Regieraad
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Arbeid gerelateerd > Kwaliteit van Zorg
Datum & Land: 06/06/2013, NL
Woorden: 946
Kwaliteitsmodel
Vereenvoudigde weergave van de organisatie en-of het proces van de zorgverlening. Complexe processen worden in het model gereduceerd tot een aantal aspecten.
Kwaliteitsmeting
Meting van de kwaliteit van zorg aan de hand van criteria voor goede zorgverlening. Kwaliteitsmeting vindt onder andere plaats via indicatoren en patiënt- (of cliënt)tevredenheidsmetingen.
Kwaliteitsmanagement, integraal
(IKM) Samenhangend kwaliteitsbeleid waarbij alle betrokken zorgverleners samenwerken in het zorgproces rond de patiënt en streven naar voortdurende verbetering van de zorgverlening opdat die zo veel mogelijk overeenkomt met de verwachtingen van gebruikers. IKM combineert de professionele kwaliteit (productkwaliteit) met de organisatorische kwaliteit (proceskwaliteit) en integreert diverse instrumenten van kwaliteitsbevordering, zoals normering, meting, toetsing, deskundigheidsbevordering, intervisie, verbetering, borging, melding en verantwoording afleggen.
Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg
Een kader waarin is aangegeven wat de normen zijn voor verantwoorde zorg en hoe een instelling de kwaliteit van zorg kan meten. Het kader bevat een exacte omschrijving – per sector – van alle zorginhoudelijke en cliëntgebonden indicatoren. Daarnaast bevat het kwaliteitskader achtergronden en een sturingsmodel dat de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokkenen beschrijft.
Kwaliteitsjaarverslag
Verplicht jaarverslag op grond van de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Zorginstellingen zijn verplicht om jaarlijks een verslag te publiceren over hun kwaliteitsbeleid. Hierin moet de zorgaanbieder onder andere de volgende gegevens vermelden: • of en op welke wijze hij patiënten of consumenten bij het kwaliteitsbeleid heeft betrokken; • de frequentie en de manier waarop de kwaliteitsbeoordeling binnen de instelling heeft plaatsgevonden en het resultaat daarvan; • de maatregelen naar aanleiding van klachten en meldingen over de kwaliteit van de verleende zorg. Voor een aantal sectoren is in de Regeling Kwaliteitsjaarverslag zorginstellingen bepaald dat zij gebruik moeten maken van een modelkwaliteitsjaarverslag. Het verslag moet vóór 1 juni ter inzage worden gelegd. Daarnaast moeten afschriften van het verslag worden verzonden aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het regionale consumenten- en-of patiëntenplatform.
Kwaliteitshandboek
Geheel van voorschriften, procedures en werkinstructies ter verbetering en waarborging van het kwali-teitsbeleid binnen een organisatie.
Kwaliteitsfunctionaris
Medewerker die belast is met het coördineren en uitvoeren van kwaliteitsbeleid. Het profiel van de kwali-teitsfunctionaris is divers met variërende taken en verantwoordelijkheden.
Kwaliteitsdomeinen gezondheidszorg
Aantal kwaliteitsaspecten die als belangrijkste indicatoren gelden voor goede zorg, opgesteld door het Institute of Medicine in de Verenigde Staten. Hiertoe worden gerekend: effectiviteit, tijdigheid, efficiëntie, veiligheid, toegankelijkheid, gelijkheid en patiëntgerichtheid.
Kwaliteitscyclus
Een cyclus van handelingen gericht op kwaliteitsverbetering. Het heet ook wel verbetercyclus of PDCA-cyclus (van ‘plan, do, check, act’): de zogenoemde deming-cyclus. De PDCA-cyclus impliceert dat elk productie- of bedrijfsproces kan worden verbeterd door telkens kleine veranderingen te introduceren en uit te proberen (‘rapid cycle improvement’). In plaats van ‘check’ wordt ook wel ‘study’ gebruikt, afgekort PDSA-cyclus.
Kwaliteitsbewaking
Het treffen van maatregelen die de (ongewenste) variatie in een proces – bijvoorbeeld zorg – of een product – bijvoorbeeld infuusvloeistof – binnen zo smal mogelijke marges houden. In de klassieke uitleg van dit begrip wordt het bewaken van de kwaliteit enerzijds als een bevordering van de kwaliteit gezien en anderzijds als toezicht op naleving van het handelen.
Kwaliteit van zorg
1. Niveau van de gezondheidszorg dat zowel voor het individu als voor de bevolking de kans vergroot op gewenste uitkomsten, waarbij de verleende zorg in overeenstemming is met gangbare medische kennis en inzichten. Dit is een empirische definitie. 2. De optimale verhouding van ervaringen ten opzichte van verwachtingen met betrekking tot een bepaald aspect van de (gezondheids)zorg. Men onderscheidt gewoonlijk zes aspecten of dimensies: veiligheid, effectiviteit, efficiëntie, tijdigheid, toegankelijkheid en patiëntvriendelijkheid (gericht op de behoeften van de patiënt). Toegankelijkheid wordt ook wel vervangen door billijkheid. Hiermee wordt dan bedoeld dat de zorg ongeacht etniciteit of geloof moet worden geleverd. Dit is een theoretische definitie. 3. Zorg die steeds beter voldoet aan de noden en wensen van de klant. Dit is een praktijkgerichte definitie. In het bedrijfsleven gaat het vrijwel alleen om het voldoen aan de ‘wensen’ van de klant: het gaat er immers om zo veel mogelijk producten of diensten te verkopen. In de zorg gaat het er allereerst om dat de ‘klant’ (patiënt, cliënt, burger) de zorg krijgt die volgens de professionele standaard noodzakelijk is en dat deze zorg zo goed mogelijk wordt geleverd. Als er verschil is tussen wat de klant wil en wat de professional noodzakelijk vindt, dan heeft de professional de taak het voortouw te nemen om tot een gezamenlijke beslissing te komen. 4. In de Kwaliteitswet Zorginstellingen (KWZ) wordt bepaald dat de zorgaanbieder verantwoorde zorg moet aanbieden. Onder verantwoorde zorg wordt verstaan zorg van goed niveau, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van de patiënt. Zie ook...
Kwaliteit van leven
(health-related quality of life; HRQoL; QoL) Verzamelnaam voor de uitkomst van meetinstrumenten bij het kwaliteit-van-leven-onderzoek waarmee men probeert uit te drukken hoe de beleving van de (on)-mogelijkheden van het actuele leven zich verhoudt tot die van het gewenste leven. Het is een veelgebruikte maat voor het fysiek, psychisch en sociaal functioneren op individueel niveau. Voor het meten worden gevalideerde vragenlijsten gebruikt.
Kwaliteit
Geheel van eigenschappen en kenmerken van een product of dienst, dat van belang is voor het voldoen aan gestelde eisen of vanzelfsprekende behoeften. Een operationele definitie van kwaliteit is: ‘(steeds beter) voldoen aan de noden en wensen van de klant’. Een externe klant in de zorgsector kan bijvoorbeeld de patiënt of de zorgverzekeraar zijn. Intern zijn onder meer zorgverleners, afdelingen en diensten ‘klant’ van elkaar. Kwaliteit heeft professionele, organisatorische en relationele aspecten.
Kwalitatief onderzoek
Onderzoek naar opvattingen, meningen, gedragingen en gevoelens van personen over een duidelijk omschreven onderwerp. Men hanteert daarbij kwalitatieve methoden, zoals interview, (participerende) observatie, gespreksgroep en delphi-methode. De resultaten zijn niet te kwantificeren (in cijfers uit te drukken) en niet te generaliseren. Kwalitatief onderzoek is veelal gericht op het ontwikkelen van hypothesen.
Lareb
Lareb (Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen) is een onafhankelijke stichting die meldingen van vermoedelijke bijwerkingen verzamelt en analyseert, die spontaan door artsen, apothekers, patiënten en fabrikanten gedaan worden. De aandacht is vooral gericht op het opsporen van nog onbekende neveneffecten. Om schade door geneesmiddelen zoveel mogelijk te voorkomen, worden de resultaten gepresenteerd aan de overheid en de verschillende beroepsgroepen. Daarnaast probeert Lareb het bewustzijn bij zorgverleners met betrekking tot bijwerkingen te verhogen, zodat deze effecten ook daadwerkelijk gemeld worden.
Langdurige zorg
(care) Zorg die langer dan één jaar duurt voor mensen met een beperking, chronisch zieken en ouderen en die professionele zorg en-of begeleiding nodig hebben in hun dagelijks leven. Deze zorg kan worden geleverd door formele zorg- en dienstverleners maar ook door informele zorgverleners, zoals familie, vrienden, buren en vrijwilligers.
Landelijke Transmurale Afspraak
(LTA) Document waarin globale richtlijnen voor de samenwerking tussen huisartsen en specialisten worden gegeven. Deze richtlijnen dienen als landelijk vastgesteld uitgangspunt voor regionale transmurale werkafspraken tussen huisartsen en specialisten. De onderwerpen sluiten zoveel mogelijk aan bij de actuele behoefte in het veld. LTA’s sluiten aan bij de NHG-standaarden en de specialistenrichtlijnen over een onderwerp.
Landelijke Organisatie Cliëntenraden
(LOC) Landelijke belangenorganisatie voor cliëntenraden van verpleeg- en verzorgingshuizen, aanleunwoningen, woonzorgcentra en cliënten van de thuiszorginstellingen. Ook individuele cliënten kunnen voor advies bij de LOC terecht.
Landelijke Huisartsen Vereniging
(LHV) Beroeps- en belangenorganisatie voor huisartsen die de belangen behartigt van alle huisartsen en huisartsen in opleiding. De besturen van de huisartsenkringen behartigen de belangen van de leden op lokaal en regionaal niveau.
Landelijke Medische Registratie
(LMR) Registratie die beheerd wordt door Kiwa Prismant en opgezet ten behoeve van onderzoek en beleid. De gegevens worden aangeleverd door alle academische en algemene, en vrijwel alle gespecialiseerde ziekenhuizen. Ontslaggegevens van patiënten die in een Nederlands ziekenhuis zijn opgenomen, vormen de kern van het gegevensbestand
Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraken
(LESA) Van richtlijnen afgeleide documenten met samenwerkingsafspraken tussen eerstelijnsberoepsgroepen, op initiatief van het Nederlands Huisartsen Genootschap. In elke LESA staan tevens suggesties voor regionaal overleg tussen betrokken partijen. Op basis hiervan kan de gedachtewisseling plaatsvinden en kunnen werkafspraken over verwijzen, terugverwijzen en gedeelde zorg worden geformuleerd. Het uiteindelijke doel van een LESA is om de patiënt een herkenbaar, eenduidig beleid en continuïteit in zorg te bieden.
Landelijke Beroepscommissie Klachten
Commissie behandelt klachten in beroep van cliënten van zorgverleners en zorg-instellingen.
Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden
(LCvV) Commissie die tot taak heeft te bemiddelen en zo nodig een bindende uitspraak te doen bij geschillen tussen zorgaanbieders en cliëntenraden ter zake van de uitvoering van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. De LCvV wordt in stand gehouden door ActiZ, GGZ Nederland, LOC, LSR, NVZ, Vraagraak en de VGN.
Landelijk Platform GGZ
Koepel van ongeveer twintig cliënten-, familie- en categorale organisaties in de geestelijke gezondheidszorg die de belangen behartigt van mensen met psychische problemen en hun familie en-of naastbetrokkenen.
Landelijk KennisNetwerk Gehandicaptenzorg
Kennisnetwerk dat bestaande kennis bundelt en verspreidt om zo de zorg- en dienstverlening en het beleid op het gebied van gehandicaptenzorg te verbeteren. Daarnaast richt het netwerk zich op mensen met een beperking en hun ondersteuners, zoals familie en mantelzorgers.
Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging
(LEVV) Onafhankelijk kenniscentrum met als doel de professionele uitoefening van de zorg door verpleegkundigen en verzorgenden te bevorderen. Door kennis te verzamelen, te ontwikkelen en te implementeren helpt het LEVV de beroepsuitoefening te verbeteren en de zorg te vernieuwen. Doel hiervan is de beroepsuitoefening cliëntgericht, doeltreffend en doelmatig te maken.
Landelijk Coördinatie Centrum Reizigersadvisering
(LCR) Orgaan dat zich bezighoudt met de preventie van ziekte bij reizigers en reizigersadvisering. Verder geeft het LCR landelijke richtlijnen uit voor vaccinaties en antimalariamaatregelen. Het geeft adviezen aan medici en andere gezondheidszorgmedewerkers die met speciale vragen of problemen zitten op het gebied van vaccinaties en malaria. Het LCR adviseert ook de organisaties van reisbureaus en touroperators. De landelijke richtlijnen worden verspreid onder artsen en vaccinerende instellingen.
Landelijk Centrum Indicatiestelling Gehandicaptenzorg
(LCIG) Orgaan belast met de indicatiestelling binnen de gehandicaptenzorg, gefinancierd vanuit de AWBZ. Bij een indicatiestelling wordt bepaald of iemand recht heeft op zorg en hoeveel zorg nodig is. Een indicatiestelling biedt dus toegang tot de zorg. Het LCIG indiceert voor de gehandicaptenzorg.
Levensverwachting
Gemiddeld aantal resterende levensjaren van een persoon op een bepaalde leeftijd, gebaseerd op een verzameling van leeftijdsgebonden sterftecijfers. Gewoonlijk wordt hiermee bedoeld de levensverwachting bij de geboorte. De resterende levensverwachting is de levensverwachting vanaf een bepaalde leeftijd. De totale levensverwachting kan worden verdeeld in gezonde jaren en ongezonde jaren.
Levensvatbaarheid
Het vermogen van het pasgeboren kind om al dan niet met medische hulp in leven te blijven; de zwangerschapsduur waarna een kind levensvatbaar is, wordt door technische mogelijkheden steeds korter en ligt tegenwoordig rond 24 weken.
Level playing field
Rechtvaardigheidsprincipe waarbij niet noodzakelijk is dat elke speler evenveel kansen heeft om te slagen, maar wel dat alle spelers het spel spelen volgens dezelfde regels.
Level of evidence
Niveau van bewijsvoering om wetenschappelijke literatuur te graderen. Aan een onderzoek wordt meer zeggingskracht toegekend wanneer de opzet en uitvoering van het onderzoek zodanig zijn dat de kans op systematische vertekening van de uitkomst kleiner is.
Leidraad aanstellingskeuringen
Document ter ondersteuning van de uitvoering van de Wet op de medische keuringen aangaande aanstellingskeuringen. Hierin worden functie-eisen omschreven die een bijzonder beroep doen op de medische geschiktheid van sollicitanten en worden gezondheidscriteria geformuleerd die de inhoud van een eventuele keuring bepalen.
Leidschendamconferenties
Aantal conferenties in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw waarbij op nationaal niveau met alle betrokken partijen en instanties afspraken zijn gemaakt over doelstellingen rond de kwaliteit van zorg en wat er moest gebeuren om deze doelstellingen te verwezenlijken. De afspraken hadden weliswaar enkel het karakter van ‘commitments’, maar de conferenties bleken vruchtbare bodem voor het opbloeien van het kwaliteitsdenken in Nederland.
Leiderschap
Tonen van vaardigheden die betrekking hebben op het uitzetten van een beleid en het daarop inrichten van de organisatie. Persoonlijke betrokkenheid en voorbeeldgedrag zijn essentiële kenmerken van leiderschap. Leiding is aanwezig op elk niveau in de organisatie, maar vanuit kwaliteitsperspectief is een speciaal soort leiderschap nodig: situationeel leiderschap. Dat wil zeggen dat iedereen in de organisatie een eigen verantwoordelijkheid inzake kwaliteit heeft.
Leefstijlgerelateerde aandoeningen
Chronische ziekten, veelal veroorzaakt door veranderingen in leefstijl als gevolg van de toegenomen welvaart (ook wel ‘welvaartsziekten’ genoemd). Als gevolg van de toegenomen welvaart bewegen mensen te weinig, eten niet gevarieerd genoeg en te veel, zijn te dik, roken en drinken te veel alcohol. Dit zijn allemaal risicofactoren voor ziekten zoals diabetes, kanker, hart- en vaatziekten, COPD. De behandeling van deze aandoeningen bestaat uit het terugdringen van risicofactoren door de leefstijl aan te passen.
Leefstijl
Waarneembaar sociaal gedrag in de vorm van voorkeuren en smaken, zoals mensen die ontwikkelen en etaleren. Dit kan in het algemeen betrekking hebben op een groot aantal zaken, zoals materiële consumptie, vrijetijdsbesteding, esthetische voorkeuren betreffende kunst, muziek, woninginrichting en politieke en morele opvattingen. Zorgbehoeften kunnen variëren naar leefstijl waarmee, in de zorg, vooral bedoeld wordt roken, alcoholconsumptie, eetgedrag en mate van lichamelijke activiteit.
Lichamelijk functioneren
Geheel van activiteiten die betrekking hebben op het uitvoeren van lichamelijke functies en dagelijkse routinehandelingen, zoals lopen, eten, aan- en uitkleden en boodschappen doen en dragen. Ook de lichamelijke functies ‘horen’ en ‘zien’ zijn van belang voor het lichamelijk functioneren. Zijn er moeilijkheden met deze functies of activiteiten, dan spreekt men van lichamelijke beperkingen.
Liberalisering
Beleid waarbij de overheid beperkingen om toe te treden tot de zorgmarkt opheft om zodoende meer concurrentie te bewerkstelligen.
Liaisonpsychiatrie
Werkwijze binnen de psychiatrie die zich richt op meer structurele samenwerking met huisartsen of andere medisch specialisten teneinde de herkenning en behandeling van frequent voorkomende comorbide psychiatrische stoornissen te optimaliseren.
Matching/matchen
Techniek om onderzoeksgroepen voor een aantal variabelen zo vergelijkbaar mogelijk te maken, bijvoorbeeld matching op geslacht en leeftijd. Het voordeel van matching is dat het verstorende effect van de gematchte kenmerken bij analyse kan worden uitgesloten. Een nadeel is dat het niet mogelijk is om achteraf het effect van deze kenmerken nog te onderzoeken.
Mantelzorg
Informele zorg die mensen, veelal de partner, gezins- of familielid, vriend of kennis, vrijwillig en onbetaald verlenen aan een chronisch zieke of hulpbehoevende persoon. Het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is.
Managed care
Inrichting van de zorg waarbij doelmatige zorgverlening en het leveren van zorg op maat wordt bevorderd met als doel een sneller herstel en re-integratie in het arbeidsproces, bijvoorbeeld door wachtlijstbemiddeling. Optimaal gebruik van informatiemanagement en logistiek is daarbij een cruciaal instrument. Managed care is oorspronkelijk ontwikkeld in de VS, waarbij soms op grote schaal medische gegevens worden uitgewisseld tussen werkgevers, zorgverleners, verzekeraars en de farmaceutische industrie, om preventie te bevorderen en zorgverlening te verbeteren.
Macroniveau
Zorgverlening op landelijk niveau.
Maatschappelijke uitval
Verschijnsel dat in ruime zin alle mensen betreft die op een of andere wijze niet meer volwaardig (kunnen) deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. In engere zin betekent maatschappelijke uitval dat mensen uit het betaalde arbeidsproces zijn geraakt.
Maatschappelijke ondersteuning
Vorm van ondersteuning en begeleiding door zorgverleners, zoals activiteitenbegeleiders en woonbegeleiders, die de zelfredzaamheid en-of het sociaal functioneren van mensen herstelt of bevordert. Maatschappelijke ondersteuning valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
(MVO) Vorm van ondernemen gericht op duurzaamheid, waarbij de economische prestaties (‘profit’), de sociale kant (‘people’) en de ecologische randvoorwaarden (‘planet’) tegen elkaar worden afgewogen – de triple P-benadering. Vaak blijkt dat deze balans leidt tot betere resultaten voor zowel het bedrijf als de samenle-ving.
Maatschappelijk werk
Instantie voor maatschappelijke hulpverlening. De maatschappelijk werker helpt de cliënt door deze inzicht te geven in zijn of haar problemen – in het dagelijks leven of hun werk – en nieuwe vaardigheden te leren. Dit kan van korte, maar ook van langere duur zijn. Huurschuld of werkloosheid kan een reden zijn voor mensen om hulp te vragen, maar bijvoorbeeld ook opvoedings- of relatieproblemen.
Maximaal aanvaarde concentratie
(MAC) Norm voor gas-, nevel- of stofvormig agens in de lucht op de werkplek. Bij de vaststelling hanteert de Gezondheidsraad zoveel mogelijk als uitgangspunt dat die concentratie gedurende een arbeidsleven – voor zover de kennis reikt – in het algemeen de gezondheid van werknemers en hun nageslacht niet benadeelt.
Methadonprogramma
In Nederland zijn ongeveer 26.000 heroïneverslaafden, van wie er 12.000 gebruik- maken van een metha-donprogramma. Jaarlijks worden 3 miljoen doses verstrekt. De meeste verslaafden gebruiken al jaren methadon en blijven dat meestal doen vanwege het verslavende karakter. De methadonprogramma’s worden uitgevoerd door zeventien instellingen voor verslavingszorg.
Meta-analyse
Kwantitatieve samenvatting van de resultaten van afzonderlijke onderzoeken, veelal toegepast in een systematische review. Een meta-analyse kan bestaan uit het combineren van de resultaten van de afzon-derlijke onderzoeken tot één algehele schatting van het bestudeerde effect en-of uit het bestuderen van mogelijke bronnen van heterogeniteit. Dit getalsmatig samenvatten van gegevens uit verschillende onderzoeken vergroot de mogelijkheid om tot een nauwkeurige schatting van het effect te komen. Daarnaast is het mogelijk om, op statistische gronden, subgroepen te onderscheiden die gevoeliger zijn voor een interventie.
Mesoniveau
Zorgverlening op het niveau van de organisatie van de zorg in instellingen.
MeSH-heading
Afkorting van Medical Subject Heading. Trefwoord waarmee elk artikel in de Medline-databank is geïn-dexeerd en kan worden opgespoord. Deze index van meer dan 16.000 trefwoorden is hiërarchisch georganiseerd. De trefwoorden staan in onderling (hiërarchisch) verband en zijn bijeengebracht in een thesaurus. De MeSH-index is een dynamisch systeem waarin termen worden toegevoegd, vervangen en bijgesteld.
Meldpunt Consument en de Zorg
Meldpunt van de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie waar men terecht kan voor vragen over de gezondheidszorg. Het meldpunt beoogt een onafhankelijk advies, betrouwbare informatie en hulp bij doorverwijzen te geven.
Meldingscommissie incidenten patiëntenzorg
(MIP) Ziekenhuiscommissie die door het registreren en bespreken van ongevallen en bijna-ongevallen het aantal ongevallen probeert te voorkomen of, als dat niet lukt, te reduceren. Meldingen komen van medewerkers over het eigen gedrag dan wel het gedrag van collega’s en dus niet van patiënten.
Melding
Schriftelijk bericht aan de IGZ over: 1. het slecht functioneren van de patiëntenzorg of de kwaliteitsborging van een aanbieder van de zorg op wie de IGZ toezicht uitoefent; 2. het slecht professioneel functioneren van beroepsbeoefenaren op het terrein van de gezondheidszorg op wie de IGZ toezicht uitoefent; 3. een slecht product of apparaat dat toepassing vindt in de gezondheidszorg of de zelfzorg, of het handelen van het bij dat product of apparaat betrokken bedrijf. Bij de beoordeling van een melding gebruikt IGZ de Leidraad Meldingen.
Meetbaar
Objectiveerbaar, bij voorkeur via (wetenschappelijk) onderzoek.
MEE
Organisatie die mensen met een beperking of chronische ziekte helpt bij vragen op het gebied van onderwijs, opvoeding, wonen, werken, sociale voorzieningen, inkomen, vervoer en vrije tijd. MEE informeert, helpt bij moeilijke afwegingen en wijst de weg naar de juiste instanties.
Medline
Medline is een database met beschrijvingen oftewel referenties van artikelen uit meer dan 4500 tijdschriften op het gebied van de geneeskunde en verwante vakgebieden, gepubliceerd in meer dan 70 landen. Het merendeel van de beschreven artikelen komt uit Engelstalige vakbladen, vooral uit Amerikaanse. Het bestand gaat terug tot 1966 en bevat meer dan 11 miljoen referenties. Medline-referenties bestaan uit verschillende onderdelen, met onder andere auteur(s), titel, naam tijdschrift, trefwoorden en een samenvatting.
Medische hulpmiddelen
Instrument, toestel, apparaat, stof, software of elk ander artikel dat speciaal bestemd is voor diagnose, preventie, bewaking, behandeling of verlichting van de gevolgen van ziekten of beperkingen. De definitie van een medisch hulpmiddel is geregeld door de Wet op de Medische Hulpmiddelen. Bij medische hulpmiddelen kan men denken aan: prothesen, korsetten, beugels, breukbanden, orthopedische schoenen, speciale brillen, hoortoestellen, incontinentiematerialen, loophulpmiddelen, injectiepennen, elastische kousen, antidecubituskussens, bedgalgen, signalerings- en alarmeringsapparatuur, kunstgebitten, pruiken, enzovoorts.
Medische ethiek
Moraal bestaat uit normen en waarden die mensen gebruiken om aan te geven wat zij nastrevenswaardig vinden, goedkeuren of afkeuren. Moraal kun je beschrijven, beoordelen en bedenken. Ethiek is de syste-matische reflectie op moraal. Moraal heeft te maken met fundamentele overtuigingen-visies, in tegenstelling tot etiquette, dat veel minder diepgang kent. De vier kernprincipes van medische ethiek zijn: respect voor autonomie, niet-schaden, rechtvaardigheid en wel-doen. Medisch-ethische discussies worden gevoerd op talloze terreinen: gentechnologie, abortus, versterven, wetenschappelijk onderzoek bij mensen, orgaandonatie, interventies bij wilsonbekwamen, euthanasie, et cetera.
Medische besliskunde
Medisch-wetenschappelijke discipline waarbij men tot optimale beslissingen tracht te komen door rond een gezondheidsprobleem alle kansen en beslispunten in een beslisboom kwantitatief weer te geven en door te rekenen.
Medisch-ethische toetsingscommissie
(METC) Zelfstandig bestuursorgaan dat samen met de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) de bescherming waarborgt van proefpersonen die betrokken zijn bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. METC’s toetsen protocollen van medisch-wetenschappelijk onderzoek bij mensen, onder andere aan de Wet medisch-wetenschappelijk-onderzoek met mensen (WMO). Zonder een positief oordeel van deze commissies mag het onderzoek niet worden uitgevoerd. Nederland telt circa dertig erkende METC’s, veelal verbonden aan een instelling, bijvoorbeeld een academisch medisch centrum of een ziekenhuis.
Medisch Contact
Wekelijks, journalistiek tijdschrift, en officieel orgaan van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. De redactie is onafhankelijk en beoogt haar lezers te informeren, nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen te signaleren, discussies en opinies een podium te bieden.
Medicijnpas/Medikaart
Kaart met daarop alle medicamenteuze gegevens van een persoon. In geval van nood te raadplegen door zorgverleners.
Medicatieveiligheid
Alle activiteiten die zijn gericht op het juiste voorschrijven, afleveren en gebruik van geneesmiddelen. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar de gegevensoverdracht in de keten.
Medicatie-incident
(adverse drug event) Elke ongewenste medische gebeurtenis die zich voordoet tijdens behandeling met een farmaceutisch product, maar die niet noodzakelijkerwijs een causaal verband met de behandeling hoeft te hebben.
Medical technology assessment
(MTA) Systematisch en kritisch evalueren van een (nieuwe) medische technologie op werkzaamheid en effectiviteit in relatie tot sociaaleconomische, juridische en ethische aspecten ter ondersteuning van een beslissing omtrent invoering en handhaving.
Medical alert
Armbandje, kettinkje of pasje met daarin een aanwijzing voor gebruik van belangrijke medicatie, de aanwezigheid van ziektes of allergieën.
Medewerker
De natuurlijke persoon (m-v) die op grond van een overeenkomst van de instelling daadwerkelijk werkzaam is in de instelling. Hiertoe behoren onder anderen alle personen met een arbeidsovereenkomst, een toelatingsovereenkomst of een detacheringsovereenkomst, evenals waarnemers, externe dienstdoenden, uitzendkrachten, coassistenten, stagiaires en vrijwilligers. Hiertoe behoren niet medewerkers van toeleveranciers die incidenteel werkzaamheden in de instelling verrichten.
Medebehandelaar
Zorgverlener die verantwoordelijk is voor het eigen vakmatig handelen met betrekking tot het hem toebe-deelde deel van de zorg voor de patiënt van wie hij geen hoofdbehandelaar is.
Missing value
Ontbrekende waarde in de onderzoeksdata--gegevens.
Missie
Beknopte en krachtig geformuleerde kernopdracht die de bestaansreden van een organisatie vormt, en het antwoord is op de vragen: waar staat een organisatie voor en wat wil ze bereiken? De omschrijving heeft betrekking op een langere periode, is ambitieus, sturend en inspirerend voor de medewerkers. De missie volgt uit de visie van een organisatie.
Ministerie van Volksgezondheid
(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)) Ministerie dat verantwoordelijk is voor het overheidsbeleid op het terrein van de gezondheidszorg, de maatschappelijke zorg en sport. Samen met ziektekostenverzekeraars, aanbieders van zorg en patiënten-organisaties zorgt het ministerie van VWS dat er genoeg voorzieningen zijn en dat mensen voldoende keuzemogelijkheid hebben. VWS ondersteunt met kracht het kwaliteitsbeleid in de gezondheidszorg en de ontwikkeling van multidisciplinaire richtlijnen en indicatoren in het bijzonder. In samenwerking met departementen die zich bezighouden met economie, onderwijs, wonen en milieu versterkt het ministerie van VWS de sociale infrastructuur. Belangrijke onderdelen van het sociaal beleid zijn het vrijwilligerswerk en de jeugdzorg. Dat laatste is samenwerking met het ministerie van Jeugd en Gezin. De ‘sportieve missie’ van het ministerie van VWS is het mogelijk maken dat iedereen op een verantwoorde manier kan sporten. Daarnaast besteedt het ministerie geld en aandacht aan topsport.
Minimumnorm
Norm die als ondergrens wordt gehanteerd. Onder dat niveau bestaat een onaanvaardbaar risico dat de zorg niet acceptabel is.
Minimale interventiestrategie
(MIS) Gerichte inspanning om het gedrag van een individu – meestal diens leefstijl – op één risicofactor te wijzigen, bijvoorbeeld stoppen met roken of meer bewegen.
Microniveau
Zorgverlening op het niveau van de zorg aan individuele patiënten.
Mortaliteitsgraad
Het aantal personen dat sterft gedurende een bepaalde periode – bijvoorbeeld gedurende één jaar of gedurende de duur van het onderzoek- gedeeld door het totaal aantal personen in de populatie.
Mortaliteit
Verhouding van het aantal gestorven mensen tot het aantal inwoners gedurende een bepaalde periode – gewoonlijk per 1000 inwoners per jaar. Mortaliteit wordt vaak gebruikt als uitkomstmaat in wetenschappelijk onderzoek. Statistici hanteren vaak kortheidshalve het begrip ‘sterfte’ – in plaats van ‘sterfteratio’ of ‘sterftecijfer'.
Morele aansprakelijkheid
Gevoel dat men aansprakelijk is voor toegebrachte schade, terwijl daarvan op grond van de wet of juris-prudentie geen sprake is.
Morbiditeit
1. Ziekte. 2. (Statistische) frequentie van ongewenste gevolgen en complicaties (mate van invaliditeit) als gevolg van een ziekte en-of geneeskundige behandeling. 3. (Statistische) verhouding van het aantal lijders aan een bepaalde ziekte tot de gehele bevolking. Morbiditeit wordt meestal uitgedrukt per 100.000 inwoners en per jaar.
Moral hazard
Moreel risico. Een begrip dat duidt op een bepaald gedrag van mensen als zij niet direct risico lopen voor hun daden, bijvoorbeeld omdat zij hiervoor verzekerd zijn.
Monitoring
1. Systeem van voortdurende observatie met behulp van specialistische bewakingsapparatuur veelal aangesloten op monitorsystemen die waarschuwingssignalen geven bij de overschrijding van gevaarlijke grenswaarden, bijvoorbeeld bij patiëntenbewaking. 2. Metingen om veranderingen in de omgeving of in de leefsituatie (ook gezondheidstoestand) van (deel)populaties op te sporen. 3. Meting – periodiek of continu – van de kwaliteit van zorg.
Moedersterfte
Sterfte tijdens de zwangerschap als gevolg van complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed, van interventies, omissies of onjuiste behandeling. Andere oorzaken kunnen een reeks gebeurtenissen zijn die voortvloeien uit deze complicaties (directe sterfte) en als gevolg van een pre-existente ziekte of een ziekte die tijdens de zwangerschap ontstond, maar werd verergerd door de fysiologische effecten van de zwangerschap (indirecte sterfte). Van ‘toevallige’ sterfte is sprake als de zwangerschap geen invloed heeft op het beloop. In deze gevallen wordt niet van moedersterfte gesproken, maar van perinatale sterfte.
Moederrichtlijn
Zorgproces-overkoepelende richtlijn die breed en globaal is opgesteld en niet beperkt blijft tot een specifieke beroepsgroep, een bepaald moment of een bepaalde locatie. Een moederrichtlijn bevat elementen van een ketenrichtlijn en van een multidisciplinaire richtlijn. Van een moederrichtlijn kunnen meer monodisciplinaire richtlijnen of regionale protocollen worden afgeleid.
MOVISIE
Kennisinstituut dat werkt voor en met overheden, burgerinitiatieven, vrijwilligers- en professionele organisaties met als doel de participatie en de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen. MOVISIE verzamelt, valideert, verrijkt en implementeert kennis over welzijn, zorg en sociale veiligheid. Ook adviseert het instituut over de toepassing van die kennis.
Move your Dot
Door het Institute for Healthcare Improvement (IHI) ontwikkelde verbetermethode die gebruikmaakt van statistische technieken, die erop gericht is de mortaliteit in ziekenhuizen te reduceren door deze te meten, te rubriceren en onderling te vergelijken.
Multidisciplinaire richtlijn
Richtlijn die gezamenlijk en actief door alle betrokken disciplines wordt ontwikkeld en gehanteerd. Dit vergt een evenwichtige inbreng van alle betrokken zorgverleners en patiëntengroepen. Ook betrokkenheid van patiënten en hun omgeving, hoewel geen disciplines, verrijkt de richtlijn. Een multidisciplinaire richtlijn omvat meerdere delen van het zorgproces rondom een patiënt (of patiëntengroep) en is niet beperkt tot een specifieke groep professionals, een bepaald moment of een bepaalde locatie. Een multidisciplinaire richtlijn is disciplineoverkoepelend en grens- en-of domeinoverschrijdend (ketenzorg en transmuraal). Dit type richtlijn is zodanig opgezet dat meerdere disciplines zich verantwoordelijk voelen voor de toepassing ervan.in tegenstelling tot bij een multidisciplinaire richtlijn is bij een monodisciplinaire richtlijn slechts één beroepsgroep betrokken bij de ontwikkeling. De aanbevelingen in deze richtlijn zijn slechts op deze ene beroepsgroep van toepassing (bijvoorbeeld NHG standaarden)
Multicenteronderzoek
Onderzoek dat wordt verricht in meer centra, waarbij alle centra hetzelfde onderzoeksprotocol toepassen. De resultaten van alle centra worden samengevoegd en in het kader van één onderzoek geanalyseerd, bijvoorbeeld onderzoek naar de effectiviteit van een geneesmiddel in twintig ziekenhuizen.
Natuurlijk beloop
Datgene wat er gebeurt bij mensen met een ziekte-stoornis-afwijking zonder dat een op medische kennis gebaseerde interventie plaatsvindt.
Naturapolis
Een zorgverzekeringvorm van het basispakket waarbij men voor alle dekkingen te maken heeft met gecontracteerde zorg. Een zorgverzekering die uitgaat van gecontracteerde zorg houdt in dat de verzekerde de geneeskundige zorg die hij-zij nodig heeft, moet afnemen van een zorgverlener die door de zorgverzekeraar is gecontracteerd. Een uitzondering is spoedzorg. Bij de niet-gecontracteerde zorgverleners geldt een vergoeding, restitutiepolis. De Zorgverzekeringswet laat de keuze voor een natura- of restitutiepolis.
National Guidelines Clearinghouse
Publiek toegankelijke Amerikaanse elektronische database voor richtlijnen die aan een aantal minimum kwaliteitseisen voldoen en onderhouden wordt door de Agency for Healthcare Research and Quality. Ook is het mogelijk richtlijnen van diverse organisaties te vergelijken.
Nationaal Kompas Volksgezondheid
Het RIVM beheert het Nationaal Kompas Volksgezondheid. Het Kompas biedt informatie die ook voor een breder publiek interessant kan zijn. Via trefwoorden is antwoord te vinden op vragen over de volksgezondheid en zorg. Het Kompas richt zich op professionals die zich bezighouden met de inhoud en organisatie van volksgezondheid en zorg.
Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie
(NIGZ) Landelijk instituut dat mensen wil stimuleren te kiezen voor een zo gezond mogelijke levenswijze. Ge-dragsgerichte gezondheidsbevordering en ziektepreventie staan daarbij centraal. Het NIGZ ontwikkelt producten en methoden voor professionele intermediairs, maar ook voor het algemeen publiek.
Nationaal ICT Instituut in de Zorg
(Nictiz) Nationaal knooppunt en kenniscentrum voor ICT en innovatie in de zorg. Tracht het gebruik van ICT in de zorg te stimuleren door zich in te zetten voor realisatie van het elektronisch patiëntendossier (EPD) en andere vormen van landelijke elektronische communicatie. Werkt samen met diverse patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, ICT-leveranciers en overheidsorganisaties.
Nascholing
(Scholings)activiteiten die meestal na een beroepsopleiding gegeven worden in het kader van deskundigheidsbevordering met als doel het vroeger geleerde op te halen en aan te vullen met nieuwe kennis. Een aantal uren nascholing per jaar is voor veel zorgverleners verplicht. De eisen voor het volgen van nascholing zijn daarbij vaak gekoppeld aan de herregistratie als zorgverlener.
Nazorg
Geheel van maatregelen gericht op terugkeer naar een zoveel mogelijk normale situatie, met een zo hoog mogelijke zelfredzaamheid van een patiënt. Nazorg kan zowel lichamelijke, geestelijke als maatschappelijke maatregelen behelzen.
Netwerkrichtlijn
Simultane ontwikkeling van onderling samenhangende richtlijnen, gevolgd door overkoepelende netwerkrichtlijn middels aanvulling met samenwerkingsafspraken en adviezen van patiënten
Netwerk Klinische Paden
Belgisch-Nederlandse netwerkorganisatie die de invoering van klinische paden in ziekenhuizen en zorginstellingen ondersteunt. Het is een formele samenwerkingsorganisatie van de wetenschappelijke staf van het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap te Leuven en het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO te Utrecht.
Neonatale sterfte
Sterftecijfer onder levendgeborenen jonger dan 28 dagen per 1000 levendgeborenen in Nederland. Dit cijfer fungeert als maat voor de gezondheidstoestand in de populatie en maakt internationale vergelijking mogelijk.