Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
Snuitvlinder
(Libythea celtis) (Laicharting, 1782) Snuitvlinder -Beschrijving: - De snuitvlinder dankt zijn naam aan de lange palpen die een soort snuit lijken te vormen. De vlinders zijn vaak te vinden bij struwelen en bossen waar de belangrijkste waardplant Celtis australis (netelboom) groeit. Mogelijk worden ook andere waardplanten gebruikt (andere Celtis -soorten of Prunus -...
Snuitvlinder
(Pterostoma palpina) snuitvlinder Spanwijdte vleugels 35-55 mm, april-augustus -Kenmerken- Palpen sterk verlengd en behaard steken voor de kop uit. Voorvleugels geelbruin met onduidelijke camouflagetekening. -Voorkomen- Tamelijk algemeen in allerlei beboste biotopen. -Levenswijze- Vlinder lijkt in rust op takje (358 3 g). Rups van boven blauwachtig grijs met zwarte vle...
Sofiekruid
(Descurainia sophia) -Sofiekruid - RH. 0400 Volledige wetenschappelijke naam: Descurainia sophia (L.) Prantl Diagnostische kenmerken: Stengel evenals de bladen met 4-stralige sterharen, zelden bijna kaal. Bladen 2-3-voudig geveerd of -veerdelig met lijnvormige blaadjes of sli
Sojaboon
(Glycine max) -Sojaboon- BB. 1809 Volledige wetenschappelijke naam: Glycine max (L.) Merr. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand, van de voet af vertakt. Blaadjes 3-15 cm lang, gesteeld, eirond-lancetvormig, met kleine steunblaadjes. Bloemen 5-7 mm lang, viole
Solanum nigrum
BB. 2323 Volledige wetenschappelijke naam: Solanum nigrum L. De volgende ondersoorten worden gevonden: Solanum nigrum nigrum Solanum nigrum schultesii solanum6.jpg Diagnostische kenmerken t.o.v. Solanum physalifolium: Kelk 1-3 mm lang, na de bloei niet of nauwelijks vergroot. Bes zwart, zelden fraai groen, geelgroen of geel, glanzend, zonder steenc...
Soldaatje
(Orchis militaris) -Soldaatje - RH. 0888 -Rode Lijst 1. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Orchis militaris L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Orchis purpurea: Helm ei-lancetvormig, van buiten witachtig-roze, lichter dan de lip. Middenslip der lip aan de voet bijn
Soldaatje
(Rhagonycha fulva) soldaatje Lengte 7-10 mm, juli-augustus. -Kenmerken- Vrijwel geheel roodgeel met de punten van de dekschilden en de voelsprieten zwart. -Voorkomen- Algemeen in geheel Europa op bloemen en in struiken. -Levenswijze- Deze weekschildkever is vaak op bloemschermen te vinden.
solitair
alleen levend; het sociale contact beperkt zich hooguit tot seksueel contact (paring). Alternatieven: solitaire
solitair
Hier betrekking hebbend op een soort waarvan de individuen buiten de broedtijd alleen leven. Dit zijn over het algemeen territoriale soorten.
solitair
Individuen die, morfologisch gezien, afzonderlijk voorkomen.
Sombere honingzwam
(Armillaria ostoyae) -Nederlandse naam:- Sombere honingzwam -Beschrijving- Hoed stomp kegelvormig, dan uitspreidend, Ø 4-20 cm, licht vleeskleurig- tot roodbruin met donkerbruine, vezelige schubben en velumresten aan de lichtere, doorschijnend gestreepte rand. Lamellen wittig
Sombere siersteelgordijnzwam
(Cortinarius flexipes) -Nederlandse naam:- Sombere siersteelgordijnzwam -Beschrijving- Hoed kegelvormig tot uitgespreid met een spits bultje, Ø 1,5-3 cm, vochtig donker lilabruin, droog okerbruin, met fijne, vezelige, wittige schubjes bedekt en met een gestreepte rand. Lamellen
Sorgo
(Genus Sorghum) -Sorgo- Volledige wetenschappelijke naam: Sorghum Moench
Spaanderfranjehoed
(Psathyrella marcescibilis) -Nederlandse naam:- Spaanderfranjehoed -Beschrijving- Hoed kegel- tot klokvormig, Ø 2-4 cm, vochtig grijsbruin, droog licht grijsbruin tot crème-wittig, met witte velumresten aan de rand. Lamellen wittig-grijs tot donker purperbruin. Steel 3-6 cm x 2-3 mm
Spaans bleek blauwtje
(Polyommatus caelestissima) Verity, 1921 Spaans bleek blauwtje -Beschrijving: - Het leefgebied van het Spaans bleek blauwtje bestaat uit open plekken in naaldbossen waar de vlinders in beschut liggende laagten met een korte vegetatie zijn aan te treffen. De soort komt altijd op kalkrijke bodems voor. Het vrouwtje legt de eieren op de bladeren van de waardplant Hippocrepis com...
Spaans bloemenblauwtje
(Glaucopsyche melanops) (Boisduval, 1828) Spaans bloemenblauwtje -Beschrijving: - Het Spaans bloemenblauwtje vliegt bij open struweelvegetaties of in open bos, met name op plekken met boomheide of met grote bremplanten. Het vrouwtje legt de eieren op de bloemen van verschillende Fabaceae (vlinderbloemigen) zoals Dorycnium -, Lotus - (rolklaver), Anthyllis - (wondklaver), ...
Spaans bruin blauwtje
(Aricia morronensis) Ribbe, 1910 Spaans bruin blauwtje -Beschrijving: - Het Spaans bruin blauwtje vliegt in sub(alpiene) graslanden, op rotsachtige hellingen met stukken grazige vegetatie en bij puinhellingen met schaarse begroeiing. In de Sierra Nevada leeft de soort boven de 2000m in vlakke, rotsachtige terreinen met donker gekleurde leisteen en een lage vegetatie. H...
Spaans dambordje
(Melanargia lachesis) (Hübner, 1790) Spaans dambordje -Beschrijving: - Het Spaans dambordje vliegt in bloemrijke, droge tot vochtige graslanden, bij droog struweel en langs bosranden en heggen. De vlinders bezoeken vaak bloemen. Als waardplanten worden verschillende grassoorten gebruikt zoals Poa annua (straatgras), Festuca pratensis (beemdlangbloem), Bromus madrit...
Spaans esparcetteblauwtje
(Polyommatus fabressei) Oberthür, 1910 Spaans esparcetteblauwtje -Beschrijving: - Spaanse esparcetteblauwtjes komen voor op droge, grazige hellingen en op droge, vaak rotsachtige plekken, met een afwisseling van lage vegetatie en struweel. Het vrouwtje legt de eieren op de bloemen van Onobrychis viciifolia (esparcette). De soort heeft één generatie per ...
Spaans oranje zandoogje
(Pyronia bathseba) (Fabricius, 1793) Spaans oranje zandoogje -Beschrijving: - Vergeleken met de andere oranje zandoogjes is het spaans oranje zandoogje opvallend bont getekend. De vlinders zijn vooral te vinden bij droge, vrij ruige grazige vegetaties die in de buurt van struiken of bomen groeien. De rupsen voeden zich met grassen, met name met Brachypodium -soorten ...
Spaans saffierblauwtje
(Plebeius hesperica) (Rambur, 1839) Spaans saffierblauwtje -Beschrijving: - Het Spaans saffierblauwtje is vooral in droge graslanden, op ruderale plaatsen en bij struweel te vinden. De rupsen voeden zich met Astragalus alopecurioides en A. turolensis , mogelijk ook met andere Astragalus -soorten (hokjespeul). De waardplanten en dus ook de vlinders komen maar zeer plaat...
Spaanse aak
(Acer campestre) -Spaanse aak- RH. 0001 Volledige wetenschappelijke naam: Acer campestre L. Diagnostische kenmerken: Bladslippen gaaf of verwijderd gegolfd. Bladen van onderen behaard; (3- of) 5-lobbig, 4-7(-10) cm lang. Vleugels der vruchten bijna in het verlengde van el
Spaanse eikenpage
(Satyrium esculi) (Hübner, 1804) Spaanse eikenpage -Beschrijving: - Bij droog struweel, in open loofbossen of in gemengde bossen kan de spaanse eikenpage worden aangetroffen. De vlinders worden regelmatig nectardrinkend op tijm waargenomen. Het vrouwtjes zet de eitjes af op verschillende eikensoorten, zoals Quercus ilex , Q. coccifera , Q. robur (zomereik), Q. ...
Spaanse glanserebia
(Erebia hispania) Butler, 1868 Spaanse glanserebia -Beschrijving: - De Spaanse glanserebia komt voor op alpiene graslanden; grazige hellingen met struiken; grazige, rotsachtige hellingen en bij puinhellingen, zowel op kalkhoudende als niet-kalkhoudende bodem. De soort komt maar lokaal voor, maar kan op de vliegplaatsen wel talrijk zijn. Als waardplant worden verschi...
Spaanse Keizerarend
(Aquila adalberti) -Wetenschappelijke naam: - Aquila adalberti Brehm, 1861 -Nederlandse naam: - Spaanse Keizerarend -Vogelgroep:- Arenden -Veldkenmerken.- 72-83 cm, spanwijdte 190-210 cm. Lijkt sterk op Keizerarend, maar vlekken op schouder en mantel groter, met meer wit en
Spaanse Mus
(Passer hispaniolensis) -Wetenschappelijke naam: - Passer hispaniolensis (Temminck, 1820) -Nederlandse naam: - Spaanse Mus -Vogelgroep:- Mussen -Veldkenmerken.- 15 cm. Soms moeilijk te onderscheiden van Italiaanse ondersoort van Huismus; is echter donker op bovenzijde, heeft ges
Spaanse parelmoervlinder
(Melitaea deione) (Geyer, 1832) Spaanse parelmoervlinder -Beschrijving: - De Spaanse parelmoervlinder is op allerlei bloemrijke, grazige plekken te vinden: in bloemrijke graslanden (zowel op zure als kalkrijke grond en zowel op droge als vochtige plekken) en bij kruidenrijke, grazige vegetaties langs oevers, struweel en bosranden. In Zwitserland (het uiterste noorde...
Spaanse pijpbloemvlinder
(Zerynthia rumina) (Linnaeus, 1758) Spaanse pijpbloemvlinder -Beschrijving: - De Spaanse pijpbloemvlinder komt voor bij droge, grazige vegetaties en bij struweelbegroeiing. De vlinders zijn vaak in rotsachtige terreinen te vinden, waar ze zich op de stenen opwarmen. Het vrouwtje legt de eitjes afzonderlijk of in groepjes op verschillende Aristolochia -soorten (pijpbl...
Spaanse ruiter
(Cirsium dissectum) -Spaanse ruiter - RH. 0332 -Rode Lijst 2. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Cirsium dissectum (L.) Hill Diagnostische kenmerken t.o.v. Cirsium acaule: Stengel duidelijk ontwikkeld, met 1 hoofdje. Bladen met zachte stekels, gaafrandig tot gelob
Spaanse vlag
(Euplagia quadripunctaria) Spaanse vlag Spanwijdte vleugels 42-52 mm, juli-september -Kenmerken- Lijkt op de bonte beer, maar met witte dwarsstrepen op voorvleugel en borststuk. -Voorkomen- In vochtige en droge terreinen, parklandschappen, kalkgraslanden etcetera. In Zuidoost-Nederland zeldzaam en in wisselend aantal, ook in Oost- en Zuid-België nog zelden talrijk. -Lev...
Spaanse vlieg
(Lytta vesicatoria) Spaanse vlieg Lengte 6-7 mm, juni-juli. -Kenmerken- Schitterend groen gekleurde, geheel gevleugelde oliekever. -Voorkomen- Op zeer warme terreinen met nesten van solitaire bijen. In Nederland en België waarschijnlijk al verdwenen in de negentiende eeuw. -Levenswijze- De volwassen kever leeft van bladeren en schijnt een voorkeur te hebben voor ...
Spaanse zuring
(Rumex scutatus) -Spaanse zuring- RH. 1104 Volledige wetenschappelijke naam: Rumex scutatus L. Diagnostische kenmerken: Bladen ongeveer even lang als breed, spiesvormig, min of meer blauwgroen. Vruchtkleppen zonder knobbel of schub aan de voet der middennerf, 5-6 mm lang.
Spanners
(Familie Geometridae) spanners -Kenmerken- Spanners zijn tere vlinders met een smal lichaam en grote vleugels die ze vaak in rust gespreid laten en zo een beetje op dagvlinders lijken, maar ze hebben geen voelsprieten met verdikte uiteinden. De rupsen hebben geen of weinig haar en missen de eerste 3 paar zuignappen of pseudopoten van het achterlijf, zodat er nog 2 paar ...
Spar
(Genus Picea) -Spar- Volledige wetenschappelijke naam: Picea A.Dietr.
Sparappelluis
(Adelges abietis) sparappelluis Lengte 1-2 mm, mei-september -Kenmerken- Zeer kleine bladluis (familie Adelgidae) in ananasachtige gallen met kamertjes in takjes van sparren. -Voorkomen- Op de spar overal zeer algemeen. -Levenswijze- De soort kent een waardplantwisseling van spar naar lariks, alwaar geen gallen worden gevormd.
Sparganium erectum
BB. 1229 Volledige wetenschappelijke naam: Sparganium erectum L. De volgende ondersoorten worden gevonden: Sparganium erectum erectum Sparganium erectum neglectum spargai7.jpg spargai8.jpg Opm. De status en verwantschap van subsp. -microcarpum- (Krok) Hyl. is onduidelijk. Opm. Butomus umbellatus onderscheidt zich door de vorm der bladtop; deze is b...
Sparrekegelzwam
(Strobilurus esculentus) -Nederlandse naam:- Sparrekegelzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak met een bultje, Ø 1-2,5 cm, glad, mat, donker okerbruin tot roodachtig bruin, zelden geheel wit. Lamellen breed, aangehecht tot bijna vrij, wit tot grijswit. Steel 2-5 cm x 1-2,5 mm,
Sparreplaatjeshoutzwam
(Gloeophyllum abietinum) -Nederlandse naam:- Sparreplaatjeshoutzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam één- tot meerjarig, console- of waaier- tot schelpvormig, soms met vergroeide, of in rozetten, rijen of dakpansgewijs staande hoeden, 4-8 x 2-5 cm, 5-10 mm dik. Bovenzijde concentrisc
Sparrestinktaailing
(Micromphale perforans) -Nederlandse naam:- Sparrestinktaailing -Beschrijving- < 1cm: loep Hoed gewelfd of uitgespreid met een verlaagd midden, Ø 8-17 mm, glad, radiair gevoord-gestreept, mat beige-, of glanzend vleeskleurig-bruin. Lamellen vliezig, dun, wittig. Steel 1-3 cm x 1
Sparreveertje
(Pterula multifida) -Nederlandse naam:- Sparreveertje -Beschrijving- Vruchtlichaam meervoudig, harig-borstelig vertakt, 3-8 cm hoog. Vertakkingen 1 mm dik, meervoudig gevorkt-vertakt, met een spitse top, okerbruin tot lilabruin, met wittige uiteinden. Steel kort, oker- tot l
Spateltrilzwam
(Tremiscus helvelloides) -Nederlandse naam:- Spateltrilzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam oor- tot trechtervormig, 3-10 x 2-5 cm. Binnenzijde mat, soms wittig berijpt, oranjeroze tot zalm- of bruinrood. Buitenzijde glad, oranjeroze tot zalm- of bruinrood. Vlees gelatineus, elastis
Spatelviltkruid
(Filago pyramidata) -Spatelviltkruid - RH. 0525 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Filago pyramidata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Filago lutescens: Plant witviltig. Omwindselbladen met naar buiten gebogen geelachtige naald. 2-4 bladen langer dan de kluwens
spatelvormig
Aan de top afgerond, naar de voet lang versmald (bijna de vorm van een lepeltje hebbend). Alternatieven: spatelvormige
spechten
(Deel van de) Triviale naam voor vrijwel alle soorten in de familie Picidae (Piciformes, onderorde Pici) en in het meervoud de term voor de gehele familie. De familie (ruim 200 soorten) omvat, naast alle grote en dwergspechten, ook de draaihalzen. De meeste soorten komen voor in Amerika en het Indo-Maleisische gebied. De meeste soorten klimmen lang...
Spechtinktzwam
(Coprinus picaceus) -Nederlandse naam:- Spechtinktzwam -Beschrijving- Hoed ei- of kegelvormig tot uitgespreid, Ø 4-8 cm, 4-6 cm hoog, glanzend, radiair gerimpeld-gestreept, dadel- tot donkerbruin, in concentrische zones met vezelige, wittige, bleekbruin verkleurende vlokken
species
soort (in biologische zin); de basiseenheid in de classificatie van levende organismen, bestaande uit een groep individuen, die zich onderling kunnen voortplanten. Vele soorten kunnen worden verdeeld in ondersoorten, die slechts een gedeelte van het areaal van de soort bewonen, onderlinge verschillen vertonen, maar zich toch nog onderling kunnen vo...
speculum
Een anders gekleurd oppervlak op de achterrand van de bovenvleugel, meestal metaalblauw of metaalgroen, vrijwel uitsluitend bij grondeleenden (subfamilie Anatini). Alternatieven: specula spiegel
Speerdistel
(Cirsium vulgare) -Speerdistel- RH. 0336 Volledige wetenschappelijke naam: Cirsium vulgare (Savi) Ten. Diagnostische kenmerken: Omwindsel hoger dan breed, onder het midden het breedst, iets spinnenwebachtig behaard. Hoofdjes 3-5 cm lang, bloemkroon lichtpurper, zelden wit.
Speerdistelboorvlieg
(Urophora stylata) speerdistelboorvlieg Lengte 4-6 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Deze bont gekleurde boorvlieg heeft een V-vormige donkere band aan de vleugeltoppen en daarvoor een andere, gebogen dwarsband. Thoracale schildje geel. Vrouwtje met opvallend lange legboor (236 3 g). -Voorkomen- Bij wegbermen, in hooilanden en andere ruderale terreinen. Tamelijk algemee...
Speerwaterjuffer
(Coenagrion hastulatum) speerwaterjuffer Spanwijdte vleugels 40-50 mm, mei-augustus -Kenmerken- Mannetje (048 3 g) met op het tweede segment een speervormige schoppentekening en twee zijstreepjes. Vrouwtje lijkt veel op de azuurwaterjuffer. -Voorkomen- Soort van vennen, hoogvenen en matig voedselarme wateren met biezen langs de oever. In Nederland zeldzaam geworden. Laats...
Speerwaterjuffer
(Coenagrion hastulatum) Coenagrion hastulatum (Charpentier, 1825) Speerwaterjuffer -Omschrijving- [laatste larvale stadium (fig. Chastult.tif)] (naar Belyshev, 1973b; Gardner, 1954a, met uitgebreide beschrijving van alle stadia; 1977; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Pulkkinen, 1925) Lichaam lang, poten relatief kort. Lengte 21-23 mm (exuviae 15 mm), waarvan 6 mm voor d...
Spekzwoerdzwam
(Merulius tremellosus) -Nederlandse naam:- Spekzwoerdzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam elastisch korstvormig, met tot 5 cm afstaande randen, tot enkele dm lange stroken vormend. Bovenzijde van de buigzame, halfronde schijnhoedjes harig-viltig, wit. Onderzijde geplooid-geaderd t
Spelt
(Triticum spelta) -Spelt - BB. 5153 Volledige wetenschappelijke naam: Triticum spelta L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Triticum aestivum: Bloeiwijzeas bros, vruchten bij rijpheid door de (met een stuk van de as afvallende) kafjes omsloten blijvend. Kelkkafjes ook onderaan
Spercheus emarginatus
Lengte 5-5,7 mm, januari-december. -Kenmerken- Kort-ovale en hooggewelfde watertor. Dekschilden bruingeel met kleine, zwarte vlekken en met dichte, zwarte punctuur. -Voorkomen- In modderige, voedselrijke, stilstaande wateren. Zeldzaam in Zuid-Nederland en België. -Levenswijze- Deze overwegend carnivore soort houdt zich evenals Helochares dicht...
Spergularia media
Van deze soort wordt de volgende ondersoort gevonden: Spergularia media angustata
spermatofoor
pakketje sperma. Alternatieven: spermatoforen
Sperwer
(Accipiter nisus) -Wetenschappelijke naam: - Accipiter nisus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Sperwer -Vogelgroep:- Havik-achtigen -Veldkenmerken.- 28-38 cm, spanwijdte 60-75 cm. Verschilt van andere kleine roofvogels door combinatie van brede, afgeronde vleugels en l
Sperwergrasmus
(Sylvia nisoria) -Wetenschappelijke naam: - Sylvia nisoria (Bechstein, 1795) -Nederlandse naam: - Sperwergrasmus -Vogelgroep:- Grasmussen -Veldkenmerken.- 15 cm. Lijkt op een grote Tuinfluiter. Adult mannetje heeft witte veerranden op bovendelen, meest opvallend op dekver
Sperweruil
(Surnia ulula) -Wetenschappelijke naam: - Surnia ulula (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Sperweruil -Vogelgroep:- Uilen -Veldkenmerken.- 38 cm. Middelgrote uil met opvallend lange staart en korte puntige vleugels; lijkt in vlucht wat op Sperwer. Wit gezicht omlijnd
Sphacelaria plumigera
Sphacelaria plumigera Holmes -Beschrijving:- Dit is een heel klein bruinwiertje, meestal niet meer dan enkele cm’s hoog. De naam 'plumigera' betekent 'pluimdragend'. Maar misschien zou 'veervormig' toch een betere naam zijn. De hoofdsteel draagt tegenover elkaar staande zijtakken, die zelf vrijwel niet vertakt zijn. Het effect is dat van een ...
Sphecide graafwespen
(Familie Sphecidae) sphecide graafwespen -Kenmerken- De Sphecide graafwespen (graafwespen, met ± 175 soorten in Nederland en België, worden tegenwoordig onderverdeeld in 2 verschillende families, de Sphecidae en Crabronidae) zijn meestal vrij groot, slank en hebben een duidelijk gesteeld achterlijf (metasoma). Graafwespen en bijen vormen met een paar klein...
Sphex ruficinctus
Lengte 16-23 mm, juli-september. -Kenmerken- Robuuste, zwarte graafwesp met achterlijfssteel niet in het midden maar aan de onderkant van het deels rode achterlijf ingeplant. -Voorkomen- Vrij algemeen in Zuid-Europa op warme, zandige terreinen. Zeldzaam in Zuid-Duitsland. Niet in Nederland en België. -Levenswijze- Deze grote graafwesp jaagt vo...
spicula
Steunnaaldjes als skelet. Alternatieven: spiculum
Spiegeldikkopje
(Heteropterus morpheus) spiegeldikkopje Spanwijdte vleugels 30-35 mm, juni-augustus -Kenmerken- Bovenzijde vleugels bruinzwart met gele vlekjes. Onderzijde geel met opvallende, witte, zwart omrande spiegelvlekken (382 6 g). -Voorkomen- In ruige, grazige vegetaties van moerassige plaatsen. In het oosten en zuiden van Nederland plaatselijk talrijk; in Noordoost-België ...
Spiegeldikkopje
(Heteropterus morpheus) (Pallas, 1771) Spiegeldikkopje -Beschrijving: - Het spiegeldikkopje valt op door de kenmerkende onderkant van de vleugels. Het heeft tevens een typische huppelende manier van vliegen. Deze vlinder komt voor op vochtige en ruige grazige plekken zoals graslanden, wegbermen, beekoevers, randen van hoogvenen en open plekken in bossen. De populaties zij...
Spiegelklokje
(Genus Legousia) -Spiegelklokje- Volledige wetenschappelijke naam: Legousia Durande
Spiegelorchis
(Genus Ophrys) -Spiegelorchis- Volledige wetenschappelijke naam: Ophrys L. Opm. -Ophrys sphegodes- Mill. - BB. 1410 is op 1 plaats in het Heuvelland district gevonden, waarschijnlijk aangeplant [C.A.J. Kreutz, De Verspreiding van de Inheemse Orchideeën in Nederland, KNN
Spiesharig franjekelkje
(Albotricha acutipila) -Nederlandse naam:- Spiesharig franjekelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam bekervormig, Ø 0,5-1 mm. Binnenzijde wittig tot witgeel. Buitenzijde en rand met witte haren bezet, vaak met kleurloze druppels, kort gesteeld. -Voorkomen- Op rietstengel
Spiesleeuwenbek
(Kickxia elatine) -Spiesleeuwenbek- RH. 0742 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Kickxia elatine (L.) Dum. Diagnostische kenmerken t.o.v. Kickxia spuria: Middelste bladen spiesvormig, de bovenste pijlvormig. Bloemstelen meestal kaal. Kelkslippen lancetvormig.
Spiesmelde
(Atriplex prostrata) -Spiesmelde - RH. 0121 Volledige wetenschappelijke naam: Atriplex prostrata DC. Diagnostische kenmerken t.o.v. Atriplex patula: Onderste bladen der hoofdstengel met terugwijzende tot schuin naar voren wijzende slippen (top der zijslip een hoek van 60°-120
Spiesraket
(Sisymbrium loeselii) -Spiesraket- RH. 1210 Volledige wetenschappelijke naam: Sisymbrium loeselii L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Sisymbrium austriacum chrysanthum: Stijl tot 0,5 mm lang. Rijpe vruchten (10-)15-45 mm lang, ca. 2-3 maal zo lang als hun steel, boogvormig naar
spiesvormig
Aan de voet met spitse, horizonaal afstaande lobben. Alternatieven: spiesvormige
Spijkerzwammen
(Familie Gomphidiaceae) -Nederlandse naam:- Spijkerzwammen Een kleine groep van op een antieke, handgesmede kopspijker of nagel lijkende Plaatjeszwammen, met dikke, aflopende, wijd uiteenstaande lamellen en een slijmerig of spinragachtig velum, dat een ringzone op de steel achte
spijsverteringskanaal
Systeem van kronkelende buizen (ingewanden) die lopen van mond tot anus (cloaca) waardoor het voedsel passeert tijdens het verteringsproces. Bij vogels bestaat dit systeem uit de snavel, slokdarm (of oesophagus) en krop, klier- en spiermaag (corresponderend met de zoogdiermaag), de dunne, dikke en blinde darm en de cloaca (combinatie van anus, urin...
Spikkelplooiparasol
(Leucocoprinus brebissonii) -Nederlandse naam:- Spikkelplooiparasol -Beschrijving- Hoed bol- of eivormig tot uitgespreid, Ø 15-30 mm, mat, met korrelig-vezelige, donkerbruine tot zwarte schubjes op een witte ondergrond, het centrum glad, zwartbruin, met een vlokkige rand. Lamellen w
Spilomyia diophthalma
Lengte 15-18 mm, juni-juli. -Kenmerken- Grote, zeer op een wesp gelijkende zweefvliegensoort. Zwart met smalle gele dwarsbanden op het achterlijf. Borststuk met kenmerkende, gele band- en vlekkentekening. Ogen groengeel met violette strepen- en vlekkenpatroon. Vleugels met rode aderen en donkere lengtestrepen. -Voorkomen- Vooral op open plekken in ...
Spinazie
(Spinacia oleracea) -Spinazie - BB. 5148 Volledige wetenschappelijke naam: Spinacia oleracea L. Diagnostische kenmerken: Bladen lang gesteeld, met een stekelpuntje, de onderste langwerpig, de middelste driehoekig-spiesvormig of langwerpig. Bloemen in kluwens, deze tot schijn
Spindotterbloem
(Caltha palustris subsp. araneosa) -Spindotterbloem- RH. 1460 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Caltha palustris subsp. araneosa (Steenis) Meijden Zie soort: Caltha palustris Diagnostische kenmerken: Knopen van de bloeistengels massief, verdikt, met een elleboogvormige knik;
Spinnende waterkevers
(Familie Hydrophilidae) spinnende waterkevers -Kenmerken- De spinnende waterkevers zijn duidelijk onbeholpenere zwemmers dan de waterroofkevers; ze zwemmen enigszins peddelend met afwisselende pootbewegingen of kruipen meer tussen de waterplanten. De familie bevat echter ook op het land levende soorten. -Voorkomen- In Nederland en België ca. 110 soorten met een grote...
Spinnende watertor
(Hydrophilus aterrimus) spinnende watertor Lengte 32-43 mm, januari-december. -Kenmerken- Zeer grote, brons glanzend zwarte waterkever. Buikzijde van het borststuk met lange, naar achteren gerichte stekel. Onderzijde van het achterlijf licht dakvormig, maar niet gekield. -Voorkomen- Midden-Europa met een oostelijke verspreiding, voornamelijk in de lagere delen. In Nederla...
Spinnendoders
(Familie Pompilidae) spinnendoders -Kenmerken- Spinnendoders zijn meestal opvallend slanke wespen met lange poten. De soorten uit onze streken zijn meestal zwart van kleur met op het voorste deel van het metasoma (achterlijf) vaak rode of witte tekeningen en donker getinte vleugels. In de tropen zijn er zeer fraai gekleurde en zeer grote soorten te vinden. -Voorkomen- ...
Spinners
(Familie Lasiocampidae) spinners -Kenmerken- Spinners zijn zwaar gebouwde en wollig behaarde vlinders, meestal bruinig van kleur en somber getekend. De meeste soorten vouwen de vleugels in rust dakvormig op. Geen roltong. -Voorkomen- Ca. 16 soorten in Nederland en België. -Levenswijze- Rupsen stevig en meestal dicht behaard, spinnen cocon tussen de vegetatie. De hare...
Spinselbladwespen
(Familie Pamphilidae) spinselbladwespen -Kenmerken- Spinselbladwespen zijn eveneens breed gebouwd en nog meer afgeplat en hebben draadvormige voelsprieten. -Voorkomen- In Nederland en België komen ca. 25 soorten voor. -Behandelde taxa- Acantholyda erythrocephala (staalblauwe spinselbladwesp) Acantholyda hieroglyphica (dennenspinselbladwesp)
Spiraalruppia
(Ruppia cirrhosa) -Spiraalruppia- RH. 1108 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Ruppia cirrhosa (Petagna) Grande Diagnostische kenmerken: Aarsteel na de bloei sterk verlengd, tot 10 cm lang of langer, spiraalvormig opgerold. Helmhokjes langwerpig. Vruchtjes met
Spirea
(Genus Filipendula) -Spirea- Volledige wetenschappelijke naam: Filipendula Mill.
Spireazwever
(Neptis rivularis) (Scopoli, 1763) Spireazwever -Beschrijving: - De spireazwever is een soort van open, vochtige bossen en komt zowel in loofbossen als gemengde bossen voor. De vlinders lijken op die van de kleine ijsvogelvlinder die ook in bossen leeft. Ze worden zelden nectardrinkend op bloemen gezien. Als waardplanten worden Aruncus dioicus (geitenbaard), Filipend...
Spits fonteinkruid
(Potamogeton acutifolius) -Spits fonteinkruid- RH. 0985 Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton acutifolius Link Diagnostische kenmerken t.o.v. Potamogeton compressus: Aar 4-6-bloemig, op 0,5-1(-1,5) cm lange, tot 1 mm dikke stelen. Steunblaadjes hoogstens 2 cm lang. Vruchtj
Spits havikskruid
(Hieracium lactucella) -Spits havikskruid- RH. 0612 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Hieracium lactucella Wallr. Diagnostische kenmerken t.o.v. bastaarden van Hieracium pilosella: Bladen van onderen zonder sterharen, blauwachtig groen. Stengel laag, tot 20 cm. L
Spitse knotszwam
(Clavaria falcata) -Nederlandse naam:- Spitse knotszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam slank knotsvormig, 1-8 cm x 1-3 mm. Bovenste deel mat, wit. Steel glad, wit. -Voorkomen- Op de grond in schrale wei- en hooilanden, bermen en open bossen. Mogelijk saprofiet. Op de achtergr
Spitslobbige vrouwenmantel
(Alchemilla vulgaris) -Spitslobbige vrouwenmantel - RH. 1452 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Alchemilla vulgaris L, s.s. Diagnostische kenmerken: Wortelbladen vlak, met meestal vrij smalle driehoekige lobben, elke lob met 7-12 paar regelmatige spitse tanden. B
Spitsschubbige parasolzwam
(Lepiota aspera) -Nederlandse naam:- Spitsschubbige parasolzwam -Beschrijving- Hoed kegel- of klokvormig tot uitgespreid, Ø 6-8 cm, licht- tot donkerbruin, met donkerbruine, opstaande, spitse schubben op een witte tot crème ondergrond en met een rafelige rand. Lamellen ge
Splijtplaat
(Myxomphalia maura) -Nederlandse naam:- Splijtplaat -Beschrijving- Hoed gewelfd trechtervormig, met een verlaagd centrum, Ø 1-3 cm, glanzend, gestreept, licht tot donker grijsbruin. Lamellen aflopend, wittig tot bleek grijs. Steel 2-4 cm x 2-4 mm, grijsbruin. Vlees wit tot g
splijtpoot
Poot van de kreeftachtigen, waarbij aan de basis een pootvormig aanhangsel zit, de zgn. exopodiet.
splitvrucht
Een droge, meerzadige, in 1-zadige, gesloten blijvende delen (deelvruchtjes ) uiteenvallende vrucht. Alternatieven: splitvruchten deelvrucht deelvruchten deelvruchtje deelvruchtjes
Spoelvoetcollybia
(Collybia fusipes) -Nederlandse naam:- Spoelvoetcollybia -Beschrijving- Hoed gewelfd tot onregelmatig verbogen vlak, soms met een bultje, Ø 4-8 cm, glad, mat, jong donker roodbruin, later verblekend tot vleeskleurig bruin met roestrode vlekken en met een lichtere scherpe ra
Sponsbekerzwam
(Peziza proteana) -Nederlandse naam:- Sponsbekerzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam als een spons gewonden en gekroesd, Ø 3-15 cm. Holtes witachtig tot okerkleurig. Buitenzijden vlokkig, wittig met roze tinten, rozebruin tot donkerbruin verkleurend. -Voorkomen- Op brandplekk
Sponsgaasvlieg
(Sisyra fuscata) sponsgaasvlieg Spanwijdte vleugels 10-12 mm, mei-september -Kenmerken- Zeer kleine, donker gekleurde netvleugelige uit de familie Sisyridae (verwant aan de Osmylidae). Licht behaard en de donkerbruin getinte vleugels met een dicht adernet met weinig dwarsaders en ongevorkte aders. Wordt wel eens aangezien voor een kokerjuffer, maar die heeft duidel...
Sponzen
(Fylum Porifera) De eenvoudigste omschrijving van een spons is een verzameling cellen, in een geleiachtige massa, ondersteund door een skelet van naalden (spicula). De cellen hebben zich niet samengevormd tot organen of weefsels, maar vormen een systeem van kanalen en kamers die met het zeewater in verbinding staan door poriën. De grondvorm van een spons is in...
spoor
een meestal grote en vaak beweeglijke stekel op de poten van veel insecten. Alternatieven: sporen
Sporangium
de zich afzonderlijk ontwikkelende, vaak gesteelde, soms in kleine groepjes staande voortplantingsorganen (43.jpg) , (49.jpg) van een grote groep van Slijmzwammen (45.jpg) , (46.jpg) , (53.jpg) en van microfungi als de Knopschimmels (4B.jpg) , (4C.jpg) , (5.jpg) of de door een zwart vliesje omgeven, over grote afstand weggeschoten sporenpakketjes v...