -Kenmerken- Binnenzijde vleugels donkerroodbruin met lichtgele rand. Onderzijde effen donker en aan de basis ruig behaard. -Voorkomen- Vooral in open bossen en parklandschappen. In Nederland plaatselijk waargenomen als zwerver, maar schaars, in Zuid-België en Luxemburg tamelijk versprei...

Rouwmantel
(Nymphalis antiopa) (Linnaeus, 1758) Rouwmantel -Beschrijving: - De rouwmantel met zijn grote bruinzwarte vleugels is een indrukwekkende vlinder. Ze zijn sterk en kunnen grote afstanden vliegen, al doen ze dat alleen in sommige jaren. Ze komen voor bij bosjes in beekdalen, erosiegeulen, langs bosranden en struwelen. Doordat ze vrij mobiel zijn, kunnen ze ook in het op...

Rouwmees
(Parus lugubris) -Wetenschappelijke naam: - Parus lugubris Temminck 1820 -Nederlandse naam: - Rouwmees -Vogelgroep:- Mezen -Veldkenmerken.- 14 cm. Lijkt op Matkop maar heeft formaat van Koolmees. Snavel zwaarder dan van Matkop. Kruin en nek zwart, oorstreek wit, bovendele

Rouwspanner
(Odezia atrata) rouwspanner Spanwijdte vleugels 23-27 mm, mei-juli -Kenmerken- Vleugels eerst pikzwart met lichte metaalglans, alleen de vleugeltip met smalle, witte rand. Later verkleurend tot bruin. -Voorkomen- Op grazige, vochtige plaatsen, vaak bij water, maar ook op droge kalkgraslanden. Lokaal soms talrijk. In Nederland niet inheems, 2 incidentele vondsten b...

Rouwvliegen
(Familie Bibionidae) rouwvliegen of zwarte vliegen -Kenmerken- Door de sterk behaarde en gedrongen gestalte lijkt deze glanzend zwarte mug meer op een vlieg. De draadvormige voelsprieten zijn voor muggen opvallend kort. -Behandelde taxa- Bibio marci (maartse vlieg)

Roze aardster
(Geastrum rufescens) -Nederlandse naam:- Roze aardster -Beschrijving- Vruchtlichaam gesloten bolvormig, met 5-9 slippen, Ø 5-12 cm. Onderzijde bruin, met vastgegroeide aarde. Binnenzijde crème of roze-achtig tot wijn- of bruinrood. Bol Ø 20-40 mm, kort- of ongesteeld, met gew