Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
Paringskussen
Ruw, eeltachtig, verdikt huiddeel bij mannelijke amfibieën. Met name in de paartijd prominent aanwezig om meer grip op de vrouwtjes te hebben. Op voorpoten, duimen of andere vingers, afhankelijk van de soort. Ook wel paringswratten, paar- of copulatieborstels genoemd. Alternatieven: Paringskussens
parklandschap
Open grasland met verspreide bomen of boomgroepen en struiken.
Parnassia
(Parnassia palustris) -Parnassia- RH. 0921 -Rode Lijst 3. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Parnassia palustris L. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand, kantig. Wortelbladen lang gesteeld, eirond-hartvormig, het stengelblad zittend, stengelomvattend. Kroo
parthenogenese
de ontwikkeling van een individu uit een vrouwelijke gameet (eicel) zonder bevruchting door een mannelijke gameet (spermatozoïde). Bij sommige wandelende takken en bij bepaalde generaties van de galwespen en bladluizen is dit de gebruikelijke wijze van voortplanting. Zie ook thelytook en arrhenotook. Alternatieven: parthenogenetisch
Pasja
(Charaxes jasius) pasja Spanwijdte vleugels 75-85 mm, mei-september -Kenmerken- Opvallend grote dagvlinder met zeer bont kleurmozaïek aan de onderkant van de vleugels (404 4a g). Achtervleugel met 2 staartdraden. Bovenzijde vleugels zwartbruin met brede, roodgele zoomband (404 4c g). -Voorkomen- Wijd verspreid rond het Middellandse Zeegebied. Niet in Nederland ...
Pasja
(Charaxes jasius) (Linnaeus, 1767) Pasja -Beschrijving: - De pasja is met zijn grillig getekende ondervleugels en zijn sierlijke staartjes een van de mooiste Europese vlindersoorten. De vlinders planten zich voort op warme, droge plekken met veel struiken en bomen. De waardplant Arbutus unedo (aardbeiboom) komt in de leefgebieden meestal talrijk voor. De mannetjes z...
Pastinaak
(Pastinaca sativa) -Pastinaak- RH. 0922 Volledige wetenschappelijke naam: Pastinaca sativa L. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand, kantig-gegroefd, kort behaard, bovenaan vertakt. Bladen enkel, soms dubbel geveerd, van boven vaak glanzig, van onderen behaard tot
Patrijs
(Perdix perdix) -Wetenschappelijke naam: - Perdix perdix (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Patrijs -Vogelgroep:- Hoenders -Veldkenmerken.- 29-31 cm. Kenmerkend rond lichaam, ronde kop en korte, ronde vleugels. Oranje-bruine kop, grijs gespikkelde nek en onderdelen, k
Pauwkokerworm
(Sabella pavonina) Sabella pavonina Linaeus, 1767 -Nederlandse naam:- Pauwkokerworm -Beschrijving: - De koker wordt 30 tot 40 cm lang en 0,5 tot 1 cm dik. Klieren aan de buikzijde van het dier scheiden een stof uit waarvan de koker wordt gevormd en waarmee ook zandkorrels en stukjes schelp aan de koker gelijmd worden, zodat meer stevigheid ontstaat. De koker wordt la...
Pauwoogpijlstaart
(Smerinthus ocellata) pauwoogpijlstaart Spanwijdte vleugels 70-80 mm, mei-augustus -Kenmerken- voorvleugels grijs met bruine marmertekening. Achtervleugels aan de basis rood, naar de rand toe gelig met een opvallend grote, zwarte oogvlek, die blauw-zwart omringd is. -Voorkomen- Algemeen en wijd verspreid in loofbossen, parken en tuinen. -Levenswijze- De vlinder rust ove...
pecten
een kamachtige structuur, zoals aan de basis van de antennen van sommige insecten wordt gevonden.
pectinaat
kamvormig.
pedicel
het tweede segment van de antennen; ook gebruikt voor de smalle 'taille' aan de voorzijde van het abdomen van een mier. Alternatieven: pedicellus
pedicellariae
Kleine pincetachtige tangetjes op de huid van sommige stekelhuidigen, die kleine (parasitaire) dieren kunnen grijpen, doden en verwijderen. Alternatieven: pedicellaria
Pedicellina nutans
Pedicellina nutans Dalyell, 1848 -Beschrijving:- Deze soort vormt soms zeer dichte kolonies. De stolonen zijn ca. 2-30 mm dik, dus tweemaal zo dik als die van Barentsia gracilis , de tweede entoproct in onze wateren. De zoïden zijn 1 tot 2 mm hoog, en de steeltjes lopen taps toe naar boven toe. De steel is gespierd, zonder stekels. De calyx is...
Pediciide steltmuggen
(Familie Pediciidae) steltmuggen -Kenmerken- Op langpootmuggen (familie Tipulidae) gelijkend, echter zonder neusvormig verlengde snuit (rostrum). Van de familie Limoniidae onder andere te onderschijden door de aanwezigheid van korte haartjes tussen de facetten (ommatidia) van de ogen. -Voorkomen- In Noordwest Europa vertegenwoordigd met ca. 40 soorten. -Levenswijze- La...
Peen
(Daucus carota) -Peen - RH. 0394 Volledige wetenschappelijke naam: Daucus carota L. Diagnostische kenmerken: Plant stijf behaard. Bladen 2- of 3-voudig geveerd, blaadjes langwerpig of lancetvormig, veerdelig. Scherm met vele stralen, buitenste stralen in de vruchttijd vo
Peenrode melkzwam
(Lactarius deterrimus) -Nederlandse naam:- Peenrode melkzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot ondiep trechtervormig, Ø 3-10 cm, gelig oranje, groenig verkleurend, met een ingerolde rand. Lamellen dicht opeen, iets aflopend, bleek oranje tot geel, na beschadiging groen verkleuren
Peer
(Genus Pyrus) -Peer- Volledige wetenschappelijke naam: Pyrus L.
Peer
(Pyrus communis) -Peer - RH. 1035 Volledige wetenschappelijke naam: Pyrus communis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Malus sylvestris: Steunblaadjes aan de korte loten lintvormig, (6-) 10-15 mm lang, meestal dicht bezet met witte of ook met bruine haren, vaak vroeg afvall
Peervormige stuifzwam
(Lycoperdon pyriforme) -Nederlandse naam:- Peervormige stuifzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam peervormig, Ø 2-4 cm, 1-6 cm hoog, gesteeld. Bovenste deel korrelig, wittig of beige-vleeskleurig tot kastanjebruin, met een centrale opening. Steel 1-3 cm lang, met fijne, donkere sch
Pekbloem
(Silene armeria) -Pekbloem - BB. 1201 Volledige wetenschappelijke naam: Silene armeria L. Diagnostische kenmerken: Plant eenjarig. Bloemen tweeslachtig. Bloeiwijze V-vormig, aan het eind van elke tak met een gedrongen bijscherm. Kroonbladen met langwerpige keelschubben, l
Peksteel
(Polyporus badius) -Nederlandse naam:- Peksteel -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam éénjarig, (vlak) trechter- tot waaiervormig met een centrale of excentrische steel. Hoed Ø 2-25 cm. Bovenzijde glad, glanzend, donker roodbruin met een licht roodbruine tot gelige randz
pelagiaal
Het open water. Alternatieven: pelagisch
pelikanen
(Deel van de) Triviale naam voor soorten behorend tot de familie Pelecanidae (onderorde Pelecani, orde Pelecaniformes) en in het meervoud de algemene term om alle leden van de familie aan te duiden. De familie bestaat uit 6-8 soorten (afhankelijk van opvatting). Alle soorten zijn zeer groot (125-180 cm) en aangepast aan leven op het water. Ze komen...
Pelsmot
(Tinea pellionella) pelsmot Spanwijdte vleugels 11-17 mm, juni-augustus -Kenmerken- Behoort tot de familie Tineidae, waar ook de beruchte, destructieve kleermot toe behoort. Voorvleugels bruin tot grijsbruin en beschubd met koperglans. Achtervleugels donker. -Voorkomen- Cosmopoliet. Binnenshuis het hele jaar door mits niet te droog, buitenshuis in vogelnesten. -Levens...
Penneschaft
(Tubularia indivisa) Tubularia indivisa Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Penneschaft -Beschrijving:- Een relatief grote en opvallende soort, waaraan men veel details kan zien die bij andere hydroïdpoliepen wel aanwezig zijn, maar te klein zijn om goed waar te nemen zonder loep of microscoop. De kolonie bestaat uit een soort grondplaat waaruit een aantal tamelijk...
Penningkruid
(Lysimachia nummularia) -Penningkruid - RH. 0782 Volledige wetenschappelijke naam: Lysimachia nummularia L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lysimachia nemorum: Bladen rond, eirond of elliptisch, stomp, met rode klierpuntjes (loep!). Bloemstelen tamelijk dik, korter tot weinig lan
Penseelkever
(Trichius fasciatus) penseelkever Lengte 9-12 mm, juni-juli. -Kenmerken- Dekschilden geel en recht afgeknot met in het midden 3 onderbroken, zwarte dwarsstrepen. Er komen veel variëteiten in de tekening van de dekschilden, onder andere geheel zwarte exemplaren. -Voorkomen- Vooral op open bosplekken in bergachtige streken, maar ook in Oost- en Zuid-Nederland en Bel...
Penseelschimmel
(Penicillium digitatum) -Nederlandse naam:- Penseelschimmel -Beschrijving- Vruchtlichaam een groene poederige korst op de schil van aangetaste sinaasappels. -Voorkomen- Op rottende sinaasappels. -Status- Algemeen. -Extra informatie- Vroeger kende men de heilzaamheid van Penseels
Pentatoma rufipes
Lengte 13-15 mm, mei-oktober -Kenmerken- Herkenbaar aan de vierkante "schouders´ van het bijna rechthoekige halsschild. Donker bruin met oranjerood uiteinde van het schild en een licht-donker gevlekt connexivum. -Voorkomen- Bij bosranden op verschillende soorten loofbomen. Algemeen, vooral op kers.
Peper-en-zoutvlinder
(Biston betularia) peper-en-zoutvlinder Spanwijdte vleugels 35-60 mm, mei-juli -Kenmerken- Vleugels tamelijk smal en lang. Komt in 2 hoofdvormen voor: wit met zwarte tekening en talloze zwarte spikkeltjes (348 6 g) en geheel melanistisch zwart. -Voorkomen- Algemeen in bossen, parken en tuinen. -Levenswijze- De zwarte vorm heeft zich ontwikkeld in de negentiende en tw...
Peperboleet
(Chalciporus piperatus) -Nederlandse naam:- Peperboleet -Beschrijving- Hoed halfbolvormig, Ø 3-7 cm, oker- tot rossig-bruin. Buisjes wat aflopend, kaneel- tot roestbruin. Poriën hoekig, rossig-bruin. Steel 1-4 cm x 5-20 mm, slank, geelbruin, met een versmalde, citroengele basis.
Peperboompje
(Genus Daphne) -Peperboompje- Volledige wetenschappelijke naam: Daphne L.
Peperboompjesfamilie
(Familie Thymelaeaceae) -Peperboompjesfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Thymelaeaceae Heesters. Bladen meestal verspreid, enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemen regelmatig, meestal tweeslachtig, meestal 4-tallig. Kelkbladen meestal 4, vaak gekleurd, evenals de kroon
Peperbus
(Myriostoma coliforme) -Nederlandse naam:- Peperbus -Beschrijving- Vruchtlichaam gesloten bol- tot tolvormig, met 6-12 slippen, Ø 4-12 cm. Buitenzijde glad, geelachtig tot bruin. Binnenzijde wittig of gelig tot bruinachtig of bruinzwart. Bol Ø 25-50 mm, met 3-15 steeltjes, met
Peperkers
(Lepidium latifolium) -Peperkers- RH. 0732 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Lepidium latifolium L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lepidium graminifolium: Stengelbladen eirond tot lancetvormig, de middelste getand, de bovenste gaaf. Onderste bladen lang gesteeld
Pepermunt
(Mentha piperita(x)) -Pepermunt- BB. 5092 Volledige wetenschappelijke naam: Mentha xpiperita L. Mentha aquatica x Mentha spicata. Diagnostische kenmerken t.o.v. Mentha spicata: Middelste stengelbladen kort gesteeld. Plant met sterke pepermuntgeur, geheel onvruchtbaar. Zeldzaa
pereiopoden
Borstpoten, gebruikt voor beweging en verdediging. Alternatieven: pereiopode
Perentak
(Apocheima pilosaria) perentak Spanwijdte vleugels 35-40 mm, februari-maart -Kenmerken- Mannetje (348 3 g) met grijze, onduidelijk donker getekende vleugels. Vrouwtje grijs van kleur met zeer kleine vleugelstompjes. -Voorkomen- Niet zeldzaam rond houtwallen, in bossen en tuinen. -Levenswijze- In tegenstelling tot de wintervlinder is dit een zeer vroeg vliegende soort. V...
Perfect
(in de mycologie) zich geslachtelijk voortplantend.
periderm
Hoornachtige stof die een hydroïdpoliep omgeeft. Bij de athecata zijn alleen de stengels (hydrocauli) omgeven, bij thecate hydroïdpoliepen ook de hydranth.
Peridiolen
door een vliesje omgeven sporenmassa (gleba) als het zwarte "kogeltje" van de Kogelwerper (Sphaerobolus stellatus) (388.jpg) en de "eitjes" in de spatbekertjes van Nestzwammen.(384.jpg)
Peridium
de wand van het voortplantingsorgaan van een Slijmzwam.
perigoniumdekseltje
Bloemdekbladen bij Salicornia (Zeekraal); deze zijn vergroeid en omgevormd tot het zgn. perigoniumdekseltje. Alternatieven: perigoniumdekseltjes
perigyn
Bloem waarbij de bloembodem het vruchtbeginsel tot halverwege omgeeft; indien de bloembodem met het vruchtbeginsel is vergroeid, wordt het vruchtbeginsel halfonderstandig genoemd; is dit niet het geval (en is het vruchtbeginsel dus bovenstandig), dan wordt de bloembodem "kelkbuis" genoemd; bij een perigyne bloem is deze "kelkbuis&quo...
periostracum
Organische opperhuid van schelpen.
Perisporen
sporen omgeven door een slijmerige massa.(22.jpg)
Perla marginata
Lengte 15-25 mm, mei-augustus -Kenmerken- Grote, donker gekleurde steenvlieg. Ruimte tussen de ocellen boven op de kop opgevuld door een zwarte vlek (familie Perlidae). De nimf (038 1b g) is geelbruin met contrastrijke, donkere vlekkentekening. Poten met dichte, lange en enigszins oplichtende rijen haren. Aan het borststuk dichte witachtige kieuwbo...
Perlodes soort
Lengte 15-25 mm, maart-augustus -Kenmerken- Perlodes-soorten (familie Perlodidae) lijken in grootte en kleur op Perla en Dinocras (familie Perlidae), onderscheiden zich echter door een zeer fijnmazig adernet in de punt van de voorvleugel, terwijl de laatst genoemde geslachten daar juist lange, slanke vleugelcellen hebben. De nimf (038 4b g) heeft s...
Perzikkruid
(Persicaria maculosa) -Perzikkruid- RH. 0977 Volledige wetenschappelijke naam: Persicaria maculosa Gray Diagnostische kenmerken: Bloeiwijze dicht aarvormig, tamelijk kort, niet onderbroken, breder dan 5 mm. Bladen lancetvormig, vaak met een zwarte, ongeveer halvemaanvormige vl
Perzische klaver
(Trifolium resupinatum) -Perzische klaver- BB. 1836 Volledige wetenschappelijke naam: Trifolium resupinatum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Trifolium hybridum: Bloemen tijdens of aan het eind van de bloei met de vlag naar beneden gedraaid, helder paarsroze, zelden wit, 4-8 mm
Pestvogel
(Bombycilla garrulus) -Wetenschappelijke naam: - Bombycilla garrulus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Pestvogel -Vogelgroep:- Pestvogels -Veldkenmerken.- 19 cm. Plompe vogel met grote kuif. Onmiskenbaar, maar in ongunstige omstandigheden zowel in zit als in vlucht te verw
pestvogels
(Deel van de) Triviale naam voor de 3 soorten pestvogels in de subfamilie Bombycillinae van de familie Bombycillidae (Passeriformes, onderorde Oscines) en in het meervoud de algemene term voor de subfamilie, maar ook voor de familie, waartoe nog twee genera behoren (met in totaal 5 soorten). In Nederland wordt de naam gebruikt voor de Pestvogel Bom...
Peterselie
(Genus Petroselinum) -Peterselie- Volledige wetenschappelijke naam: Petroselinum Hill Opm. Deelvruchten op doorsnede zwak 5-kantig.
petiolaat
gesteeld.
petiolus
de smalle 'taille' van bijen, wespen en andere Hymenoptera; bij mieren vaak pedicel genoemd.
Phacelia
(Phacelia tanacetifolia) -Phacelia- BB. 1820 Volledige wetenschappelijke naam: Phacelia tanacetifolia Benth. Diagnostische kenmerken: Stengel vooral naar boven toe met korte haren en klierharen, daartussen met lange, afstaande borstels. Bladen enkel of dubbel geveerd of veerdelig
Phegeavlinder
(Amata phegea) phegeavlinder Spanwijdte vleugels 35-40 mm, juni-augustus -Kenmerken- Voor- en achtervleugels zwartblauw met witte vlekken. Achterlijf met 2 gele banden. -Voorkomen- Langs warme bosranden en in lichte bossen in een bloemrijk biotoop. In Zuid-Europa talrijk in zonnige alpenvalleien. In Nederland lokaal, voornamelijk in Zuid-Limburg, ook bij Valkensw...
Phellinus tuberculosus
-Nederlandse naam:- Boomgaardvuurzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam meerjarig, hard, dik kussen- tot hoefvormig, 3-10 cm. Bovenzijde glad, mat, grijs tot rossig-bruin, vaak groen door algen. Met meerdere buisjeslagen. Buisjes per laag 2-3 mm, roestbruin. P
Philopotamus ludificatus
Lengte 7-9 mm, Spanwijdte vleugels 20-28 mm, mei-augustus -Kenmerken- Een soort uit de familie Philopotamidae die lijkt op Hagenella-soorten, maar kleiner is en smallere vleugels heeft. Lijf zwart, kop en thorax dicht goudgeel behaard. Voorvleugels geel en met een zeer contrastrijk, zwart patroon. Achtervleugels donkerbruin met gele vlekken. -Voork...
Phleum pratense
BB. 2385 Volledige wetenschappelijke naam: Phleum pratense L. De volgende ondersoorten worden gevonden: Phleum pratense pratense Phleum pratense serotinum Diagnostische kenmerken: Bloeiwijze aan de voet plotseling afgeknot, 1-30 cm lang, geelachtig tot donkergroen. Kelkkafjes aan de top plotseling afgeknot en in een 1-3 mm lange iets naar buiten ge...
Pholidoptera aptera
Lengte 19-25 mm, juli-oktober -Kenmerken- Grijsbruin tot roodbruin tot bijna zwart. Zijkanten achterrand van het halsschild met scherp afgetekende, witte streep. -Voorkomen- Op open plekken in het bos in middelgebergten rond de Alpen, plaatselijk algemeen.
Phragmobasidiomyceten
(Onderklasse Phragmobasidiomycetes) -Nederlandse naam:- Phragmobasidiomyceten De meeste Phragmobasidiomyceten hebben gelatineuze vruchtlichamen, die na indroging, door vochtopname kunnen regenereren. -Opgenomen taxa:- Orde Exobasidiales Orde Auriculariales Orde Tremellales Orde Dacrymycetal
Phryganea grandis
Lengte 15-21 mm, Spanwijdte vleugels 40-60 mm, april-augustus -Kenmerken- De grootste schietmot uit Nederland en België. Vleugels grijs met bruine en witte vlekken, bij de vrouwtjes (320 2a g) bovendien met zwarte lengtestrepen. Familie Limnephilidae. -Voorkomen- Larve in stilstaand en langzaam stromend water, inclusief laaglandrivieren met ve...
Phthisica marina
Phthisica marina Slabber, 1778 -Beschrijving:- Deze verwant van het spookkreeftje Caprella linearis wordt ca. 2,5 cm lang. Hij heeft geen Nederlandse naam. Het is wel een engerdje, want aan zijn tweede gnathopode heeft hij niet alleen net als Jassa falcata een relatief groot haakachtig geval, maar ook een giftand - al is dat maar een heel kleintje ...
Phyllodromica maculata
Lengte 7-8 mm, mei-oktober -Kenmerken- Bij het mannetje reiken de donkere vleugels tot bijna aan het uiteinde van het achterlijf. De lange voelsprieten hebben zwarte punten. Bij het vrouwtje zijn de vleugels kort en laten het achterlijf voor de helft onbedekt. -Voorkomen- Op zonnige plaatsen langs bosranden en op warme bergterrassen. Plaatselijk al...
Phyllomorpha laciniata
Lengte 9-11 mm, augustus-mei -Kenmerken- Lichaam met bizarre uitsteeksels en verbredingen, sterk gedoornd (familie Coreidae). -Voorkomen- Op droge, zandige plaatsen met Panonychia, een viltig behaarde, kruipende anjerachtige. Middellandse Zeegebied. Niet in Nederland en België. -Levenswijze- De vrouwtjes leggen hun eieren bij voorkeur op de ru...
Phyllophora pseudoceranoides
Phyllophora pseudoceranoides (S.G. Gmeling) Newr. & A.R.A. Taylor -Beschrijving:- De ovale steel van dit wier gaat na ongeveer 5 cm plotseling over in het blad, dat plat en grillig vertakt is. Eigenlijk lijkt deze soort wel op een klein exemplaar van kernwier (Mastocarpus stellatus ), of zelfs van Iers mos (Chondrus crispus ), maar dan met een ...
Phymata crassipes
Lengte 8-9 mm, mei-juni -Kenmerken- Bizar uiterlijk, maar wel typisch voor de familie Phymatidae, die verwant is aan de roofwantsen. Achterlijf driehoekig; kopschild verbreed met omhoog gebogen randen voorpoten gevormd als korte, krachtige vangpoten. Mannetje donkerbruin, vrouwtje gelig. -Voorkomen- Op bloemrijk, ongecultiveerd (kalk)grasland, op b...
Physarum vernum
-Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichamen in groepen, zittend, tot 0,5 mm hoog en 0,3-0,8 mm breed, bol- tot wormvormig en vertakkend, daarbij soms slingerende, onderling verbonden, enkele centimeters grote netwerken vormend, wit tot lichtgrijs. Plasmodiu
Physocephala rufipes
Lengte 8-11 mm, april-juni. -Kenmerken- Basis van het achterlijf smal en lang gesteeld. Voorhoofd geel met zwarte, naar onderen in gaffel uitlopende band. Zuigsnuit nog langer dan bij Conops-soorten. -Voorkomen- Bij bosranden en andersoortige open plekken. Niet zeldzaam in Nederland en België. -Levenswijze- De soort parasiteert bij verschillen...
Phyteuma spicatum
BB. 2435 Volledige wetenschappelijke naam: Phyteuma spicatum L. Phyteuma spicatum nigrum Phyteuma spicatum spicatum phyteua2.jpg phyteua4.jpg Diagnostische kenmerken: Wortelbladen breed eirond tot eirond-lancetvormig, meestal met hartvormige, soms met afgeknotte of zwak wigvormige voet, in het centrum soms met zwarte vlekken. Aar aanvankelijk vaak ...
Phytoecia coerulea
Lengte 6-12 mm, april-juni. -Kenmerken- Tamelijk kleine soort. Lichaam en vooral de dekschilden dicht blauwgroen, blauw of grijs behaard. -Voorkomen- Op kalkgraslanden en langs wegbermen, niet in de duinen. In Nederland zeldzaam in Zuid-Limburg. -Levenswijze- Larven ontwikkelen zich in de stengels en wortels van ruwbladigen, onder andere slangenkru...
Phytoecia cylindrica
Lengte 6-14 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Lichaamsbouw smal cilindervormig. Kleur donkergrijs tot zwart; voorpoten deels oranjegeel. Het midden van het halsschild dicht, wit behaard. -Voorkomen- Langs bosranden en wegbermen op allerlei lage planten. In Nederland zeldzaam, alleen in Zuid-Limburg. -Levenswijze- Larven hebben een 1-jarige ontwikkeling...
Phytoecia nigripes
Lengte 10-16 mm, mei-juni. -Kenmerken- Lijkt zeer op de tweeoog-wilgenbok, Oberea oculata, maar is breder en veel steviger gebouwd. -Voorkomen- Soort met een zuidelijke verspreiding op graslanden en langs wegen. Midden- en Zuid-Europa, niet in Nederland. -Levenswijze- Larven ontwikkelen zich in de stengels en wortels van schermbloemigen.
Picromerus bidens
Lengte 10-13 mm, juli-oktober -Kenmerken- Bruin met koperglans. Halsschild loopt recht naar achteren van de kop weg en eindigt in een scherpe "doorn´. -Voorkomen- Talrijk in lage bosjes op vochtige plaatsen. -Levenswijze- Voedt zich met andere insecten.
Piekhaarzwammetje
(Crinipellis scabellus) -Nederlandse naam:- Piekhaarzwammetje -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid, met een verlaagd centrum, Ø 8-15 mm, droog, mat, wittig-crème tot beige, met radiaire, oranje- tot roodbruine, vezelige schubjes, het centrum donkerrood- tot zwartbruin en
Pijlinktvis
(Loligo vulgaris) Loligo vulgaris Lamarck, 1798 -Nederlandse naam:- Pijlinktvis -Beschrijving:- Net als alle pijlinktvissen heeft deze soort een slank lichaam, met tamelijk korte armen. Het achterlijf loopt spits toe. De vinnen aan weerszijden van het achterlijf vormen een naar achteren wijzende pijlpunt: vandaar de naam. De inwendige schelp, die ‘gladius&rsqu...
Pijlkruid
(Sagittaria sagittifolia) -Pijlkruid - RH. 1114 Volledige wetenschappelijke naam: Sagittaria sagittifolia L. Diagnostische kenmerken: Bladen aan de voet van de stengel staand, lang gesteeld, stomp of spits, aan de voet meestal diep pijlvormig, de ondergedoken bladen lijnvormig. Bl
Pijlkruidkers
(Lepidium draba) -Pijlkruidkers- RH. 0730 Volledige wetenschappelijke naam: Lepidium draba L. Diagnostische kenmerken: Vrucht niet openspringend, ongevleugeld, 3-4,5 mm lang, meestal aan de voet hartvormig, buikig, met een 1-1,5 mm lange stijl, aan lange stelen. Bloemen i
Pijlscheefkelk
(Arabis hirsuta subsp. sagittata) -Pijlscheefkelk - RH. 1458 -Rode Lijst 2. Beschermd! - Volledige wetenschappelijke naam: Arabis hirsuta subsp. sagittata (Bertol.) Gaudin Zie soort: Arabis hirsuta Diagnostische kenmerken: Bovenste helft der vruchtkleppen zonder duidelijke middennerf. Lan
Pijlstaart
(Anas acuta) -Wetenschappelijke naam: - Anas acuta Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Pijlstaart -Vogelgroep:- Grondeleenden -Veldkenmerken.- 56 cm. Slanke grondeleend met lange nek en puntige staart. Mannetje met chocoladebruine kop en bovennek, opvallende witte nek
Pijlstaarten
(Familie Sphingidae) pijlstaarten -Kenmerken- De pijlstaarten hebben een stevig en gestroomlijnd lichaam. Met de smalle, puntige vleugels kunnen zij snel vliegen, maar er zijn ook soorten met bredere vleugels die langzamer vliegen en stil in de lucht kunnen staan als een kolibrie. De meeste pijlstaarten hebben een lange tong, soms langer dan het lichaam en kunnen daarm...
pijlstormvogels
(Deel van de) Triviale naam voor een deel van de soorten behorend tot de familie Procellariidae, die ook wel gemakshalve stormvogels genoemd worden, samen met de echte stormvogels, de stormvogeltjes, de alkstormvogels en de albatrossen. Zie bij ’stormvogel’ voor meer informatie. De pijlstormvogels vormen een groep van ongeveer 20 soorte...
pijlvormig
Aan de voet met terugwijzende, spitse lobben. Alternatieven: pijlvormige
Pijpbloem
(Aristolochia clematitis) -Pijpbloem - RH. 0090 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Aristolochia clematitis L. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand. Bladen rondachtig tot eirond, met hartvormige voet en vrij stompe top, kaal. Bloemen in bundels in de bladoks
Pijpbloemapollo
(Archon apollinus) (Herbst, 1798) Pijpbloemapollo -Beschrijving: - De pijpbloemapollo is in het vroege voorjaar te vinden op warme, beschutte plekken in graslanden, in olijfboomgaarden en wijngaarden, langs rotsachtige hellingen met struiken of in open bos. Ook op vochtige plekken, zoals langs beken, zijn de vlinders aangetroffen. Als waardplant worden verschillende ...
Pijpbloemfamilie
(Familie Aristolochiaceae) -Pijpbloemfamilie - Volledige wetenschappelijke naam: Aristolochiaceae Houtige klimplanten, of kruiden. Bladen verspreid, enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemen tweeslachtig. Bloemdek vergroeidbladig, regelmatig of tweezijdig symmetrisch, gekleurd. Me
Pijpenstrootje
(Molinia caerulea) -Pijpenstrootje - RH. 0832 Volledige wetenschappelijke naam: Molinia caerulea (L.) Moench Diagnostische kenmerken: Plant grote dichte pollen vormend. Stengels rechtopstaand, bij de voet met 1 knoop, het onderste stengellid ca. 5 cm lang en vaak naar de vo
Pijpestrootjesmoederkoren
(Claviceps microcephala) -Nederlandse naam:- Pijpestrootjesmoederkoren -Beschrijving- < 1cm: loep Sclerotia als snavels uit de bloeiwijzen stekend, in de lengte gegroefd, bruinzwart tot zwart, 0,5-1,5 cm x 2-3 mm. -Voorkomen- Op de zaden van grassen als Pijpestrootje en riet. Par
Pijpknotszwam
(Macrotyphula fistulosa) -Nederlandse naam:- Pijpknotszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam slank knotsvormig, 3-20 x 0,5-1 cm, hol. Bovenste tweederde deel met een stompe top, mat, okergeel of zeemleerkleurig tot roodachtig okerbruin. Steel mat, okergeel tot roodachtig okerbruin, me
Pijptorkruid
(Oenanthe fistulosa) -Pijptorkruid- RH. 0869 Volledige wetenschappelijke naam: Oenanthe fistulosa L. Diagnostische kenmerken: Stelen der stengelbladen (veel) langer dan de schijf, evenals de stengel wijd buisvormig. Schermen met 2-4 stralen, de eindelingse met vnl. tweeslacht
Pillendraaier
(Scarabaeus semipunctatus) pillendraaier Lengte 18-24 mm, mei-juni. -Kenmerken- Opvallend breed en afgeplat. Halsschild gepuncteerd, dekschilden vrijwel glad. -Voorkomen- In het westelijke, Middellandse Zeegebied, vooral langs de kust algemeen.
Pilobolus crystallinus
-Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam bol flesvormig, gesteeld, 2-4 mm, waterig wit tot wittig-gelig, doorschijnend, met een zwart ovaal, afgeplat sporangium op een ringzone aan de top. Steel 5-20 mm, waterig wit tot wittig-gelig, doorschijnend, afhank
Pilvaren
(Pilularia globulifera) -Pilvaren - RH. 0939 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Pilularia globulifera L. Diagnostische kenmerken: Wortelstok draadvormig, lang kruipend, kaal, groen. Bladen draadvormig, tot 9 cm lang (soms langer indien ondergedoken), meestal dicht
Pilvarenfamilie
(Familie Marsileaceae) -Pilvarenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Marsileaceae Moeras- of waterplanten met kruipende vertakte wortelstok. Bladen in 2 rijen geplaatst, in de jeugd opgerold. Sporangiënhoopjes aan de voet de bladen, in een bolvormig, kortgesteeld, bij rij
Pilzegge
(Carex pilulifera) -Pilzegge- RH. 0251 Volledige wetenschappelijke naam: Carex pilulifera L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex caryophyllea: Plant zonder wortelstokken, zeer dichte pollen vormend. Onderste schutblad bladachtig, groen, vlak. Bloeiwijze gedrongen. Vrouweli
Pimelia soort
Lengte 18-22 mm, januari-december. -Kenmerken- Bijna kogelronde, hoog gewelfde, zeer gedrongen gebouwde zwartlijven. Dekschilden met lengteribben, met daartussen een fijne korrelstructuur. -Voorkomen- In het Middellandse Zeegebied op zandige terreinen langs de kust algemeen. Niet in Nederland en België. -Levenswijze- Nachtactieve kevers die va...
Pimpelmees
(Parus caeruleus) -Wetenschappelijke naam: - Parus caeruleus Linnaeus 1758 -Nederlandse naam: - Pimpelmees -Vogelgroep:- Mezen -Veldkenmerken.- 11,5 cm. Opvallendste kleuren blauw en geel. Kleine beweeglijke mees. Kruin, vleugels en staart blauw, oorstreek wit, bovendelen