Medische woordenlijst
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 27/01/2014, NL
Woorden: 2212
Krentenbaard
(barbierschurft, folliculitis barbae) Ontsteking (= itis) van de haarzakjes (= folliculi) van de baard (= barbae), bovenlip of snor (= barbierschurft) of andere behaarde huidgedeelten. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Kleine pukkels met een wit kopje rondom de haarzakjes. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Infectie met bacterie (stafylokokken) of schimmel bij verstopping van de haarzakjes, verwonding of door schuren van kleding. De infectie kan zich uitbreiden door scheren van de huid. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - antibiotica bij bacteriële infectie of anti- schimmelmiddel , dagelijks het scheermesje verwisselen
Kransslagader-aandoeningen
(coronaire aandoeningen, coronaire hartziekten, CHZ) Groep van hartziekten die het gevolg zijn van verminderde doorbloeding van het hart via de kransslagaderen (= coronaire arteriën).
Kramp
Onwillekeurige samentrekking van skeletspieren (= krampen, contracturen) of de gladde spieren van de ingewanden (= spasmen, kolieken).
Kraakbeen-gezwel
(chondroom, enchondroom) Gezwel (= tumor) in het kraakbeen van de pijpbeenderen dat goedaardig (chondro-blastoom) of kwaadaardig (chondro-sarcoom) kan zijn.
Kwik-vergiftiging
Tegengif (anti-dotum): Dimercaprol Injecties (zie onderaan). - N.B. Neem bij een (vermoede) kwikvergiftiging altijd onmiddelijk contact op met uw (huis)arts, de dichtsbijzijnde polikliniek of het ziekenhuis.
Kwasjiorkor
(eiwitgebreksziekte) Ziekte als gevolg van eiwit-tekort door ondervoeding. Komt vooral voor in ontwikkelingslanden. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Gebrek aan eetlust, diarree, vochtophoping ( = oedeem), leververgroting, vertraagde groei, huidafwijkingen en een opgezette buik ( = honger-oedeem). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - eiwit-rijk dieet , medicijnen: o.a. vitamine E (= alfa-tocoferol)
Kwaadaardig
(maligne) Betrekkelijk grote kans op uitzaaiing (= metastase) of andere ernstige gevolgen (= complicaties) bij kanker. - Veel kankergezwellen (= tumoren) beginnen met een goedaardig (= benigne) stadium, maar kunnen (meestal geleidelijk) overgaan in een kwaadaardig (= maligne) stadium. De kans dat dit gebeurt is o.a. afhankelijk van het type kankercellen, het stadium waarin de kanker zich bevindt en de tijdigheid en effectiviteit van de behandeling. - NB. Het is van groot belang dat kanker zo vroeg mogelijk wordt ontdekt (bijv. regelmatige borst-screening of uitstrijkje) en behandeld.
Late-reactie-allergie
Allergische reactie die gemiddeld 6-10 uur na contact met het allergeen optreedt.
Laryngitis supraglottica
(epiglottitis) - strottenhoofdklepje ontsteking
Laxeren
(purgeren) Bevordering van de stoelgang door middel van dieet, kruidenmiddelen of laxeermiddelen.
Laxatie
Het gebruik van medicijnen die de ontlasting (= defecatie) bevorderen (laxus of laxiteit = gebrek aan samenhang, dunne of losse samenstellling).
LBM
(lean body mass) Vetvrije lichaamsgewicht.
Lever-vervetting
(hepatische steatose) Overmatige vetvorming en -ophoping door degeneratieve ontaarding van de levercellen.
Lever-vlekken
Leverkleurige vlekken op de huid.
Lever-reiniging
De lever reinigt het bloed o.a. van afvalstoffen door deze af te breken (= metaboliseren) en vette afvalstoffen (= lipofiele metabolieten) uit te scheiden via de gal. - Mogelijke behandelingen (o.a.) Van het homeopatische middel Carduus marianus (zie hieronder) wordt beweerd dat het de reinigende werking van de lever ondersteunt.
Lever-ontsteking, vormen
Hepatitis A - Besmettelijke lever-infectie met hepatitis-A-virus dat via contact tussen mond en ontlastingsresten in voedsel of oro-anaal (oro- = via de mond; anaal = via de anus) wordt overgebracht. - Verschijnselen: hepatitis A verloopt meestal zonder (duidelijke) symptomen en herstelt spontaan. - Hepatitis B - Besmettelijke lever-infectie met hepatitis-B-virus (minder besmettelijk dan hepatitis A). Besmetting vindt vooral plaats via met besmet bloed vervuilde injectie--infusie-naalden in ziekenhuizen of door gebruik van dezelfde naald door meerdere drugsgebruikers. Besmette zwangere vrouwen kunnen hepatitis B tijdens de geboorte op hun baby overdragen. Hepatitis B is net als hepatitis A ook seksueel overdraagbaar. - Verschijnselen: hepatitis B kan net als hepatitis A zonder symptomen verlopen. Chronische hepatitis kan overgaan in lever-afsterving (= levernecrose) en leverkanker. - Hepatitis C - Meest voorkomende vorm (ca. 80%) van lever-ontsteking (hepatitis-C-virus). (minder besmettelijk dan hepatitis A). Besmetting vindt vooral plaats via bloedtranfusie met besmet bloed en drugsgebruikers die dezelfde naald gebruiken. Hepatitis C komt om nog onduidelijke redenen betrekkelijk vaak voor bij alcoholici. Hepatitis C lijkt minder goed seksueel overdraagbaar te zijn dan hepatitis A en B. - Verschijnselen: chronische hepatitis C kan net als chronische hepatitis B overgaan in lever-afsterving (= levernecrose) en leverkanker. - Hepatitis D - Besmettelijke lever-infectie met hepatitis-D-virus die alleen voorkomt in combinatie met hepatitis B.
Lever-ontsteking, verschijnselen
Mogelijke verschijnselen bij lever-ontsteking (o.a.): - Acute leverontsteking (korter dan 6 maanden): - Enkele dagen na besmetting vaak donkere urine en geelzucht (= icterus), ziek gevoel, geen zin in sigaretten (rokers), slechte eetlust (= anorexie), misselijkheid, braken, koorts, gewrichtspijn (vooral bij hepatitis B) en rode, jeukende huidverdikkingen (vooral bij hepatitis B). - Bij bleke ontlasting en jeuk is sprake van galstuwing (= cholestase). De verschijnselen duren meestal 2-4 weken en verdwijnen dan weer spontaan. Dit betekent echter niet altijd dat de ontsteking definitief genezen is. - Chronische leverontsteking (langer dan 6 maanden): - Bovengenoemde klachten, maar dan meestal in mildere vorm, en geleidelijke aantasting van de lever met als gevolg leververgroting, leverfunctie-vermindering (= lever-insufficiëntie) en lever-schrompeling (= lever-cirrose).
Lever
(hepar) Groot buik-orgaan voor: (1) de verwerking (o.a. synthese en opslag) van voedingsstoffen die vanuit de darm via de poortader (= vena cava) worden aangevoerd (2) de afbraak van lichaamseigen stoffen (o.a. rode bloedkleurstof (= hemoglobine) en lichaamsvreemde stoffen (o.a. medicijnen). - De afbraakstoffen (= metabolieten) van de lever worden via de gal in de galblaas opgeslagen en via de galgangen afgevoerd naar de dunne darm, waar ze nog een belangrijke rol spelen bij de vet-vertering.
Lever-necrose
Afsterven van levercellen.
Lever-ontsteking, behandeling
Mogelijke behandelingen van lever-ontsteking (= hepatitis) o.a.: , voorkómen (= preventie) van besmetting door middel van hygiëne en condooms , inenting tegen hepatitis hepatitis-A en-of B-vaccin (o.a. risicopatiënten, zorgverleners, reizigers) , versterking van de afweer met immuno-globulinen (= antistoffen), o.a. bij niet-ingeënte personen en pasgeboren baby`s van moeders met hepatitis B (in combinatie met hepatitis B-antistoffen) , behandeling van de ontstekingsverschijnselen met corticosteroïden
Levensmoeheid
(verlies van levenslust, anhedonie) Verlies van plezier in het leven door chronische ziekte, armoede, ouderdom, verlies van een dierbare, etc.
Leukopenie
Tijdelijke of blijvende vermindering van het aantal witte bloedcellen (= leukocyten).
Leukocytose
Tijdelijke of blijvende toename van het aantal witte bloedcellen (= leukocyten).
Leukencefalitis
Ontsteking van de witte hersenstof (= myeline).
Leukencefalopathie
Aandoening waarbij de witte hersenstof verdwijnt (= demyelinisatie). Hierdoor gaat de zenuwprikkel-geleidende functie van zenuwen verloren. - Leukencefalopathie komt o.a. voor bij leukemie, ziekte van Hodgkin, sarcoïdose, (sterk) verminderde hersendoorbloeding (hersen-ischemie), koolmonoxide- en andere vergiftigingen.
Leukemische meningitis
Hersenvlies-ontsteking als gevolg van leukemie. - Terug naar leukemie
Leukemie, vormen
Mogelijke vormen van leukemie (o.a.) , naar snelheid waarmee de aandoening verloopt: , acute leukemie: snel , subacute leukemie: tamelijk snel , chronische leukemie: langzaam , naar type witte bloedcel dat is toegenomen: , myeloïde leukemie of myelocytaire leukemie (= myelose = myelocytose) , lymfatische leukemie (zie ook: lymfe-aandoeningen ) , plasmacel-leukemie (= B-cel-leukemie). , naar stadium waarin de leukemie verkeert: , lymfoblasten leukemie (= LL): voorstadium van acute lymfocytaire leukemie (= ALS) , acute promyelocytaire leukemie (= APL): voorstadium van acute myelocytaire leukemie (= AML) , haarcel-leukemie (= hairy cell-leukemie): leukemie waarbij behaarde cellen in het bloed aantoonbaar zijn , chronische myeloïde leukemie (= CML = Philadelphia-leukemie): , leukemische meningitis (= meningeale leukemie) leukemie door hersenvlies-ontsteking , T-cel-lymfoom: vorm van leukemie die wordt veroorzaakt door een retrovirus (etc.)
Lesie
(laesie) - wonden
Lesbianisme
(vrouwelijke homosexualiteit) Sexuele omgang tussen vrouwen.
Leren
Het verwerven van praktische (= ervarings-) en-of theoretische kennis te verwerven.
Lege-sella-syndroom
Vergrote basis van de hypofyse in combinatie met normale, kleine of grote hypofyse. Behandeling is meestal niet nodig.
Leesblindheid
(alexie) In het geheel niet kunnen begrijpen van geschreven of gesproken taal.
Leervermogen
(kenvermogen, cognitie) Het vermogen van de hersenen om te kennen, weten of leren.
Leerproblemen, oorzaken
Mogelijke oorzaken van leerproblemen (o.a.): , ADHD , afasie (= taalverwerkingsstoornis) , alexie (= leesblindheid) , Asperger-syndroom , autisme , Down-syndroom (mongolisme, trisomie-21) , dyslexie (= woordblindheid) , eetstoornissen , emotionele verwaarlozing , groeistoornissen , hersen-aandoening , hyperactiviteit , psychische aandoening , slaapproblemen , zindelijkheidsproblemen (o.a. bedplassen )
Leerproblemen
(cognitieve-ontwikkelingsaandoeningen) Problemen met het verwerven van kennis (= geestelijke ontwikkeling = cognitie). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - achterstand in de geestelijke (= intellectuele) ontwikkeling , persoonlijke problemen: o.a. depressiviteit , sociale problemen
Lhermitte-verschijnsel
Elektrische ontlading in de nek die uitstraalt naar de wervelkolom.
Liposuctie
Wegzuigen van overtollig vet.
Liposarcoom
Kwaadaardig (= maligne) gezwel (= tumor) van het vetweefsel-cellen.
Limbische systeem
(`gevoelshersenen`, diëncefalon) Centrale gedeelte van de hersenen dat is gelegen in de tussenhersenen (= diencefalon) aan het einde van de hersenstam onder de grote hersenen. - In het limbische systeem worden alle gevoels- of sensorische indrukken, waaronder pijn-signalen, afkomstig van zowel binnen als buiten (= zintuiglijk) het lichaam, geïntegreerd tot gevoelens (= emoties en sentimenten) en één algeheel gevoelen (= stemming) en motivate (= ambitie) en daarna gekoppeld aan de overige hersenfuncties. - In het limbische systeem bevinden zich o.a. , basale kernen : stroomlijning van de bewegingen , hippocampus (= zeepaardje): regelatie gedragspatronen , hypothalamus : regeling van de onwillekeurige (= autonome) lichaamsfuncties, waaronder de lichaamstemperatuur , thalamus : o.a. verwerking van pijnsignalen
Likdoorn
(eksteroog, clavus) Plaatselijke, meestal zeer gevoelige, eeltknobbel die naar binnen is gegroeid. Likdoorns ontstaan door aanhoudende, mechanische druk vooral op de grote en kleine tenen. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - slecht passende schoeisel , bot-knobbeltje of -uitsteeksel - Mogelijke behandelingen (o.a.) - ruim of open schoeisel , verwijderen van de likdoorn (pedicure) , medicijnen: o.a. Formule W®, Noxacorn® , operatief verwijderen van een onderliggende oorzaak
Lies-breuk
Uitstulping van de darmen door een opening in de buikspieren ter hoogte van de lies. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - operatie waarbij de buikspieren weer aan elkaar worden gehecht
Lies-blessure
Irritatie van het beenvlies bij de spier-aanhechting van het bovenbeen aan het schaambeen. Komt veel voor bij sporters en met name bij voetballers. - Moeglijke verschijnselen (o.a.) - Pijn (vooral bij bewegen), bewegingsbeperking - Mogelijke oorzaken (o.a.) Overbelasting en-of regelmatige verrekking - Mogelijke behandelingen (o.a.) - rust , eenvoudige pijnstillers , gedoseerde (kracht)training - NB. Bij onvoldoende rust-behandeling kan de aandoening zeer hardnekkig zijn en regelamtig terugkeren.
Liefdeswaan
(liefdeswaanzin) - erotomanie
Licht-overgevoeligheid, behandeling
Mogelijke behandelingen van lichtovergevoeligheid (= foto-sensibiliteit) o.a.: (1) Voorkómen (= preventie) , vermijden van zon- en UV-licht , dragen van beschermende kleding , zonnebrandmiddelen (2) Ongevoelig maken van de huid voor licht (= desensibilisatie) met psoralenen in combinatie met een geleidelijk toenemende blootstelling aan licht (3) Medicijnen , foto-dermatosen: hydroxychloroquine (= Plaquenil® )
Licht-overgevoeligheid
(foto-sensibiliteit) Verhoogde gevoeligheid van de huid of ogen voor zonlicht en ultraviolette (UV-A en UV-B) straling. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Soms al na enkele minuten zonlicht: roodheid, huid-schilfering, huid-blaasjes, galbulten en verdikte, al of niet schilferende huidplekken
Lichenificatie
Grof worden van het huid-oppervlak. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Grof huid-oppervlak, verminderde plooibaarheid van de huid, veelhoekige huidveldjes gescheiden door smalle huidgroeven - Mogelijke oorzaken (o.a.) Langdurige (= chronische) huid-aandoeningen, zoals huidzenuw-ontsteking (= neuro-dermatitis). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: huid-corticosteroïden (zie ook hieronder)
Lichen atrophicus
Mogelijke medicatie: zie hieronder
Lichen
Verdikte huid met grof reliëf, rimpels, diepe groeven en soms kloven. Het meestal geleidelijke ontstaan er van wordt `lichenificatie` genoemd. - Mogelijke vormen (o.a.) , lichen simplex chronicus (= neuro-dermatitis): aanhoudende ontsteking van de bovenste huidlaag, waardoor jeuk, droge huid, schilfering en verdikte donkere plekken. , lichen atrophicus-sclerosus (= white spot disease): ivoor-kleurige (= sclerosus) huiduitslag ter grote van een erwt met dunne (= atrofisch) huid. , lichen planus (= ruber planus): kleine, glanzende, hevig jeukende, roze tot blauwe knobbeltjes aan hals, onderarmen en in de mond. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: o.a. corticosteroïden voor de huid
Lichamelijke zwakte, zeer ernstig
(cachexie) Toestand van sterke vermagering, vermindering van de spiermassa (= spier-atrofie), bloedarmoede (= anemie), bruingele huid en algehele zwakte (= asthenie). - Mogelijke oorzaken (o.a.) Ernstige infectie-ziekten, ongeneeslijke (= maligne) vormen van kanker, ouderdom - Mogelijke behandelingen (o.a.) - behandeling van de oorzaak (= causale-curatieve therapie) , verlichting van de verschijnselen: zie palliatieve zorg en palliativa
Lichamelijke zwakte
(asthenie) Algehele lichaamszwakte met o.a. krachteloosheid in de spieren (= myasthenia). - Mogelijke oorzaken (o.a.) Ernstige infectie-ziekten, orgaan-aandoeningen, kanker, ouderdom - Mogelijke behandelingen (o.a.) - behandeling van de oorzaak (= causale-curatieve therapie) , verlichting van de verschijnselen: zie palliatieve zorg en palliativa
Libido
(seksuele lustgevoelens) De aangeboren seksuele lustgevoelens, respectievelijk behoefte aan seksuele bevrediging.
Littekens
Littekens bestaan uit zogenaamd fibrotisch bindweefsel, dat onstaat na vernietiging van de lederhuid (= hypodermis) die vlak onder de opperhuid (= epidermis) is gelegen. - Mogelijke oorzaken o.a. - Verwondingen, verbrandingen, bijtende chemicaliën, huidziekten - Mogelijke behandelingen o.a. , plastische chirurgie
LL
(lymfoblasten leukemie) - leukemie
Longslijm, vastzittend
Dik, viskeus longslijm dat vastzit aan de wanden van de luchtwegen. Hierdoor is het longslijm (= sputum = fluim) moeilijk op te hoesten en kan irritatie van de luchtwegen ontstaan. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Roken, verkoudheid, griep, bronchitis, longemfyseem, taaislijmziekte (= mucoviscidose = cystische fibrose = CF) en verwijding van de bronchiën (= bronchiëctasie). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicatie: zie hieronder
Longslijmvlies-ontsteking
Ontsteking van het longslijmvlies.
Long-tuberculose
(pulmonale tuberculose) Tuberculose van de longen (meestal) als gevolg van inademing van met tubekel-bacillen besmette vochtdruppels in de uitademingslucht van open-tb-patiënten - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Hoesten met veel fluim (= long-tering), koorts, vermagering, vorming van kleine knobbeltjes (= granulatiegezwelletjes) en verkazing en afsterving van de tbc-knobbeltjes (= tuberkels).
Long-ontsteking, vormen
De volgende vormen van long-ontsteking (= pneumonie) worden o.a. onderscheiden: , aspiratie-pneumomie: long-ontsteking door overstromen van maaginhoud in de luchtpijp , bronchitis : bacteriële en-of virale ontsteking van de kleinere luchtwegen (= bronchiën) , haemophilus influenzae-pneumonie: bacteriële long-ontsteking , klebsiella-pneumonie: bacteriële long-ontsteking , mycoplasma-pneumonie: long-ontsteking door mycoplasma , papegaaien-ziekte (= psittacose): bacteriële long-ontsteking , pleuritis : ontsteking van de longvliezen , SARS : virale longinfectie met SARS-virus , stafylokokken-pneumonie: bacteriële long-ontsteking , streptokokken-pneumonie: bacteriële long-ontsteking , veteranen-ziekte : bacteriële long-ontsteking
Long-ontsteking, behandeling
Mogelijke behandelingen van long-ontsteking (= pneumonie) o.a.: , voorkómen van besmetting door vermijden of verwijderen van infectie-haarden , inenting met vaccin. Vooral bij ernstige zieke en verzwakte personen (zie hieronder) , medicijnen , aspiratie-pneumomie: amoxicilline Clamoxyl®), benzyl-penicilline, benzyl-penicilline+ metronidazol , haemophilus influenzae-pneumonie (vooral bij astma of eczeem): amoxicilline (Clamoxyl®), amoxycilline+clavulaanzuur (Augmentin®, Forcid®), trimoxazol , klebsiella-pneumonie: amoxicilline met clavulaanzuur , veteranenziekte (= Legionella-pneumonie, legionairsziekte): erytromycine (Eryc®, Erytrocine®), chinolonen , rifampicine (Rifadin®, Rimactan®) , mycoplasma-pneumonie: doxycycline (Dagracycline®, Doxy Disp®, Neo-Dagracycline®, Vibra-S®, Vibramycin®), macroliden , papegaaienziekte (= psittacose): doxycycline en tetracycline , stafylokokken-pneumonie: beta-lactam antibiotica , streptokokken-pneumonie: benzyl-penicilline
Long-oedeem
Ophoping van vocht (= oedeem) in de longen. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Kortademigheid bij liggen (= othopnoe), permanent (= dyspnoe) of `s nachts in de vorm van aanvallen (= paroxysmale nachtelijke dyspnoe), zwaar gevoel op de borst, fluitende ademhaling (= wheezing, asthma cardiale). - Mogelijke oorzaken (o.a.) Hartfalen, longkanker, bijwerking van sommige medicijnen - Mogelijke behandelingen (o.a.) - behandeling van de onderliggende oorzaak
Long-ingeklapte
(atelectasie) Inklappen van een gedeelte van de long. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Luchtwegverwijding (= bronchiëctasie)
Long-kanker
(bronchus-carcinoom, carcinoma bronchiale) Gezwellen (= tumoren) van de kleinere luchtwegen (= bronchiën) van de longen worden onderscheiden in: , kleincellige vorm (= havercel of `oat cell`-carcinoom) wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van kleine, op een haverkorrel lijkende longcellen (Eng. oat cell), die betrekkelijk snel groeien en uitzaaien (= metastaseren) naar andere lichaamsweefsels en organen. Deze havercellen zijn relatief gevoelig voor chemotherapie (= `chemokuur`). , niet-kleincellige vorm : betrekkelijk ongevoelig (= resistent) voor chemotherapie en daarom meestal moeilijker te behandelen. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) De aard en ernst van de verschijnselen en klachten verschillen zeer sterk van persoon tot persoon omdat ze afhangen van het type en de plaats van de longtumor(en), de groeisnelheid en de snelheid en wijze van uitzaaien. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - tabaksrook (verreweg belangrijkste oorzaak) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - bestraling , chemokuur: zie middelen bij kanker (zie ook hieronder) , operatie: o.a. verwijderen van tumoren en lymfeklieren
Long-functie-test
Onderzoek naar de aard, ernst en oorzaak van kortademigheid. - Onderzocht worden o.a.: , longvolume met een spirometer: de hoeveelheid lucht die de longen minimaal (= restvolume) en maximaal (= maximale volume) kunnen bevatten , luchtstroomsnelheid (= longflow) : de snelheid waarmee lucht kan worden ingeademd (met spirometer) en uitgeademd (met piekstroommeter) , spierkracht met een longdrukmeter: de kracht die de ademhalingsspieren kunnen leveren , diffusie-capaciteit : de snelheid waarmee kooldioxide door de longwand diffundeert (= passeert); hieruit kan de diffusie-snelheid van zuurstof worden afgeleid. O.a. bij long-fibrose en long-emfyseem is de diffusiesnelheid van kooldioxide en zuurstof meestal sterk verminderd. , slaap-ademhaling : onderzoek naar nachtelijk kortademigheid (o.a. Cheyne-Stokes-ademhaling) , bloedgas-analyse : bepaling van het zuurstof- en kooldioxide-gehalte van het slagaderlijke (= arteriële) bloed. - Door combinatie van de verkregen longfunctie-waarden kunnen aard, ernst en oorzaak van de kortademigheid worden bepaald.
Long-fibrose
(fibrosus pulmonum) Meestal geleidelijke verbindweefseling (= fibrosering) van de longen. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Kort-ademigheid (vooral bij inspanning), verminderd uithoudingsvermogen-conditie, snel moe, hoesten, verminderde eetlust, vage pijn in de borst, long-infecties, hartfalen (cor pulmonale), blauw-kleuring van de huid (= cyanose) vanwege laag bloed-zuurstof-gehalte (= hypoxie), trommelstok-vingers - Mogelijke oorzaken (o.a. , bekend : auto-immuun-ziekten (= ziekte door stoornis van het afweer-systeem) , onbekend : in ca. 50% van alle gevallen is de oorzaak niet bekend (= idiopathische long-fibrose). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen : corticosteroïden (in het begin-stadium), azathioprine, cyclofosfamide (= Endoxan®) (zie hieronder) , zuurstof : meestal pas in later stadium bij verlaagd bloed-zuurstof-gehalte , long-transplantatie (in laat stadium)
Long-empyeem
Pus in het longvocht tussen beide borstvliezen (= pleura).
Long-emfyseem, behandeling
Mogelijke behandelingen van longemfyseem (o.a.): , vermijden van inademing van provocerende stoffen , weefselontsteking-onderdrukkende middelen, zoals inhalatie-corticosteroïden , cromoglicinen en anti-leukotriënen , luchtweg-verwijdende middelen (= broncho-spasmolytica) , longslijm-oplossende middelen (= mucolytica)
Long-embolie
Afsluiting van een longslagader(tje) met een embolus (= bloedstolsel of luchtbel) afkomstig van elders uit het lichaam. - Als gevolg van trombose of embolie krijgt het achterliggende vaatbed-weefsel te weinig bloed (= ischemie) en dus te weinig (= hypoxie) of geen (= anoxie) zuurstof aangevoerd. Hierdoor kan het achterliggende weefsel blijvend worden beschadigd (= weefsel-trauma) of afsterven (= necrose). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - voorkómen (= preventie, profylaxe) van het ontstaan van bloedstolsels met anti-trombotica (zie ook hieronder) , oplossen (= lysis) van bloedstolsels met trombolytica (zie ook hieronder) , verwijderen van bloedstolsels via invasieve (bijv. dotteren) of operatieve ingrepen
Long-abces
Holte in de long die is gevuld met pus en omgeven door ontstoken longweefsel. - Mogelijke oorzaak (o.a.) - Infectie van de longen (= pneumonie) met bacterie of schimmel, meestal door inademing vanuit de mond- of keelholte; zelden via de bloedbaan. - Bij verminderde afweer (= immuno-insufficiëntie) is de kans op een long-abces sterk vergroot. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Slechte eetlust, vermoeidheid, onaangename adem, zweten, koorts, pijn op de borst, hoesten van pus- en-of bloed-bevattend longslijm (= sputum), bloedingen (soms ernstig), ademhalingsproblemen - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: anti-biotica (weken tot maanden!). , invasieve (via catheter) of operatieve ingreep om het abces te verwijderen
Long-aandoeningen
(pulmonale aandoeningen) - , ademhalingsaandoeningen , astma , benauwdheid-kortademigheid (= dyspnoe) , borstvlies-ontsteking (= pleuritis) , bronchiëctasie , bronchitis , chronische obstructieve longziekten (= COL, CARA) , ciliaire dyskinesie , cystische fibrose , emfyseem , hoesten , hyaliene membranen-ziekte (respiratory distress syndrome, RDS) , hyper-ventilatie , kortademigheid (= benauwdheid = dyspnoe) , long-abces , long-embolie , long-emfyseem , long-fibrose , afwijkende bloedvet-waarden
Long
(pulmo; mv. pulmones) Ademhalingsorgaan, gelegen in de borstkast, dat door middel van inademen (= inhaleren) en uitademen (= expireren) zorgt voor de zuurstof-voorziening van het lichaam. - De longen bestaan uit 5 lobben, waarvan er drie in de rechter en twee in de linker helft van de borstkast (= thorax) liggen. - De lucht (met zuurstof) bereikt wordt via de mond, strottehoofd (= larynx), luchtpijp (= trachia), grotere (= bronchi) en kleinere (bronchioli) luchtpijp-vertakkingen de longblaasjes (= alveoli). - In de longblaasjes wordt zuurstof uit de ingeademede lucht in het bloed opgenomen en koolzuur (= kooldioxide) vanuit het bloed afgegeven aan de uitademingslucht.
Lupus erythematodes, vormen
De volgende vormen van lupus erythematodes worden onderscheiden: , lupus erythematodes (= LE): bindweefselziekte (= collageen-ziekte) die ontstaat doordat het lichaam antistoffen produceert tegen lichaamseigen stoffen of celbestanddelen (= auto-immuunziekte). Komt vooral voor bij jonge vrouwen van 15-30 jaar. , lupus erythematodes dissimenatus (= LED): LE die zich beperkt zich vaak tot de huid. , systemische lupus erythematodes (= SLE = lupus erythematodes generalisatus of viscerale): LE die zich over het hele lichaam uitstrekt en meestal ernstiger is. , discoïde lupus eythematodes (= DLE): systemische LE met vorming van schijfvormige (= discoïde) plaques en huid-uitslag (= efflorescentie).
Lupus
(wolfszweer, lupus vulgaris, lupus willanii, tuberculosis cutis luposa) Zeldzame tuberculeuze aandoening van de huid, met name in het gezicht (L. lupus = wolf). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Zweren, littekens, woekeringen, rode zwellingen o.a. van neus, lippen en wangen, lichte tot zware verminking van het gelaat - Mogelijke behandelingen (o.a.) - tuberculose-middelen
Lumbale anesthesie
(spinale anesthesie) Verdoving van het onderste deel van het lichaam via het ruggemerg.
Luizen, behandeling
Mogelijke behandelingen van luizen (o.a.): , andere familieleden controleren op luizen , school inlichten , besmette kleren wassen en jassen laten stomen , beddengoed verschonen , borst-, buik- en schaamhaar wegscheren en dan wassen , verwijderen van de luizen (bij goed licht) door wassen en kammen met speciale ` netenkam` (na 1 week herhalen) om achtergebleven eitjes en luizen te verwijderen , luizen-dodende medicijnen (zie hieronder) en zelfzorgmiddelen (o.a. Luisweg®)
Luieruitslag
Huiduitslag op de billetjes en andere huidgedeelten die door een luier worden bedekt. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Rode, schrale en soms kapotte huid, pijn, huilen - Mogelijke oorzaken (o.a.) - irriterende stoffen in urine en ontlasting (vooral bij diarree) , zeepresten in luier , wrijven van luier over huid - Mogelijke maatregelen (o.a.) , baby zo vaak mogelijk verschonen , poepluier zo snel mogelijk vervangen , huid met lauw water schoonmaken (niet wrijven, maar deppen) , geen zeep of geparfumeerde schoonmaakdoekjes gebruiken , gebruik luiers (dubbele, katoenen) die veel vocht absorberen , spoel gewassen luiers na met water waaraan 1 eetlepel azijn is toegevoegd om zeepresten te , laat de huid goede drogen door baby een tijdje met blote billetjes te laten liggen , neem contact op met de huisarts als de uitslag en-of de pijn erger worden
Lui oog
(amblyopie, stompziendheid) Verminderd gezichtsvermogen aan één oog op jeugdige leeftijd. - Oorzaak - Door een afwijking aan het oog worden de prikkels van het luie oog niet doorgegeven aan de visuele hersenschors, die zich daardoor minder goed ontwikkelt. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - afplakken van het goede oog, waardoor het luie oog actiever wordt en wél prikkels doorgeeft aan de hersenschors
Luchtweg-aandoeningen
Luchtweg-aandoeningen worden onderverdeeld in: , astma , ademhalingsaandoeningen , bronchitis , chronische obstructieve longziekten (= COL) , hoest , long-emfyseem , luchtweg-infecties (= pneumonie) , luchtweg-verwijding (= bronchiëctasie) , long-aandoeningen , taaislijmziekte
Luchtpijp
(trachea) - long
Luchtpijp-infectie
(tracheïtis) Ontsteking (= -itis) van de luchtpijp (= trachea).
LVG
(lymfogranuloma venereum) - granuloma inguinale
LVH
(linker ventrikel-hypertrofie) - verdikte hartwand
Lymfopoëse
Vorming van lymfe en lymfocyten. - Terug naar lymfe-stelsel
Lymforeticulaire systeem
(LRS) Verzameling van alle organen waarin zich veel lymfe-weefsel bevindt (o.a. lymfe-vaten en -klieren, milt, zwezerik of thymus, amandelen of tonsillen). - Terug naar lymfe-stelsel
Lymfomatose
Woekering van lymfe-weefsel op verschillende plaatsen in het lichaam als gevolg van ontsteking. - Terug naar lymfe-kanker
Lymfogranulomatose
Aanhoudende (= chronische), zich steeds verder uitbreidende (= progressieve), gezwel-achtige ontsteking van lymfeweefsel, lymfeklieren en de milt.
Lymfografie
Röntgen-onderzoek (met contrastmiddel) naar de toestand en aandoeningen van de lymfevaten en -knopen.
Lymfocytose
Verhoogd aantal lymfocyten in het bloed. Een goedaardige (= benigne) vorm is de zelden voorkomende chronische T-cel-lymfocytose. - Terug naar lymfe-kanker
Lymfocytopenie
(lymfopenie) Te gering aantal lymfocyten in het bloed.
Lymfocytoom
Gezwel van lymfocyten in het bindweefsel (o.a. bij tuberculose). - Terug naar lymfe-kanker
Lymfocyten
Eén van de drie soorten witte bloedcellen (= leukocyten) in het bloed, maar met name in het lymfestelsel. - Lymfocyten worden onderverdeeld in: , B-lymfocyten (= B-cellen): humorale afweerreactie , T-lymfocyten (= T-cellen): cellulaire afweerreactie , Killer-lymfocyten : fagocytose
Lymfocytair
De lymfecellen (= lymfocyten) betreffende. - Terug naar lymfe-stelsel
Lymfocytaire chorio-meningitis
Hersenvlies-ontsteking door virale infectie. Meest voorkomende arenavirus-infectie. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Griep-achtige verschijnselen zoals koorts, koude rillingen, slechte eetlust, misselijkheid, braken, duizeligheid, ziek gevoel, hoofdpijn `achter de ogen`, lichtovergevoeligheid, spierpijn en gewrichtspijn en verder gezwollen vinger-gewrichten, ontstoken zaadballen, verlies van hoofdhaar, hersenvlies-ontsteking (= menigitis) met hoofdpijn, stijve nek en soms sufheid - Mogelijke behandelingen o.a. , verlichting van de klachten
Lymfevat-verwijding
(lymfe-aneurysma) Abnormale verwijding van een lymfevat. - Terug naar lymfe-aandoeningen
Lymfo-oedeem
Ophoping van vocht in een lymfevat of -klier als gevolg van een belemmering of verstopping (= lymfostase) van de lymfe-stroom. - Terug naar lymfe-aandoeningen
Lymfevat-gezwel
(lymfangioom) Meestal geel-bruin, met kleurloze vloeistof gevuld, goedaardig huidbultje, dat bestaat uit een kluwen van verwijde lymfevaten. Behandeling is zelden nodig. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - chirurgische verwijdering van het gezwel
Lymfeklier-vergroting
Natuurlijke vergroting van lymfeklieren door ophoping van lymfocyten als gevolg van een reactie op (plaatselijke) infectie en ontsteking door micro-organisen, zoals bacteriën en virussen. - Terug naar lymfe-aandoeningen
Lymfeklier-aandoeningen
(adenopathie) - lymfe-aandoeningen
Lymfe-stuwing
Ophoping van lymfe in de lymfevaten of -klieren door vernauwing of verstopping (= lymfostase). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Pijn, met name bij druk en beweging. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Lymfeklier- of lymfevat-ontsteking, tumor, verwijdering van lymfeklieren of -vaten in de lies of oksels (`schildwacht`-lymfeklieren) of elders in het lichaam. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - lymfe-drainage - Terug naar lymfe-aandoeningen
Lymfe-stelsel
Netwerk van lymfe-vaten en lymfe-klieren of beter -knopen, dat overal in het lichaam voorkomt en de weefselvloeistof ververst. - Het lymfestelsel bevat veel lymfocyten en speelt een belangrijke rol bij de afweerreactie (= immuun-reactie) van het lichaam tegen infecties met micro-organismen, zoals bacteriën en virussen. - Het lymforeticulaire systeem (= LRS) is verzameling van alle organen waarin zich veel lymfe-weefsel bevindt (o.a. lymfe-vaten en -klieren, milt, zwezerik of thymus, amandelen of tonsillen). - Onder de `schildwacht`-klieren worden de lymfeklieren in de lies en oksels verstaan. Deze vormen een laatste barrière tegen verspreiding van een infectie of tumor-cellen (= uitzaaiing, metastase) via de bloedbaan.
Lymfe
Betrekkelijke heldere, kleurloze weefselvloeistof, die o.a. witte bloedcellen (= lymfocyten) vervoert naar alle delen van het lichaam, met inbegrip van het beenmerg. - Terug naar lymfestelsel
Lymfatisch
(lymfoïd) De lymfe betreffende.