Medische woordenlijst
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 27/01/2014, NL
Woorden: 2212
Sicca-syndroom
Iedere aandoening waarbij kerato-conjunctivitis (= gelijktijdige ontsteking van het hoornvlies en oogbindvlies) en droge mond (= xerostomie) samen voorkomen.
Sjögren-syndroom, behandeling
Mogelijke behandelingen van Sjögren-syndroom (o.a.): (1) symptoom-verlichting (= palliatie): , goede mondhygiène: tegen ontstekingen en tandbederf en -verlies , droge mond: lippen bevochtigen, kleine teugjes drinken, mondspoeling, suikervrije kauwgom, pilocarpine (bevordering van de speekselproductie) , droge ogen: kunstmatige tranen , pijn: eenvoudige, ontsteking-remmende pijnstillers , zoals aspirine (2) vertraging van het ziekteproces : o.a. corticosteroïden , zoals prednison
Sjögren-syndroom
Ziekte die voornamelijk bij vrouwen in de overgang (= menopauze) voorkomt. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Droge mond en droge ogen (= sicca-syndroom) en aandoeningen van traan- en speekselklieren. Daarnaast treden vaak ook o.a. ernstige vermoeidheid, reumatoïde artritis, spierverkleining (= spier-atrofie), sarcoïdose en vergrote bloed-bezinkingssnelheid (= BSE) op. - Oorzaak - De oorzaak is niet precies bekend. Mogelijk is er sprake van een stoornis in het afweer- of immuun-systeem (= auto-immuun-ziekte).
Skeletspieren
(dwarsgestreepte spieren) Spieren die via pezen zijn verbonden aan het skelet en de houding en beweging van het lichaam verzorgen.
Skelet-/spier-aandoeningen
(bewegingsapparaat-a.) Alle aandoeningen die op de een of andere wijze de houding en-of beweging van het lichaam negatief beïnvloeden en een lichamelijke handicap tot gevolg kunnen hebben.
Slow release
Langzame afgifte van een werkzame stof uit bijvoorbeeld een tablet of dragee.
Slokdarm, zweren
(ulcus oesofagi) - peptische zweren
Slokdarm, verwijding
(achalasie, cardiospasme, slokdarm-aperistaltiek) Verminderd functioneren van de slokdarm door verwijding van een deel daarvan. De aandoening ontstaat meestal tussen 20-40 jaar. - De verminderde beweeglijkheid (= peristaltiek) van met name het onderste deel van de slokdarm heeft tot gevolg dat: , de slokdarm niet meer goed ritmisch samentrekt (= verminderde slokdarm-peristaltiek), waardoor het voedsel niet goed doorstroomt naar de maag. , het bovenste gedeelte van de slokdarm sterk wordt vergroot (= slokdarm-dilatatie), waardoor het voedsel zich daar ophoopt en kan terugvloeien in de mond. , de slokdarm niet meer goed sluit (= slokdarm-sfincter-insufficiëntie), zodat de zure maaginhoud terug kan stromen in de slokdarm (= oesofagale reflux).
Slokdarm, verwijding: behandeling
Mogelijke behandelingen van slokdarmverwijding (= achalasie) o.a.: , kunstmatig verwijding van het onderste deel van de slokdarm met een opblaasbare ballon-tube. , medicijnen om de onderste slokdarm te verslappen, zoals nitraten , calcium-antagonisten , botuline-toxine (zie hieronder): , operatieve ingreep waarbij de onderste slokdarm wordt verwijd.
Slokdarm, verwijding: oorzaken
Mogelijke oorzaken van slokdarmverwijding (= achalasie) o.a.: - De slokdarm-verwijding is het gevolg van een aandoening van de zenuwen die naar en in de slokdarm-wand lopen. - De oorzaak van de verwijding is niet precies bekend. Waarschijnlijk gaat het om een combinatie van factoren (o.a. erfelijke, eetpatroon, etc.).
Slokdarm, vernauwing
(strictuur) Meestal aangeboren, ringvormige vernauwing (= strictuur) onder in de slokdarm. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Slikproblemen (vooral bij vast voedsel) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - goed kauwen van vast voedsel , invasieve (= endoscopische dilatatie) of operatieve verwijding van de slokdarmring
Slokdarm, uitstulpingen
(divertikels) Aandoening met zak-vormige uitstulpingen van de slokdarmwand. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Slikproblemen (soms) - Mogelijke oorzaken (o.a.) - ongecoördineerd slikken, slokdarm-verwijding (= achalasie), slokdarm-vernauwing - Mogelijke behandelingen (o.a.) Terugstromen van maag-inhoud (= oesofageale reflux), overstromen van voedselbrei in de luchtpijp (= aspiratie pneumonie) vooral tijdens liggen-slapen, slikproblemen (soms), pijn onder het borstbeen - Mogelijke behandelingen (o.a.) - operatieve verwijdering (o.a. laser-therapie) van de uitstulpingen
Slokdarm, ontsteking
(oesofagitis) Ontsteking (= -itis) van het slijmvlies van de slokdarm (= oesofagus). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Pijn en op termijn slokdarm-beschadiging, -erosie, - bloedingen (= oesofageale hemorragie) en -zweren (= ulcus oesofageale). - Mogelijke oorzaken (o.a.) - regelmatig terugvloeien (= reflux) van zure maag-inhoud in de slokdarm (= reflux oesofagitis ) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - aanpassing van het dieet (geen koolzuur- en-of alcohol-houdende dranken) en eetwijze. , medicijnen (zie ook hieronder): maagzuur-neutraliserende middelen (= antacida) en peptische middelen (o.a. maagzuur-remmers)
Slokdarm, spasmen
Tijdelijke verstoringen van de voortstuwende beweging (= peristaltiek) van de slokdarm. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Pijnlijke samentrekkingen van de slokdarmwand (= spasmen), met name `s nachts of bij lichamelijke inspanning scherpe onder het borstbeen, op langere termijn slokdarm-verwijding (= achalasie), slikstoornissen. De pijnklachten kunnen lijken op die van angina pectoris. - Oorzaak - Verstoorde geleiding van zenuwprikkels in de slokdarmwand. Hierdoor zijn de bewegingen van de slokdarmwand niet meer goed gecoördineerd, waardoor geen voortstuwing van voedsel plaatsvindt. In ca. 30% van de gevallen functioneert dan ook de sluiting van de slokdarmringspier (= -sfincter) tussen slokdarm en maag niet goed. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - gladde spier-ontspanners, zoals nitraten , anticholinergica (= para-sympathico-lytica) en calcium-antagonisten , pijnstillers (soms sterke) , endoscopische (ballon-matige) of operatieve verwijding van de slokdarm
Slokdarm, beschadiging
(laceratie-ruptuur) Oppervlakkige (= oesofageale erosie) of ernstige beschadiging = laceratie) of scheuring (= oesofageale ruptuur) van de slokdarmwand: , mechanisch : inslikken van harde, puntige voorwerpen , chemisch : met name bij kleine kinderen inslikken van etsende (= corrosieve) chemicaliën (o.a. chloor-, kali-, ammoniak-houdende en andere schoonmaak-middelen) en sommige medicijnen , fysiologisch : o.a. regelmatig terugvloeien van maagzuur in de slokdarm (= oesofageale reflux) - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Pijn onder het borstbeen, slikproblemen (soms), hik, slokdarm-bloedingen (oesofageale hemorragie), scheuring van de slokdarmwand (-ruptuur) bij zwaar persen tijdens ontlasting of zwaar tillen - Mogelijke behandelingen (o.a.) - vermijden van (verdere) beschadiging door vermijden-wegnemen van de oorzaak , stelpen van de bloeding(en) , operatief herstel van de slokdarmwand (o.a. bij bloedingen en-of scheuring)
Slokdarm, aandoeningen
(oesofagus-a.) - , slokdarm-beschadigingen , slokdarm-bloedingen (= oesofageale hemorragie) , slokdarm-kanker (= oesofageaal carcinoom) , slokdarm-ontsteking (= oesofagitis) , slokdarm-spasmen , slokdarm-uitstulpingen (= oesofageale divertikels) , slokdarm-vernauwing (= oesofagale strictuur) , slokdarm-verslapping-verwijding (= achalasie, slokdarm-aperistaltiek) , slokdarm-webben , slokdarm-zweren (= ulcus oesofagi) , zure oprispingen (= hartbranden, gastro-oesofageale reflux)
Slikproblemen, oorzaken
Mogelijke oorzaken van slikproblemen (= dysfagie) o.a.: , ALS (= amyotrofe laterale sclerose) , droge mond , Huntington , inbeelding , keel-aandoeningen , medicijnen, indien groot, hard, hoekig of droogstroef oppervak , kinderverlamming (= polio , Parkinson en parkinsonisme , slokdarm-aandoeningen , spierzwakte (= myasthenia) , stemband-aandoeningen , strottenhoofd-aandoeningen - NB. Slikproblemen bij het gebruik van medicijnen (met name bij kinderen en bejaarden) kunnen o.a. worden opgelost door toevoeging van siroop of suiker, halveren of fijnmaken van grote tabletten, poeder uit capsules halen (alleen indien toegestaan) of de arts te vragen om een vloeibare vorm (indien beschikbaar) van het medicijn.
Slikproblemen, behandeling
Mogelijke behandelingen van slikproblemen (= dysfagie) o.a.: , aanpassen van de voeding , kauw--slokdarmproblemen: puur vast voedsel zodat minder kauwen nodig is en het voedsel de keeloholte en slokdarm gemakkelijker passeert , slikproblemen: verdik vloeistoffen zo mogelijk met een verdikkingsmiddel (vraag aan dietist of apotheker) zodat ze niet in de luchtwegen en longen terechtkomen. , slikken niet op gang kunnen krijgen: zuur het voedsel ietwat aan met bijv. citroensap (zuur bevordert de slikreflex) , trage speekselvorming: zorg dat het eten er goed uitziet en lekker ruikt (dit stimuleert de speekselproductie) , fysieke aanpassing , loop altijd zo recht mogelijk , zit recht overeind met beide schouders op gelijke hoogte , als er voedsel vastzit -ook gedurende korte tijd- opstaan (NB. Ga in dat geval nooit liggen!), bovenlichaam rekken en rondlopen. Hierdoor gaat het eten omlaag naar uw maag , bij zwakke kaak- of tongspieren: vraag de (huis)arts om oefeningen om die spieren te versterken zodat u beter kunt kauwen , langzaam en diep ademen (o.a. met hulp van logopedist) om de tongspieren en de spieren van het strottenhoofd te versterken , zorg voor een goed passend gebit , vanaf drie uur voor het slapengaan niets meer eten (als `s nachts voedsel in de slokdarm blijft steken kan dat heel vervelend en pijnlijk zijn) , verbetering van het slikproces , snij het eten in kleine hapjes of laat iemand anders dat doen , slecht of niet ruiken of proeven: zorg dat het eten er aantrekkelijk uitziet en dat uw maaltijden ook veel kleur hebben (dit bevordert de speekselproductie) , gebruik tijdens het eten voldoende vocht , eet in alle rust (zonder drukte om uw heen) , neem ruim de tijd (laat u vooral niet opjagen) , aanpassing van de medicatie - Soms worden slikproblemen veroorzaakt door de vorm of werking (o.
Slikproblemen
(afagie, dysfagie) Aandoeningen waarbij het slikken moeilijk (= dysfagie) of onmogelijk is geworden (= afagie).
Slikken
Slikken vindt plaats in vier fasen waarbij in totaal ca. 25 verschillende spieren en vijf verschillende zenuwbanen zijn betrokken. , fase 1 : - Na zien, ruiken of proeven van eten of drinken wordt automatisch speeksel (+ spijsverteringsenzymen) geproduceerd. Hierdoor is al speeksel in de mond aanwezig voordat het eten of drinken in de mond komt. Als gevolg daarvan wordt het kauwen gemakkelijker en komt de spijsvertering al snel op gang. , fase 2 - De tong duwt -na voldoende kauwen- de zachte voedselbrei (= bolus) via de achterkant van de mondholte naar de bovenkant van de keelholte (= farynx). Deze fase van het slikken kan zowel onwillekeurig als willekeurig plaatsvinden. , fase 3 - Zodra de spijsbrei de keelholte raakt, sluit het strottenhoofd (= larynx) sluit zich om te voorkomen dat voedsel of drank in de bovenste luchtwegen en longen terechtkomt. Onmiddellijk daarna wordt automatisch de slikreflex in gang gezet, waardoor het voedsel richting slokdarm (= oesofagus) wordt gestuwd. , fase 4 - Nadat het voedsel het begin van de slokdarm heeft bereikt, trekt de wand van de slokdarm ritmisch samen (= peristaltiek) en stuwt het voedsel naar de maag.
Slijmvlies-wratten
(carunkels, caruncula) Kleine, vlezige verhevenheid op het slijmvlies.
Slijmvlies-ontsteking
(mucositis) Ontsteking (-itis)van het slijmvlies (= mucosa).
Slijmvlies-ontsteking, darm
(enterocolitis) Ontsteking van het slijmvlies van de dunne (= enteritis) en dikke darm ( = colitis).
Slijmvlies-aandoeningen
Mogelijke slijmvlies-aandoeningen (o.a.) , slijmvlies-ontsteking , slijmvlies-wratten , slijmvlies-zweren
Slijmvlies
(mucosa) Laag van cellen die de binnenwanden van de uitwendige lichaamsholten (o.a. mond, keel, longwegen, maag, darm, vagina en glans bedekken en slijm (= mucus) produceren.
Slijmbeurs-ontsteking
(bursitis) Ontsteking van een of meer slijmbeurzen rond de gewrichten. Vaak boven de knieschijf (bij mensen die veel moeten kruipen), elleboog of bij de schouder. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Roodheid, zwelling en pijn. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Aanhoudende wrijving, belasting, druk of stoten. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - koele of warme compressen , ontsteking-remmende injecties met corticosteroïden , injectie met plaatselijk verdovingsmiddel (= lokaal anesthetica) , eenvoudige pijnstillers (zie ook hieronder)
Slijm
(mucus) Meestal dikvloebare, doorzichtige vloeistof die de wanden van de lichaamsopeningen vochtig en glijbaar houdt.
SLED
(systemische lupus erythematodes disease) - lupus erythematodes
Slechtziendheid
(paroptosis) Tijdelijke of blijvende vermindering van een deel van het gezichtsvermogen. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - aangeboren slechtziendheid , gelevlek-degeneratie (= macula degenerata): moeilijk te behandelen , grijze staar (= cataract = ooglenstroebeling = ouderdomsstaar): meest voorkomende oorzaak van slechtsziendheid , hoornvlies-afwijkingen (= astigmatisme) , oog-infectie , suikerziekte (= diabetes mellitus): vaak voorkomende oorzaak van slechtsziendheid , verhoogde oogboldruk (= glaucoom) , bijwerking van medicijnen
SLE
(systemische lupus erythematodes) - lupus erythematodes
Slapeloosheid, slaaphygiëne
Echte slapeloosheid is een te kort aan slaap en-of onregelmatig slapen (= `slecht slapen`) waarvan men ook overdag ernstige last heeft. - Eén van de belangrijke oorzaken van slapeloosheid is een slechte slaap-hygiëne als gevolg van ongezonde leefgewoonten. - Een gezonde slaap kan o.a. worden verkregen door: (1) Slaap-gestuurd slapen , gaan slapen als men zich slaperig voelt. In dat geval niet in bed lezen of TV kijken. , opstaan en iets ontspannends doen als men geen slaap (meer) heeft , enkele uren voor het slapen gaan geen dutjes meer doen , vermijden van (al te) actieve geestelijke of lichamelijke arbeid voor het slapen gaan. (2) Regelmatig dag- en nachtritme - Dit kan o.a. worden bereikt door op geregelde tijden naar bed te gaan en op te staan, ook in het week-end. (3) Goede slaap-omgeving - Goed bed, matras en kussen, juiste (slaap)kamertemperatuur, voldoende luchtventilatie, voldoende geluidsisolatie, geen opzichtige wekker. (4) Gematigde voeding- en drinkgewoonten - Gebruik enkele uren voor het slapen gaan geen overvloedige maaltijden, geen koffie, thee, cola, of cacoa, weinig of geen alcohol of andere drugs. (5) Juiste lichaamsbeweging - Doe regelmatig (ca. 3-4 x per week) voldoende (15-60 minuten) lichaamsbeweging (o.a. wandelen, sporten, home trainers). Dit verlaagt het gemiddelde stress-niveau. Sporten vroeg in de avond bevordert in het algemeen een goede slaap. - Doe geen intensieve lichaamsbeweging of sport vlak vóór het slapen gaan. .
Slapeloosheid, oorzaken
Mogelijke oorzaken van slapeloosheid(o.a.): , pijn , angst , benauwdheid , koffie en-of alcohol (voor het slapen gaan) , laat eten , spijsverteringsaandoeningen , nervositeit , stress , overspannenheid , burn out , zorgen, piekeren en `malen` , onregelmatig leven , ouderom , hyperactiviteit, , overmatig werken (`work-aholic` ) , laat werken-vergaderen , onregelmatig werken (o.a. nachtwerk, ploegendienst) , verre vliegreizen (jetleg) , snurkende bedgenoot , buren--straatlawaai , psychische problemen , psychische aandoeningen , waaronder depressiviteit , rusteloze benen (= RLS) , combinatie van een of meer van deze factoren , onbekend (aanleg?)
Slapeloosheid, behandeling
Mogelijke behandelingen van slapeloosheid (o.a.): - Slapeloosheid door verkeerde leefgewoonten : , op regelmatige tijden gaan slapen en opstaan , overdag wakker blijven (geen dutjes doen) , storende geluiden verminderen (o.a. ramen dicht, oordopjes) , `s avonds matig eten (tot 3 uur voor slapengaan) , `s avonds weinig of geen koffie (wel caffeine-vrije koffie) , `s avonds weing (` slaapmutsje`) of geen alcohol (alcohol heeft minder diepe slaap tot gevolg, waardoor men vaker wakker wordt) , `s avonds laat geen werkzaamheden verrichten, maar ontspannen (bijv. `blokje om` of warm bad) , opstaan als u niet kunt slapen en afleiding zoeken (bijv. rustige muziek) , slaap-cursus , slaapmiddelen (zie ook hieronder) , combinatie van bovengenoemde mogelijkheden (2) Slapeloosheid door lichamelijke aandoening (bijv. pijn) - Behandeling van de onderliggende oorzaak (= causale therapie) en-of van de pijn met pijnstillers. - NB. Bij pijn zijn slaapmiddelen zinloos zolang de pijn zelf niet afdoende is bestreden! (3) Slapeloosheid door psychische problemen - Behandeling van de oorzaak van de psychische klachten met psychofarmaca en-of psychotherapie (4) Slapeloosheid met onbekende oorzaak , slaapcursus , slaapmiddelen - NB. Het effect van slaapmiddelen is vaak gering en slechts tijdelijk. Behalve dat u er overdag suf van kunt worden, kunt u er ook betrekkelijk snel verslaafd aan raken, waardoor stoppen erg moeilijk kan zijn.
Slapeloosheid
(insomnia) Echte slapeloosheid is een ziekelijk te kort aan slaap en-of onregelmatig slapen (= `slecht slapen`) waarvan men overdag last heeft. - Ca. 1 op de 3 volwassenen zegt last te hebben van slapeloosheid (NIPO-enquête 1977). Slaapklachten komen vaker voor bij ouderen en 2 x vaker bij vrouwen dan bij mannen. - Slapeloosheid ken drie vormen : , moeilijk in kunnen inslapen (= inslaapstoornis) , niet goed kunnen doorslapen (= doorslaap-stoornis) , vaak wakker worden (= licht slapen) - NB. , Pseudo-slapeloosheid is slapeloosheid waar men overdag géén last van heeft. Pseudo-slapeloosheid hoeft niet te worden behandeld. , Ouderen -i link indicatie 3958 -link link indicatie 4807 -link link indicatie 4805 -link link indicatie 4806 -link link indicatie 3959 -link link indicatie 3960 -link link indicatie 3220 -link
Slagader-ontsteking
(arteriïtis) Ontsteking (= itis) van de wand van één of meer slagaders (= arteriën). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) De aard van de verschijnselen is afhankelijk van de plaats en ernst van de ontsteking. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Vermindering (= degeneratie) van de elastische vezels in de wand van de kleinere slagaders. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: corticosteroïden
Slagader
(arterie) Bloedvat dat het bloed vanuit het hart naar de weefsels en organen voert.
Slaapzucht
(lethargie) Voortdurende neiging in slaap te vallen en langer slapen dan normaal gesproken nodig is.
Slaapziekte
(nona, encefalitis lethargica) Zeldzame hersen-ontsteking gekenmerkt door slaperigheid. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Slaperigheid (= somnolentie), langdurig slapen (= slaapzucht), verwardheid, oogstoornissen, druk bewegen (= hyperkinesie) tijdens de slaap - Mogelijke oorzaken - De hersen-aandoening die slaapziekte veroorzaakt, is niet precies bekend
Slaap-problemen
Echte slapeloosheid is een ziekelijk te kort aan slaap en-of onregelmatig slapen (= `slecht slapen`) waarvan men overdag last heeft.
Slaap-aandoeningen
Mogelijke slaap-aandoeningen (o.a.): , Afrikaanse slaapziekte (= trypanosomiasis) , Cheyne-Stokes-ademhaling ) , obstructief slaapapnoe-syndroom (= OSAS) , slaapaanvallen (= narcolepsie) , slaap-apnoe , slaapziekte (= nona = encefalitis lethargica) , slaapzucht (= hypersomnia) , slapeloosheid , snurken
Smaak-aandoeningen
Tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltijk verlies (= ageusie) of veranderingen (= dysgeusie) van de smaak. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - bestraling van hoofd en hals , depressiviteit , medicijnen, zoals amitryptiline (= Sarotex, Tryptizol) en vincristine , tabakgebruik (met name pruim- en pijptabak) , tong-aandoeningen (meestal), zoals infectie, verbranding, verlamming en tumor , verkoudheid, griep
Somnolentie
Slaperigheid
Somberheid
Aanhoudende neerslachtige stemming.
Somatropine
(somatotrofine) - groeihormoon
Somatostatine
Natuurlijk hormoon dat de werking van het natuurlijke groeihormoon somatotropine en een aantal andere hormonen (o.a. insuline, glucagon en schildklierhormonen) remt. - Somatostatine wordt gevormd in de alvleesklier (= pancreas), hypothalamus en in de wand van maag en darm.
Somatoforme aandoeningen
Lichamelijke klachten of aandoeningen waarbij de patiënt zelf een psychische oorzaak uitsluit, daarvan niet wil weten en-of die hevig ontkent. - In het algemeen zijn somatoforme klachten die de patiënt beschrijft ernstiger dan op grond van een lichamelijke ziekte zou mogen worden verwacht. - Onderscheiden worden o.a.: , conversie-stoornissen : lichamelijke klachten die lijken op een bepaalde neurologische of andere aandoening met een psychologische oorzaak die door de patiënt wordt ontkent. , somatisatie-stoornissen : combinatie van lichamelijke klachten, zoals bijv. pijn, maag-darm-, neurologische en seksuele klachten -vaak in combinatie met angst en depressiviteit- waarvan de psychische oorzaak door de patiënt wordt ontkend. , hypochondrie : de patiënt is er op basis van bepaalde, vaak onduidelijke lichamelijke klachten van overtuigd dat hij-zij aan een ernstige ziekte lijdt en daar mogelijk dood aan zal gaan. - Mogelijke behandelingen , psycho-therapie , psycho-farmaca - NB. , De behandeling van somato-forme aandoeningen is meestal niet eenvoudig omdat de patiënt onbewust niet meewerkt aan het achterhalen van de ware oorzaak en de ware aard van de klachten. , Omgekeerd kunnen lichamelijke aandoeningen, zoals bijv. kanker of invaliditeit, ook tot ernstige psychische klachten leiden, zoals bijv.
Soa, informatie
- Plaatselijke GGD (zie telefoonboek) , AIDS-soa-infolijn: 0900-2942040 , Rutgers Nisso Groep: 0900-9398
Soa, veilig vrijen
Onveilig , contact tussen penis, vagina en-of anus: in dat geval altijd een condoom gebruiken! , direct contact tussen mond penis, vagina en-of anus - Veilig vrijen (o.a.) (1) u weet dat u en uw partner geen SOA hebben (2) u weet niet (zeker) dat u en-of uw partner geen SOA hebben: , tegen elkaar aan liggen , strelen en knuffelen , (tong)zoenen , masturberen met de hand , voorkom direct contact met sperma, vaginaal vocht of (menstruatie)bloed. - NB. Gebruik altijd een condoom als u niet zeker weet of u of uw partner een soa heeft.
Soa, behandeling
De behandeling is sterk afhankelijk van de soa die u heeft en het stadium waarin de soa verkeert. - Hoe eerder u de soa laat behandelen hoe beter. De gevolgen van soa kunnen namelijk zeer ernstig zijn en bovendien bestaat de kans dat u anderen er mee besmet. - NB. Aarzel niet naar een (huis)arts te gaan. Uw (huis)arts ziet regelmatig patiënten met een soa en kijkt daar dus niet van op.
Soa, besmettingswijzen
Besmetting met een soa, waaronder HIV-AIDS, kan plaatsvinden door direct contact met besmet bloed, sperma of vaginaal vocht van iemand met een soa. - Schaamluizen (= platjes) verspreiden zich door direct lichamelijk contact of via kleren of beddengoed. - Belangrijke besmettingswijzen zijn o.a.: , direct lichamelijk contact (o.a. schaamluizen) , onveilig vrijen (o.a. geen condoom gebruiken!) , infuus met besmet bloed ; o.a. in onhygiënische ziekenhuizen of (poli)klieken , gebruik van besmette injectienaalden o.a. door drugsgebruikers
Spreidvoet
(pes planotransversus) Platte, brede voorvoet.
Sporthart
(atletenhart) Sterk vergroot hart door verdikking van de (vooral de linker) hartwand (= ventrikel-hypertrofie) en verwijding van (vooral de linker) hartkamer (= ventrikel-dilatatie). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Hartritme-stoornissen (= aritmieën), hartfalen, hartklep-aandoeningen, hartdoorbloedingsstoornissen (= coronaire aandoeningen) - Mogelijke oorzaken (o.a.) Langdurige, zware lichamelijk inspannning door arbeid of duur--krachtsport - Mogelijke behandelingen (o.a.) - geleidelijk afbouwen van de inspanning (aftrainen) , behandeling van de verschijnselen (zie aldaar)
Sportgeneeskunde
Medische wetenschap die zich bezighoudt met onderzoek, diagnose en behandeling van sport-blessures.
Spondylomyelitis
Ontsteking (= itis) van wervels (= spondulos) en ruggenmerg (= myeline).
Spondylitis
Ontsteking (= itis) van de wervels (= spondylos).
Spoelwormen
(ascariasis) Uitheemse, bleekgele tot roze-rode, regenworm-achtige worm (Ascaris) van 1-30 cm lengte en 3-6 mm doorsnede. - Belangrijkste besmettingsbron: ongewassen groente en fruit, vooral sl die bemest is met de inhoud van een beerput.
Splenectomie
Operatieve verwijdering van de milt.
Spitsvoet
(paardenvoet) Voetmisvorming waarbij alleen de tenen de grond raken.
Spiraaltje
Voorbehoedmethode tegen zwangerschap waarbij een plastic ankertje in de baarmoeder wordt geplaatst. Hierdoor kan een bevruchte eicel zich niet in de baarmoederwand nestelen. - Het koper-spiraaltje is wat minder betrouwbaar dan de pil en kan de menstratie verhevigen (o.a. pijnljker en wat langere bloedingen). - De hormoon-spiraal (bevat progetseron) is even betrouwbaar als de pil en geeft geen of minder menstruatieklachten dan het koperspiraaltje.
Spinale anesthesie
(lumbale anesthesie) Verdoving van het onderste deel van het lichaam via het ruggemerg (= spina).
Spijsvertering, slechte
(indigestie) - spijsverteringsaandoeningen
Spijsverteringsaandoeningen, vormen
Mogelijke vormen van spijsverteringsaandoeningen (= indigestie, dyspepsie) o.a.: , brandend maagzuur , gal-aandoeningen , hyper-aciditeit (= overmatig maagzuur) , meteorisme , peptische aandoeningen , maag-darm-aandoeningen , slokdarm-aandoeningen
Spijsverteringskanaal
(tractus digestivus) De holle verbinding tussen mond en poepgat (= anus) waarin de vertering van het voedsel (= spijs) plaatsvindt. - Het spijsverteringskanaal bestaat van voor (mond) naar achteren (anus) uit: , mond (= os) , slokdarm (= oesofagus) , maag (= gastrium, stomachus, ventriculus) , darm (= intestinum) , anus (= poepgat, aars, kont)
Spier-zwakte
(myasthenie) Zwakke, krachteloze spieren als gevolg van een spier-aandoening. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Wisselende spierzwakte (meer bij inspanning, minder bij rust) en dubbelzien, spierverzakking (= ptosis) van de gelaatspieren, spierzwakte van de spreek-, slik- en kauwspieren, nekspieren en armspieren, op spierverlamming lijkende verschijnselen (= pseudoparalysis). - Mogelijke oorzaken (o.a.) - infecties (o.a. griep) , al of niet aangeboren spier-aandoeningen , centrale aandoeningen, o.a. ALS, chronisch vermoeidheidssyndroom - Mogelijke behandelingen (o.a.) - behandeling van de oorzaak
Spier-spasmen
(krampen, verkramping, spasticiteit) Plotselinge, onwillekeurige samentrekking (= contractie) van één of meer skeletspieren. - Onderscheiden worden: , clonische spierkramp : afwisselend krampen (= contractie) en ontspanningen (= relaxatie) van spieren. , tonische spierkramp : samentrekking van een spier die enkele minuten, uren en soms weken aan kan houden. , spasticiteit : blijvend verhoogde spierspanning (= spiertonus) met (meestal) bewegingsbeperking (= motorische invaliditeit). , convulsies : centraal veroorzaakte, schoksgewijze (= clonische) spierkrampen, zoals bij epilepsie. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Spierkramp, spierschokken (= `convulsies`), hevige pijn en bewegingsbeperking. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Verzuring van de spieren (met name bij duursporten), oververmoeidheid, epilepsie, psychisch (bijv. stotteren, overmatig knipperen met de oogleden, tic), spierziekten, doorbloedingsstoornissen van de hersenen (= CVA), hersentumoren, multiple sclerose (= MS), ziekte van Parkinson, tetanus (= nekkramp, kaakklem), verwondingen, verbrandingen en littekenvorming. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: spier-verslappende middelen (= spasmolytica) , anti-epileptica - NB. De aard van de behandeling is sterk afhankelijk van de oorzaak van de spierspasmen.
Spier-schokken
(convulsies) Plotselinge, onwillekeurige samentrekkingen van een spier of groep van spieren.
Spier-atrofie
Afname (= slinken) van de spiermassa door gebrek aan beweging, rolstoel-gebruik, - bedlegerigheid (= immobiliteit) of spier- of zenuw-aandoening.
Spier-contractie
Samentrekking-verkorting van een spier.
Spier-dystrofie
Groeistoornis van de spieren waardoor deze achterblijven in hun ontwikkeling (= dystrofie) en kunnen gaan degenereren (= atrofie).
Spier-relaxatie
Verlenging-ontspanning van een spier.
Spier-aandoeningen, vormen
Mogelijke vormen van spier-aandoeningen (o.a.): , bevingen (= tremor) , chronische vermoeidheidssyndroom (= CVS) , convulsies , Duchenne-spierdystrofie , hals-draaikramp (= spasmodische torticollis) , hamstring-blessure , Huntington , hik , liesblessure , liesbreuk , myalgische encefalo-myelitis (= ME) , multipele sclerose (= MS) , myasthenia gravis , kinderverlamming (= polio = polio-myelitis) , Parkinson , parkinsonisme , spasticiteit , spieratrofie , Cornelia de Lange
Spier-aandoeningen
(musculatoire aandoeningen) Aandoeningen van de dwarsgetreepte skeletspieren. - Mogelijke verschijnselen bij spierziekten (o.a.): , bevingen (= trillingen = tremor) , bewegingsbeperking (= immobiliteit, motorische handicap, invaliditeit) , krachteloosheid, algehele (= asthenie) , krampen (= spasmen) , spierpijn (= myalgie) , spierschokken (= stuipen = convulsies) , spierstijfheid (spier-rigiditeit) , spierverlamming (= paralyse) , spierzwakte (= my-asthenie) , vermoeidheid (= fatigatio)
Spier
(musculus; mv. musculi) Bundel of laag van cellen die zich afwisselend kan verkorten-spannen (= spier-contractie) en verlengen-ontspannen (= spier-relaxatie). - Spieren worden onderverdeeld in: (1) dwarsgetreepte spieren (= skeletspieren) - Spieren die via pezen zijn gehecht aan de beenderen van het skelet en tezamen zoregn voor de lichaamshouding, uitdrukking (= mimiek), en (voort)beweging.
Speekselvorming, overvloedige
(speekselvloed, overvloedig kwijlen, hypersalivatie, sialorrhoe) Overmatige (= hyper-) productie van speeksel (= saliva) door de speekselklieren (= glandula salivalis). - Mogelijke oorzaken (o.a.) - denken aan, zien of ruiken van (lekker) voedsel , ziekte van Parkinson , braakneiging , tandheelkundige behandeling - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: glycopyrronium, scopolamine-pleisters (Scopoderm TTS®)
Spastische tetraplegie
Verlamming (= plegie) van alle vier (= tetra) ledematen als gevolg van een sterk verhoogde spierspanning (= spiertonus). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Lichte tot ernstige verstoring van de nomale lichaamshouding, beweging en bewegingscoördinatie (= extrapiramidaal syndroom), wat leidt tot spastisch gedrag. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Aandoeningen van de extrapiramidale zenuwen in de hersenen, waardoor zich plotselinge ongecoödineerde bewegingen kunnen voordoen (= chorea = `dans`).
Spasticiteit
(spastisch syndroom) Blijvend verhoogde spierspanning (= spiertonus) met als mogelijk gevolg vergroeiing en bewegingsbeperking. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: Dantrium®, - Dantroleen Capsules, Sirdalud® - Tizanidine Capsules-Tabletten
Spasmen
(krampen, kolieken) - , spierkramp , kolieken , spier-aandoeningen
Spanningshoofdpijn, behandeling
Mogelijke behandelingen van spanningshoofdpijn (o.a.): , acute vorm : lichte hoofd--nekmasage, ontspanningsoefeningen en niet-opioïde of `gewone` pijnstillers, zoals paracetamol of een andere eenvoudige pijnstiller (= NSAID`s = prostaglandine-synthetase-remmers ) , chronische vorm : rust, ontspanningsoefeningen, gedragstherapie, en paracetamol of een prostaglandine-synthetase-remmer (= NSAID) - NB. Chronische spanningshoofdpijn kan soms worden voorkómen (= profylaxe) met een lage dosis amitryptiline voor het slapen gaan.
Spruw, tropische
Aandoening van het slijmvlies van de dunne darm waardoor de opname (= absorptie) van voedsel is verstoord (= mal-absorptie) met als gevolg een tekort aan allerlei voedingsstoffen. - Komt vooral voor in de Caraïben, Zuid-India en Zuid-oost Azië. - Mogelijke verschijnselen (o.a. - Licht gekleurde ontlasting, diarree, gewichtsverlies, pijnlijke tong (bij vitamine-B2-tekort), bloeduitstortingen en nabloeden (door bloedstollingsstoornissen), bloedarmoede (door foliumzuur-tekort) en andere verschijnselen horende bij tekort-ziekten. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Darm-infecties met bateriën, virussen of parasieten, vitamine-tekort (vooral foliumzuur) en bedorven voedsel (toxinen). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - antibiotica (o.a. tetracycline) , foliumzuur
Strottenhoofdklep-ontsteking
(epiglottitis, laryngitis epiglottica) Ontsteking van het klepje (= epiglottis) van het strottenhoofd (= larynx), meestal bij kinderen van 2-5 jaar. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Neus-keel-ontsteking en -mogelijk ernstig- bemoeilijkte ademhaling. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Infectie met de griepbacterie Haemophilus influenzae type B (meestal). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: anti-biotica
Strottenhoofdkanker
Gezwel (= tumor) in strottenhoofd. Komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De vijf-jaar overlevingskans is ca. 90% bij behandeling in het eerste stadium en ca. 25% in het 4e stadium. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Heesheid (meestal eerste symptoom) door aantasting van de stembanden, slikproblemen, knobbel in hals (als gevolg van uitzaaiing naar een hals-lymfeklier), stemverlies - Mogelijke oorzaken (o.a.) Roken en overmatig alcoholgebruik - Mogelijke behandelingen (o.a.) - 1e stadium : bestraling , latere stadia : operatieve ingreep, met gehele of gedeeltelijke verwijdering van het strottenhoofd en de stembanden (met stemverlies) , stemherstel-fase : o.a. slokdarmspraak (aanleren), spraakknop tussen luchtpijp en slokdarm, elektrolarynx (= buisje dat tegen hals wordt gedrukt) - NB. Bij stemherstel wordt de spraak in alle drie de gevallen, net als normale spraak, gevormd door gebruik van de mond, neus, tanden, ton en lippen. De spraak klinkt echter wel kunstmatig en vaak zwak.
Strottenhoofd/stemband-ontsteking
(laryngitis) Ontsteking (= itis) van het strottenhoofd (= larynx) en-of de stembanden (= chordae vocali). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Heesheid, stemverlies, keelpijn, slikproblemen en bemoeilijkte ademhaling door gezwollen strottenhoofd, ziek gevoel (= malaise), koorts - Mogelijke oorzaken (o.a.) Meestal virus-infectie van de bovenste luchtwegen zoals verkoudheid en griep, bronchitis, long-ontsteking, kinkhoest, mazelen en difterie; daarnaast ook overmatig stemgebruik, allergische reactie, irritatie met prikkelende stoffen (o.a. tabaksrook) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - rust door weinig en zachtjes praten , stoominhalatie , bacteriele infectie: 5-7 daagse kuur met antibioticum
Strottenhoofd-aandoeningen
Aandoeningen van het strottenhoofd (= larynx): , keel-ontsteking (angina) , slikproblemen , stemband-aandoeningen , strottenhoofd-kanker , strottenhoofdklep-ontsteking (= epiglottitis) , strottenhoofd-ontsteking (= faryngitis)
Strotklepje
(epiglottis) - strottenhoofd (= larynx)
Strottenhoofd
(larynx) Bovenste gedeelte van de luchtpijp (= larynx) met het strotklepje (= epiglottis) en de stembanden (= chordae vocali).
Strongyloidiasis
(anguillulosis) Infectie van de dunne darm met parasieten. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Vage buikklachten, spijsversteringsstoornissen (= dyspepsie), verstoorde opname van voedsel in de darm (= malabsorptie), verminderde weerstand waardoor ernstige ziekten kunnen ontstaan. - Oorzaak - Darm-infectie met de parasiet Strongyloides stercoralis. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: ivermectine, Stromectol®
Stress, overmatige
Geestelijke en lichamelijktoestand als gevolg van acute en-of langdurige, overmatig psychische belasting die het normale functioneren belemmert. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Gespannen, jachtig en druk gevoel Kort en-of slecht slapen, spanningshoofdpijn, spierpijn, en (verergering van) hart- en vaataandoeningen - Mogelijke oorzaken (o.a.) Ernstige persoonlijke en-of relatieproblemen, langdurige grote werkdruk, ernstige ziekte van dierbare, aanhoudende, vage of specifieke bedreigingen, zoals onbestemde angsten, etc. - NB. Stress-gevoelens worden van persoon tot persoon zeer verschillend en uiten zich daarom zeer verschillend. Hierdoor is ook de behandeling van persoon tot persoon zeer verschillend.
Stress, behandeling
Mogelijke behandelingen van stress (o.a.): (1) Vorkómen (= preventie) , regelmatig leven , voldoende slapen-rusten , voldoende beweging en ontspanning , problemen tijdig oplossen , zo mogelijk vermijden van (bekende) stress-oproepende situaties (2) Medicijnen , lichte stress: kalmerende middelen (= sedativa) , stress met hartkloppingen en-of bloeddrukverhoging: bèta-blokkers , stress met maag-darm-zweren: antacida en peptische middelen , stress met spanningshoofdpijn (zie aldaar) , stress door verhoogde spierspanning: benzodiazepinen
Streptokokken-pneumonie
(streptococcus pneumonia) Ernstige long-ontsteking (= pneumonie). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Plotselinge (= acute), hoge koorts, pijn op de borst, flank en-of rug, koude rillingen, benauwdheid, opgeven van fluimen, wit-blauwige huid vanwege zuurstofgebrek (= cyanose) en neusvleugel-ademen (vooral bij kinderen) - Mogelijke oorzaken (o.a.) Besmetting van de longen met streptokokken. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - vóórkomen (preventie, profylaxe): inenting met pneumokokken-vaccin: Pneumokokken Vaccin, Pneumovax®, Pneumo® 23, Pneumune®, Prevenar® , medicijnen: antibiotica
Strangurie
Pijnlijke aandrang tot urine-lozing met eveneens pijnlijke lozing van maar enkele druppels urine (= dysurie) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: flavoxaat, Urispas®
Stoflong
(pneumoconiose) Aantasting van het long-bindweefsel (= long-fibrose) door regelmatig of veelvuldig inademen van fijn stof. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - vermijden van fijn stof , verlichting van de klachten , toedienen van extra zuurstof
Stoelgang
De stoelgang varieert van persoon tot persoon. Het `normale` aantal keren ontlasting (= defecatie) loopt uiteen van 3 x per dag tot 3 x per week. - Van een verstoorde stoelgang wordt gesproken als de ontlastingsfrequentie verandert en men daar last van heeft. - Factoren die een normale stoelgang kunnen bevorderen zijn o.a.: , voldoende beweging , voldoende vezels in de voeding , voldoende inname van vocht
Stijgbeugel
(stapes) De stijgbeugel is het binnenste van de drie gehoorbotjes in het binnenoor. De stijgbeugel verbindt het het aambeeld (= incus) met het ovale venster van het binnenoor.
Stijfkramp
(tetanus, klem) Infectieziekte door besmetting met bacterie die (meestal) via grond in wonden terechtkomt. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Spierpijn en spierstijfheid van de kauwspieren en daarna de romp, gevolgd door aanhoudende (= tonische) spierkrampen. - Oorzaak - Besmetting met tetanus-bacillen die een neurotoxine produceren dat de spierklachten veroorzaakt. De tetanusbacil komt o.a. voor in de grond en bereikt vaak via een met grond vervuilde wond het lichaam. - Behandeling - Door de World Health Organization (WHO) wordt aanbevolen na iedere diepe verwonding een `tetanusinjectie` (zie hieronder) te halen als de vorige injectie 5-10 jaar of langer geleden is.
Stevens-Johnson-syndroom
Uitslag met kleine blaren of een netelroos-achtige uitslag op het slijmvlies van de mond, vagina of top van de penis. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - bijwerking van bepaalde medicijnen (o.a. penicilline, sulfa-antibiotica, sommige bloeddrukverlagers (= antihypertensiva) en bloedsuikerverlagers (= orale antidiabetica)
Sterilisatie
(steriliseren) (1) Verwijderen van micro-organismen : bijvoorbeeld koken of pasteuriseren van melk
Stenen
(lithiasis) - , galstenen , urineweg-stenen (nier-, urineleider en blaasstenen)
Stemming
(gemoed) Het geheel en samenspel van gevoelens (= emoties en sentimenten) dat gedurende een bepaalde periode bestaat.
Stemband-ontsteking
Ontsteking van de stembanden.
Stembanden
(chordae vacali) Twee langgerekte spieren in V-vorm op de plaats waar de keel (= farynx) overgaat in de luchtpijp (= trachea). Normaal gesproken staan de stembanden open zodat de lucht ongehinderd de longen in en uit kan stromen. Tijdens spreken en slikken sluiten de stembanden zich. De spiervezels van de stembanden worden aangestuurd door de motorische spraakcentra in de hersenen en zorgen er voor dat de spreektoon (= trillingen of vibraties) van de stembanden kan varieren.