Medische woordenlijst

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 27/01/2014, NL
Woorden: 2212


Rehydratie
Vocht-aanvulling.

Regionale anesthesie
Verdoving van een deel (= regio) van het lichaam (bijv. een arm of been)

Refractair
Ongevoelig, onontvankelijk. Voorbeeld: refractaire periode van het hart: periode waarin het hart geen nieuwe prikkels kan vormen.

Reflux
Terug- (re-) stroom (flux). Voorbeeld: slokdarm- of oesofagale reflux: terugvloeien van maagzuur in de slokdarm.

Reflex-blaas
Ongewild urineverlies (= urine-incontinentie) door een aandoening van zenuwen in het ruggenmerg, waardoor de urinelozing niet meer bewust kan worden beïnvloed. - Mogelijke oorzaken o.a. - Hernia, dwarslaesie, multipele sclerose (MS) of plaatselijke tumoren.

Rectum-tumor
Gezwel (= tumor) van de endeldarm (= rectum).

Rectale bloedingen
Bloedingen waarbij het bloed -al dan niet samen met de ontlasting- via de anus naar buiten komt. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Aambeien (meestal), darmpoliepen, darmontstekingen in van spijsverteringskanaal (o.a. colitis ulcerosa), kanker in het spijsverteringskanaal, angiodysplasie (= abnormale bloedvaten in het rectale slijmvlies) - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Misselijkheid, rode ontlasting, verminderde eetlust, braken, gewichtsverlies, opgezwollen buik, veranderingen in het ontlastingspatroon, uitscheiding van slijm - Mogelijke behandelingen (o.a.) - behandeling van de oorzaak (= causaal-curatief)

Rectaal
Via het poepgat (= anus) in het laatste gedeelte (= endeldarm = rectum) van de dikke darm (= colon). - Rectale toediening van medicijnen via de anus (bijv. zetpillen en klysma`s) wordt o.a. toegepast: , als medicijnen na inname via de mond (= oraal) in maag en of darm worden afgebroken , als het gaat om een aandoening van het laatste gedeelte van de darm (= rectum) , om de darm te ledigen: bijv. bij rectaal onderzoek (= endoscopie) of darm-operatie

Reconstitueren
Opnieuw (re-) samenstellen (= constitueren). - Voorbeeld: het samenvoegen van een injectiepoeder en een injectievloeistof.

Recklinghausen von, ziekte van
(ostitis fibrosa cystica) Er zijn twee vormen van de ziekte van von Recklinghausen: (1) Erfelijke vorm , waarbij o.a. vele kleine gezwellen langs de zenuwbanen van de huid en pigmentvlekken (café-au-lait vlekken) worden gevormd en soms botwijkingen en gezwellen van het centrale zenuwstelsel, bloeddrukverhoging (= hypertensie), gezwel-nieuwvorming (neoplasma`s), verminderde hersendoorbloeding (2) Ostitis fibrosa cystica : aandoening met botverweking en kystenvorming in de botten, verslapte spieren (= spierhypotonie), doofheid, oog- en nierafwijkingen, lusteloosheid (= apathie). Oorzaak: verhoogde activiteit van de bijschildklieren (= hyperparathyreoïdie) door gezwelvorming (= adenoom). - Mogelijke behandelingen , zie kanker-behandeling

Recidief
(relaps) Terugkerende ziekte of ziekte-verschijnsel.

Recessief
Onderdrukt; ondergeschikt. Voorbeeld: recessieve eigenschap = eigenschap die wel is overgeërfd niet tot uitdrukking komt.

Receptor
Eiwit-structuren op de celwand van huid- (o.a. pijn- en druk-receptoren), weefsel- en orgaancellen die gevoelig zijn voor bepaalde bio-actieve prikkels. - Receptoren kunnen worden gestimuleerd (= agoneren) om een bepaald effect te bewerkstellingen of geblokkeerd (= antagoneren) om een bepaald effect te voorkómen. - Receptor-agonisten zijn lichaamseigen, chemische stoffen, zoals hormonen, of lichaamsvreemde stoffen, zoals medicijnen en vergiften, die de receptor na binding stimuleren (= agoneren) tot een bepaald effect. - Receptor-antagonisten of - blokkers zijn stoffen de zich binden aan receptoren maar zelf geen effect hebben. Hierdoor blokkeren (= antagoneren) ze de werking van stoffen die wel een effect hebben na binding aan een receptor.

Recept
Medisch voorschrift (= prescriptie) voor medicijnen.

Reanimatie
(cardio-pulmonale resuscitatie) Terug (= re-) tot leven (= anima) brengen door: (1) vergroting van het bloedvolume door middel van transfusie van bloed(vervangingsmiddel) na circulatoire shock of zwaar bloedverlies (2) herstel van de pompwerking van het hart na hartstilstand: o.a. hartmassage, defibrillatie van het hart of hartlongmachine (3) herstel van de ademhaling (bijv. na bijna-verdrinking) en zo nodig toedienen van extra zuurstof: o.a. mond-op-mond-beademing, zuurstof-slangetje in neus of hartlongmachine

Re-
Terug-, her-, opnieuw.

Revalidatiekunde
Medische wetenschap die zich bezighoudt met het herstel (= revalidatie) van patiënten na invaliderende, lichamelijke en-of geestelijke aandoeningen.

Reuzengroei, verschijnselen
Mogelijke verschijnselen bij reuzengroei (= acromegalie) o.a.: , langzaam doorgroeien (vooral bij kinderen) en-of vervormen (vooral bij volwassenen) van het skelet en de weke delen daaromheen, zoals neus, oren, lippen, tong, onderkaak en handen en voeten , grof uiterlijk van het gezicht en de rest van het lichaam , toename van de lichaamsbeharing , vergrote inwendige organen , gewrichtspijn (= artralgie) , gewrichtsslijtage (= artrose) , diepe hese stem , tonvormige borstkast , hoofdpijn , onaangename lichaamsgeur , hartfalen , verminderd gezichtsvermogen , verstoorde menstruatie-cyclus , impotentie

Reumatoïde artritis, juveniele
Reumatoïde artritis op jonge (= juveniele) leeftijd.

Reumatologie
Medische wetenschap die zich bezighoudt met onderzoek, diagnose en behandeling van reumatische aandoeningen.

Reumatoïde artritis, behandeling
Mogelijke behandelingen van reumatoïde artritis (o.a.): (1) dieet (2) leefregels en bewegingsoefeningen (3) medicijnen: , gewone, ontsteking-remmende pijnstillers (= prostaglandine-synthetase-remmers, NSAID`s) , ontstekingremmers: zie corticosteroïden , langzaam werkende reuma-middelen (= DMARD`s = Disease Modifying Anti Reumatic Drugs= Slow Acting Antirheumatic Drugs = SAARS) , chloroquinen: o.a. Resochin®, Nivaquine®) , foliumzuur-blokkers : methotrexaat (= Lederthexate®), Metoject®, Metrexate®) , goudverbindingen , o.a. auranofine (= Ridaura®) , immuno-modulantia , o.a. leflunomide (= Arava®) , immuno-suppressiva : azathioprine (= Imuran®) en ciclosporine (= Neoral®, Sandimmune®) , interleukine-blokkers , o.a. anakinra (= Kineret®) , penicillamine (= Gerodyl®, Kelatin®) , sulfasalazine (= Salazopyrine®) , stemband-aandoeningen

Reumatische aandoeningen, vormen
Mogelijke vormen van reuma (o.a.): , artritis (= gewrichtsontsteking) , infectueuze artritis (= gewrichtsontsteking door micro-organismen) , reumatoïde artritis (= RA = gewrichtsreuma) , artritis psoriatica , juveniele idiopathische artritis (= JIA) , artrose (= gewrichtsslijtage) , Bechterew (= spondylitis ankykopoietica) , kristal-artropathie (= neerslag van kristallen in de gewichtsruimte): zie jicht , SLE (= systemische lupus erythematodes) , vasculitiden , weke-delen-reuma (= fibro-myalgie) , sclerodermie (zie collageenziekten )

Reumatische aandoeningen
Alle aandoeningen en klachten aan gewrichten, spieren en pezen met pijn en bewegingsbeperking, die niet het gevolg zijn van verwonding of letsel (= niet-traumatisch).

Reuk-aandoeningen
Tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltijk (= anosmie) verlies, overgevoeligheid (= hyperosmie) of veranderingen (= dysosmie) van de reuk. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - bestraling van hoofd en hals , beroerte , depressiviteit , griep , hoofdletsel met hersenfractuur (meestal na verkeersonval) , hersentumor , medicijnen, zoals amitryptiline (= Sarotex, Tryptizol) en vincristine , neus-aandoeningen , neusbijholten-ontsteking , reukzenuw-aandoeningen (nervus olfactorius) , roken, overmatig , slechte mondhygiene , verkoudheid

Retrograad
Teruggaand. Voorbeeld: retrograde amnesie: teruggaand geheugenverlies, d.w.z. het geheugenverlies betreft alleen vóór terugkeer van het geheugen (na herstel van de ziekte).

Retro-virussen
Retrovirussen zijn RNA-virussen die RNA van de gastheercel om kunnen zetten in DNA. - Onderscheiden worden: , kanker-virussen (= oncorna-virussen, oncogene RNA-virussen): virussen die kanker veroorzaken , HIV (= Humaan-Immuun-deficiëntie-Virussen), virussen die AIDS veroorzaken.

Reticulo-sarcoom
Kwaadaardig gezwel (= sarcoom) dat bestaat uit grote cellen, die vooral voorkomen in de lymfeklieren en de milt. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: o.a. cyclofosfamide (= Endoxan®)

Rhinitis, vasomotorische
Niet seizoengebonden neusverkoudheid, die het gevolg is van een verhoogde gevoeligheid van het neusslijmvlies voor bepaalde, met de lucht ingeademde stoffen. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Overvloedige, waterige uitvloed uit de neus, bemoeilijkte ademhaling, vaak niezen en jeukende en tranende ogen (vergelijkbaar met hooikoorts-verschijnselen). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: zie hieronder

Risico, absoluut
Het aantal keren dat een bepaalde gebeurtenis (bijv. bloeddrukverhoging) gedurende een bepaalde periode (bijv. 1 jaar) optreedt bij een bepaalde groep personen (bijv. 1000 volwassenen).

Risico
De kans dat een bepaalde ongewenste gebeurtenis (bijv. ziekte, klacht of bijwerking) optreedt.

Ringworm
(schimmelziekte, lichaamsschimmel, tinea corporis, trychophytia tonsurans) Oppervlakkige huid-infectie met een schimmel (bijv. Microsporum-Trichofyton) die overal op de huid kan voorkomen. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Roze tot rode, ringvormige huiduitslag met in het midden normale huid (= Trichofyton tonsurans). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - de aangedane huid goed schoon en droog houden (NB. geen poeders met maïs-zetmeel gebruiken omdat die de schimmelgroei kunnen bevorderen!) , schimmel-dodende crème (= anti-mycotica), zalf of poeder (er zijn diverse vrij verkrijgbaar) , ketoconazol (= Nizoral®) of griseofulvine (beide op recept): bij hardnekkige schimmels , anti-biotica , als er tevens sprake is van een bacteriële infectie (de schimmelplek scheidt dan meestal vocht af)

Rigor mortis
Lijkverstijving (= rigor) die ontstaat na het intreden van de dood (= mortis).

Rigor
Stijfheid

Ricketsia-infecties
Infectieziekten veroorzaakt door ricketsia (= micro-organisme met bacterie- en virus-eigenschappen).

Ribosomen
Celstructuren die eiwitten produceren.

RNA, transcriptie
De vorming van boodschapper-RNA (= messenger-RNA = mRNA) gaat als volgt: , Na overlangse splitsing van de DNA-dubbelhelix in de celkern, wordt aan de zijde van de `actieve` DNA-helft een RNA-kopie gevormd (= transcriptie), die dezelfde genetische codering heeft als de `inactieve` DNA-helft. , Het boodschapper-RNA verlaat de celkern en gaat naar de ribosomen waar het de genetische codering doorgeeft (= translatie) voor de volgorde van de aminozuren van de eiwitten die daar worden geproduceerd.

Roos, behandeling
Mogelijke behandelingen van (hoofd)roos (o.a.): , het haar iedere dag wassen met een milde shampoo , hoofdhuid tijdens het wassen masseren om schilfering te verminderen , shampoo- of zeepresten goed verwijderen om irritatie van de hoofdhuid te voorkómen , zo nodig, na goed uitspoelen van de shampoo, een medicinale anti-roos-shampoo gebruiken met pyrithion, ketoconazol, seleendisulfide of koolteer-levomenthol (= Denorex®) als werkzame stof (aanvankelijk 2 x per week, daarna 1 x per week) , de medicinale shampoo ca. 5 minuten laten intrekken en dan uitspoelen , de anti-roos-behandeling herhalen als de roos terugkomt

Rode huidvlekken
zie : erytheem

Rode hond
(rubella) Besmettelijke virus-ziekte, voornamelijk bij kinderen, maar soms ook bij volwassenen. Nadat men rode hond geeft gehad, bestaat levenslange afweer (= immuniteit) tegen de ziekte. - Oorzaak - Besmetting met het rode hond-virus (= rubella-virus). Het virus verspreidt zich via vochtdruppeltjes in de lucht na hoesten en neizen en-of via direct (speekse)contact. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: inenting met rubella-vaccin vaccinatie (zie hieronder)

RRMS
(Relapsing Remitting Multipele Sclerose) - vormen van multipele sclerose

Rusteloze benen, oorzaken
Mogelijke oorzaken van rusteloze benen (= RLS) o.a.: , primaire vorm (kenmerkend: normale bloedwaarden): verstoring van de dopamine-huishouding (= dopaminerge systeem) in de hersenen, zoasl bij de ziekte van Parkinson en parkinsonisme , secundaire vorm (meestal met afwijkende bloedwaarden): einde van de zwangerschap, suikerziekte (= diabetes mellitus), nier-aandoeningen met verhoogd ureumgehalte in bloed en urine, ijzergebrek, schildklier-aandoeningen, reumatoïde artritis (= RA), bijwerking van medicijngebruik (o.a. plasmiddelen, tricyclische antidepressiva (= TCA`s), calcium-antagonisten, mantidine (= Symmetrel®), epilepsie-middelen (= anti-epileptica)

Rusteloze benen, behandeling
Mogelijke behandelingen van rusteloze benen (= RLS) o.a.: , primaire vorm : dopamine-agonisten (= dopaminergica), gezonde levensstijl (voldoende beweging, niet of weinig roken, geen caffeïne en alcohol), regelmatig zitten of liggen, wandelen, fietsen, lichaamsoefeningen (o.a. rek-strek), ontspanningsoefeningen (o.a. yoga), masseren, goede slaaphygiëne , secundaire vorm : , zo mogelijk behandeling van de oorzaak , bij zwangeren verdwijnen de verschijnselen na de bevalling meestal weer vanzelf - Mogelijke medicijnen bij rusteloze benen (o.a.): , benzodiazepinen : clonazepam (= Rivotril®) , (hydro)kinine (= Inhibin®) , dopamine-agonisten (bij de primaire vorm): bromocriptine (= Parlodel®), pergolide (= Permax®), pramipexiol (= Sifrol®), ropinirol (= Requip®, Adartrel®) , levodopa (= Madopar®, Simemet®) , anti-epileptica : o.a. gabapentine (= Neurontin®) en carbamazepine (= Tegretol®) , andere middelen: clonidine, opioïden (o.a. oxycodon), tizanidine (= Sirdalud®)

Ruptuur
Scheuring (bijv. van de slokdarm-, maag-, darm- of bloedvat-wand).

Rugpijn, behandeling
Mogelijke behandelingen bij (lage) rugpijn (o.a.): - Zelfzorg , regelmatige tot volledige rust (niet langer dan 2 dagen om stijfheid van de rug te voorkómen) , lichte oefeningen, zoals zwemmen, wandelen en fietsen (ondanks de pijn, maar niet forceren) , geen zware lasten dragen (o.a. boodschappen en kind optillen) , niet met gebogen rug tillen, maar eerst door knieën zakken , plotselinge bewegingen vermijden , regelmatig van houding veranderen , houdingsverbetering (o.a. recht zitten, hoge stoel, niet zittend oprapen) , conditie-verbetering (o.a. wandelen en sporten) , stress-vermindering , rug regelmatig warm maken (o.a. warme douche, infrarood-lamp, warmte-pleister) - Pijnstillers o.a. diclofenac, ibuprofen, naproxen, paracetamol

Rugpijn
(lage rugpijn, spit, lumbago, lendepijn) Verzamelnaam voor vaak hardnekkige spierpijn onder in de rug (= gebied tussen de onderste drie ribben en de billen). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Lichte tot hevige, soms stekende pijn (vooral bij bewegen), plotselinge krampen, bewegingsbeperkingen. Rugpijn kan houding en beweging aanzienlijk belemmeren. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - overbelasting, o.a. door te vlug, te zwaar en-of verkeerd tillen) , verkeerde beweging (bijv. snel draaien of overeindkomen) , langdurig verkeerde houding , aanhoudende stress , rug-aandoening , combinatie van deze factoren.

Ruggenmerg-tumor
(myeloom) Gezwel in het ruggenmerg van de wervelkolom.

Ructus
(boeren, meteorisme) - , meteorisme , spijsverteringsstoornissen

RVH
(rechter ventrikel-hypertrofie) - verdikte hartwand

SARS
(atypische long-ontsteking-pulmonitis, Severe Acute Respiratory Syndrome, ernstig acuut luchtweg syndroom) Ernstige besmettelijke long-ontsteking (= pneumonie). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - zere keel , hoofdpijn , hoge koorts , (ernstige) ademhalingsproblemen - Mogelijke oorzaken (o.a.) Er bestaat nog steeds (mei 2003) geen zekerheid over de identiteit van het virus dat SARS veroorzaakt. Mogelijk speelt besmetting met een gemuteerd corona-virus (= verkoudheidsvirus) een rol. - Besmetting met het SARS- virus vindt vooral plaats door nauw lichamelijk contact, slijm- en speekselcontact, en-of inademing van besmette druppeltjes in de uitademingslucht van een besmet iemand. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - antivirale middelen (zie hieronder). , ondersteunende behandeling: extra-zuurstof, kunstmatige voeding en ribavirine, op eigen kracht de ziekte te boven zien te komen. , vaccin: mogelijk komt er binnen redelijke tijd (2003) een vaccin tegen SARS in de handel.

Sarcoom
Kwaadaardige gezwel (- tumor) van het bot-, kraakbeen-, bind-, vaat- of lymfeweefsel.

Sarco-lymfoom
(lymfoom, lymfekliergezwel) - Hodgkin

SAR
(seizoen-gebonden allergische rhinitis) - hooikoorts

Saneren
Uit de woon--leefomgeving verwijderen van stoffen die allergie kunnen veroorzaken (= allergenen).

Salmonella
(salmonellose, salmonella-, buik-, ingewandstyfus, paratyfus) Maagdarm-infectie met salmonella-bacteriën. - Oorzaak - Besmetting met tyfus-bacteriën (= Salmonella tyfus), die vooral in de tropen voorkomen in onzuiver drinkwater en bedorven voedsel - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Braken, misselijkheid, diaree, koorts, uitdroging - Mogelijke behandelingen (o.a.) - voorkómen (= preventie, profylaxe): us kan worden voorkómen (= preventie, profylaxe) door tijdige vaccinatie met tyfus-vaccin (zie hieronder), d.w.z. voordat men naar landen reist waar buiktyfus heerst. , dunne ontlasting : dieet (o.a. pap, rijst, bananen, toast, thee) en-of stop-middelen , uitdroging : inname van extra vocht (= rehydratie) , bacteriële infectie : anti-biotica

Sacharose
(sucrose, riet--bietsuiker) Suiker bestaande uit glucose en fructose (= disacharide)

Saccharine
Kunstmatige calorie-arme suiker (= zoetstof).

SA
(1) Spondylitis ankylopoietica

Satyriasis
Sterke seksuele drang (= libido, zin in sex) bij mannen die zelden tot bevrediging komt, ondanks contacten met vele wisselende partners.

Sclerodermie, verschijnselen
Mogelijke verschijnselen bij sclerodermie (o.a.): (1) beginstadium , dikke, gezwollen vingertoppen (= sklerodactyli) , bleke, tintelende tot verdoofde vingers in reactie op kou of emotie (Raynaud-fenomeen), met blauwkleuring bij toevoer van warmte , gewrichtspijn (= artralgie) , brandend maagzuur , slikproblemen (= dysfagie) , kortademigheid (= dyspnoe) (2) latere stadia , huid-aandoeningen, waaronder strakke gezichtshuid (masker-effect), spinnevaatjes (= teleangiëctasie) in gezicht, op lippen, tong, vingers en borst, knobbels (met calciumzouten) op vingers en gewrichten, littekenvorming, zweren , ernstige orgaan-aandoeningen, o.a. slokdarm, hart (hartritme-stoornissen, hartfalen), lever (cirrose met geelzucht), nieren (nierfalen) en longen (ernstige kortademigheid) , bloeddrukverhoging (= hypertensie) door nier-aandoening

Sclerodermie, behandeling
Mogelijke behandelingen van sclerodermie (o.a.): (1) symptoom-verlichting (= palliatie): , verminderde spierkracht en gewrichtsverstijving en -vervorming: lichaamsbeweging en fysiotherapie , ontstekingspijn: o.a. eenvoudige, ontsteking-remmende pijnstillers (NSAID`s) en-of corticosteroïden , zuurbranden: antacida, maagzuur-remende middelen , verminderde perifere doorbloeding (Raynaud-fenomeen): o.a. nifedipine , bloeddrukverhoging (= hypertensie): bloeddrukverlagers (2) vertraging van huidverdikking en orgaan-aandoeningen: peniclillamine, methotrexaat (3) operatieve ingrepen : o.a. bij orgaan-aandoeningen

Sclera
Harde oogrok; buitenste omhulsel van de oogbol.

Schouderontsteking
(frozen shoulder, peri-artritis humeroscapularis) Niet-infectueuze(= steriele) ontsteking van de weke weefseldelen rondom het schoudergewricht. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Pijn en bewegingsbeperking (Eng. frozen = bevroren) - Mogelijke oorzaken (o.a.) Langdurige belasting door verkeerde houding en beweging of eerdere verwonding. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: eenvoudige pijnstillers en ontstekingsreactie-remmende middelen( zie corticosteroïden )

Schizofreniforme aandoening
Bij een schizo-freniforme aandoening zijn de kenmerkende psychotische verschijnselen binnen 6 maanden weer verdwenen. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - psychotherapie en , medicijnen (o.a.) , -- anti-psychotica , -- anti-pressiva , -- lithium

Schizofrenie, verschijnselen
Mogelijke verschijnselen bij schizofrenie (o.a.): , verlies van plezier in het leven (= anhedonie) , denk-stoornissen , waanvoorstellingen (= hallucinaties) , overtuigingen die niet op waarheid berusten (= wanen) , bizarre gedachten , chaotisch of vreemd gedrag (bijv. opgewonden, kinderlijk, verstijfd, ongepast, overdreven) , afvlakking van emoties (= vervlakt affect) , spraakarmoede , vermijden van oogcontact , motivatie-verlies , gebrek aan doorzettingsvermogen , gevoel van doelloosheid en zinloosheid , problemen met het normale functioneren , sociaal isolement , verstoord contact met de werkelijkheid

Schizofrenie, oorzaken
Mogelijke oorzaken van schizofrenie zijn o.a.: , schizofrene aanleg (= genetisch-biologische factoren). Deze komt vaak pas in de periode van volwassen worden (= adolescentie) tot uiting , (te) grote omgevingsstress kunnen bij mensen met een schizofrene aanleg aanleiding zijn tot het voor het eerst (= initiëren) of opnieuw optreden (= luxeren) van schizofrene verschijnselen , drugsgebruik , waaronder vooral cannabis, kunnen, net als stress-factoren, schizofrene verschijnselen oproepen bij mensen met een schizofrene aanleg.

Schizofrenie, behandeling
Mogelijke behandelingen van schizofrenie (o.a.): , medicijnen : waaronder anti-psychotica , angst-dempende middelen (= anxiolytica) en anti-depressiva , psycho-therapie , opname voor kortere of langere tijd onder psycho-therapeutische begeleiding - NB. , De behandeling van schizofrenie is sterk afhankelijk van aard, ernst en duur van de psychische verschijnselen. , De behandeling bestaat meestal uit een combinatie van `pillen`, `praten` en (meestal tijdelijke) `opname`. , Tijdens de behandeling spelen leefwijze en leefomgeving een zeer belangrijke rol bij het herstel.

Schizofrenie
Schizofrenie is een verzamelnaam voor alle ernstige en langdurige, psychische aandoeningen met de volgende hoofdkenmerken : (1) gedurende tenminste 6 maanden : , aanwijzingen (= prodromale verschijnselen, zoals concentratie- en informatie-verwerkingsstoornissen en verminderd sociaal aanpassingsvermogen, voor een volgende aanval , een acute psychotische periode van tenminste 1 maand , na de psychotische periode treden rest-verschijnselen op. (2) verminderd functioneren : het individuele (o.a. zelf-verzorging) en sociale functioneren (o.a. sociale contacten, werk) zijn duidelijk minder dan vóór of aan het begin van de aandoening het geval was. - Schizofrenie komt in enigerlei vorm bij ongeveer 1 op de 100 mensen voor.

Schizofrene aandoeningen
Psychische aandoeningen die worden gekenmerkt door het voorkomen van psychosen, en verminderd of verlies van contact met de werkelijkheid en achteruitgang van het algemeen functioneren. - Schizofrene aandoeningen worden onderverdeeld in: , schizofrenie , schizo-affectieve aandoeningen , schizo-freniforme aandoeningen , schizo-typische persoonlijkheidsstoornissen

Schizo-affectieve aandoening
Schizofrene aandoening waarbij tevens sprake is van stoornissen op het emotionele (= affectieve) vlak, zoals stemmingsstoornissen, depressie of manie. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - psychotherapie en , medicijnen (o.a.) , -- anti-psychotica , -- anti-pressiva , -- lithium

Schimmel-pneumonie
Long-ontsteking door schimmel-infectie.

Schildklierfunctie, verhoogde
(hyper-thyroïdie) Verhoogde activiteit van de schildklier waardoor meer schilklier-hormonen (thyroïd-hormonen) worden geproduceerd en afgegeven dan normaal. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: o.a. atenolol, Benserazide-Levodopa Levodopa-Benserazide, Lopresor®, Metoprolol, - Selokeen®

Schildklier-ontsteking
(thyroïditis) Ontsteking (= itis) van de schildklieren (= glandula thyroidea). - Mogelijke vormen (o.a.) , Hashimoto-thyroïditis (= ziekte van Hashimoto) Dit is de meest voorkomende vorm van Schildklier-ontsteking met als gevolg hypothyroïdie (= ziekte van Gull). , subacute granuloma thyroïditis - Vermoedelijke viraal (= veroorzaak door een virus): begint vaak met keelpijn, lichte koorts, pijnlijke kaken, oren, draaien van de hals, overmatige productie van schildklier-hormonen (= hyperhyroïdie) , `stille` lymfocytaire thyroïditis : meestal direct na de bevalling, vergrote schildklier, vaak eerst toename (= hyperhyroïdie) en dan afname (= hypothyroïdie) van de productie van schildklier-hormonen. - Mogelijke behandelingen (o.a.) De behandeling is afhankelijk van de oorzaak van de ontsteking. , hypo-thyroïdie: thyromimetica , hyper-thyroïdie: thyrostatica

Schildklier-kanker
(schildklier-carcinoom) Meestal goedaardige (= benigne) gezwellen (= tumoren) in de schildklier. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Vergrote schildklier met kleine, aanvankelijk pijnloze, actieve knobbeltjes (= `warme` nodi). - NB. Als er slechts één knobbel (= nodus) is, als deze massief en niet actief (= `koude` nodus) is en als deze niet gevuld is met vocht, is dan kans op kwaadaardige schildklierkanker groter dan bij meer knobbeltjes. In dat geval wordt door middel van schildklier-biopsie vastgesteld of de tumor kwaadaardig is of niet. - Vormen : , anaplastisch schildklier-carcinoom (ca. 10%) , folliculair schildklier-carcinoom (ca. 15%) , medullair schildklier-carcinoom (ca. 5%) , papillair schildklier-carcinoom (ca. 60-70%) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen , operatieve verwijdering van de schildklieren, lymfeklieren of andere uitzaaiingen , (na)behandeling met radio-actief jodium , (na)bestraling

Schijngezwel
(pseudo-tumor) Schijngezwel, vaak ten gevolge van steriele of infectueuze ontsteking, dat na verloop van tijd vanzelf weer verdwijnt.

Scheie
zie ook: MPS-vormen

Sclerose
Abnormale verharding van weefsel, meestal door de vorming van extra bindweefsel. Voorbeelden: arterio-sclerose (= ader-verkalking), multipele sclerose (wervel-verharding) osteo-sclerose (= been-verharding).

Serum
(bloedplasma) Bloedvloeistof

Seropositief
(1) Positieve uitslag van een bepaalde serumbepaling (zie laboratoriumwaarden ) (2) HIV-AIDS

Sentiment
Een gevoel (= emotie) dat betrekking heeft op iets of iemand anders. - Waarschijnlijk speelt het limbische systeem van de hersenen een belangrijke rol in het onstaan en de verwerking van gevoelens.

Sensualiteit
Zinnelijkheid

Sensorische systeem
Geheel van cellen en zenuwen die zintuigkijke informatie -druk (voelen, tast), licht (zien), geluid (hgehoor), smaak en reuk- doorgeven aan de hersenen en aldaar verwerken.

Sensibel
Gevoelig.

Seniel
(seniliteit) (1) de ouderdom (= senium) betreffende (= oorspronkelijke betekenis) (2) geestelijke achteruitgang-dementie (= meest gangbare betekenis)

Seminoom
Kwaadaardig (= maligne) gezwel (= tumor) van de zaadproducerende cellen (= germinale of kiemcellen) van de zaadbal (= testis).

Semi-permeabel
Beperkt of half (= semi-) doorlaatbaar. Voorbeeld: semi-permeabele wand = wand die beperkt doorlaatbaar is.

Secundair
(1) Tweede in een rij (als gevolg van iets anders-eerders). (2) Met bekende oorzaak, bijv. secundaire hypertensie of bloeddrukverhoging als gevolg van een hart- of nier-aandoening.

Second opinion
De mening (= opinion) van een tweede deskundige die men kan vergelijken met de mening van de eerste deskundige (bijv. de eigen huisarts, tandarts of apotheker). - Een second opinion kan uitkomst bieden als men twijfelt aan een bepaalde diagnose of therapie. Om het onderlinge vertrouwen te bewaren is het gebruikelijk om de eerste deskundige vooraf op de hoogte te stellen van het feit dat men een ander om een tweede opinie gaat vragen.

Sexuologie
(geslachtsleer, -kunde) Leer van de seksuele belevingen en gedragingen en het liefde-leven van de mens.

Sexuele taboes
Alle morele verboden die binnen een bepaalde (sub)cultuur bestaan met betrekking tot de beleving van sexualiteit.

Sexuele moraal
Geheel aan opgeschreven, uitgesproken en niet-uitgesproken (= taboe`s) opvattingen die het seksuele gedrag van een bepaalde groep bepalen.

Sexuele aandoeningen, psychische
Psychische klachten, verschijnselen (= symptomen), aandoeningen en stoornissen met een seksuele oorzaak of een seksuele component. - Psycho-seksuele klachten kunnen o.a. het gevolg zijn van: - (1) lichamelijk-seksuele aandoeningen (= seksuele dysfuncties) met als speciale vormen: , impotentie , gender-problemen (= gender-identiteitsstoornissen) , transsexualiteit (2) angeboren seksuele geaardheid (= `nature`) welke bepaalt of men vrouw of man is (= geslacht), zich vrouw of man voelt (= gender), tot welk geslacht men zich het meest voelt aangetrokken (o.a. heterofilie, homofilie, bifilie) en de frekwentie en mate waarin met seksueel opgewonden kan geraken (o.a. a-filie, hyper-sexualiteit) (3) culturele opvoeding en leefomgeving = `nurture`) die de morele en wettelijke seksuele omgangsvormen bepaalt, d.w.z. welke seksuele neigingen en gedragingen als normaal of (ten onrechte) `natuurlijk` en welke als abnormaal, afwijkend of (ten onrechte) `onnatuurlijk` moeten worden beschouwd. - NB. In de Westerse cultuur kan het volgende onderscheid worden gemaakt in de acceptatie van seksueel gedrag (N.B. Deze opsplitsing kan van gemeenschap tot gemeenschap, religie tot religie en subcultuur tot subcultuur sterk verschillen!): , min of meer geaccepteerde seksuele neigingen en gedragingen waarvan -met name in de Westerse cultuur- wordt aangenomen dat ze de gemeenschap niet schaden , anti-biotica , zoals Ceftriaxon®, Erythrocine®, Erytromycine

Sexuele aandoeningen, lichamelijke
(seksuele dysfuncies) Alle seksuele aandoeningen met een aangeboren of later ontstane lichamelijke oorzaak. - Onderscheiden worden o.a. , anorgasmie : onvermogen (an-) om een orgasme te krijgen , hypo- of hypersexualiteit (= salacitas) : sterke seksuele drang (= libido, zin in sex) die zelden tot bevrediging komt ondanks contacten met vele wisselende partners (bij vrouwen: nymfomanie ; bij mannen: satyriasis ) , impotentie , intersexualiteit (zie hermafroditisme ): bij de geboorte bestaat zijn de uitwendige geslachtsorganen niet duidelijk mannelijk of vrouwelijk, terwijl de inwendige geslachtsorganen (= gonaden) dat wel (kunnen) zijn , ejaculatie-stoornissen (= zaadlozingsstoornissen) , erectie-stoornissen : geen of onvoldoende harde en-of langdurige erectie , geslachtsorgaan-aandoeningen , zoals bij de ziekte van Peyronie (= penis-kromming) , pijn aan geslachtsorganen tijdens seksuele activiteit (= dyspareunie) , priapisme : langdurig aanhoudende, zeer pijnlijke erectie , seksuele afkeerstoornissen (= seksuele aversie-stoornissen): hevige afkeer van alles wat met sex te maken heeft , seksuele opwindingsstoornissen (= frigiditeit): geen of onvoldoende vermogen om seksueel opgewonden te raken , vaginisme : samentrekking van de vagina waardoor de penis niet in de vagina kan doordringen , vocht-afdrijvende middelen (= diuretica)

Sexuele aandoeningen
Alle aandoeningen die direct of indirect te maken hebben met de functie van de geslachtsorganen en-of de psychische beleving van seksuele gedragingen.

Sexisme
Afwijzen van (= discriminatie) van personen op grond van hun geslacht (= sexe).

Sex, orale
Geslachtelijke bevrediging met de mond (= oraal).

Shock
(1) Psychisch : tijdelijke blokkade van alle geestelijke functies door bijv. hevige angst of paniek.

Sinus-knoop
Knoop van hartcellen, gelegen in de wand van de rechter hartboezem of atrium, die spontaan prikkels afgeeft en zo het normale hart- of sinusritme veroorzaakt.

Sinus-arrest
Volledige blokaade (= arrest) van de sinusknoop in de wand van de rechter hartboezem of -atrium, waardoor geen hartprikkels meer worden doorgegeven aan de hartboezems en -kamers. - De hartboezems of -kamers veroorzaken dan zelf de hartprikkeling, maar dan wel met een lager hartritme.

Silicose
(mijnwerkerslong) - stoflong

Sigmoid
(sigma romanum) Het S-vormige gedeelte (= `sigmoid`) van de darm dat gelegen is tussen de dikke darm en de endeldarm.