Medische woordenlijst
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 27/01/2014, NL
Woorden: 2212
Ontsteking, infectueuze
Ontsteking door infectie met micro-organismen, zoals bacteriën (bacteriële infecties), virussen (virale infecties) en schimmels (schimmelinfecties).
Ontlasting
(defecatie) (1) Poep, feces (2) Het ontlasten, defecatie (3) Vermindering van werkdruk, verantwoordelijkheid, psychische stress
Onrustige benen
(restless legs, anxietas tibiarum) - restless legs
Ongelukken, telefoon
Alarmnummer, landelijke: (031) 112 - ANWB Verkeersslachtoofferlijn: (031) (0)70-3147766 - EHBO Nederland: 023-5845045 - Rode Kruis: 070-4455666
Ongeboren vrucht
(embryo, foetus) - medicijnen & zwangerschap
Ondergewicht
Een lichaamsgewicht dat geringer is dan op grond van de lichaamslengte als gezond kan worden beschouwd. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Verminderde lichamelijke en geestelijke conditie, duizeligheid, afbraak van eigen lichaamsweefsels (eerst het vet- dan de overige weefsels zoals spieren, lever, nieren, hart, zenuwweefsel), vermagering, dunne droge tot perkamenten bleke en koude huid, uitstekende botten, droog en uitvallend haar, aantasting van alle orgaanfuncties, overlijden (bij volledige verhongering na ca. 3 maanden).
Onderdosering
Een dosering van een medicijn die te laag is en daarom geen of onvoldoende therapeutisch effect heeft. - Mogelijke oorzaken (o.a.) De voorgeschreven dosering is te laag, de patiënt gebruikt minder medicijn dan is voorgeschreven.
Oncologie
Medische wetenschap die zich bezighoudt met kanker en de behandeling daarvan.
Oncogeen
Kanker-verwekkend
Onanie
(masturbatie) - verschillend geaccepteerde seksuele gedragingen
Onychomycose
(kalknagel) - nagel-schimmel
Onvruchtbaarheid
(infertiliteit) - vruchtbaarheidsstoornissen
Oor-pijn, verschijnselen
Mogelijke verschijnselen bij oorpijn (o.a.): - Middenoor-ontsteking : - Huilerig en hangerig (kinderen), slecht eten, zeurende, hevige of stekende pijn in het oor, vaak koorts, etterig en-of bloederig vocht uit één of beide oren, naar oren slaan of grijpen en-of met hoofd rollen (baby`s), doorbreken van het trommelvlies, (blijvende) doofheid - Uitwendige oor-ontsteking : o.a. rode, schilferige huid van de, soms vocht uit oor, tijdelijke doofheid (`dicht oor`).
Oor-pijn, oorzaken
Mogelijke oorzaken van oorpijn (o.a.): - Middenoor-ontsteking (= otitis media) - Verkoudheid (meestal), verstopping van de buis van Eustachius (die het middenoor met de neus--keelholte verbindt) waardoor: , het middenoor-vocht niet weg kan en zich ophoopt in het midden-oor (= oorzaak van de pijn) , een ontsteking van het middenoorslijmvlies kan ontstaan, wat extra vochtvorming tot gevolg heeft. - NB. - Als de druk van het vocht in het middenoor te groot wordt, kan het trommelvlies breken , waarna het vocht via het scheurtje in het trommevlies en de uitwendige gehoorgang het oor verlaat. De oorpijn neemt dan meestal snel af. Scheurtjes in het trommevlies genezen met achterlating van een litteken. Herhaald breken van het trommelvlies kan toenemende doofheid tot gevolg hebben. - Uitwendige oorontsteking (= otitis externa) , infectie van het slijmvlies van de uitwendige gehoorgang met bacterie of virus (vooral na zwemmen in vervuild water) , schoonmaken van de gehoorgang met een wattenstokje (ophoping van oorsmeer diep in de gehoorgang)
Oor-ontsteking
(otitis) Ontsteking van de gehoorgang (= otitis externa) of het midden-oor (= otitis media).
Oor-middelen
Groep van medicijnen die worden toegepast bij oor-aandoeningen. - Oor-middelen worden onderverdeeld in: , anti-microbiële oor-middelen , oor-middelen met corticosteroïd - , oor-middelen met anti-bioticum + corticosteroïd , overige oor-middelen
Oogvuil
Verontreiniging van het oog met niet-organisch (= mechanisch) vuil. Het vuil kan worden verwijderd met een steriele oog-spoel-vloeistof (klik hieronder). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: Natriumchloride Oogwassing FNA
Oogpupil-verwijding
(mydriasis) Verwijding van de oogpupil ten behoeve van oog-onderzoek (`oog-spiegelen`).
Oogpupil-vernauwing
(miosis) Vernauwing van de (oog)pupil.
Ooglid-ontsteking
(blefaritis) Ontsteking van het ooglid.
Ooglid-kramp
(blefaro-spasme) Onwillekeurige, kramp-achtige bewegingen van één of beide oogleden (= blefaron). Mogelijke oorzaken zijn o.a. vuiltje in het oog, ooglid-ontsteking en dystonie. - Mogelijke behandeligen (o.a.) , medicijnen: o.a. Botox®, Dysport®, NeuroBloc®
Oogbindvlies-ontsteking, oorzaken
Mogelijke oorzaken van oogbindvlies-ontsteking (= conjunctivitis) o.a.: , allergische vorm : overgevoeligheid voor bepaalde stoffen, zoals make-up (= allergische conjunctivitis ; zie ook hooikoorts ) , infectueuze vorm : ontsteking met bacteriën of virussen , irritatieve vormen : irritatie (o.a. lenzen), vervuiling (gebrek aan hygiëne), in zonlicht of laserlicht kijken , steriele vorm : ontsteking zonder bekende of aantoonbare oorzaak
Oogbindvlies-ontsteking
(conjunctivitis) Ontsteking van het oogbindvlies. Dit is de meest voorkomende vorm van oog- ontsteking. Meestal is oogbindvlies-ontsteking binnen 1 week weer verdwenen.
Oog-ontsteking, steriele
(niet-infectueus, aseptisch) Steriele oog-ontstekingen worden niet door micro-organismen veroorzaakt, maar ontstaan van binnenuit. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Oog-irritatie, rode, brandende soms stekende pijn, tranen, jeuk en licht-overgevoeligheid. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: corticosteroïden
Oog-medicijnen
(oftalmologica) Groep van inwendige en uitwendige medicijnen die worden toegepast bij uiteenlopende oog-aandoeningen. - Oog-middelen worden onderverdeeld in: , adstringentia en decongestiva , allergische conjunctivitis middelen (o.a. bij hooi-koorts) , corticosteroïd-oogmiddelen , corticosteroïd + anti-microbieel middelen , glaucoom-middelen bij verhoogde oogboldruk , oogpupil-verwijdende middelen (= mydriatica) bij oog-spiegelen , oog-infectie-middelen , traan-vervangende middelen bij droge ogen , verdovende oog-middelen bij pijn tijdens of na oog-onderzoek en oog-ingrepen , overige oog-middelen
Oog-infectie
(microbiële of infectueuze oog-ontsteking) Ontsteking van het oog door infectie met ziekte-verwekkende (= pathogeen) micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en schimmels. , blefaritis (squamosa) is een ooglid-ontsteking waarbij de randen gaan schilferen , conjunctivitis is oogbindvlies-ontsteking door infectie met micro-organismen of door allergenen zoals pollen (= allergische conjunctivitis) , diepe(re) oog-infecties in of op de achterzijde van de oogbol , keratitis : ontsteking van het hoornvlies (= cornea) aan de voorkant van de oogbol , oppervlakkige oog-ontstekingen : ontstekingen aan de voorkant van de oogbol en van de oogleden , trachoom : schimmel-infectie (Chlamydia) van het oog met korrelvormige insluitsels - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - oppervlakkige oog-infecties : oog-irritatie, rode ogen, brandende of stekende oog-pijn, tranenvloed, jeuk, grote lichtgevoeligheid, gezwollen en-of etterende oogleden. , diepere oog-infecties kunnen behalve oog-pijn en slecht zien ook blijvende oog-beschadiging en blindheid tot gevolg hebben. - Mogelijke oorzaken o.a. - Infectie met bacteriën, virussen (o.a. herpes simplex), schimmels (o.a. Chlamydia) of parasieten. Ooginfecties door herpes simplex keren vaak terug (= recidiveren) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: oog-middelen met anti-microbioticum en corticosteroïd
Oog-accomodatie
Vermogen van de ogen om op verschillende afstanden scherp te zien door het boller of minder bol worden van de ooglens onder invloed van de oogspieren.
Oog-beschadigingen
Mechanische beschadiging van het oog. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen om oog-infectie te voorkómen of behandelen
Oog-aandoeningen
Mogelijke oog-aandoeningen (o.a.): , accommodatiespier-verlamming (= cycloplegie) , allergische oogbindvlies-ontsteking (= allergische conjunctivitis) , amblyopie , anoftalmie , hoornvlies-afwijkingen , blefaritis (= ooglid-ontsteking) , blefaroptosis (= hangend ooglid) , blindheid , cat eye-syndroom , coloboom , droge ogen , dubbelzien (= diplopie) , exoftalmus (= uitpuilende oogbollen , foto-sensibiliteit , glaucoom (= verhoogde oogboldruk)) , hooikoorts , licht-overgevoeligheid , buitenoor : oorschelp en uitwendige gehoorgang , trommelvlies : vlies tussen buitenoor en middenoor; zet geluidsgolven om in mechanische trillingen , middenoor : met vloeistof gevulde ruimte met drie gehoorbotjes; brengt de mechanische trillingen van het trommelvlies over op het ovale venster , ovale venster : beweeglijk vlies dat de mechanische trillingen van het trommelvlies overbrengt op het gehoor-orgaan , binnenoor : , (1) gehoor-orgaan (= slakkenhuis): labyrint-vormige holle buis gevuld met vloeistof; zet mechnische trillingen van het ovale venster om in zenuw-impulsen , (2) evenwichtsorgaan : met vloeistof gevulde kanalen en evenwichtszakjes die éénparige en versnelde bewegingen van het hoofd omzetten in zenuw-impulsen , gehoor-zenuwen : geleiden gehoorimpulsen vanuit het gehoor-orgaan naar de gehoorcentra in de hersenen , evenwicht-zenuwen : geleiden evenwicht-impulsen vanuit het evenwichtsorgaan naar de motorische centra in de hersenen , buis van Eustachius : open verbinding tussen het midden-oor en de neus- en keelholte.
Opsoclonus
Onregelmatige horizontale, verticale en draaiende oogbewegingen.
Opsoclonus myoclonus syndroom
Zeldzame zenuw-aandoening. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - wankele manier van lopen , trillen (= tremoren) van de benen tijdens lopen , spierkrampen (myoclonus) , onregelmatige horizontale, verticale en draaiende oogbewegingen (= opsoclonus) , moeilijk spreken (= dysfasie) , slecht articuleren (= dysarthria) , stomheid articulated speech), mutism (inability to , verlaagde spierspanning (= hypotonie) , lusteloosheid (= letargie) , geïrriteerdheid , slecht-ziek gevoel (= malaise) - NB. Opsoclonus myoclonus kan samengaan met virus-infecties of tumoren. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: o.a. corticosteroïden en adrenocorticotroop hormoon (= ACTH ), chemotherapie (als ook tumoren aanwezig zijn) en antivirale middelen (bij virus-infectie) , bestraling: bij tumoren , operatieve ingreep: bij tumoren
Oppervlakte-anesthesie
Plaatselijke verdoving door uitwendige toediening van het verdovingsmiddel (= anestheticum) op huid of slijmvliezen.
Opium-/morfine-/opiaat-verslaving
Mogelijke behandelingen (o.a.) , ontwenningskuur (= afkicken) in kliniek , methadon-programma bij plaatselijke GGD , medicijnen: o.a. naltrexon (Nalorex®, Revia®)
Opium
Opium is ingedroogd sap van de nog groene zaadhulzen van papaver (= Papaver somniferum) en bevat de opiaten morfine en codeïne. - Morfine en codeïne worden medisch toegepast als sterke pijnstiller (o.a. bij kanker en brandwonden) omdat na gebruik geestelijke en-of lichamelijke pijnen niet of nauwelijks meer worden gevoeld. Codeïne wordt daarnaast ook toegepast bij prikkelhoest. - Morfine en andere opiaten brengen ook een eufore toestand teweeg tijdens welke men zich ontspannen, zorgeloos en schijnbaar gelukkig voelt.
Opiaten-overdosering
Tegengif (= antidotum): Narcan® (zie hieronder)
Opiaten
(opioïden, narcotica) Natuurlijke verbindingen uit opium, zoals morfine en codeïne, en synthetische verbindingen met dezelfde werking als morfine (= morfine-derivaten). - Opiaten hebben een sterk verdovende en pijnstillende werking en brengen daarnaast een toestand teweeg waarin men zich schijnbaar gelukkig voelt (= euforie).
Open-kamerhoek-glaucoom
Verminderde afvoer van kamervocht uit de voorste oogkamer. Hierdoor neemt de oogboldruk -meestal in beide ogen tegelijk- geleidelijk toe (= glaucoom).
Open tuberculose
Besmettelijke long-tuberculose die via met tuberkelbacillen besmette vochtdruppeltjes in de uitademings op anderen kan worden overgedragen.
Open been
(beenzweren, varicosum) Zweren aan de onderbenen als gevolg van slechte huid-doorbloeding bij spataders (= varices).
Opvliegers
(opvliegingen) - overgangsklachten
Orthese
Hulpmiddel ter ondersteuning van een bepaalde motorische functie (o.a. brace, prothese, apnoe-orthese).
ORS
(Oral Rehydration Salt) Zout-oplossingen (= salt) die -na inname via de mond (= oral) - er voor zorgen dat het lichaam meer water vasthoudt (= rehydratie).
Oromucosaal
Het slijmvlies (= mucosa) van de mond (= os) betreffende.
Organel
Klein cel-orgaantje. Voorbeeld: mitochondrion (zorg voor de energie-voorziening van de cel)
Orgaan-afwijkingen, aangeboren
In principe kunnen alle organen van het lichaam na de geboorte afwijkingen vertonen. De afwijking is het gevolg van een genetisch-chromosomaal defect of ontstaan tijdens de zwangerschap. - Regelmatig voorkomende aangeboren orgaan-afwijkingen zijn o.a.: , hart-afwijkingen (komt voor bij ca. 1 op de 120 pasgeborenen!): met name van de hartwand (o.a. open verbinding tussen beide kamers), kleppen en aan- en afvoerende bloedvaten (o.a. open verbinding tussen de aorta en de longslagader = open ductus Botalli); de ernst van de aandoening kan uit een lopen van zeer licht tot levensgevaarlijk. , maagdarmkanaal-afwijkingen : met name onvolledig ontwikkelde slokdarm, middenrif (breuk), navelbreuk (uitpuilende ingewanden), darm (o.a. megacolon = sterk vergrote dikke darm = ziekte van Hirschsprung), anus (onvolledig ontwikkeld), galwegen (onvolledig ontwikkeld) , bot--spier-afwijkingen : o.a. gespleten gehemelte en gespleten lip of hazenlip , hersen- en ruggemerg-afwijkingen : o.a. waterhoofd (= hydrocefalus) en open rug (= spina bifida) , overige organen , waaronder ogen (o.a. slechtziendheid), oren (o.a. doofheid), nieren, blaas en geslachtsorganen (o.a. hermafroditisme)
Orgaan
Lichaamsdeel dat bestaat uit verschillende celtypen die gezamenlijk een specifieke taak uitvoeren. Voorbeelden: hart, nieren, longen, geslachtsorganen en klieren.
Orchidectomie
Verwijdering van een zaadbal (= testis).
Orale sex
Sex met de mond.
Oraal
(1) De mond (= os) bestreffende. (2) Met of via de mond (bijv. orale medicijnen)
Orthostatische hypotensie
Bloeddrukdaling als gevolg van (te snel) opstaan uit zittende of liggende positie. Komt vaak voor bij ouderen.
Orthopnoe
Kortademigheid tijdens liggen.
Orthopedie
Medische wetenschap die zich bezighoudt met aandoeningen van het bewegingsapparaat en de behandeling daarvan.
Osteolyse
Oplossen (= lysis) van het bot (= os). - Mogelijke medicijnen : o.a. clodroninezuur, Bonefos®, Ostac®
Osteogeen-sarcoom
Uit been gevormd kwaadaardig gezwel (zie ook kanker en tumor). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: zie hieronder
Osteodystrofie, behandeling
Mogelijke behandelingen van osteodystrofie (o.a.): , medicijnen: - Alfa-calcidol Capsules (vit. D3) - (zelfzorg) - Calcijex® (vit. D3) - Calcitriol Capsules-Injecties (vit. D3) - Dihydral® (vit. D) - Dihydrotachysterol Tabletten - Eenalfadrie® (vit. D3) - Etalpha® (vit. D3) - Rocaltrol® (vit. D3)
Osteodystrofie
Algemene naam voor degeneratieve groeistoornissen (= dystrofie) van het been- of botweefsel (os = been, bot).
Osteochrondropathie
Ziekte (-pathie) van bot- (= os) en-of kraakbeen (chondreo-).
Osteochondroom
Goedaardig bot-gezwel dat uit bot (= os) en kraakbeen (= chondro-) bestaat.
Osteocarcinoom
Been--botkanker
Osteochondritis
(been--kraakbeen-ontsteking) Ontsteking (= itis) van bot- (= os) en aangrenzend kraakbeen (chondreo-).
Osteo-artrose
Gewrichts-degeneratie (= artrose) aandoening waarbij tevens het aangrenzende bot (= os) is aangedaan.
Osteo-artritis
Gewrichtsontsteking (= artritis) aandoening waarbij tevens het aangrenzende bot (= os) is ontstoken.
Os
(1) bot , been, gebeente (2) mond
Osteosarcoom
Kwaadaardig bot-gezwel.
Otorroe
(loopoor) - middenoor-ontsteking
Otogeen
Het oor betreffende.
Ouderdomswratten
Ouderdomswratten (= verrucae senilis)ontstaan vaak op oudere leeftijd, vooral op de romp.
Ouderdomsdelier
Vorm van delier die optreedt bij dementie.
Ouderdom
(senium, senectus) Leeftijd waarbij de lichamelijke en geestelijke functies geleidelijk afnemen. - Mogelijke ouderdomsverschijnselen (o.a.): , lichamelijke verschijnselen - Grijze haren, stram--stijfheid, verminderde huid-elasticiteit (`rimpels`), gewrichtsslijtage (=artrose), duizeligheid bij opstaan (= orthostatische vertigo), vaker vallen en daardoor breuken (o.a. pols- en heupfracturen), verminderde spierkracht, verminderd uithoudingsvermogen, overgangsverschijnselen, verminderde orgaanfunctie (met name nieren en lever), verzwakt afweersysteem waardoor verminderde weerstand tegen infectie , geestelijke verschijnselen - Verminderd associatie-, concentratie- en reactie-vermogen, afname van het gezichtsvermogen, vergeetachtigeheid, verhoogde emotionaliteit en prikkelbaarheid, verminderd libido, vaker ziek (`ouderdomskwalen`), dementie - Mogelijke maatregelen (o.a.) , regelmatig leven , gevarieerde voeding gebruiken (niet te veel en niet te vet!) , voldoende vocht drinken , lichte bewegingen en oefeningen , geestelijke oefeningen doen (`hersengymnastiek`) , zeer weinig of geen alcohol gebruiken (vooral niet `s ochtends en `s avonds)
Overloop-incontinentie
(druppel-incontinentie) Geen of onvoldoende vermogen om de urine op te houden, waardoor onwillekeurige urine-lozingen (= mictio involuntario) plaatsvinden. - Men spreekt van urine-incontinentie wanneer iemand tenminste 2 x per maand ongewild urine verliest. - Overloop- of druppel-incontientie komt vooral voor op oudere leeftijd. - Als de urine alleen afloopt bij volle blaas, wordt gesproken van actieve of intermitterende urine-incontinentie. Als er voortdurend urine lekt wordt van passieve of permanente urine-incontinentie gesproken. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Ongewild druppelsgewijs lekken van urine. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Stoornissen in de urinewegen, als gevolg van een een verstoorde blaassluitspier- of mictie-reflex en verzwakte bekkenbodem-spieren, waardoor - de blaas overrekt wordt en de urine-opslagcapaciteit is verminderd. Hierdoor loopt de blaas als het ware over. - Overloop-incontinentie komt ook voor bij vernauwing van de pisbuis, vergrote prostaat, nierstenen en tumoren. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - verblijfskatheter of dagelijkse catheterisatie, oefeningen , urine-incontinetie-middelen ter verbetering van de urine-uitstroom (zie ook hieronder), o.a. alfuzosine (Xatral®), prazosine (Minipress®), tamsulosine (Omnic®) en terazosine (Hytrin®) , operatie
Overgewicht, verschijnselen
Mogelijke verschijnselen van overgewicht (o.a.): , verminderde lichamelijke conditie , cosmetisch-esthetische bezwaren , hart- en vaatziekten (= cardio-vasculaire aandoeningen), waaronder bloeddrukverhoging (= hypertensie) en aderverkalking (= atherosclerose) , stofwisselingstoornissen (= metabool syndroom) , suikerziekte (type 2) , galblaas-aandoeningen , gewrichtsontsteking (= artritis) , trombose (door verhoogde stollingsneiging) , cholesterol-afwijkingen (= dyslipidemie) , kanker (bepaalde vormen) , psychische klachten , geringere levensverwachting - NB. De wijze van vet-verdeling over het lichaam speelt hierbij een grote rol. In het algemeen geldt: , hoe groter de taille, des te groter de risico`s , het appel-type (`dikke buik` = intra-abdominale obesitas) loopt een groter risico dan het peer-type (`dikke kont`).
Overgewicht
(obesitas, adipositas, corpulentie, dikheid, vetzucht, zwaarlijvigheid) Hoger lichaamsgewicht dan op grond van de lichaamslengte gezond kan worden genoemd. - Overgewicht is vrijwel altijd het gevolg van een -meestal geleidelijke- toename van de hoeveelheid vetweefsel. Dit omdat de opslag-capaciteit voor suikers (= koolhydraten) en eiwitten (= proteïnen) beperkt is, maar die voor vetten (= triglyceriden) vrijwel onbeperkt. - Licht tot matig overgewicht (= `overgewicht`): , Quetelet-index : groter dan 27; bijv. een vrouw van 1.80 m die meer dan 87.8 kg weegt of een man van 1.90 m die meer dan 97,5 kg weegt. , taille : groter dan 80 cm maar kleiner dan 87 cm (bij vrouwen) of groter 94 cm maar kleiner dan 101 cm (bij mannen). - In Nederland heeft ruim 40% van alle mannen en een kleine 30% van alle vrouwen licht tot matig overgewicht. - De kans op hart- en vaatziekten is bij licht overgewicht 1,5-2 x groter dan bij normaal gewicht. - Ernstig overgewicht (= obesitas): , Quetelet-index : groter dan 30; bijv. een vrouw van 1,80 m die meer dan 97 kg weegt of een man van 1.90 m die meer dan 108 kg weegt. - Het risico op aandoeningen dan zo groot dat afvallen dringend geboden is. , taille : groter dan 88 cm (bij vrouwen) of groter 101 cm (bij mannen). De meting van de taille geeft een goede indruk of men tot het appel- of peer-type behoort. - In Nederland heeft 4-10% van de bevolking ernstig overgewicht. De kans op hart- en vaatziekten is bij ernstig overgwicht 2,5-4 x groter dan normaal.
Overgevoeligheidsreacties
Ongewoon sterke reactie op medicijnen (of voedselbestanddelen). - Overgevoeligheidsreacties worden onderverdeeld in: , allergische reacties , waarbij het afweersysteem (= immuunsysteem) histamine vrijgemaakt uit weefselcellen , anafylactische reacties , waarbij histamine wordt vrijgemaakt zonder betrokkenheid van het afweersysteem , enzym-defect-tekort reacties, meestal als gevolg van een aangeboren enzymdefect of -tekort , idiopathische reacties, waarvan de oorzaak onbekend is.
Overgangsklachten, man
Mogelijke klachten tijdens en rond de overgang bij de man (= andropauze) als gevolg van (te sterk) verminderde testosteron-productie tekort (= testosteron-deficiëntie) o.a.: , afname spierkracht , depressie , erectie-stoornissen (= ED) , impotentie , lusteloosheid , libido-verlies (= verminderde zin in seks) , psychische klachten , vruchtbaarheidsstoornissen - Mogelijke behandelingen (o.a.) Hormoon-substitutie- (= hormoon-suppletie-) therapie (HST) met testosteron
Overerving, kans op
Kans op overerving van X-gebonden recessieve aandoeningen (o.a hemofilie en Duchenne-spierdystrofie): - Nakomelingen : - Bij de bevruchting van een eicel (X1X2) door een spermacel (X3Y) zijn er vier mogelijkheden: X1X3 (dochter), X1Y (zoon), X2X3 (dochter) en X2Y (zoon) - Kans op overerving (* = afwijkend recessief gen op een X-chromosoom): (1) Ouders: X1*X2 (moeder = draagster) + X3Y (vader = gezond)/> kinderen: X1*X3 (dochter = draagster), X1*Y (zoon = ziek), X2X3 (dochter = gezond) X2Y (zoon = gezond): de kinderen hebben 50% kans op de ziekte (2) Ouders: X1X2* (draagster) + X3Y (gezond) /> kinderen: X1X3, X1Y, X2*X3 (draagster) en X2*Y (ziek): de kinderen hebben 50% kans op de ziekte (3) Ouders: X1*X2* (ziek) + X3Y (gezond) /> kinderen: X1*X3 (draagster), X1*Y (ziek), X2*X3 (draagster) en X*2Y(ziek): alle zonen ziek; alle meisjes draagster (4) Ouders: X1X2 (gezond) + X3*Y (ziek)/> kinderen: X1X3* (draagster), X1Y (gezond), X2X3* (draagster) en X2Y (gezond): alle dochters draagsters; alle zonen gezond (5) Ouders: X1*X2 (draagster) + X3*Y (ziek) /> kinderen: X1*X3* (ziek), X1*Y (ziek), X2X3* (draagster) en X2Y (gezond): dochters 50% draagster en 50% ziek; jongens 50% ziek (6) Ouders: X1*X2* (ziek) + X3*Y (ziek) /> X1*X3* (ziek), X1*Y (ziek), X2*X3 (ziek) en X2*Y (ziek): 100% van de nakomelingen wordt ziek - NB. Bij de betreffende patiëntenverenigingen kan meestal goede informatie worden verkregen over de kans op de overerving van erfelijke aandoeningen op de kinderen.
Overerving, diagnose
Nadat een X-gebonden recessieve aandoening zoals hemofilie of Duchenne-spierdystrofie in een familie is vastgesteld, kan bij alle familieleden genetisch onderzoek worden gedaan om vast te stellen hoe groot de kans is op het worden van draagster of ziek worden. Verzameling van informatie over de verspreiding van een erfelijke aandoening binnen de familie (= genaeologisch onderzoek) kan daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn. Zo nodig kunnen ook toekomstige partners op de aanwezigheid van een bepaald gendefect worden getest. - Bij voldoende vermoeden kan prenataal onderzoek worden gedaan om al vóór de geboorte te weten te komen of het kind de ziekte zal krijgen of draagster zal worden. - NB. Bij de betreffende patiëntenverenigingen kan meestal goede informatie worden verkregen over de kans op de overerving van erfelijke aandoeningen op de kinderen.
Overdosis
Te hoog éénmalig gebruik (= dosis) van een medicijn.
Overdosering, voorkómen
Mogelijke maatregelen om overdosering te voorkómen (o.a.): , Gebruik medicijnen altijd strikt volgens het voorschrift op het etiket en-of in de bijsluiter van de verpakking. , lees de bijsluiter of neem contact op met de (huis)arts of apotheker als u twijfelt aan de juistheid van de dosering. , lees de bijsluiter of neem contact op met de (huis)arts of apotheker als u niet (meer) weet hoe u de medicijnen moet gebruiken. , Raadpleeg eerst uw (huis)arts of apotheker als u zelf de dosering van uw medicijn(en) wilt verhogen.
Overdosering, oorzaken
Mogelijke oorzaken van overdosering (o.a.): , de (huis)arts heeft een te hoge dosering voorgeschreven , de (huis)arts of verpleegkundige heeft een te hoge dosering gegeven , de apotheker heeft een te hoge dosering op het etiket gezet of meegegeven , de patiënt neemt of de begeleider-verzorger) geeft teveel of te vaak medicijnen omdat de dosering op etiket of in de bijsluiter niet wordt begrepen of omdat de gebruiksaanwijzing niet duidelijk is. , de patiënt gebruikt bewust meer medicijn dan is voorgeschreven door de arts of in de bijsluiter is aangegeven omdat hij-zij vindt dat het medicijn niet snel of sterk genoeg werkt , de patiënt heeft ernstige persoonlijke problemen en gebruikt bewust een veel te hoge dosering om de aandacht te krijgen voor die problemen of om zichzelf te doden (= suïcidale neigingen). - NB. Lees als u twijfelt aan de juistheid van de dosering de bijsluiter in de verpakking ( - `Gebruikelijke dosering`).
Overdosering, behandeling
Mogelijke behandelingen van overdosering (o.a.): , Lees na overdosering of als overdosering wordt vermoed de bijsluiter ( - `Wat te doen bij overdosering`). , Neem onmiddellijk contact op met de (huis)arts of de dichtsbijzijnde poli of het ziekenhuis. , Houd als u belt of naar een arts, poli of ziekenhuis gaat de medicijnen, verpakking en-of bijsluiter bij de hand.
Overdosering
Overdosering betekent dat méér medicijn wordt gebruikt dan door de arts (zie etiket) of in de bijsluiter ( - dosering) is voorgeschreven. Hierdoor komt te veel van de werkzame stof in (bij inwendig gebruik) of op (bij uitwendig gebruik) het lichaam terecht.
Overbeharing
(hirsutisme) Overmatige beharing bij vrouwen ten gevolge van overproductie van mannelijke (= androgene) geslachtshormonen. - Als de oorzaak niet bekend is, wordt gesproken van primair of idiopathisch hirsutisme. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - verwijderen van overtollig haar (scheren, epileren, etc.) , medicijnen: o.a. cyproteron (= Androcur®), Diane-35®, Minerva®
Overactieve blaas
(OAB) Syndroom (= complex van verschijnselen) dat wordt veroorzaakt door een overmatige activiteit van de blaas. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - abnormale aandrang (= urge) tot plassen, al of niet met ongewild urine-verlies (= urge-incontinentie) , vaak plassen , nachtelijk plassen (= nycturie) - Mogelijke oorzaken (o.a.) - aandoening van de zenuwen die de blaas aansturen en-of de spieren van de blaaswand
Ovariotomie
(ovariëctomie) Operatieve verwijdering van een aangroeisel van de eierstok (= ovariaalkyste) of van één of beide eierstokken (= ovaria).
Ovariëctomie
Operatieve verwijdering van de eierstokken.
Ovale venster
Beweeglijk vlies dat het middenoor scheidt van het binnenoor en de mechanische trillingen van het trommelvlies overbrengen op het gehoor-orgaan (= slakkenhuis) in het binneoor.
Ovum
(mv. ova) - eicel
Ovulatie-bloedingen
Bloedingen uit de vagina tijdens de eisprong ( = ovulatie) halverwege de menstruatiecyclus.
Ovulatie
(eisprong) - menstruatie-cyclus -
Overvoeding
Inname van meer calorieën (via voedsel, snoepen, snacks, dranken, etc.) dan het lichaam verbrandt als gevolg van de basis-stofwisseling (in rust) en psychische en lichamelijke inspanning.
Oxidatie
(verbranding) Natuurlijk stofwisselingsproces waarbij voedingsstoffen worden `verbrand` door binding aan zuurstof. Tijdens dit proces worden essentiële lichaamsstoffen en afvalstoffen (= metabolieten) gevormd en komt energie vrij in de vorm van (lichaams)warmte. , zuurstof , stofwisseling (= metabolisme)
Oxaza-fosforinen-vergiftiging
Tegengif (= anti-dotum): Uromitexan® (zie hieronder)
Pathologische anatomie
Medische wetenschap die zich bezighoudt met het achterhalen van ziekten (pathologie) en vergiftigingen (= toxicologie) door onderzoek aan het dode lichaam (= anatomie). - Terug naar medische specialismen
Pathologie
(ziekteleer) Medische wetenschap (= -logie) die zich bezighoudt met ziekten (= pathos) in het algemeen en de diagnose en behandeling daarvan.
Patau-syndroom
(trisomie-13) Zeldzame, erfelijke aandoening als gevolg van de aanwezigheid van één extra autosomaal chromosoom (chromosoom 13). - Minder dan 20% van de kinderen met het Patau-syndroom leeft langer dan één jaar. - Mogelijke verschijnselen (o.a.): , hersenafwijking met ernstige geestelijke ontwikkelingsachterstand, oog-afwijkingen, gespleten lip of verhemelte, misvormde oren, hart-afwijkingen - Overerving - Het chromosoom 13 is in drievoud aanwezig (= trisomie 13) en kan worden overgedragen op zowel jongens als meisjes. De chromosoom-afwijking leidt tot stoornissen in de ontwikkeling van het embryo tijdens de zwangerschap.
Partus
(bevalling) - medicijnen & zwangerschap
Paroxysmale tachycardie
Plotselinge (= acute) toename van het boezem- of sinusritme van het hart tot 160-200 slagen per minuut, meestal gedurende enkele minuten, die meestal ook weer plotseling eindigt.
Paroxysmale nachtelijke dyspnoe
Nachtelijke aanvallen van benauwdheid. - Terug naar kortademigheid
Paroptosis
Verminderd gezichtsvermogen.
Parkinson, bijkomende medicatie
Behandeling van bijkomende verschijnselen (o.a.): , bevingen (= tremoren): parsympathicolyticum, zoals biperideen (= Akineton®), dexetimide (= Tremblex®), orfenadrine, trihexyfenidyl (= Artane®). , angst : meestal als gevolg van een depressie (zie hieronder), zo niet dan met een angst-dempende middel , inslaap-stoornissen als gevolg van verhoogde dopamine-concentraties in de hersenen: (1) laatste dag dosis levodopa aan begin van avond innemen of verlagen of (2) benzodiazepinen , depressie : zie anti-depressiva , psychotische verschijnselen (= `vreemd gedrag`), verwardheid , hallucinaties : (1) dopaminerge dosering verlagen, (2) lage dosering van een atypisch antipsychoticum (zie anti-psychotica ) , dementie (vooral bij bejaarde Parkinson-patiënten): zie dementie-middelen