Regieraad
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Arbeid gerelateerd > Kwaliteit van Zorg
Datum & Land: 06/06/2013, NL
Woorden: 946
Neonatale intensive-care-unit
(NICU) Zorglocatie voor te vroeg geborenen en ernstig zieke, à terme pasgeborenen. In de zorg zijn in de eerste plaats ouders betrokken en op professioneel niveau wordt zorg verleend door neonatologen (gespecialiseerde kinderartsen) en verpleegkundigen met de specialisatie neonatologie. Er zijn tien NICU’s voor de zorg voor pasgeborenen, waarvan er acht gesitueerd zijn in de academische centra en twee in daartoe gemachtigde algemene ziekenhuizen.
NEN-norm
Standaard waarin alle Nederlandse normen voor allerlei zaken vastliggen, van gebruiksvoorwerpen tot de bescherming van persoonsgegevens. Er bestaan ruim 2000 specifiek Nederlandse normen. Daarnaast zijn er ook normen die vanuit de Europese Unie komen (EN) of mondiaal geldig zijn (ISO).
NEN
Afkorting van NEderlandse Norm; sinds 2000 nieuwe naam van het samenwerkingsverband van het Nederlandse Normalisatie-instituut en de Stichting NEC – gespecialiseerd op de normalisatie van elektrotechniek en ICT. NEN beheert en publiceert de voor Nederland geldende normen op zeer uiteenlopende gebieden.
Nefarma
Brancheorganisatie van farmaceutische bedrijven die zich richten op onderzoek en ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Nefarma stelt zich ten doel dat nieuwe geneesmiddelen zo snel mogelijk voor patiënten beschikbaar zijn en tracht hiervoor een gunstig onderzoeksklimaat te creëren. Hierbij behartigt Nefarma de belangen van de innovatieve geneesmiddelenfabrikanten bij totstandkoming van wet- en regelgeving. Binnen Nefarma is een aparte commissie verantwoordelijk voor richtlijnen.
Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) Toezichthoudende instantie met als opdracht goed werkende zorgmarkten te maken en te bewaken. Dit doet zij samen met de sector. Daarbij staan de belangen van de consument centraal. Door de intrede van marktwerking hebben zorgaanbieders en -verzekeraars meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid. Zij kunnen vrij onderhandelen over de prijs van zorg. Regelgeving en vaste tarieven worden meer en meer losgelaten. Waar het kan, moet eigen verantwoordelijkheid worden genomen. Dat betekent echter niet dat er helemaal geen regels meer zijn en geen verantwoording meer hoeft te worden afgelegd. Als de belangen van de consument in het geding komen, grijpt de NZa in. De NZa houdt daarnaast toezicht op het gedrag van alle zorgaanbieders en -verzekeraars op de markt voor curatieve en langdurige zorg en kijkt of zij de wet naleven. De NZa stelt regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor marktwerking vast, die geheel of gedeeltelijk geliberaliseerd kunnen worden.
Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
(NVRO) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van radiologie en oncologie.
Nederlandse Vereniging voor Reumatologie
(NVR) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van reumatologie.
Nederlandse Vereniging voor Radiologie
(NVvR) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van radiologie.
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
(NVvP) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van psychiatrie.
Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
(NVPC) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van plastische chirurgie, handchirurgie, reconstructieve en esthetische chirurgie.
Nederlandse Vereniging voor Pathologie
(NVP) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van pathologische anatomie.
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
(NVOG) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van verloskunde en vrouwenziekten.
Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde
(NVNG) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van nucleaire geneeskunde.
Nederlandse Vereniging voor Neurofysiologie
(NVN) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van neurofysiologie.
Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie
(NVMM) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van medische microbiologie.
Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
(NVKG) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van klinische geriatrie.
Nederlandse Vereniging voor Kwaliteit en Zorg
(NVKZ) Platform voor mensen die direct betrokken zijn bij de kwaliteit van zorgverlening. De NVKZ stelt zich ten doel de kwaliteit van zorg in Nederland te bevorderen door mensen te verbinden en door het ontwikkelen van beleid en instrumenten op het terrein van kwaliteitszorg.
Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde
(NVKCL) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor artsen op het gebied van klinische chemie en laboratoriumgeneeskunde.
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
(NVK) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van kindergeneeskunde.
Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
(NVH) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van heelkunde (chirurgie).
Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
(NVKNO) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van keel-, neus- en oorheelkunde alsmede het hoofd-halsgebied.
Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
(NVDV) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van huid- en geslachtsziekten.
Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
(NVC) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van cardiologie.
Nederlandse Vereniging voor Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten
(NVAVG) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor artsen op het gebied van mensen met een geestelijke beperking.
Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde
(NVAB) Beroepsvereniging voor bedrijfsartsen. De NVAB heeft als doel het bevorderen van de arbeids- en be-drijfsgeneeskunde in de ruimste zin, als wetenschap en beroepsuitoefening. Daarnaast bevordert de NVAB de professionele belangen van haar leden, schept voorwaarden voor een kwalitatief hoogwaardige beroepsuitoefening en streeft kwaliteitsbevordering na. Dat laatste vooral via het Kwaliteitsbureau dat houvast wil bieden voor bedrijfsartsen bij het professioneel handelen, met als doel de expertise van de bedrijfsarts op een hoger plan te brengen. Het Kwaliteitsbureau NVAB verzamelt vakinhoudelijke kennis, selecteert en bundelt die informatie en maakt die toegankelijk voor bedrijfsartsen. Het bureau stimuleert daarnaast het toepassen van de richtlijnen door gerichte ondersteuning. Het ontwikkelen en implementeren van evidence-based richtlijnen zijn kernactiviteiten. Hierbij gaat het om richtlijnen specifiek voor het handelen van de bedrijfsarts, maar ook om het inhoud geven aan de ‘factor arbeid’ in multidisciplinaire richtlijnen. Naast richtlijnen publiceert het Kwaliteitsbureau ook leidraden voor het handelen van de bedrijfsarts en organiseert en begeleidt bedrijfsartsen bij de kwaliteitsvisitatie.
Nederlandse Vereniging voor Allergologie
(NVA) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van allergologie.
Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
(NVA) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van anesthesiologie.
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
(NVZ) Brancheorganisatie van de ziekenhuizen, primair gericht op de collectieve behartiging van zorginhoudelijke, sociale en economische belangen van algemene ziekenhuizen, alsmede categorale instellingen, zoals astmacentra, audiologische centra en dialysecentra. De NVZ streeft ernaar zodanige kaders te scheppen dat ziekenhuizen alert en flexibel kunnen inspelen op (veranderingen in) de vraag naar zorg.
Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen
(NVTZ) Vereniging van en voor leden van raden van toezicht, van raden van commissarissen en van besturen van zorginstellingen. De NVTZ biedt ondersteuning, advies en reikt instrumenten aan zoals checklists te gebruiken bij benchmarks en intercollegiale toetsing.
Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen
(NVSHA) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor artsen op het gebied van spoedeisende hulp.
Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen
(NVMDL) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van maag-, darm- en leverziekten.
Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
(NVALT) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van longziekten en tuberculose.
Nederlandse Vereniging van Jeugdartsen
(NVJ) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor artsen op het gebied van jeugdgeneeskunde.
Nederlandse Transplantatie Stichting
(NTS) Zelfstandig bestuursorgaan en dienstverlenende non-profitorganisatie ten behoeve van publiek, donorziekenhuizen en transplantatiecentra in Nederland. Professionals in de zorg en transplantatiepatiënten vinden op de website van de NTS informatie over de medische zorg en procedures rond donatie en transplantatie van organen en weefsels. De NTS is belast met de centrale donoraanname, toewijzing van organen en weefsels, transport van organen en patiëntenregistratie op de (inter)nationale wachtlijst. Voor de internationale uitwisseling van organen en weefsels wordt nauw samengewerkt met Eurotransplant International en Bio Implant Services (BIS).
Nederlandse Rode Kruis
Internationaal opererende organisatie die noodhulp en sociale hulp biedt in binnen- en buitenland. Bij het landelijk bureau in Den Haag coördineren medewerkers alle nationale en internationale activiteiten.
Nederlandse Reanimatieraad
(NRR) Overlegorgaan van de Nederlandse Hartstichting, het Nederlandse Rode Kruis, het Oranje Kruis en de vereniging van artsen (VvAA), met als belangrijkste doelstelling: het bereiken van overeenstemming rondom een uniform lesprogramma over reanimatie.
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
(NPCF) Federatie van landelijke (koepel)organisaties van patiënten- en cliëntenorganisaties, die actief zijn op de volgende werkterreinen: curatieve zorg (ziekenhuiszorg, huisartsenzorg), lichamelijke en verstandelijke beperking, psychiatrie, verpleging en verzorging en ouderen. De federatie fungeert als platform voor gemeenschappelijke beleidsontwikkeling en belangenbehartiging op inhoudelijke thema’s rond vraaggestuurde zorg vanuit het patiëntenperspectief. De NPCF brengt haar standpunten en informatie naar buiten in contacten met overheden, politici, verzekeraars, beroepsorganisaties alsmede via de media.
Nederlandse Orthopaedische Vereniging
(NOV) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van orthopedie.
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
(NWO) Bij wet opgericht publiekrechtelijke rechtspersoon. In de wet zijn de taken en bevoegdheden vastgelegd: het bevorderen van de kwaliteit en vernieuwing van wetenschappelijk onderzoek.
Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
(TNO) Zelfstandig onderzoeksinstituut dat zich richt op het toepassen van wetenschappelijke kennis in de praktijk. TNO kent vijf kerngebieden die elk bestaan uit een aantal divisies: Kwaliteit van Leven, Defensie en Veiligheid, Industrie en Techniek, Bouw en Ondergrond alsmede Informatie- en Communicatietechnologie.
Nederlandse Mededingingsautoriteit
(NMa) Nationaal orgaan voor de uitvoering van het algemeen mededingingsbeleid. De minister van Economische Zaken (EZ) is voor dat beleid verantwoordelijk. Het mededingingsbeleid is gericht op versterking van concurrentie met als doel economische efficiëntie en technologische en economische vooruitgang te stimuleren. Het gaat daarbij uiteindelijk om het behalen van voordeel voor de consument. De NMa: • ziet toe op alle sectoren van de Nederlandse economie; • ziet toe op naleving van de Mededingingswet; • bestrijdt kartels, bijvoorbeeld in de vorm van prijsafspraken, marktverdeling of productiebeperkende afspraken; • bestrijdt misbruik van economische machtsposities; • toetst fusies en overnames; • reguleert de energie- en vervoerssector.
Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde
Beroepsorganisatie van tandartsen en tandartsspecialisten (kaakchirurgen en orthodontisten).
Nederlandse Federatie Kankerpatiëntenverenigingen
(NFK) Koepel van kankerpatiëntenorganisaties. Signaleert vanuit ervaring en visie van patiënten waar en hoe de zorg en nazorg voor kankerpatiënten kan verbeteren en hoe hun positie kan worden versterkt.
Nederlandse Federatie van Universitaire Centra
(NFU) Samenwerkingsverband van de acht universitaire medische centra (UMC’s) in Nederland met als doel het behartigen van de gezamenlijke belangen.
Nederlandse Diabetes Federatie
(NDF) Koepel van organisaties gericht op optimale zorg voor mensen met diabetes, waarbij de mens met diabetes centraal staat. Zij verenigt zorgverleners, wetenschappers en mensen met diabetes.
Nederlandsche Internisten Vereniging
(NIV) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van interne geneeskunde.
Nederlands Vaccin Instituut
(NVI) Instituut met als taak het beschermen van de Nederlandse bevolking tegen infectieziekten door het leveren van voldoende, hoogwaardige vaccins voor vaccinatie onder normale en bijzondere omstandigheden. Tot de kerntaken behoort het leveren van vaccins voor de Nationale Vaccin Voorziening. Hieronder vallen: vaccins voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), griep- en reizigersvaccins, vaccins voor calamiteiten bij individuele personen, bijvoorbeeld kant-en-klare antistoffen tegen hondsdolheid en serum bij slangenbeten, plus vaccins voor calamiteiten waarvoor de hele Nederlandse bevolking – of delen daarvan – gevaccineerd moet worden, bijvoorbeeld pokkenvaccin of griepvaccin bij pandemie.
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
(NTvG) Onafhankelijk medisch-wetenschappelijk weekblad met als missie de kennis van de geneeskunde in Nederland bevorderen door hoogwaardige en tijdige publicatie van wetenschappelijk onderzoek en ontwikkelingen, een forum zijn voor het verspreiden en bespreken van nieuws en het aan de orde stellen van wetenschappelijke en maatschappelijke onderwerpen die van belang zijn voor de geneeskunde en de gezondheidszorg in Nederland.
Nederlands Paramedisch Instituut
(NPI) Landelijk Kenniscentrum Paramedische Zorg. Wil eraan bijdragen dat cliënten en patiënten die gebaat zijn bij paramedische zorg, paramedische begeleiding en-of advisering, deze ook daadwerkelijk en op verantwoord niveau ontvangen.
Nederlands Oogheelkundig Gezelschap
(NOG) Belangenvereniging en wetenschappelijke vereniging voor specialisten op het gebied van oogziekten.
Nederlands Jeugdinstituut
(NJi) Kennisinstituut met als doel het bevorderen van een optimale ontwikkeling van jeugdigen en de sociale en pedagogische context waarin zij leven.
Nederlands Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik
Stichting die de kwaliteit van het medicijngebruik in Nederland tracht te bevorderen. Vroeger (Stichting) Doelmatige Geneesmiddelvoorziening genoemd (DGV). Houdt zich bezig met advies en ondersteuning aan artsen en apothekers (FTO-groepen, FTTO), publieks- en patiëntenvoorlichting en nascholing. Werkt onder andere in opdracht van het ministerie van VWS, zorgverzekeraars, beroepsorganisaties, gezondheidsfondsen en patiëntenorganisaties. Het instituut voert geen opdrachten uit voor de farmaceutische industrie.
Nederlands Instituut voor Sport en Beweging
(NISB) Kennis- en innovatie-instituut dat aanzet tot sport en bewegen om participatie, leefbaarheid en gezondheid te bevorderen. Met tal van partners wordt gewerkt aan het ontwikkelen van effectieve en doelmatige interventies en het implementeren daarvan. Het NISB concentreert zich op doelgroepen die niet of nauwelijks actief zijn. De programma’s Jeugd, Werknemers, Chronisch Zieken en Ouderen richten zich meerjarig op deze specifieke groepen.
Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg
(NIVEL) Kenniscentrum voor de overheid, beleids- en adviesinstanties in de gezondheidszorg, zorgverzekeraars, beroepsverenigingen, koepelorganisaties van beroepsgroepen en instellingen en patiënten- en consumentenorganisaties.
Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg
(NIAZ) Instituut dat is opgericht door de brancheorganisaties van ziekenhuizen en de Orde van Medisch Specialisten met als doel verbetering en borging van de kwaliteit van zorg door accreditatie. Het NIAZ toetst of zorginstellingen hun organisatie zó hebben ingericht, dat ze op reproduceerbare wijze een acceptabel niveau van kwaliteit van zorg voortbrengen. Door middel van accreditatie stimuleert het NIAZ instellingen om de kwaliteit van de organisatie van de zorg te borgen en te blijven verbeteren. Zorginstellingen kunnen zich met een NIAZ-accreditatiebewijs in- en extern verantwoorden. Een NIAZ-accreditatie geldt voor vier jaar.
Nederlands Instituut van Psychologen
(NIP) Beroepsvereniging van psychologen in Nederland die de belangen behartigt van psychologen en hun een platform biedt voor het uitwisselen van kennis. Missie: • het bevorderen van de wetenschappelijk gefundeerde professionele beoefening van de psychologie; • het behartigen van de belangen van de aangesloten leden. De beroepsvereniging wil daarbij een bijdrage leveren aan het maatschappelijk welzijn.
Nederlands Huisartsen Genootschap
(NHG) De wetenschappelijke vereniging van huisartsen. Belangrijke doelstelling is de bevordering en ondersteuning van een wetenschappelijk verantwoorde beroepsuitoefening door de huisarts. De vereniging fungeert bovendien als kennis- en informatiecentrum voor de aangesloten huisartsen.
Nederlands Instituut Telemedicine
(NITEL) Onafhankelijke organisatie die zich ten doel stelt de invoering en gebruik van telemedicine-toepassingen ter verbetering van de Nederlandse gezondheidszorg te versnellen.
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten
(NCvB) Centrum dat als zelfstandige afdeling binnen het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid is opgericht en zich bezighoudt met diagnostiek en registratie van beroepsziekten. In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) fungeert het NCvB als meldpunt voor gesignaleerde beroeps-ziekten. Tevens geeft het centrum informatie over beroepsziekten en bevordert het de deskundigheid van arbo-professionals.
Near miss
Onbedoelde gebeurtenis die: a. voor de patiënt geen nadelen oplevert omdat de gevolgen ervan op tijd zijn onderkend en gecorrigeerd (‘near miss’), of b. waarvan de gevolgen niet van invloed zijn op het fysiek, psychisch of sociaal functioneren van de patiënt.
NHG-standaard
Medische, monodisciplinaire richtlijn voor huisartsen. Bevat aanbevelingen voor het handelen van huisartsen. Een volledige NHG-standaard bestaat uit drie delen: • de gepubliceerde richtlijn over een vast omschreven huisartsgeneeskundig probleem; • de wetenschappelijke verantwoording daarvan in de vorm van een notenapparaat; • en uittreksel van de gepubliceerde richtlijn op een geplastificeerd overzichtskaartje voor gebruik in de spreekkamer. Alle NHG-standaarden zijn op internet raadpleegbaar.
Niet-schaden
(‘primum non nocere’) Beginsel in geneeskunde en medische ethiek. Het is een open term die om nadere invulling vraagt. Het kan evenzeer verwijzen naar fysieke schade als naar psychische of emotionele schade. Het kan betrekking hebben op een handeling, zoals het snijden in het lichaam, maar ook op het nalaten van een handeling, waardoor schade ontstaat of verergert. Ook de kring van getroffenen kan strikter (de patiënt) en ruimer (familie, collega’s, maatschappij) getrokken worden.
Niet-reanimerenverklaring
Schriftelijke verklaring (wilsbeschikking) waarin men vastlegt onder welke omstandigheden men reanimatie ongewenst acht. De behandelend arts zal die wens respecteren.
Niet-pluisgevoel
Op intuïtie gebaseerd gevoel van een zorgverlener dat er iets (ernstigs) aan de hand is, zonder dat dit concreet wordt aangegeven. Belangrijk diagnostisch hulpmiddel in de huisartsgeneeskunde en de ggz.
Niet-behandelverklaring
Schriftelijk document waarin iemand aangeeft welke behandelingen hij of zij niet wil ondergaan. Een belangrijk wettelijk recht toegekend aan de patiënt in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst.
NIAZ-accreditatie
Model ontwikkeld door het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ). Deze vorm van accreditatie richt zich op de borging van de organisatorische aspecten van kwaliteit.
Not-for-profit
Zonder winstoogmerk. Een non-profitorganisatie streeft geen financiële winst na.
Normen verantwoorde zorg
Landelijke normen voor verantwoorde zorg, ontwikkeld voor verpleeg- en verzorgingshuizen en voor de thuiszorg. In deze normen staat beschreven wat het resultaat moet zijn van goede zorg. Elke zorgaanbieder wordt jaarlijks getoetst aan die normen. Hierdoor krijgt iedere organisatie feedback op de kwaliteit van de geleverde zorg. Antwoorden op vragen als: In welke mate voldoet onze organisatie aan de norm? Wat kan (of moet) beter? Er zijn twee redenen waarom Normen verantwoorde zorg worden gebruikt: 1. cliënten (of hun familie) kunnen de resultaten van zorgaanbieders met elkaar vergelijken en een gerichte keuze maken; 2. de zorgaanbieder beschikt over informatie of de zorg voldoet aan de norm. Hij kan gericht aan verbetering van zorg werken. Er wordt getoetst op zeven thema’s, zoals kwaliteit van leven (woon- en leefomstandigheden, participatie mentaal welbevinden en lichamelijk welbevinden), kwaliteit van de zorgverleners, kwaliteit van de zorgorganisatie en zorginhoudelijke kwaliteit en veiligheid
Normelement
Een onderdeel van de Kwaliteitsnorm zorginstelling dat als een zelfstandig onderdeel wordt gescoord in de beoordelingssystematiek.
Norm
1. Dat wat volgens de afspraak of de meerderheid van de mensen normaal en-of belangrijk gevonden wordt.
Non-respons
Het verschijnsel dat een aantal personen niet reageert op een enquête of op de werving voor een onderzoek. De term wordt ook gebruikt in kwantitatieve zin, bijvoorbeeld ‘de non-respons bedroeg 40 procent’.
Nominaal groepsproces
Groepsproces waarbij door directe interactie tussen betrokkenen getalswaarden aan onderwer-pen-fenomenen worden toegekend met het oogmerk deze in een rangorde te plaatsen.
Nolan-verbetermodel
Verandermodel, ontwikkeld door Nolan. Een eenvoudig, maar krachtig model gericht op het snel invoeren en testen van veranderingen: ‘rapid cycle improvement’.
NODO-procedure
Procedure Nader Onderzoek DoodsOorzaak. Procedure die als doel heeft het achterhalen van de doodsoorzaak bij overleden minderjarigen bij onverklaard overlijden. Het gaat er hierbij vooral om onderscheid te kunnen maken tussen een natuurlijke en niet-natuurlijke dood.
Nocebo-effect
Het niet optreden van een genezend effect doordat de patiënt de verklaring van een klacht niet accepteert. Dit effect kan zich voordoen wanneer een arts de klacht functioneel of psychosomatisch duidt en de patiënt dit ontkent.
No-faultsysteem
Wettelijke regeling volgens welke een benadeeld persoon een vergoeding voor door hem in het verkeer geleden (zaak- en-of personen)schade rechtstreeks van een verzekeraar kan vorderen, zonder dat hij schuld van de veroorzaker van de schade aan het ontstaan daarvan behoeft aan te tonen. De regeling komt voort uit de wens verkeersslachtoffers op eenvoudiger en snellere wijze aan schadevergoeding te helpen dan vaak in een schuldaansprakelijkheidsstelsel mogelijk is.
NSvG
(NSvG, Patiëntenvereniging NSvG) De Patiëntenvereniging NSvG wil mensen bij wie een laryngectomie is uitgevoerd, ondersteunen en begeleiden. Bij een laryngectomie wordt het strottenhoofd met daarin de stembanden operatief verwijderd, meestal als gevolg van een kwaadaardige tumor in het strottenhoofd of in de buurt ervan.
Nurse practitioner
Verpleegkundige met de bevoegdheid enkele medische taken uit te voeren, gespecialiseerd in één of enkele patiëntengroepen van een specialisme, bijvoorbeeld diabetes mellitus, COPD of hartfalen. Nurse practitioners diagnosticeren en behandelen patiënten met enkelvoudige, veelvoorkomende gezondheidsproblemen of, binnen een beperkt gebied, gecompliceerde problemen.
Numbers needed to harm
Klinisch epidemiologische maat die aangeeft hoeveel behandelde personen leiden tot één negatieve uitkomst (een schadelijke nevenwerking of dood) ten gevolge van een interventie.
Numbers needed to treat
Klinisch epidemiologische maat die aangeeft hoeveel personen moeten worden behandeld gedurende de bestudeerde termijn om één extra geval van een bepaalde ziekte te genezen of te voorkomen. Dit is afhankelijk van het achtergrondrisico: naarmate dit hoger is, zal de NNT van een gebleken effectieve interventie lager zijn.
Nuldelijns(gezondheids)zorg
Zorg grotendeels verleend door niet-professionals. Het betreft onder andere zelfhulpgroepen, zelfzorg en mantelzorg (hulp uit naaste omgeving van vrienden en-of familieleden).
NVN
Nederlandse vereniging voor neurochirurgen of Nederlandse vereniging voor neurofysiologie of Nederlandse vereniging voor neurologie
NVA
Nederlandse vereniging voor allergologie of Nederlandse vereniging voor anesthesiologie
Observer bias
Systematische vertekening van onderzoeksresultaten met als oorzaak meetvariatie door ontbrekende eenduidige definities van de onderzoeksparameters (‘waarnemersonbetrouwbaarheid’). Deze variatie kan bestaan tussen onderzoekers (‘inter-observer variation’) en tussen de verschillende waarnemingen van dezelfde onderzoeker (‘intra-observer variation’).
Observationeel onderzoek
Onderzoek waarbij de onderzoeker zich beperkt tot het verrichten van waarnemingen. Hierbij vindt dus actieve interventie plaats door de onderzoeker (bijvoorbeeld behandeling). Vormen van observationeel onderzoek zijn: cohortonderzoek, dwarsdoorsnedeonderzoek, patiënt-controleonderzoek en ecologisch onderzoek.
Oefentherapie
Oefentherapie gegeven door een oefentherapeut is een paramedische behandelmethode waarbij de oefentherapeut werkt vanuit de inzichten van Bess Mensendieck of Marie Cesar. Er wordt vooral gelet op houding en-of bewegingen en het verbeteren van deze door middel van oefeningen. Het beroep oefentherapeut is opgenomen in de Wet BIG onder artikel 34.
Off-label voorschrijven
Voorschrijven van een geneesmiddel buiten de indicatie(s) waarvoor het middel is geregistreerd, of – anders gezegd – voor een indicatie die niet staat vermeld in de officiële productinformatie. Dit geldt ook voor voorschriften met een andere dosering en voor andere patiëntencategorieën – bijvoorbeeld zwangeren of kinderen – dan genoemd in het registratiedossier. Off-label voorschrijven komt in de dagelijkse praktijk regelmatig voor, maar is gezien vanuit de professionele standaard kwestieus.
Omgevingsanalyse
Gemeenschappelijke analyse van relevante thema’s, domeinen, aanwezige en te verwachten maatschap-pelijke trends, naar zowel de brede als de directe omgeving waarbinnen het beleid zich afspeelt. Daarbij worden ook betrokken: de verwachtingen, opinies, voorstellen omtrent het te voeren beleid bij de gebruikers en bij de doelgroep, de sterkten en zwakten van de eigen organisatie en de verschillende (mede)spelers.
Ombudsman Zorgverzekeringen
Onafhankelijke instantie die bemiddelt tussen een verzekerde en zijn of haar zorgverzekeraar of verzekeringstussenpersoon bij klachten inzake een aanvullende zorgverzekering. De ombudsman probeert partijen bij elkaar te brengen door hen over en weer van de redelijkheid of de onredelijkheid van hun standpunt te overtuigen. Uitgangspunt is daarbij de onderlinge gelijkwaardigheid van partijen. Klachten over de basisverzekering worden behandeld door de Nationale Ombudsman.
Ombudsman
(Ombudsman, nationale) Instituut, ingesteld door de overheid, dat burgers de mogelijkheid geeft om klachten over de uitvoering van taken door of namens de overheid voor te leggen aan een onafhankelijke en deskundige instantie. De ombudsman behandelt klachten over de Zorgverzekeringswet (basisverzekering) of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De ombudsman staat de financieel minder draagkrachtigen in de samenleving bij wanneer zij niet in staat zijn voor hun recht op te komen. Daarnaast onderzoeken en beoordelen de juristen van de ombudsman of wet- en regelgeving geen negatieve (onvoorziene of onbedoelde) gevolgen heeft voor burgers. Ook voert de ombudsman collectieve acties, waarbij het streven is gericht op het opheffen van rechtsongelijkheid. Dat gebeurt onder meer door het vragen van media-aandacht. Klachten over aanvullende verzekeringen behandelt de Ombudsman Zorgverzekeringen.
Ontschotting
Verandering van bedrijfsvoering in de zorgverlening, waarbij niet langer wordt gewerkt in diensten (medisch, paramedisch, verpleegkundig), maar in clusters rond de primaire zorgprocessen. Ontschotting vormt een van de pijlers van het nieuwe zorgstelsel: een klantgerichte manier van werken die uiteindelijk moet leiden tot vraaggestuurde zorg. Aan dat proces levert transmurale zorg een wezenlijke bijdrage door het realiseren van een betere bereikbaarheid en toegankelijkheid van zorg.
Ontgroening
Proces waarbij de groep jongeren in de bevolkingsopbouw afneemt. In 1900 bedroeg dit aandeel nog 45 procent, terwijl het in 1995 nog slechts 24,4 procent was. Samen met vergrijzing maakt ontgroening deel uit van het verouderingsproces.
Onderzoek
(Onderzoek, tripelblind) Kenmerk van vergelijkend onderzoek waarbij de patiënt, de voorschrijver en de effectbeoordelaar niet op de hoogte zijn van de uitkomst van de randomisatie. Het is aan geen van deze personen bekend of iemand in de interventie- dan wel in de controlegroep is ingedeeld.
Onderzoek
(Onderzoek, enkelblind) Kenmerk van vergelijkend onderzoek waarbij het de onderzochte personen niet bekend is of zij in de interventiegroep dan wel in de controlegroep zijn ingedeeld.
Onderzoek
(Onderzoek, dubbelblind) Kenmerk van vergelijkend onderzoek waarbij noch de onderzoekers noch de onderzochten weten of zij in de interventiegroep dan wel in de controlegroep zijn ingedeeld.
Onderdiagnostiek
Niet verrichten van diagnostiek in een situatie waarin dat wel nodig is.
Onderbehandeling
Niet geven van een behandeling in een situatie waarin dat wel nodig is.
Opleiding
Combinatie van een aantal vakken, bestaande uit competenties en vaardigheden die leiden tot een wettelijk erkend getuigschrift voor de uitoefening van een functie in de zorg. Vaak is de naam van de opleiding gelijk aan de naam van het beroep waarvoor wordt opgeleid en wordt de opleiding afgesloten met het bijschrijven in het register van de beroepsgroep. De eindtermen van de opleiding en de registratie moeten garanderen dat iedere beroepsgroep over de geëigende kennis en vaardigheden beschikt. Herregistratie wil voorzien in de garantie dat elke professional zijn vak bijhoudt.
Openheid over fouten
Onderdeel van de professionele houding en verantwoordelijkheid, waarbij de zorgverlener de patiënt zo openlijk mogelijk benadert in geval van een incident (complicatie of fout). Te onderscheiden valt informatie over wat er is gebeurd, informatie over hoe iets heeft kunnen gebeuren en vervolginformatie.
Openbare geestelijke gezondheidszorg
(OGGZ) Deel van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) dat zich primair richt op zorg voor personen die door hun psychische problemen en-of verslaving niet zelfstandig zonder maatschappelijke steun kunnen functioneren en-of overlast veroorzaken. In grote steden voert de GGD deze taken uit, bijvoorbeeld via een dienst ‘vangnet en advies’. Tot 2007 was dit een verantwoordelijkheid voor de overheid, gefinancierd vanuit de AWBZ. Sindsdien ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeenten.