Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


nationaal bestuursakkoord water
In de zomer van 2003 zijn in het Nationaal Bestuursakkoord Water door Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen afspraken gemaakt over de aanpak van teveel water (veiligheid en wateroverlast), te weinig water (watertekort,verdroging en verzilting), vervuild water (waterkwaliteit en sanering vervuilde waterbodems) en ecologisch te arm water.

nazorgfase
In deze fase wordt het eindresultaat gebruikt en onderhouden. Het is fase 6 in het zes-fasenmodel. De fase eindigt bij het buiten gebruik stellen van het projectresultaat

natura
Inbreng in natura: inbreng in een andere vorm dan in geld, bijvoorbeeld in de vorm van gebouwen, goederen of rechten

natural indexing language
Indexering gebaseerd op de taal waarin een document is geschreven.

nachtkluis
Kluis bij de bank waar contant geld kan worden afgestort gedurende de uren dat de bank is gesloten

nalevingsaudit
Onderzoek naar de mate waarin een organisatie zich houdt aan wettelijke bepalingen, procedures, richtlijnen, voorschriften en/of contractbepalingen.

naturalisatie
Proces waarin een vreemdeling de nationaliteit van zijn nieuwe thuisland verwerft.

naamreclame
Reclame die gericht is op het vergroten van de naamsbekendheid.

nanotechnologie
Technologie om dingen te maken die zo klein zijn dat het zich afspeelt op moleculair niveau of dat hun maten worden uitgedrukt in nanometers (een duizendmiljoenste van een meter).

nacontrole
Vormen van operationele beheersing waarbij de kwaliteit van processen, goederen en diensten wordt gecontroleerd na afloop van de productie.

nesting
(1) Een techniek om zoekvariabelen te combineren in paren met gebruikmaking van insluiting door haakjes. bv. (A of B) en (C of D); (2) Het invoegen van een folder of iets dergelijks in een ander stuk post.

netwerkorganisatie
(1) Een interne organisatie waarbij sprake is van een minimum aan opgelegde coordinatie en een maximum aan zelf-coordinatie, waarbij bronnen, producten, distibutievormen en afnemers niet een een-op-een vaste relatie hebben (met dank aan J. Strikwerda); (2) Een samenwerkingsvorm waarbij specialistische kennis van meerdere organisaties wordt gebundeld ten behoeve van een of meer bedrijfsprocessen; (3) Een organisatievorm, waarbij opvolgende fasen in de productie (van productontwerp tot en met garantie, service en nazorg) niet door een maar door verschillende organisaties worden uitgevoerd.

netwerkplanning
(1) Een activiteitenstroomschema met daarin de onderlinge afhankelijkheden tussen de activiteiten. Het netwerk toont voor ieder activiteit de duur, de vroegst mogelijke start- en einddatum, de laatst mogelijke start- en einddatum en de speling ('float'). (2) Een grafische weergave van projectgegevens, waarbij de projectlogistiek de plaatsing van de activiteiten in de afbeelding bepaalt. Andere namen voor deze grafische weergave: stroomdiagram, logistiek diagram, flow chart, pert-chart

netwerk
(1) De structuur van het totaal van de distributiekanalen tussen fabrieken en distributiecentra waarlangs de goederenstroom plaats vindt. (2) Een grafische voorstelling van de samenhang tussen activiteiten in een proces of project waarbij de activiteiten door een pijl worden voorgesteld; waar het begin en het einde van die activiteiten onderling van elkaar afhankelijk zijn, komen begin of einde van deze activiteiten samen in een knooppunt (mijlpaal) welke door een cirkel of vierkant wordt gerepresenteerd.

negatieve impact
(1) Onbedoelde en ongewenste gevolgen van een proces of activiteit: (2) Activiteiten op het vlak van werving-, selectie en promotie die onbedoeld leiden tot het verschillend behandelen van groepen medewerkers.

negotiation anchoring
Anchoring bij onderhandelen is het proberen om een referentiepunt tot stand te brengen dat bij het verdere verloop van de onderhandelingen houvast kan bieden en waar naar verwezen kan worden.

needs identification
Bepalen van welke onderwerpen/thema's een organisatie goed op de hoogte moet zijn in het belang van haar concurrentiepositie.

neutrale culturen
Culturen waarin men zo weinig mogelijk emoties toont in de communicatie met anderen.

netto-behoeften
De behoefte aan een bepaald materiaalitem (bruto behoefte ogv. prognoses verminderd met voorraad en reeds bestelde hoeveelheden).

nettobehoefteberekening
De berekening van de nettobehoefte aan onderdelen en materialen.

netto omzet
De bruto omzet verminderd met de kortingen (rabatten, omzetbonificaties, kortingen voor contante betaling) die in verkoopvoorwaarden zijn vastgelegd (exclusief BTW).

netto toegevoegde waarde
De bruto toegevoegde waarde minus de afschrijvingen.

nettobehoefte
De brutobehoefte minus de beschikbare voorraad en de geplande ontvangsten.

Next 150
De door Euronext ontwikkelde en berekende index waarin de 150 ondernemingen zijn opgenomen die wat betreft marktkapitalisatie direct volgen op de Euronext 100. Dit is het midkapsegment van de effectenbeurs van Euronext. In februari, mei, augustus en november vindt in een herweging plaats van de Next 150. De weging van een individueel aandeel kan niet meer dan 10% bedragen. Men gebruikt de Next 150 op dit moment alleen als benchmark.

netwerkstructuur
De formele en informele relaties die bestaan tussen personen, organisaties en organisatieonderdelen.

Nederlandse norm
De NEN is een standaard waarin alle Nederlandse normen voor allerlei zaken worden vastgelegd. Er zijn vele zaken waarvoor een norm beschikbaar is, van producten tot diensten. Er bestaan ruim 2000 specifiek Nederlandse normen. Daarbij zijn er ook normen uit Europa die voor Nederland gelden en er zijn wereldwijde normen beschikbaar (ISO). NEN normen zijn niet bindend voor de wet, omdat NEN-normen alleen tegen betaling aangeschaft kunnen worden, terwijl regelgeving in Nederland vrijelijk beschikbaar moet zijn.

netto bedrijfsresultaat
De som van alle opbrengsten van een onderneming verminderd de kosten en belastingen over een bepaalde periode.

netto belasting
De som van de bewerkingstijden van alle onderdelen die op of in een bepaalde machine of werkplek moeten worden bewerkt.

need for achievement
De sterke behoefte om iets te willen bereiken die fungeert als motivator voor bijvoorbeeld ondernemers.

neurotic organization
De term doelt op de idee dat het irrationele gedrag van een sleutelfiguur binnen de organisatie van invloed kan zijn op de mensen om hem heen en uiteindelijk zelfs kan 'overslaan' op de organisatie, die dat irrationele gedrag dan ook gaat vertonen.

new public management
De trend die sinds de jaren '80 is ingezet om de overheidssector effectiever en efficiënter te laten functioneren. Deze trend behelst decentralisatie en sturing op resultaat in plaats van sturing op middelen.

nettomarge
De verhouding tussen de nettowinst en de omzet. De nettomarge geeft een indicatie van de positie van de onderneming op de verkoopmarkt. De nettomarge kan worden gebruikt om de ontwikkeling van deze positie te bekijken over meerdere jaren of om de vergelijkingen te maken met concurrenten

neo-rationeel besluitvormingsproces
Deze vorm van besluitvorming lijkt het meeste op het rationele proces. Eén persoon beslist zonder veel onderzoek of last te hebben van regels. Neo staat voor het feit dat er naast het rationele ook rekening wordt gehouden met emoties en intuïtie. Het voordeel is dat het duidelijk is, één gezichtspunt, maar er is weinig betrokkenheid.

network of practice
Een community of practice met veel leden en een grote geografische spreiding.

negotiation agenda
Een door alle onderhandelingspartijen goedgekeurde lijst van onderhandelingspunten.

negatieve benefit
Een eindresultaat dat door een of meer stakeholders als negatief wordt beschouwd. Een dis-benefits is een werkelijk gevolg van een activiteit, terwijl een risico, per definitie, enige mate van onzekerheid heeft of het op zal treden.

nevenmerk
Een goedkoper merkproduct als alternatief voor het duurdere hoofdmerk van dezelfde onderneming.

netwerkmodel
Een grafische voorstelling van de elementen in een netwerk en hun onderlinge relaties.

netwerkdiagram
Een grafische weergaven van de logische relaties tussen (project-) activiteiten.

neutrale envelop
Een manier om direct mail te vermommen als gewone correspondentie door te werken met een neutrale envelop zonder opdruk en met gewone postzegels gefrankeerd. De bedoeling is dat de geadresseerde de envelop de moeite vindt om open te maken.

newsboy model
Een model om de economisch meest gunstige hoeveelheid te bepalen voor de aanschaf van een eenmalig product, zoals een folder of iets dergelijks. In het model worden kosten van een mogelijk tekort afgezet tegen de kosten van een eventueel overschot.

negatieve norm
Een norm die ongewenst gedrag stimuleert. Ze sturen aan op negatieve effecten, zoals de kantjes er af lopen, overal een discussie van maken, elkaar afvallen, de sfeer verpesten, regels niet naleven, ongeïnteresseerd bezig zijn, niet bijspringen waar dat nodig is en dergelijke.

new market disruption
Een ontwrichtende innovatie voor toepassing in een volledig nieuwe markt.

netto verandering MRP
Een planningmethode waarbij het materiaalbehoefteplan continu in de computer wordt gehouden. Telkens als er zich een verandering in de behoefte, in de lopende opdrachten of voorraadsituatie of in de stuklijst voordoet, wordt alleen voor die onderdelen die door de verandering worden beïnvloed, een explosie gemaakt. Netto-verandering systemen kunnen continu en geheel transactiegeoriënteerd of periodiek (vaak dagelijks) seriegewijs worden uitgevoerd.

nevenproduct
Een product waarvan de productie uit efficiency-overwegingen (procesoptimalisatie, terugbrengen omsteltijden, e.d.) wordt gepland in samenhang met een ander product.

new buy
Een situatie waarin iemand voor de eerste keer een bepaald product of een bepaalde dienst gaat aanschaffen

neuraal netwerk
Een techniek bij kunstmatige intelligentie, waarbij de werking van het menselijk brein wordt nagebootst met behulp van ICT.

neurolinguistisch programmeren
Een techniek om een bepaalde invloed uit te oefenen op mensen via interpersoonlijke communicatie.

netwerkplanningssysteem
Een techniek voor het maken van een tijdschema voor de uitvoering van een project. In dit systeem kunnen drie fasen worden onderscheiden: (1) het ontleden van een project in een aantal gebeurtenissen of activiteiten, waarbij deze in een logisch netwerk (pijlendiagram) worden gerangschikt; (2) het schatten van de duur van elke activiteit, het maken van een tijdschema en het uitzoeken welke activiteiten bepalend zijn voor de doorlooptijd van het project (kritieke pad); (3) het opnieuw toewijzen van capaciteit en geldmiddelen zodat het tijdschema kan worden verbeterd.

net value advantage
Een vergelijking tussen twee koopopties, waarbij gekeken wordt naar de redelijke prijs minus de werkelijke prijs. De optie met de hoogste uitkomst is de gunstigste koop.

netiquette
Fatsoensregels op het internet.

net asset turns
Financiële ratio om inzicht te krijgen in het rendement van de activa van een onderneming.

netnummer
Gedeelte van een telefoonnummer dat uniek is voor een bepaalde stad of regio.

netto gewicht
Gewicht van de goederen zonder verpakking (bruto minus verpakking is netto).

negligent retention
Het in dienst houden van medewerkers, terwijl men weet of had kunnen weten dat zij een potentieel gevaar opleveren voor de organisatie, medewerkers, klanten ofpubliek.

negligent referral
Het in het kader van een sollicitatieprocedure verstrekken van onjuiste of voldoende informatie door een vroegere werkgever van de sollicitant.

negotiation logrolling
Het in het onderhandelingsproces zoeken naar punten die voor de ene partij heel belangrijk zijn om te bereiken, terwijl het de andere partij niet zo veel uitmaakt om op dat punt een toegeving te doen. Door voor beide partijen een min of meer gelijkwaardige set van dergelijke punten te effectueren kunnen goede resultaten worden bereikt, terwijl daar relatief lichte offers tegenover staan.

negligent hiring
Het inhuren van medewerkers, terwijl men weet of had kunnen weten dat zij een potentieel gevaar opleveren voor de organisatie, medewerkers, klanten en publiek.

needs-based positioning
Het kiezen van een strategische positie, waarbij aansluiting wordt gezocht bij behoeften van klanten.

NextTrack
Het marktsegment van Euronext waarin vanaf 2001 de handel in trackers plaatsvindt.

netto werkkapitaal
Het netto werkkapitaal, ofwel net working capital (NWC), wordt berekend door de vlottende activa te verminderen met de kortlopende schulden. Kortlopende schulden zijn verplichtingen met een looptijd van ten hoogste één jaar. of Het deel van het eigen vermogen plus de langlopende leningen dat niet wordt gebruikt voor de financiering van de vaste activa.

nee verkoop
Het niet kunnen verkopen van een goed, omdat het niet op voorraad is.

negatieve versterking
Het ondernemen van acties om gedrag met ongewenste consequenties voor te toekomst te voorkomen. Bij negatieve reinforcement (versterking) wordt gedrag 'beloond' door negatieve feedback weg te laten.

neologisme
Het ontstaan van een nieuw woord of een nieuwe betekenis bij een bestaand woord.

nestje leeghalen
Het opkopen van een slecht presterende onderneming met de bedoeling om de activa met winst te gaan verkopen.

netwerkoptimalisatie
Het proces dat ten doel heeft een netwerk zo perfect, effectief en efficiënt als mogelijk te maken.

nettobehoeftebepaling
Het proces waarin de nettobehoeften worden berekend.

neerwaarts risico
Het risico van premieverlies bij opties wanneer de markt zich in een tegengestelde richting beweegt. Eén van de belangrijkste kenmerken van een long-positie in opties is dat het neerwaarts risico beperkt blijft tot de betaalde premie. De winstmogelijkheden zijn daarbij, binnen de afgesproken tijdsperiode, vrijwel onbeperkt.

network theory
Het systematisch in kaart brengen en beoordelen van relaties en informatiestromen tussen mensen, organisaties, databanken en andere kennisdragers.

network theory and analysis
Het systematisch in kaart brengen en beoordelen van relaties en informatiestromen tussen mensen, organisaties, databanken en andere kennisdragers.

networking analysis
Het systematisch in kaart brengen en beoordelen van relaties en informatiestromen tussen mensen, organisaties, databanken en andere kennisdragers.

nepotisme
Het ten koste van de organisatie bevoordelen of voortrekken van familieleden of vrienden door directrie of management.

netwerken
Het uitwisselen van informatie tussen mensen, groepen en organisaties, die geografisch of organisatorisch niet tot eenzelfde weerkeenheid behoren.

negatieve sanctie
Het verbinden van onaangename consequenties aan de overtreding van normen.

netto contante waarde
Het verschil tussen het contante bedrag van de verwachte opbrengsten van een investeringsproject en het opgerente bedrag van de investeringen.

negatief begrotingsverschil
Hiervan is sprake als: (1) de gerealiseerde inkomsten kleiner zijn dan de begrote inkomsten; (2) de gerealiseerde uitgaven hoger zijn dan de begrote uitgaven.

nettoloon
Loon verminderd met belasing en sociale premies

neuromarketing
Merken worden opgeslagen in ons geheugen en beïnvloeden onbewust merkkeuzes. Neuromarketing maakt gebruik van de hersenwetenschap en gaat in op de vraag hoe merkeigenaren consumenten kunnen overtuigen om te kiezen voor hun merk.

netwerkanalyse
Met behulp van een netwerkanalyse kunnen vroege en late start- en einddata voor activiteiten worden vastgesteld. Dit gebeurt door het project forward pass en backward pass door te rekenen. De analyse is ook geschikt om zogenaamde loops op te sporen.

netto huidig resultaat
Methode om investeringsmogelijkheden met elkaar te vergelijken door de contante waarde van toekomstige inkomsten en uitgaven voor elke mogelijkheid uit te rekenen. De investering met het beste netto resultaat komt (als opbrengst het voornaamste criterium is) dan als eerste in aanmerking.

netto-contante waarde methode
Methode om te bepalen of een voorgenomen investering zinvol is door de netto contante waarde van de cash flow te berekenen. De netto contante waarde van een een investering is gelijk aan de contante waarde van de cash flows na aftrek van de oorspronkelijke investering.

netto bedrijfskapitaalbehoefte
Nettobedrijfskapitaalbehoefte is de behoefte aan financiering van de vlottende bedrijfsactiva. Het moet worden opgevangen door een positief nettobedrijfskapitaal en/of door financiële schulden op korte termijn. naar: http://nl.wikipedia.org/wiki/Nettobedrijfskapitaalbehoefte

nettokas
Nettokas is een kengetal dat thuishoort bij de liquiditeitsratio's uit de financiële analyse. Nettokas is het verschil tussen het nettobedrijfskapitaal en de nettobedrijfskapitaalbehoefte. De nettokas kan tevens gedefinieerd worden als de som van de geldbeleggingen en de liquide middelen, verminderd met de financiële schulden op ten hoogste één jaar.

neutralisator van leiderschap
Omstandigheden binnen een organisatie of werksituatie die het uitoefenen van leiderschap kunnen belemmeren.

near-market research
Onderzoek met een goede kans op resulaten die zijn te vertalen naar commerciele producten en diensten.

negotiation game
Spelen die in opleidingssituaties gebruikt worden om het onderhandelen te trainen.

neoklassieke managementtheorie
Studie en analyse van de werkplek (klassieke theorie), uitgebreid om met studie en analyse van de situationele en sociale elementen zoals communiceren en samenwerken.

negatief testen
Testen om aan te tonen dat een component of systeem niet werkt. Het negatief testen heeft meer te maken met de houding van de testers dan met een specifieke testaanpak of met een testspecificatietechniek, b.v. testen met ongeldige invoerwaarden of uitzonderingen. [Naar Beizer].

New York Stock Exchange
The New York Stock Exchange op Wall Street is de oudste aandelenbeurs in de USA.

netto activa
Totale activa van een onderneming verminderd met de schulden.

negotiation skills
Vaardigheden waarover onderhandelaars in het belang van een goed onderhandelingsproces op een voldoende niveau moeten beschikken. Ze liggen onder andere op het vlak van communicatie, strategie en tactiek, planning, creativiteit en overtuigen, en op het persoonlijk vlak zoals geduld, kunnen geven en nemen, enzovoort.

new task purchase
Van een new task purchase is sprake in situaties waarbij een organisatie een product of dienst voor de eerste keer gaat aanschaffen.

negatieve goodwill
Van negatieve goodwill is sprake wanneer een bedrijf minder waard is dan hetgeen er voor werd betaald.

new product profit
Verdienmodel dat gericht is op maken van winst op basis van nieuwe producten en diensten, die je afzet in de eerste (en meest profijtelijke) fasen van de productlevenscyclus.

negatieve speling
We spreken van negatieve speling als bij een berekening van het tijdpad blijkt dat de startdatum van de activiteit later is gepland dan de uiterlijke datum waarop de activiteit zou moeten beginnen, uitgaande van een gewenste einddatum voor het project.

netto bedrijfskapitaal
Werkkapitaal (ook wel netto werkkapitaal of netto bedrijfskapitaal) is het verschil tussen de vlottende activa (voorraden, debiteuren, liquide middelen) op de balans van een onderneming en de vlottende passiva (crediteuren en overige kortlopende schulden). Bruto werkkapitaal is de omvang van de vlottende activa.

netto winst
Winst na aftrek van alle kosten en belastingen.

niet-financiële informatie
Niet-financiële informatie bestaat uit alle kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over het gevoerde beleid, de bedrijfsvoering en de uitkomsten van dit beleid in de vorm van output of outcome, zonder dat sprake is van een directe koppeling met een financieel registratiesysteem

niet voldane vraag
Het totaal van de goedgekeurde vraag die niet onmiddellijk vanuit de beschikbare voorraad kan worden geleverd.

nivellering
Het verminderen van verschillen, bijvoorbeeld bij salaris, opleidingsniveau, rijkdom, enz.